'Originele III! PUTS' ZEEUWS STIERENREGLEMENT Origineel Maliebo - Origineel Westerio 30 KUNSTMATIGE INSEMINATIE Kali D. J. VAN DER HAVE n.v. Van der Have voor uienzaad! ID. J. VAN DER HAVE N.V T uinbouwteeltvergunningen BOEKBESPREKING Een praatje in de voergang^ VOEREN MET OVERLEG ZEEUWS LANDBOUWBLAD DIJ een besluit van 17 september j.l. heeft het Produktschap voor Vee en vlees een veror dening vastgesteld tot het intrekken der Stie renverordening 1950. waardoor het mogelijk wordt stieren tot een leeftijd van l'/s ói 2 jaar te mesten. Deze verordening is inmiddels op 15 no vember 1958 in werking getreden. Voor de Provincie Zeeland echter blijft voor lopig het Zeeuws Stierenreglement nog van kracht. Het is mogelijk, dat in de loop van het jaar 1959, wijzigingen in het huidige reglement zullen wor den aangebracht. In dit verband wijzen wij belanghebbenden er op, dat voor Zeeland nog de verplichte keuring blijft bestaan en dat het verbod om stieren aan te houden die ouder dan 8 maanden zijn, behou dens bepaalde uitzonderingen, voorlopig gehand- haaft blijft. Volledigheidshalve berichten wij, dat krach tens het bepaalde in artikel 3 van het Zeeuws Stierenregelement het aan de stierhouders en de houders van vrouwelijk rundvee verboden is stie ren voorhanden te hebben of ter dekking te bezi gen, tenzij een van de volgende bepalingen op de stier van toepassing is. Het verbod geldt niet voor a. Stieren, jonger dan 8 maanden. b. Stieren, ouder dan 8 maanden, mits voor zien van een door de commissie verstrekte voorlopige aanhoudingsvergunning. c. Toegelaten en tijdelijk toegelaten stieren, waarmee worden bedoeld de definitief of voorlopig in het Stamboek van de Vereni ging het Nederlandse Rundveestamboek in geschreven stieren. d. Door de keuringscommissie goedgekeurde stieren, mits deze goedkeuring op 2 achter eenvolgende voorjaarskeuringen heeft plaatsgevonden. Voorts wijzen wij op het bepaalde in arti kel 4 dat door de commissie alleen stieren worden gekeurd, behorende tot het zwart bont Fries-Hollands veeslag. In hetzelfde jaarsstierenkeuringen moeten letten is dat artikel wordt bepaald, dat het voorhanden hebben van stieren met afwijkende kleur en Het komt veelvuldig voor dat een rund binnen twee maanden na het kalven voor inseminatie wordt aangeboden. Dit moet beslist worden ont raden, omdat de kans zeer groot is dat een ont steking gaat optreden waardoor bevruchting ach terwege blijft. Het kan dan juist langere tijd duren voordat Uw koe drachtig wordt en is men er juist met achterop. De resultaten van de K.I. zijn toch immers zo danig dat men maar niet vroeg moet gaan „pro beren" een dier drachtig te krijgen. Wacht dus rustig de tijd af totdat een grote kans op be vruchting aanwezig is. Verschillende dekziekten en ook andere besmet telijke ziekten, kunnen of worden overgebracht door de stier. Bescherm Uw veestapel hier zo-veel mogelijk tegen. Maak gebruik van de K. I- De bevruchtings resultaten zijn goed. Denkt vooral aan de gevaren van besmetting met Abortus Bang. Ook dit kan door de stier wor den overgebracht. „Wat kali doet voor onze vruchtbomen" is de titel van een door de N.V. Nederlandsche Kali- Import Mij uitgegeven fruitteelt brochure. Deze werd geschreven door ir. Joh. Bos. De brochure is buitengewoon mooi uitgevoerd en verdiend aller belangstelling. De naam van de schrijver staat reeds borg voor een gedegen inhoud. (Advertentie) de beste lucerne Wij hebben voor U beschikbaar een partij Imet 100 ZUIVERHEID, zonder rode klaver. Koninklijk Kweekbedrjjf en Zaadhandel I KAPELLE-BIEZELINGE een borstomvang van meer dan 145 cm, welke niet tot een der erkende Nederlandse veeslagen behoren, verboden is. Het belangrijkste punt, waarop houders van stieren met het oog op de verplichte voor over de aangiften. In de maand januari en voorts binnen 8 dagen, nadat een