FISCUS EN ONDERNEMER
ZATERDAG 31 JANUARI 1959
Een onbillijke last
Dringende taak voor de georganiseerde landbouw
rN
Deze *voek
V
0 Een overzicht van de Euro
pese landbouw vindt men op pa
gina 75. Over betere ophokme-
thoden bij de graanoogst en de
invloed van de mechanisatie op
de bodemstructuur (en wat daar
tegen te doen valt) vindt men in
korte artikelen op pagina 79 en
77.
J
T uinbouw
Zitdagen
Boekhoud-
bureau
\tT O» u SACCK. Jw
No. 2463 Frankering bij abonnement: Terneuzen
47e Jaargang:
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Ofhcieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
en de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
T7 R zijn in ons land heel wat vraagstukken, die om een oplossing vragen.
Maar het wachten is op de verkiezingen en op de daarna nieuw te vormen
regering. Het interim-kabinet van Prof. Beel kan geen beslissingen nemen,
waarvan de gevolgen op langere termijn voelbaar zullen zijn. De Ministers
hebben toegezegd in de periode tussen december 1958 en maart 1959 de zaken
(gaande te houden. Zij staan toch al voor een zeer zware taak, omdat ver
schillende van hen, naast hun eigen departement, er nog een bij hebben ge
kregen. Inmiddels blijven dus heel wat kwesties voorlopig rusten.
VOOR het georganiseerde bedrijfs
leven kan deze tussenperiode nut
tig zijn. Want het is nu de tijd om
wensen, die leven, rustig te formu
leren en deze aldus en tevens van
goede argumenten voorzien, te ge
legener tijd onder de aandacht van de
nieuwe regering te brengen. Wij zijn
van mening, dat een van de dingen,
die vooral door de georganiseerde
landbouw op deze wijze naar voren
moet worden gebracht het belasting-
vraagstuk is.
Deze week moeten wij aller
eerste de aandacht vestigen
op het VEILIGHEIDSBESLUIT
voor landbouwtrekkers dat op 1
februari van kracht wordt. Men
zie hiervoor pagina 78.
Speciale aandacht vragen wij
ook voor de nieuwe tuinbouw-
rubriek (pag. 87) en de zaaizaad-
ontsmetting Ihj zomergranen
(pag. 85).
0 Op pagina 83 kan men een
verhandeling lezen van ir VV. L.
Harnisen over het Pietrainvar-
ken in Zeeland. Over de verplich
te voorjftarshengstenkeuringen
schrijft de heer Colenbrander in
dit nummer.
Reeds eerder schreven wij hierover
en reeds meermalen heeft o a. het
Bestuur der Z. L. M. erop gewezen,
dat er een grote onbillijkheid schuilt
in het feit, dat de winst van het land
en tuinbouwbedrijf valt onder de zeer
progressief werkende wet inkomsten
belasting. Van de resultaten van een
goed jaar wordt immers een veel
hoger percentage weggeheven dan
van de resultaten van een slecht jaar.
Hierdoor komen tal van zaken, die
een vrije ondernemer, als de boer uu
eenmaal is, moet behartigen, in het
gedrang met alle gevaren van dien.
Wij noemen nog maar weer eens
de zorg voor de opleiding van de kin
deren, de zorg voor de eigen ouden
dag, de reserveringen voor slechte
jaren en de investeringen voor het op
peil houden, het moderniseren en het
mechaniseren van het bedrijf.
HETZELFDE VRAAGSTUK
SPEELT OOK ELDERS.
WIJ werden opnieuw aan de nood
zaak voor een verandering van
de fiscale wetgeving herinnerd door
het lezen van een verslag in de
„Nieuwe Rotterdamse Courant" van
26 januari j.l. van een rede, uitge
sproken door de vroegere Minister
van Economische Zaken, Prof. Dr.
J. R. M. van den Brink, ter gelegen
heid van de lustrumviering van de
Tilburgse academische economische
kring. Hoewel de inhoud van deze
rede voor een groot deel was afge
stemd op de industrie, gelden heel
wat elementen tevens voor de land
bouw.
Prof. Van den Brink was van me
ning, dat het Overheidsbeleid in de
komende jaren gericht dient te zijn
op het voorkomen van een verdere
stijging van de staatsuitgaven. Het
uitgavenniveau moet juist verlaagd
worden, opdat zo spoedig mogelijk de
reservevorming binnen de onder
neming wederom ruimere armslag
kan krijgen.
Hij bepleitte in dit verband de vor
ming van een belastingvrije conjunc
tuurreserve.
