Jaargebeurtenissen
43
HIT jaar 1958 begon, als trouwens elk jaar, in België met een officiële land]»ouwtelliiig die,
voor wat !>epaalde uitslagen betreft, tot ernstige bedenkingen heeft aanleiding gegeven.
nJ. betreffende de ruime aangroei van de uitzaai van wintertarwe en de uitbreiding van de
rundveestapel. Twee tendensen die trouwens reeds eerder tot uiting waren gekomen en die,
althans voor een deel, de moeilijkheden op de binnenlandse zuivelmarkt verklaren later
op het jaar, vanwege de nieuwe regering, een nieuwe politiek zullen vergen.
AMERIKAANSE
LANDBOUW
AMERIKAANSE
LANDBOUW
AMERIKAANSE
LANDBOUW
ZATERDAG 17 JANUARI 1159
Belgische Landbouw-
nieuwsbrief
Januari is ook de maand waarin de begroting van Landbouw in Kamer of Senaat wordt be
sproken. Het ging er dit jaar niet bijzonder zachtaardig naar toe.
rJ1ER gelegenheid van de jaarwisseling ont
vingen wy van onze Belgische medewer
ker bijgaand jaaroverzicht. Hij vertelt daar
in over de verschillende gebeurtenissen die
rn 1958 direct en indirect invloed uitoefen
den op de gang van zaken in de landbouw.
(O
De akkcrbouwproduktie van de Verenigde Sta
ten was in 1958 de grootste uit de Amerikaanse
geschiedenis. Als gevolg hiervan zijn de voorraden,
die reeds een z.eer hoog peil hadden bereikt, even
eens tot record-hoogten gestegen, vooral van die
produkten waarvan de prijzen worden gesteund.
De Verenigde Staten hebben thans voldoende mals
en andere voedergranen voor anderhalf jaar en
voldoende tarwe voor twee jaar (inclusief voor
export), terwijl aan het einde van die twee jaar
er nog voldoende tarwe over zal zijn voor een
reserve-voorraad van c.a. 10 min ton.
De oorzaken van deze overprodukiie moeten
grotendeels worden gezocht in de snelle ontwikke
ling van de produktiecapaciteit van de Amerikaan
se landbouw. Véle kleine bedrijven zijn verdwenen
sedert 1900. Andere oorzaken van de sterke stijging
van de produktie zijn de intensieve bestrijding van
ziekten en plagen, zaaizaadselectie (liybride-mais)
toenemend kunstmestgebruik, bodem verbetering
etc.
Bij de laatste eeuwwisseling bedroeg liet areaal
cultuurgrond in de Verenigde Staten ca. 340 min
ha. Thans is dit areaal ca. 40 groter (ca 480 min
ha). De grootste uitbreiding had plaats vóór 1930.
(2)
Ondanks de uitbreiding van liet areaal cultuur
grond zijn er thans in «te Verenigde Staten 15
minder boeren dan in 1900. Deze achteruitgang is
voornamelijk het gevolg van de technische verbete
ringen, de voortdurend toenemende efficiency en
de gestegen investeringskosten.
Als gevolg van deze wijzigingen is het gemidde-
de Amerikaanse boerenbedrijf thans ca- 60 gro
ter dan in 1900. Destijds had het gemiddelde bedrijf
een omvang van 59 ha. In 1940 w as deze toegeno
men tot 70 ha en in 1954 tot 98 ha. Dit hoeft niet
in te houden dat het gezinsbedrijf ophoudt te
bestaan. Het betekent slechts, dat de boer, door
mechanisatie, een grotere oppervlakte kan liew^er-
ken. Het moderne boerenliedrijf is dan ook een
„big business" geworden. In de „Cornbelt" ver
tegenwoordigen de activa per liedrijf thans een
waarde van 30.000 tol S 90.000 (ƒ114.000—
ƒ342.000), al naar gelang het bedrijfstype. In de
tanvegebieden in het noord-westen van de Paeifie-
staten is dit bedrag nog hoger. De meest" boeren
vooiv.ien in hun kapitaalbehoefte door leningen te
sluiten.
(3)
De prijssteunmaatregelen van de regering heb
ben in de afgelopen 25 jaar een grote invloed ge
had op de omvang en de richting van de Ameri
kaanse landbouwproduktie. De huidige overschot
ten van o.a. tarwe en mais zijn bet gevolg van een
te lang handhaven van deze, aanvankelijk zeer
nuttige, maatregelen. De areaal- en afzet beperkin
gen, die reeds twintig jaar van kracht zijn, hebben
slechts zeer beperkte resultaten opgeleverd. Men
is er daardoor niet in geslaagd, de wanverhouding
tussen vraag en aanbod op te heffen.
