HET LANDBOUWSCHAP OVER 1958 BELASTINGZAKEN EN ECONOMIE VAN DE SOCIAAL ECONOMISCHE RAAD ZATERDAG 21 FEBRUARI 1959 1 ATI ■p*EN van de belangrijkste onderwerpen, die in 1958 bij het Landbouwschap aan de orde zijn ge- weest, handelde over de grondslagen van de kostprijsberekeningen. Voor het thans lopende prijsjaar kon met de overheid overeenstemming worden bereikt over de aanpassing van de beloning van de boer, de overuren, de rente en de omzet en aanwas van vee. In verband met de vaststelling van^de garantieprijzen moet hier worden vermeld, dat per 1 mei 1958 het loonbeleid in de landbouw werd gebaseerd op de werkclassificatie, zij het voor de vee houderij nog slechts ten dele. De verhoging van (ie lonen, die hieruit voortvloeide, werd in de garantieprijzen opgenomen. Akkerbouw en veehouderij TN het kader van de besprekingen over de prijzen, heeft het Landbouwschap gepleit voor een gun stiger klimaat voor de akkerbouw, zodat het voort brengen van akkerbouwprodukten minstens zo aan trekkelijk zou worden gemaakt door de prijzen als het voortbrengen van veehouderijprodukten en daardoor de overgang van akkerbouw naar vee houderij zou worden afgeremd. Dit gunstiger kli maat zou o.m. verkregen kunnen worden door ver breding van de garantiebasis met koolzaad en vlas. Dit is echter niet gerealiseerd; wel is voor vlas een steunregeling in het leven geroepen, doch deze is te laag om als een volledige garantie te kunnen gelden. Daar het totaal van de basisprodukten van de akkerbouw bij de huidige prijsvorming der vrije pro- dukten onvoldoende is om een redelijk bestaan aan de akkerbouwende boer te garanderen, heeft het Landbouwschap gepleit voor een extra compensatie boven de kostprijs voor voergranen en fabrieks aardappelen. Dit pleidooi van het Landbouwschap heeft geen volledige overwinning gebracht, maar heeft toch wel bereikt, dat de overheid 25 miljoen gulden extra voor de voergranen beschikbaar heeft gesteld. Het Landbouwschap heeft om wille van de budgettaire tekorten van de staat, zich akkoord verklaard met een beperking van de melkgarantie tot 5 miljard kg en tot het uitstrijken van het saldo van het Zuivelfonds over deze 5 miljard kg en niet over alle melk. Daarbij heeft het een differentiatie van de garantieprijs van de melk niet gewenst ge acht. Het heeft voorts gepleit de nabetaling te doen geschieden over de plas en het vet op basis van 50 50. Het ministerie van Landbouw heeft deze voor stellen van het Landbouwschap overgenomen, maar daarbij de bepaling gemaakt, dat de eerste 5 cent nabetaling vanwege de garantie volledig voor reke ning van de overheid zal komen en dat verdere na betaling slechts voor 50 voor rekening van de overheid komt en voor 50 moet worden gedragen door de boer. Het Landbouwschap is niet akkoord gegaan met deze verdeling van het marktrisico en heeft hiervan schriftelijk mededeling gedaan aan de regering en aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. Met betrekking tot de akkerbouw willen wij vooral wijzen op de tarweprijs en de prijs voor de suikerbieten. Hierbij heeft de overheid het voor stel van het Landbouwschap overgenomen. Zij heeft echter bij de garantie voor de suikerbieten zich be paald tot de hoeveelheid, welke nodig is voor de binnenlandse consumptie. Over deze beperking heeft het Landbouwschap zijn eigen mening en het heeft deze mening aan het ministerie duidelijk ken baar gemaakt. Tuinbouw QOK ten aanzien van de tuinbouw is het Land bouwschap actief geweest, waarbij wij aller eerst denken aan de garantieregeling voor de be- waarkool. De vraag is onderzocht of er kool teveel is. Er is een teeltbeperking ingevoerd van 20 en een bedrag van f 1,8 miljoen beschikbaar gesteld voor een garantieregeling. De tuinbouwteeltregeling in het algemeen is een onderwerp van studie geweest, waarbij vooral de