De gedachte aan "een of andere
vorm van onbelaste reserve is in ons
land niet nieuw. In de kort voor zijn
aftreden ingediende wetsontwerpen
inzake belastingherziening deelde
oud-Minister Hofstra mede, bezwaar
te hebben tegen invoering van een
belastingvrije conjunctuurreserve op
gronden, die naar het spreker voor
kwam, niet voldoende overtuigend
zijn.
Een dergelijke reserve is reeds op
genomen in de belastingwetgevingen
van Zwitserland, Zweden, Noorwegen
en Finland,
Een schotelstrooier op het land om kalkschlkstof te strooien op
een perceel graszaad. Over deze stikstofbemesting in de winter
van graszaad, publiceren wij op pagina 78 een artikel van de heer
•T. E. Wolfert van het Proefstation voor de Akker- en Weidebotiw.
Daarin beschrijft hij o.a. de onkruiddodende werking, de stik-
stofwerking, de insecticidewerkin en de nevenwerking van deze
meststof.
DE VOORDELEN.
EEN voordeel van een dergelijke
reserve is, dat zij mede kan die
nen voor investeringen in slechte
jaren. Voor de industrie en ook uit
structurele overwegingen betekent
dit, dat men op deze manier de werk
loosheid beter kan bestrijden dan
door middel van geforceerde over-
heidswerken. Wij zien als grote voor
deel voor de landbouwonderneming,
dat de top van het inkomen in goede
jaren gereserveerd kan worden,
Waardoor de progressieve werking
van de inkomstenbelasting vermin
dert.
Voorts dat het doen van investerin
gen dus aanpassing, modernisering
en mechanisatie van het bedrijf -
veel beter aangepast kan worden aan
de noodzaak deze dingen te doen.
Met het huidige systeem verlopen
de investeringen vanzelfsprekend
schoksgewijze. In een goed jaar te
veel en in een slecht jaar te weinig.
Wij zijn verheugd te lezen,
dat een zo knap econoom als
de heer v. d. Brink, zij het
voor een ander deel van het
bedrijfsleven, deze reserve be
pleit. Wij zijn tevens van
mening, dat de mogelijkheid
tot vorming van een belas
tingvrije reserve voor het
landbouwbedrijf een uiterst
belangrijke zaak is. Deze zaak
dient naast een afvlakken van
de progressieve werking van
de Wet Inkomstenbelasting
door de middeling van het
inkomen over drie of vijf jaar
met kracht verdedigd te wor
den. Hier ligt een taak voor
de georganiseerde landbouw.
Het is nu de tijd om een goed
geargumenteerd voorstel uit
te werken, opdat dit onmid
dellijk na de vorming van een
nieuwe regering aan de Minis
ters en aan de leden van de
Tweede Kamer kan worden
aangeboden. Men grijpe deze
kans l S.
IN dit nummer beginnen wij met
een uitgebreide rubriek voor de
tuinbouw. Het aantal leden van de
Z. L. M. dat geïnteresseerd is in deze
sector is groot. Reeds geruime tijd
heeft de Redactie Raad van het
Zeeuws Landbouwblad zich, samen
met Redactie, er op bezonnen hoe men
de lezers meer ter wille zou kunnen
zijn. Besloten werd tenslotte om de
rubriek „Onder de tuinbouwlantaarn"
uit te breiden. De „Korte wenken" en
de rubriek „Radio" moeten daardoor
op deze pagina het veld ruimen. Zij
zullen, met ingang van dit nummer,
op de eerste linkertekstpagina vóór
de tuinbouw-rubriek worden opge
nomen. Op die pagina zullen ook ver
dere marktberichten worden geplaatst
zodat de tuinbouw verzekerd is van
de plaatsruimte van een gehele pa
gina. Wij hopen dat deze verandering
een verbetering mag zijn en verzoe
ken de belanghebbende lezers, spe
ciaal aan het op deze tuinbouwpagina
geschreven „Ter inleiding", aandacht
te besteden.
RED.
Hulst: Maandag 2 februari in
„De Graanbeurs".
Westkapelle: Maandag 2 februari
in „Kasteel van Batavia" van
9.15 tot 12 30 uur.
Terneuzen: Woensdag 4 februari
in hotel „Des Pays-Bas".
Koudekerke: Woensdag 4 febru
ari in hotel „Walcheren" van
9.00 tot 1.00 uur.
Oostburg: Woensdag 4 fébruairi
in café „De Windt".
Zierikzee: Donderdag 5 fébruairi
in hotel „Huis van Nassau".
Middelburg: Donderdag 5 febru-
ari in hotel „De Eendracht".
St. Maartensdijk: Donderdag 5
februari in hotel „Hof van
Holland".