stier de leeftijd van 8 maan den heeft bereikt, moet de stierhouder aan gifte doen bij het hoofd van de plaatselijke politie van de bij hem aanwezige (stier(en). Deze aangifte wordt, voorzover nodig, door het secretariaat der commissie tevens als aangifte voor de voorjaarskeuringen aangemerkt. Men behoeft dus niet apart voor deze keuringen in Goes aan te geven. Bij de aangifte aan de politie, dient men van ongekeurde stieren van 8 maanden en ouder te vens de bij de stier behorende papieren, w.o. de zwarte schets in te leveren, welke na verwerking van uit Goes weer wordt geretourneerd. Indien een stier tijdens de voorjaarskeuringen wordt afgekeurd en men vraagt geen herkeu ring aan. dan dient deze binnen 28 dagen van het bedrijf te worden verwijderd of gecastreerd. Het programma der voorjaarskeuringen zal in februari aan de aangevers van stieren worden toegezonden en ook plaatselijk ter kennis wor den gebracht. Indien men nadere inlichtingen verlangt, dan kan men deze inwinnen op het secretariaat der Commissie, Landbouwhuis te Goes (tel. 2345). Namens de Prov. Commissie H. A. A. Baron Collot d'Escury, voorzitter. Ir. A. E. Bruijning, Secretaris. (Advertentie.) I Hybride uienzaad, vroeg oogstbaar met goede b produktie. Koninkljjk Kweekbed ryf en Z&adhandel KAPELLE-BIEZELINGE "LI ET Produktschap voor Groenten en Fruit maakt bekend, dat voor het teeltjaar 1959 we derom bijzondere tuiiibouwfceeltvergunningen wor den uitgegeven en wel voor spruitkool, rode peen bestemd voor veevoerder en vroege aardappelen, met of zonder nacultuur van spruiten, bonen, bloemkool of boerenkool. Bedoelde vergunningen kunnen tot uiterlijk 1 maart 1959 worden aangevraagd bij liet Bureau van de Provinciaal Voedselcommissaris voor Zee land, afdeling Tuinbouw, Grote Markt 24 te Goes. Aanvragen die na genoemde datum binnenkomen worden niét meer in behandeling genomen. Belanghebbenden wordt meegedeeld dat bijzon dere vergunningen voor spruitkool alleen worden uitgereikt aan hen die erkend zijn als bedrijfsge- noot A, en bijzondere vergunningen voor vroege aardappelen mét nacultuur eveneens aan bedrijfs- genoten A, met een bedrijfsoppervlakte van ten hoogste 5 ha. Degenen, die in het bezit zijn van gewoon tuin bouwteeltrecht voor vroege aardappelen en in ver band met de bepalingen van de Wet Bestrijding Aardappelmoeheid geen vroege aardappelen meer mogen telen, maar in de plaats daarvan groenten wensen te telen, kunnen hiervoor bij genoemd Bu reau eveneens vóór 1 maart 1959 een vergunning aanvragen. Voorts zij meegedeeld dat de leeftijdsgrens met betrekking tot het verlenen van nieuw tuinbouw- teeltreclit dit werd alleen verleend wanneer men 24 jaar was thans verlaagd is tot 21 jaar. De sluitingsdata voor het indienen van de ver schillende aanvragen is alsvolgt vastgesteld: 31 januari 1959 voor het indienen van aanvragen nieuw tuinbouwteeltrecht, en 28 februari 1959 voor het indienen van aanvragen overschrijvingen van tuinbouwteeltrecht en aanplant vergunningen of overname boomgaarden. Bij de N.V. Uitgeverij v/h A. Kempermn ver scheen van de hand van Ir. J. C. H. Bles en H. Roncken een boekje getiteld Landbouwgewassen". De uitgave is keurig verzorgd en verlucht met aardige foto's. De bedoeling van de schrijvers is dat deze uit gave bij het onderwijs wordt gebruikt. Voor de praktische boer lijkt ons de inhoud ook niet van erg veel nut. Bovendien is de inhoud niet voor onze akker bouwbedrijven bestemd, maar sterk aangepast aan het gemengde bedrijf op de zandgronden. Hoewel de tabel achterin voor economische ver gelijking in verschillende gewassen als voorbeeld wel aardig is, twijfelen we sterk aan de waarde ervan. Eerstens bestaat het gevaar dat men de gege ven cijfers toch enige betekenis toekent; bovendien zijn arbeidskosten en paardenkosten per bedrijf beslist niet toe te rekenen op deze