26 Zomergerst Balder 47.0 98 Carlsberg 48.0 100 Proctor 48.5 101 Piroline 48.0 100 Union 47.0 98 Wisa 47.5 99 Vada 48.0 100 Herta 48.0 100 Minerva 48.0 100 Delta (C. B. 50-5) 47.5 48.0 100 Haver Marne 45.8 50.5 103 Civena 48.2 50.8 104 Nestor48.4 50.8 104 Abed Minor 46.2 49.0 100 Pendek 48.1 50.5 103 Condor 49.4 53.4 109 Major 49.5 101 Marino (M. G. H. 275)49.4 52.4 107 Vezelvlas Wiera 84.7 93.5 104 Diana 81.7 91.5 101 Solido 77.4 89.8 100 Noblesse 71.9 87.8 97 Madonna 92.2 102 Percello 86.3 96 67.4 67.7 63.4 65.- 69.4 67.3 104 105 98 100 107 104 13.8 11.3 13.9 11.4 10.3 11.5 91 112 92 83 93 Siambonen Beka 32.5 26.6 103 Bataaf 34.2 27.6 107 Goudkorrel 26.3 24.1 93 Exponent 29.3 26.1 101 Walcherse Witte 30.9 23.7 92 Wicosta 22.9 89 ZEEUWS LANDBOUWBLAD RASSEN Gemiddeld Gemiddeld 1946—1958 in kg/are '58 kg/are RASSEN Gemiddeld Gemiddeld 1946—1958 in kg/are '58 kg/are IN vergelijking met 1957 is de verbouw van haver in het Zuidwestelijk zee kleigebied met 2.000 ha teruggelopen tot 6.300 ha. Volgens de L. E. I. gegevens liggen de financiële resultaten van haver de laatste jaren 150,250,lager dan van zomergerst en tarwe. Boven dien laat zich, in verband met de voortschrijdende mechanisatie, haver minder goed maaidorsen. Dit laatste wordt in hoofdzaak bepaald door een goede stevigheid met soepel, veerkrachtig stro en het gelijktijdig afrijpen van stro en korrel. Het rassensortiment heeft weinig wijziging ondergaan. Marne is met 70 verreweg het meest verbouwde ras, gevolgd door Abed Minor met 17 Dit ras komt vooral op de Zuid-Hollandse eilanden voor en overtreft daar met 5 Marne. Het oogstzekere en voldoende bekende ras Marne voldoet op alle grond soorten. Moet vrii dik worden gezaaid. Nestor hoort thuis op de gemiddelde en meer vruchtbare gronden. Komt veel met Marne overeen, is gemiddeld wat produktiever. Het stro is grover e:i even steviger. Rijpt iets vroeger. Civena voldoet op alle gronden. De verbouw er van neemt iets toe. Het stro is wat fijner en veerkrachtiger dan van Marne en daardoor beter geschikt voor de maaidorser. Het nieuwe witzadige ras Condor heeft ook dit jaar een goede indruk ge maakt. Is zeer produktief. Het vrij korte en stevige stro is wat minder veer krachtig. Rijpt mooi gelijkmatig af en is iets vroeger dan Marne. Is goed ge schikt voor dekvrucht. Het voor het eerst in de rassenlijst verschijnende ras Maribo (M. G. H. 275) geeft een mooi gewas. Groeit steil op. is behoorlijk bladrijk met vrij kort en stevig stro. Rijpt vroeg en mooi gelijkmatig. De witte korrel is van goede kwaliteit. Op de meer vruchtbare gronden blijft Abed Minor de aandacht vragen. Van wege de steile groei en matige uitstoeling moet dit ras vrij dik worden gezaaid op niet te ruime rijenafstand. Vraagt een flinke stikstofbemesting. Is een goede dekvrucht. Het vrij korte stro heeft de neiging om tegen de afrijping door te knikken en is novendien gevoelig voor korreluitval. Moet daarom iets vroeger worden gezaaid. Leent zich dan ook minder goed voor maaidorsen. De korrelkwaliteit is prima maar het bastgehalte is hoog. Pendek is matig oogstzeker en begint weer terrein te verliezen. Het zeer korte stro knikt tegen de afrijping gemakkelijk. De korrel rijpt iets eerder dan het stro en geeft daardoor gemakkelijk korrelverlies. Is matig geschikt voor maaidorsen. Geeft gemakkelijk schot. De korrelkwaliteit is goed echter vrij veel 2e soort. Het ras Major wordt nog op beperkte schaal geteeld. RASSEN TN het Zuidwestelijk