Blauwmaanzaad Erwten Rondo C.B47.0 42.5 109 Virtus 46.3 42.5 109 Pauli 48.0 43.7 112 Rovar 48.1 44.1 113 Vares 46.7 42.1 108 Servo 44.3 33.5 86 Big Ben 40.1 35.7 102 Zelka 37.7 33.6 96 Emigrant 40.1 35.7 102 Aureool kap40.8 38.3 106 Dolfijn kap35.7 99 Vinco roz38.4 37.2 103 Ivora roz42.3 34.7 96 Koroza roz35.5 34.7 96 Eroica roz29.2 81 8 8 8.5 8 7.5 4 9 9 8 9 6 9 5 10 10 1 7.5 7.5 7 7.5 6.5 6.5 5.5 5 6.5 5 7 5.5 7 5 Nobel 1419 1142 Emmabloem 1348 1136 96 95 Zaai-uien Grobol 117 100 7 bol Maelstede 109 96 7 bol Bola 106 95 6 bol Favoriet 107 95 6 bol Maliebo 98 96 8 bol Galathee 109 102 7 bol Luctor 102 96 8 bol Westerloo 100 107 8 bol Wijbo 103 100 7 bol Primeur 106 102 8 bol Pikeur 107 101 8 bol Plastro 102 97 7 plat Wijdehoud 94 107 8 plat Victrix 88 101 8 plat Brillant 86 100 7 plat fWest-Friesia 87 109 8 b/pl Wijdéro 78 97 7 plat ZATERDAG 10 JANUARI 1959 digheden laat de grondbedekking wel eens iets te wensen over. Het ras is weinig vatbaar voor vetvlekkenziekte, maar meer voor vlekkenziekte en vooral voor spikkelziekte. Ook in 1958 kwam ir. Beka weinig vetvlekkenziekte voor. Gaat men uit van goed zaaizaad, dan zal men als regel weinig last van deze ziekte hebben. In afrijping is niet veel verschil tussen Beka en Bataaf, althans als het gezonde gewassen zijn. De zaadkwaliteit van beide rassen is zeer goed De kogelboon Goudkorrel is ook in 1958 weer tegengevallen. De teelt van witte bonen is nog slechts van geringe betekenis en komt alleen op Walcheren nog zeer sporadisch voor. Walcherse Witte was tot op heaen het meest verbouwde ras, ondanks de vele bezwaren die het heeft. Exponent geeft steeds hogere opbrengsten, maar de minder goede zaadkleur en -kwaliteit maken verbouw van dit ras weinig aantrekkelijk. Jaargemiddelden RASSEN 1958 gem. 1946—1958 kg/are kg/are in Ronde groene erwten Schokkers Kap. en roz. erwten Waardering van resistentie tegen top- verge- ling 8 6 1 1 1 10 10 10 10 10 10 10 10 10 8 RWTEN hebben de laatste jaren vrij goede uitkomsten gegeven en passen J-i uit het oogpunt van arbeidsverdeling en vruchtwisseling goed in het bedrijf. Daarnaast is dit gewas uitermate geschikt voor dekvrucht van gras voor zaadwinning en karwij. Vooral nu de verbouw van vlas zienderogen achteruit gaat is dit van groot belang. Zowel de topvergeling als de Amerikaanse vaatziekte kunnen bij de teelt van erwten een belangrijke invloed uitoefenen. Laatstgenoemde ziekte breidt zich steeds meer uit en kan veel schade veroorzaken. Door een juiste rassenkeuze kunnen deze ziekten zoveel mogelijk worden omzeild. Verder is een ruime vruchtwisseling van belang, mede in verband met het optreden van valse meeldauw. RONDE GROENE ERWTEN: Rondo blijkt nog steeds een goede produktieve bedrijfszekere erwt met een zeer goede kwaliteit. Heeft hierdoor een ruim afzetgebied verkregen. Is zeer gevoelig voor de Amerikaanse vaatziekte, maar is goed resistent tegen top vergeling en valse meeldauw. Virtus heeft wat langer, maar minder stevig stro dan Rondo. Rijpt iets vroeger. In het algemeen een wat minder mooie erwt van een lagere consum ptiekwaliteit Pauli is een traag ontwikkelende, vrij korte erwt, die vooral voor strorijke gronden in aanmerking