contractteelt voor de industrie de aandacht heeft gehad. Het Landbouwschap staat afwijzend tegen over een volledige vrijheid van deze contractteelt, waardoor deze ook door niet-tuinders zou kunnen worden beoefend. Voorts is in het afgelopen jaar uiteraard een aantal routinewerkzaamheden verricht, waarvan wij er enkele willen noemen: het geven van adviezen aan het Produktschap voor Groenten en Fruit in verband met de erkenningseisen voor groenten en fruit en in het algemeen voor de uitvoering van teeltmaatregelen; het bestuderen van de kostprijzen voor tuinbouwprodukten in de Benelux; het geven van adviezen aan het Produktschap voor Sierge wassen inzake de teeltmaatregelen voor bloembol len voor het jaar 1958-1959 en inzake de minimum exportprijzen en de grondslagen daarvan. Vanzelfsprekend tenslotte is het Landbouwschap ten aanzien van de tuinbouw ook actief geweest door het geven van adviezen over uitbreidings plannen. Grondgebruik |?R hebben zich verschillende aangelegenheden voorgedaan, waarbij het Landbouwschap de belangen van de grondgebruiker heeft verdedigd. Wij willen hier noemen de Pachtwet, de Boswet en het wetsontwerp op de ruimtelijke ordening, over welke onderwerpen brieven aan de Tweede Kamer zijn gezonden. In de gewesten is vooral ac tiviteit betoond ten aanzien van de tracé's van rijks wegen en kanalen. Voorts is bij de overheid aan gedrongen op het treffen van voorzieningen ter vermindering van de wateroverlast. Vanzelfsprekend is ook een aantal vraagstukken nog in studie en het resultaat van deze studie zal eerst over enige tijd blijken. Als voorbeelden hier van willen wij noemen de verhouding tussen de gemeenten en de waterschappen; het agrarisch erf recht in verband met het nieuwe burgerlijk wet boek; de satellietstad bij Den Haag; het vraagstuk of er in de Noord-Oostpolder dienstwoningen voor landarbeiders moeten zijn; het dorpenplan van Oostelijk Flevoland. Ook ten aanzien van het meer jarenplan ruilverkavelingen, dat onlangs is gepu bliceerd, heeft het Landbouwschap door middel van zijn commissie Grondgebruik activiteiten betoond. verzoek van de Landbouwboekhoudbureaux heeft het Landbouwschap een proefproces ge voerd over de vraag, of de premie voor de algemene ouderdomswet ook moet worden betaald voor de thuis medewerkende kinderen. Dit proces is door het Landbouwschap gewonnen. Dit resultaat levert de boeren in Nederland volgens de hoofdambte naren van het ministerie van Financiën ongeveer f 10 miljoen per jaar voordeel op, daar de staat door deze uitspraak ongeveer f10 miljoen minder kan innen. Lang heeft het Landbouwschap en daarvoor reeds de Stichting voor de Landbouw geijverd voor de middeling van inkomens van de boer. Het Landbouwschap gaat hierbij uit van de gedachte, dat het inkomen over een bepaald jaar geen aan wijzing geeft over het gemiddelde inkomen van een boer. Naar de mening van het Landbouwschap is het het beste, bij de inkomstenbelasting de boer een aanslag op te leggen over zijn gemiddelde ver diensten over enkele jaren. Het is bekend, dat bij de nieuwe belastingontwerpen de verlangens van het Landbouwschap gedeeltelijk zijn ingewilligd. "TTOOR een agrarisch exportland als Nederland is, zijn de buitenlandse aangelegenheden van bij zonder belang. Daarom ook dat het Landbouwschap zich intensief met deze buitenlandse aangelegen heden bezig houdt. Zo heeft een intensief over leg op adviserende basis plaats gehad met de over heid in verband met het begin van de opbouw van een Europese landbouwpolitiek in het kader van de Europese Economische Gemeenschap (E.E.G.). Er is een veelvuldig overleg geweest met de regering en met de organisaties van handel en industrie over de plannen voor de vrijhandelszone. De studie over de voorstellen van de GATT (al gemene overeenkomst voor tarieven en handel) over een vrijere