wijze. Al met al lijkt het boekje ons voor de Zeeuwse bedrijven geen aanwinst, de waarde voor het onder wijs in het algemeen valt buiten onze beoordeling. Wy ontvingen dr. Staring's landbouwalmanak 1959. Prijs geb. 2,15. Uitgave Tjeenk Willink, Zwolle. De laatste tijd zijn er enkele wijzigingen aan gebracht in de bepalingen bij het grondonderzoek. Dit brengt mee, dat de advisering ook iets af wijkt van vroeger. Grondmonsters genomen voor 1 mei 1958 zijn op de oude basis onderzocht. Het op deze monsters gegeven bemestingsadvies is ook nu nog onverminderd van kracht. Een ophangbord voor gereedschap, een werk bank voorzien van een bankschroef, een kast die op slot kan en een lade voorzien van spijker vakjes enz. mag op geen enkel landbouwbedrijf in onze tijd ontbreken. r^OELMATIG voeren is één der belangrijkste voorwaarden om te komen tot een rendabele veehouderij. Met deze stelling zal ieder het wel eens kunnen zijn. Moeilijker is evenwel, het ant woord op de vraag„Wat is doelmatig voeren?" Ik moet eerlijk bekennen, dat ik op deze vraag het enig juiste antwoord schuldig moet blijven. Doelmatig dus rationeel voeren is niet zo eenvoudig. De theoreticus zou kunnen zeg gen „De beste methode is de rantsoenen op te stellen aan de hand van de voedernormen". Voor dit standpunt is veel te zeggen, want in de leer van de veevoeding is een schat van ervaring uit onderzoek en praktijk bijeengebracht. Toch zou den wij niet tot die theoretici gerekend willest worden, daar wij er van overtuigd zijn, dat voor de meest doelmatige voeding méér komt kijken. Wel zijn wij van mening, dat berekenen van de voederrantsoenen en de uitkomst toetsen met de voedernormen een zeer nuttige bezigheid is„ die ongetwijfeld waardevolle aanwijzingen geeft, In elk geval is het, dank zij rantsoenbereke- kening, mogelijk grove fouten in de voeding te voorkomen. Helaas komen voedingsfouten nog veel voor en daardoor wordt de rentabiliteit ge drukt, soms ernstig gedrukt. Weeg daarom de rantsoenen die de verschillende groepen van het vee krijgen nauwkeurig en reken ze eens na. Afwijkingen van het rantsoen, beoordeeld aan de hand van de voedernormen, kunnen echter wel op zijn plaats zijn. Zo is er de rentabiliteit van het voeder. Als goedkoop voeder aanwezig is en voor zover het melkvee betreft er produktieve koeien zijn, dan is ongetwijfeld een wat ruimere voeding verantwoord. Het zou dan best kunnen zijn dat b.v. 1 kg krachtvoer extra geven zich betaald maakt doordat dit extra voer minder kost dan de opbrengst bedraagt van de extra gewonnen melk. Bovendien kan het zijn, dat de koeien in een betere conditie komen of blijven. Bij duur voeren en niet-produktief vee is voor zichtigheid met een te ruime voeding geboden Er zijn nog meer redenen die afwijkingen van een „theoretisch" berekend rantsoen wenselijk of zelfs noodzakelijk kunnen maken. Zo loopt bij de verschillende dieren de voederverwerking sterk uiteen. Malse, gezonde dieren met sterke spijsverteringsorganen zijn voordelige voeder- verwerkers en produceren meer melk of groeien beter met minder voer. Voorts is er de samenstel ling van het aanwezige voer. Hooi, kuilvoer maar ook voederbieten kunnen een zeer belangrijke afwijking vertonen van de gemiddelde samenstel ling. Wij komen dan ook tot dezelfde conclusies als we wel eerder in deze praatjes hebben getrokken, n.l.; dat het oude spreekwoord; „Het oog van de meester maakt het paard vet" niets aan waarde heeft ingeboet. Als wij U een advies mogen geven, dan kan dit niet anders luiden dan: weegt eens de voederrantsoenen die U het vee geeft; rekent deze rantsoenen na; let scherp op hoe de afzon derlijke dieren op de voeding reageren en expe rimenteert een beetje of een wat ruimere of min der ruime voeding gunstiger uitkomsten biedt. C. DEN ENGELSEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 14