komt. Overtreft in opbrengst Rondo. De consumptie kwaliteit is goed. Is zeer weinig gevoelig voor topvergeling, maar zeer gevoelig voor de Amerikaanse vaatziekte. Rovar komt op gewas veel met Rondo overeen. Heeft wat hogere bloei, maar is iets minder stevig. Een goed opbrengende erwt van goede kwaliteit, die om de goede resistentie tegen de Amerikaanse vaatziekte in aanmerking komt voor gronden die met deze ziekte besmet zijn. Vares heeft een goede resistentie tegen de Amerikaanse vaatziekte, maar is slapper op gewas, terwijl de kwaliteit tegenvalt. Rovar moet dan ook als vervanger van dit ras worden gezien op gronden die met de Amerikaanse vaatziekte besmet zijn. Unica en Servo zijn door de grote gevoeligheid voor topvergeling en minder grote produktie van minder belang. SCHOKKERS: Ofschoon de opbrengst van schokkers ongeveer 1/3—1/4 lager ligt dan van groene erwten zijn de financiële uitkomsten gelijk of zelfs hoger door de hogere prijs. De teelt er van blijft dan ook de aandacht vragen. Schokkers zijn evenwel gevoeliger voor een minder goed zaaibed. Alle schokkers zijn goed resistent tegen topvergeling en Amerikaanse vaatziekte. Big Ben wordt het meest verbouwd. Is produktiever dan Zelka en op Emigrant heeft Big Ben zijn voor export meer gewaardeerde kwaliteit voor. Dit is belangrijk, omdat de schokkers volledig voor export zijn bestemd. Vanwege de grote korrel is een ruime zaaizaadhoeveelheid noodzakelijk Emigrant is minder gevoelig voor valse meeldauw. KAPUCIJNERS en ROZIJNERWTEN: Kapucijners worden nog van enige betekenis verbouwd, maar rozijnerwtcn in zeer geringe mate. De opbrengst moet op de binnenlandse markt worden afgezet en uitbreiding van de teelt kan daarom spoedig prijsverlaging tot gevolg hebben. Aureool is de meest aanbevelenswaardige Kapucijner. Heeft weinig last van topvergeling. Bij de rozijnerwten verdient Ivora wegens haar goede kwaliteit de voorkeur. Is echter gevoelig voor topvergeling. Heeft vrij lang, grof, bladrijk, slap stro. Koroza is kort en tamelijk stevig. Is weinig oogstzeker. Vraagt een ruime zaaizaadhoeveelheid. Vinco is minder gewild vanwege de minder goede consumptiekwaliteit. Is een produktief ras. RASSEN Gemiddeld in kg/are 1958 1950/'58 Opbrengst verhouding 1950/'58 am. valse vaat- meel- ziekte dauw D IJ de rassenkeuze van blauwmaanzaad bestaat de keus slechts twee ras* sen, n.l. Nobel en Emmabloem. Van deze rassen was de verhouding in de uitzaai in 1956 58 c/c Emmabloem en 33 Nobel. In 1957 was dit 51 Emmabloem en 48 Nobel. Nobel komt dus steeds meer in de belangstelling. Uit de gemeelde op brengsten van de laatste jaren blijkt, dat dit ras in produktiviteit is verbeterd. Het verschil met Emmabloem bedraagt slechts 1 De zaadkleur, die van Nobel beter is dan van Emmabloem, is aan de ver schuiving in de uitgezaaide oppervlakte per ras van doorslaggevende beteke nis geweest. Landbouwkundig ontlopen de rassen elkaar niet veel. Nobel ontwikkelt wat trager dan Emmabloem en heeft wat fijner stro. De stevig heid is van beide rassen goed. Voor export is het zaad van Nobel het meest gewild. Overzicht van de eigenschappen der hoofd selecties 19541958 Eigenschappen Produk- Duurzaam- Vroeg- Vorm