Het Ls dan ook duidelijk dat de l»oeren een grote
re mate van vrijheid moeten kriigen om hun pro
duktie aan te passen aan de zich wijzigende om
standigheden, waarbij zij minder afhankelijk dienen
te zijA van (onzekere) subsidie-regelingen. Om dit te
verwezenlijken, moet de marktsituatie meer invloed
hebben op produktie en afzet. Het prijssteun
mechanisme moet flexibeler zijn om kunstmatig
hoge steunprijsniveaus, die tot een onverstandige
uitbreiding van de produktie leiden, te vermijden.
Voorts moeten andere regelingen worden gevonden
voor de stringente areaal- en afzetbeperkingen,
die ondoelmatige produktiepatronen in stand hel
pen houden.
Er zijn dan ook fundamentele wijzigingen in de
Amerikaan.se wetgeving nodig, maar er is veel tijd
nodig om het noodzakelijke begrip voor de nieuwe
maatregelen te kweken en deze uit te voeren. Aldus
de Amerikaanse minister van Landbouw in een
rede, waarvan „Landbouwvvereldnieuws" een uit
treksel publiceert.
[)E kritiek die vanwege de oppositiezijde op het
landbouwbeleid werd uitgebracht was bijzon
der scherp te noemen. Vooral de ongezonde prijs
politiek werd aangeklaagd, ook de noodtoestand
in de vlaskuituur, de onteigeningen van kuituur-
grond (jaarlijks ca 11.000 ha), de onevenwichtig
heid tussen de verschillende teelten, de stijging
der kostprijzen vooral van melk (o.m. door de in-
voertaks op de voedergranen) en vooral werd de
zuivelpolitiek op de korrel genomen.
Natuurlijk waren heel wat conclusies gebouwd
op de uitslagen (dan nog voorlopig) van hoger-
genoemde telling.
Inderdaad had de Belgische landbouw met
twee kapitale zaken af te rekenentarwe en
melk waren (en zijn!) verontrustende vraagstuk
ken geworden, waarvan de kiem te vinden was
bij het verstoorde evenwicht tussen de verschil
lende teelten. De Belgische landbouwer moest de
teelt kiezen die nog lonend was. Maar gerst en
haver kon men hem niet meer doen zaaien, om
dat hij die niet meer kon verkopen. Hij nam dan
ook zijn toevlucht tot de tarwe. De vorige minis
ter heeft blijkbaar niet ingezien dat de vermeer
dering van het aantal melkkoeien juist aan die
onevenwichtigheid gebonden was.
Voor wat de afzet van zekere overschotten,
vooral zuiveloverschottep, betreft koesterde men
in België toen i^og zeer hoge verwachtingen van
de in dit jaar te houden Wereldtentoonstelling.
Achteraf is echter gebleken dat langs die zijde
de vraag niet buitengewoon groot was en dat zelfs
de meeste pessimisten nog hun verwachtingen te
hoog hadden gesteld.
U ET was vooral de melk- en zuivelsektor, als
voornaamste onderdeel van de rundveehou
derij, die in het eerste halfjaar 1958 moeilijke tij
den heeft doorgemaakt. Deze krisis werd vooral
merkbaar door een scherpe daling van de boter-
prijzen. Een belangrijke oorzaak van deze daling
was de vermindering van het boterverbruik, inge
volge de zeer hoge detailprijzen in het begin van
het jaar en einde 1957. Aan deze netelige kwes
tie werd in de loop van de maand april door de
Belgische Boerenbond een studiedag gewijd, die
een der interessantste is geweest door een Bel
gische landbouworganisatie in de jongste jaren
gehouden.
Intussentijd werden links er\ rechts enkele
voorstellen tot ruilverkaveling goedgekeurd. Het
heeft echter in ons land tot 1956 geduurd voor
aleer een reglementering tot ruilverkaveling
krachtens de wet tot stand kwam, zodat wij ook
nu nog niet van praktische verwezenlijking kun
nen spfeken. Ten andere het gaat niet op, zoals
men het in België zou willen doen. het probleem
van de door-slechte verkaveling, op te lossen
met een krediet van 25 miljoen fr.
Half 1958 kregen wij dan de parlementsverkie
zingen. De C.V.P., die bijna alle landbouwverte-
genwoordigers groepeert en die achteraf de zege
heeft behaald, had, met betrekking tot boeren en
tuinders, in haar kiesplatform geschreven
rendabiliteit van bun bedrijven, één miljard fr.
per jaar meer voor het voeren van een doeltref
fende landbouwpolitiek, het vruchtbaar maken van
350.000 ha slechte gronden, het scheppen van nieu
we vestigingsmogelijkheden, het instellen van
goedkope en aangepaste leningen voor het vesti
gen van jonge l»oerengezinnen, herziening van de
wet op het pensioen der zelfstandigen.