zeekleigebied neemt zomergerst in het bouwplan een zeer belangrijke plaats in. In 1958 werd ruim 40.000 ha uitgezaaid. Het gewas past zeer goed in de huidige bedrijfsvoering, die zich meer en meer afstemt op volledige mechanisatie. Vraagt weinig arbeidskosten en laat zich zeer goed maaidoren. Is boven dien, in vergelijking met andere gewassen, veel minder struktuurgevoelig. Het grote prijsverschil tussen brouw- en voergerst maakt vooral de teelt van brouwgerstrassen aantrekkelijk. Ongeveer 95 van de totale opper vlakte gerst wordt dan ook door deze rassen ingenomen. Hiervan is Balder verreweg het meest verbouwde ras. Vervolgens Piroline, terwijl de rassen Carlsberg, Proctor en Kenia slechts in beperkte mate worden verbouwd. Balder is een oogstzeker ras. De strostevigheid is beter- dan die van de anuere rassen. De orouwkwaliteit wordt het hoogst gewaardeerd. De laatste jaren is steeds 25 cent per 100 kg meer betaald. Rijp.t ongeveer een week na Piroline. De grote gevoeligheid voor meeldauw vormt een groot bezwaar. Carlsberg ondervindt geen verbreiding en is in 1958 zelfs iets teruggelopen. Is een zeer goed opbrengende gerst, vooral op minder vruchtbare gronden. Het is een bladrijk gewas, waarvan de matige stevigheid en de grote gevoe ligheid voor meeldauw een bezwaar vormen. De stikstof dient hierbij te worden aangepast. Vraagt door de sterke uitstoeling wat minder zaaizaad. Rijpt wat later dan Balder. De brouwkwaliteit is goed. Proctor neemt in verbouw iets toe. Het is een laat rijpende, goed opbren gende gerst met tamelijk kort en matig stevig stro. Is nogal vatbaar voor meeldauw. De brouwkwaliteit is goed. Piroline heeft gelijke opbrengsten gegeven. Ten koste van Balder is de teelt er van in 1958 iets teruggelopen. De brouwkwaliteit wordt verschillend gewaardeerd. Het stro is matig stevig. Is nogal gevoelig voor doorwas, maar weinig voor meeldauw. Voor 1959 blijft Balder het meest aangewezen brouwgerstras. Voor de verbouw van voergerst komen, naast de reeds genoemde, de ras sen Vada, Union, Minerva, Herta en Wisa in aanmerking. Alle goed opbren gende rassen. Wisa wordt als vervanger van Saxonia gezien. Vada is nogal droogtegevoelig. Het nieuwe ras Delta (v.h. C. B. 505) heeft een goede indruk gemaakt. In hoeverre dit ras geschikt is voor brouwgerst, is niet bekend. Jaargemiddelden Gemiddeld 1954—1958 kg/are rel. 1958 kg/are Gerepeld strovlas 1954—1957 kg/are rel. Zaad 1954—1957 kg/are rel. 111 O ET jaar 1958 kenmerkte zich voor de vlasteelt als een echt botrytisjaar, vooral op de Zuid-Hollandse eilanden en West-Brabant. Ook op enkele proefvelden kwam in sommige rassen bij de opkomst veel botrytis voor. Vooral Diana, Regenboog en enkele nieuwe rassen waren ernstig aangetast Een tweede infectie van botrytis, in de regenrijke periode vanaf 18 juni tot aan de oogst, had tot gevolg, dat op enkele proefvelden van sommige rassen geen opbrengstbepaling werd verricht, omdat het vlas van deze zeer ernstig aangetaste rassen praktisch waardeloos was. De oogsttijd was in 1958 gunstiger dan in 1957. De kwaliteit van het vlas valt over het algemeen niet tegen. Uit de opbrengstcijfers van ongerepeld vlas van het jaar 1958 zien we, dat van de bekende rassen de algemeen verbouwde Wiera weer de hoogste op brengst heeft gegeven Toch kunnen we duidelijk constateren, dat de gelijk matigheid van de Wiera, die ze bijvoorbeeld 5 jaar geleden nog bezat, in de laatste jaren is teruggelopen. Ook de vatbaarheid voor