tiviteit heid rijpheid Gem. opbrengst kg/are en rendement hoofd- 565.8 64.8 groep 100 Rijnsburger type Noordhollandse Strogele type Noordhollandse Bloedrode type ■*S Y/ AN het landelijk met zaai-uien beteelde areaal wordt ongeveer 80 in Zuid-Holland, Zeeland en West Noord-Brabant uitgezaaid. In deze gebieden wordt bij de teelt van zaai-uien vrijwel uitsluitend van vertegenwoordigers van het Rijnsburger type uitgegaan. De in Noord-Holland uitgezaaide opper vlakte wordt daarentegen overwegend gevormd door selecties behorende tot het Noordhollandse Strogele type. In verband met de beperkte afzetmogelijkheden voor rode uien is de uitzaai van tot het Noordhollandse Bloedrode type behorende selecties gering. De in 1958 met zaai-uien beteelde oppervlakte bedroeg 6678 ha, hetgeen in vergelijking met de in 1957 aanwezige oppervlakte van 5298 ha een belang rijke uitbreiding betekent. De in bovenstaande tabel, betreffende de belangrijkste eigenschappen, opge nomen gegevens hebben betrekking op 4 jaren van proefneming. Door het mislukken van de proeven in 1957 zijn van dit jaar geen gegevens in de berekening opgenomen. Naar hun eigenschappen is het huidige sortiment in een 3-tal typen onder verdeeld. Van de 17 zowel in de Rassenlijst voor Groenten- als voor Land bouwgewassen opgenomen selecties behoren 11 selecties tot het Rijnsburger-, 3 tot het Noordhollandse Strogele en 3 tot het Noordhollandse Bloedrode type. RIJNSBURGER TYPE TYE verschillen tussen het merendeel van de opgenomen selecties zijn niet groot. Een uitzondering hierop is Grobol. Ondanks de hoge produktiviteit is de duurzaamheid van deze selectie niet minder dan van de overige tot dit type behorende selecties. In dit verband dient evenwel de opvallend goede duurzaamheid van Westerloo genoemd te worden. Vooral gedurende de beide laatste jaren van proefneming zijn de resultaten verkregen met Maliebo enigszins teleurstellend geweest. In tegenstelling tot Westerloo wordt de geringere produktiviteit van deze selectie niet door een betere houdbaarheid opgeheven. NOORDHOLLANDSE STROGELE TYPE T N vergelijking met het merendeel der Rijnsburger selecties ligt de opbrengst 1 van deze uien lager, terwijl de duurzaamheid over het algemeen iets beter is. Met betrekking tot de produktiviteit zijn met Plastro en Wijdehoud de beste resultaten bereikt. De houdbaarheid van Wijdehoud is beter dan van de beide andere selecties. NOORDHOLLANDSE BLOEDRODE TYPE OORAL in vergelijking met de Rijnsburger is de produktiviteit van de vertegenwoordigers van dit type laag, daarentegen is evenals bij de Noordhollandse Strogele de eigenschap duurzaamheid wat gunstiger ontwik keld dan bij de meeste vertegenwoordigers van het Rijnsburger type. Zowel wat opbrengst als houdbaarheid betreft, zijn met Brillant en West-Friesia de gunstigste resultaten opgedaan. HYBRIDE-UIEN F)E laatste jaren wordt bij de teelt van zaaiuien ook wel uitgegaan van uit Amerika afkomstige Hybride-uien. Het doel met de teelt van deze rassen beoogd, is het op een vroeger tijdstip over voor export geschikte uien te kun nen beschikken dan met inlandse selecties mogelijk is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 11