Met de komst van een nieuwe regering, die wel
een ,,put" van de ca. 10 miljard fr. te vullen heeft,
en van een nieuwe minister van Landbouw is er
voor de landbouw enige hoop gerezen. De huidi
ge minister van Landbouw, de heer De Vlees-
chauwer, die bekend staat als een krachtdadige
persoonlijkheid, die zich evenmin laat dikteren,
wil de landbouw iets nieuws brengen.
Zijn beleid strekt er toe de omschakeling in de
hand te werken van een deel van de tarweteelt
naar voedergraanteelt, maatregelen te treffen om
de afzet van inlandse boter te bevorderen, evenals
de export van vee. De minister kondigde van bij de
aanvang van zijn mandaat aan, dat aan de kleine
en middelgrote bedrijven, waar de veeteelt verant
woord is, uit het landbouwfonds premies zullen
worden verleend voor de veeteelt.
Hij begon met een verhoogde heffing te leggen
op de invoer van voedergranen, wat hem ten an
dere veel kritiek, ook van de zijde van vele boe-'
rengilden aangesloten bij de Belgische Boeren
bond) heeft bezorgd. Het lag in de bedoeling van.
de minister echter door deze heffing alsmede de
verhoging van de prijs van de voedergranen tot
80 11 van de prijs van de tarwe, de konkurrentie
te keer te gaan van buitenstaanders die het even
wicht in de sektor van de veeteelt verstoren. De
wederaanpassing van de stikstof bedrijven, die hit
absoluut wil bekomen, en de vermindering van de
prijs der stikstofmeststoffen met 200 en 300 fr
per ton hebben tenslotte de last. die voor deze
aangelegenheid op de landbouwers kwam te we
gen, enigzins komen verlichten.
F)E strijd tegen de smokkel nam de laatste
maanden scherpere vormen aan. Het was wel
nodig ook als men weet dat de boterproduktie
van ca 2000 kleine boeren en van één jaar, frau
duleus wordt ingevoerd. Deze verscherpte strijd
blijkt zijn vruchten te hebben afgeworpen. Dit
laatste en met enkele andere inspanningen heb
ben er toe geleid dat België momenteel het diep
tepunt van de zuivelkrisis achter de rug heeft.
Wel is hier scherpe kritiek uitgeoefend gewor
den op het feit dat van Nederlandse zijde een
heffing werd gelegd op de invoer van melkpoeder
uit België. Hierdoor immers werd 80 van onze
produktie van melkpoeder bedreigd.
Ook het probleem van de vette varkens, en met
name de afzet er van, werd goed aangepakt. Men
moet weten dat de Belgische varkenshouderij op
het ogenblik alleen maar dat probleem kent. De
verkoop van magere varkens werd aangemoedigd.,.
De minister heeft zelfs onomwonden verklaard,
dat indien de varkenshouders er niet vrijwillig
zouden toe komen hun varkens beneden de 100 kg
naar de slagerij te sturen hij maatregelen zou
treffen die verre van aangenaam zouden zijn.
Als laatste gebeurtenis kunnen wij vermelden
de ministeriële Benelux-konferentie die kort ge
leden plaats vond en speciaal de problemen van
de landbouw behandelde. De Belgische landbouw-
vertegenwoordigers zijn opnieuw van oordeel ge
weest, dat er van een normale liberalisatie van
landbouwprodukten in het Benelux-handelsver-
keer slechts sprake kan zijn althans op een bil
lijke basis wanneer de harmonisatie van da
kostprijzen en de algemene voorwaarden in de
landbouw der drie landen ver genoeg is gevor
derd, zodat er geen kunstmatige elementen meer
zijn die de verkoopprijzen te ver uit elkaar doen
lopen.
Andermaal is gebleken dat het geen gemakke
lijk probleem is en het is in Benelux-verband niet
opgelost, terwijl het bovendien in de gemeen
schappelijke markt nog heel wat zorgen zal op
leveren. Uit het kommuniqué bleek dat de drie
ministers van landbouw in de loop van de maand
december in Den Haag bijeenkomen om te zien
welke produkten in het Benëlux-handelsverkeer
vrijgemaakt kunnen worden. Op het ogenblik
dat wij dit jaaroverzicht schrijven heeft deze
konferentie echter nog niet plaats gevonden.
BESLUITEND mogen wij zeggen dat, met in-
gang van het nieuwe jaar, met deze nieuwe
regering en nieuwe minnster van Landbouw,
zich voor de Belgische landbouw nieuwe
uitzichten openen. Ten overstaan van deze laatste
heeft de regering (Katholiek-Liberaal) formele
verbintenissen aangegaan waarbuiten zij hele
maal niet meer kan. Op het ogenblik dat dit pro
za onder ogen van de lezers zal komen zal de
Landbouwbegroting 1959 bij het parlement zijn
ingediend. Het is om benieuwd te zijn of onze
eerste verwachtingen zullen uitkomen, rekening
houdende natuurlijk mqt de zware lasten waar
voor de huidige regering zjch momenteel ge
plaatst ziet.