ziekten, vooral botrytis, is groter geworden. Gelukkig heeft de kweker een nieuwe selectie van de Wiera in beproeving gegeven en van deze selectie zijn nu de eerste resultaten bekend. In opbrengst overtreft ze de oude Wiera, maar veel belangrijker is, dat de gelijkmatigheid en ook de vertakking gunstiger zijn dan van de huidige Wiera. Van de nieuwe Wiera zal in 1959 waarschijnlijk nog geen zaaizaad beschikbaar zijn. Voor 1359 zal de oude Wiera dan ook nog het aangewezen ras blijven, althans indien de grond niet met vlasbrand is besmet. Wiera kan op alle grondsoorten goede opbrengsten geven, daar het weinig eisen stelt aan de bodem. Ook de opbrengsten aan gerepeld vlas en aan zaad zijn uitstekend. Op niet met vlasbrand besmette zavelgronden, is verbouw van het blauw- bloeienae ras Solido te overwegen. Dit ras hoeft een goede resistentie tegen verschillende ziekten De kg-opbrengst is als- regel lager dan van Wiera, daarentegen is het vezelgehalte steeds wat hoger. .De zaadopbrepgst is vrijwel gelijk aan die van Wiera. Op met vlasbrand besmette of van besmetting verdachte percelen kan verbouw van de tegen deze ziekte resistent zijnde witbloeiende Diana of de blauwbloeiende Noblesse en Madonna aanbeveling verdienen. Een groot bezwaar'van deze rassen is de vatbaarheid voor botrytis, zowel in het jeugd- stadium als na de bloei Bovendien is Madonna nog vatbaar voor dode harrel. Madonna is in 1958 niet beproefd, omdat de kweker van dit ras geen zaaizaad beschikbaar heeft gesteld. Gaat men tot verbouw van Diana of Noblesse over, dan zal men de stikstof gift moeten aanpassen aan de geringere stevigheid van deze rassen. Vooral van Diana gaat de lintkwaliteit bij legering sterk achteruit. Indien niet te veel legering optreedt, dan kan men van deze rassen hoge opbrengsten halen. De zaadopbrengst zal echter steeds lager zijn dan van Wiera en Solido. Gemiddeld in Gemiddeld in RASSEN kg/are kg/are Relatief 1958 1954—1958 /"VNDANKS de toch niet voor bonen ideale weersomstandigheden, denk aan de vele regenval en de harde storm in juli, gaven de stambonen in 1958 hoge opbrengsten. Vooral de bruine bonen waren over het algemeen van zeer goede kwaliteit. Er werd onder gunstige omstandigheden gezaaid. Een enkel perceel, waar minder goed zaaizaad was gebruikt, had een te dunne en onregelmatige stand. Ziekten kwamen, vooral op die percelen waar goed zaaizaad was gebruikt, weinig voor Dit viel in enkele percelen wel sterk op. Een boer die van goed zaaizaad uitging, maar hiervan te kort had, haalde bij een buurman wat bonen bij. Als deze van mindere kwaliteit waren, was dit vooral tegen het afrijpen, zeer duidelijk te zien. Aan het einde van de groei kwam in de bruine bonen plaatselijk en soms in vrij ernstige mate, spikkelziekte voor. Dergelijke percelen gaven minder goede opbrengsten. De oogsttijd viel in een droge en gunstige periode. Van de bekende rassen Beka en Bataaf gaf Bataaf, ook in 1958, op de Zeeuwse eilanden weer hogere opbrengsten dan Beka. Op de Zeeuws-Vlaamse proefvelden gaf Beka de hoogste opbrengst. Op laatstgenoemde proefvelden kwam echter nogal wat spikkelziekte voor. Gebleken is, dat Bataaf hier toch meer vatbaar voor is dan Beka. Dit kwam dit jaar in de opbrengst goed tot uiting. 'Gemiddeld over de laatste 5 jaren heeft Bataaf hogere opbrengsten gegeven dan Beka. Bataaf is een vrij kort, maar stevig gewas. Onder minder gunstige omstan-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1959 | | pagina 10