uitwisseling van landbouwgoederen, heeft veel aandacht van het Landbouwschap ge vraagd. Ook heeft het zich bezig gehouden met de ver zameling en bestudering van gegevens om een nauwkeurige analyse op te stellen van de agrarische produktie van landen achter het ijzeren gordijn, met name van Rusland. Ook o.m. op sociaal ter rein beweegt het Landbouwschap zich actief, ter wijl de contributie-aftrek voor het Landbouwschap 70 mag bedragen van de betaalde contributie aan de Standsorganisaties. Dit laatste is het vermelden voor 1958 zeker waard, Ï\E Sociaal-Economische Raad heeft in zijn ver gadering van 13 februari jl., daartoe geadvi seerd door een commissie onder leiding van prof. P. de Wolff, een advies over afschaffing van de in de Werkloosheidswet genoemde loongrens vast gesteld. De raad acht het uit een oogpunt van rechts gelijkheid, alsmede op grond van andere in dit advies genoemde overwegingen, gewenst dat bij werkloosheid de werknemers wier inkomen boven de huidige loongrens uitgaat, een uitkering krach tens de Werkloosheidswet ontvangen. De raad adviseert mitsdien tot afschaffing van de in c:e Werkloosheidswet gestelde loongrens. Een minderheid van de raad betwijfelt of in de kringen der belanghebbenden het verlangen be staat tot afschaffing van de onderhavige loon grens. Dit advies zal ter kennis worden gebracht van de regering, maar het is onder de huidige om standigheden niet te voorspellen hoe het nieuwe kabinet hierop zal reageren. ARBEIDS- EN RUSTTIJDEN IN DE LANDBOUW 0E S. E. R. meent in haar vergadering van 13 februari jl., waarin het ontwerpadvies over Je arbekls- en rusttijdenverordening van het Land bouwschap beoordeeld werd, dat het Landbouw schap de ontwikkeling van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie een slechte dienst heeft be wezen. De regering is inmiddels geadviseerd om niet tot goedkeuring van de verordening van het Landbouwschap over te gaan. Het definitieve S. E. R.-standpunt kunnen wij niet bewonderen. Er spreekt geen begrip uit voor het feit, dat met het aanvaarden van een publiekrechtelijke bedrijfsorgani satie een nieuwe ontwikkeling is begon nen, die ook van invloed is op de rechts bedeling in arbeidszaken. Het is ongetwij feld waar, dat een arbeider, die wan prestaties pleegt, kan worden ontslagen, zo nodig op staande voet. Maar moet dit nu als de meest gangbare oplossing wor den aanbevolen? Wij menen hierop ont kennend te moeten antwoorden en had den er daarom begrip voor, dat de ver ordening voorzag in de mogelijkheid van tucht- en strafsancties. Immers, hiervan zou in vele gevallen een preventieve wer king kunnen uitgaan. De ontslagmaatregel biedt ook om een andere reden niet altijd de meest geëigende oplossing om een overtreding, die de werknemer begaat, te be rechten. Dit middel is wel bijzonder ondoelmatig wanneer er een tekort aan arbeidskrachten is. Het ligt voor de hand aan te nemen, dat de re gering het advies van de S. E. R. zal volgen. In dit geval ontvangt het Schap vermoedelijk een •aanwijzing om de verordening te wijzigen. Mis schien heeft de regering op nog meer punten bedenkingen. Dit moet worden afgewacht. In ieder geval staat vast, dat in de hoofdafdeling Sociale Zaken een nader overleg zal moeten plaatsvinden. De consequentie van de S. E. R.-uitspraak is intussen, dat tegen het behoud van een eenzijdige strafbaarstelling van de werk gever geen bezwaar bestaat. Het is ech ter de vraag of dit voor de 3 Centrale Landbouworganisaties een verteerbare zaak is. Wij willen ons in dit stadium ont houden van een oordeel inzake het van werkgeverszijde verder te voeren beleid. Het lijkt ons nl. raadzaam ruim baan te laten voor het overleg in de hoofdafdeling. Dit overleg behoeft o.i. niet lang meer te worden uitgesteld. N. A. V.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 11