VOORUIT
Zie, ik maak alle dingen nieuw
Poortvliet M. A. GEUZE.
EEN VOORSPOEDIG EN
GEZEGEND NIEUWJAAR
/-*»»
s^A/
Ko. 2459 Frankering bij abonnement: Terneuzen
ZATERDAG 3 JANUARI 1959
47e Jaargang
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
en de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
DE JAREN LEREN ONS VEEL
DAT DE DAGEN NIET WETEN.
NU de dagen weer lengen en het nieuwe jaar 1959 zijn intrede
heeft gedaan, Kerstmis voorbij is en Oudjaar afgesloten, richt
de mens niet alleen de blik vooruit, maar temeer zoekt ook zijn
arbeid het pad dat in de verte voert. Vele tijdgenoten vinden het
het gemakkelijkst bij de dag te leven cn in ieder geval voor de
onmiddellijke toekomst uit het naaste verleden te putten. Ze leven
wel niet van de hand in de tand, maar veeleer van vandaag op
morgen. Op het platteland en in de boerenstand is het begrip der
jaren niet zo weggewist als wij elders menen te zien, waar het jaar
soms slechts de leeftijd of de vakantie markeert. Wij boeren kun
nen en zullen erover spreken dat het een goed jaar geweest is,
gebonden aan het wisselen der seizoenen als wij met de groei van
onze gewassen zijn. Het jaarrythme heeft voor ons een alles
bepalende invloed op de gang in ons bedrijf en als het goed is leren
de jaren ons veel dat de dagen niet wisten. Het is daarbij van
grote betekenis te kunnen spreken over 1958 als een jaar dat voor
de meesten van ons materieel niet slecht geweest zal zijn en
tevens te kunnen getuigen in afhankelijkheid:
Gij, Heer, schenkt alles; Gij verzadigt,
Gij helpt, Gij sterkt, Gij begenadigt.
A LS het Nieuwjaar geworden is en Oudjaar afgesloten, lijkt het,
zonder nadenken, of ook „Kerstmis voorbij" een voorlopig
afgesloten iets vertegenwoordigt. We leven in het begin van
het nieuwe jaar en Kerstmis ligt ver voor ons, aan het einde eerst
van het nu nieuw aangevangen tijdsbestek. Maar het is U, lezer,
toch niet ontgaan dat dat Kerstmis dat U net gevierd hebt juist
een nieuw begin was? Het nieuwe begin tegenover een nieuw
begin van een jaar in een oneindige rij van jaren. Het is tenslotte
verbazingwekkend dat de Christelijke wereld dat ene jaar van
de geboorte te Betlehem zovele eeuwen geleden het karakter van
het volstrekte nieuwe begin heeft vastgehouden. Zie, ik maak alles
nieuw. Dat is de betekenis van „Kerstmis voorbij" voor dit nieuwe
jaar 1959.
Niet dat we aardsatellieten in 1958 in toenemende mate hebben
leren kennen, niet dat in 1959 het vernuft der mensheid misschien
de maan zal doen bereiken, vertegenwoordigt het nieuwe begin,
waarvan wij het heil mogen verwachten. Muus Jacobse, de dichter,
heeft het wondergoed neergeschreven:
Maar ver van de geleerden,
o wonderlijk verblijden,
hoe daar de sterre keerde
die allen overscheen
En een man die op 40-jarige leeftijd stierf, George Herbert,
schreef een kleine ZYz eeuw geleden:
„Jaren weten meer dan boeken".
r~\ OK wij, boeren, aan onze arbeid en onze grond verknocht, wij
zullen van de techniek tenslotte niet nieuw worden in de
geestelijke zin van het woord, evenmin als bewapeningswed
loop, televisie of ruimtevaart de mensheid in wezen zullen ver
anderen. Ook wij boeren zullen de nieuwste technische vindingen
toepassen; het wordt zelfs van ons geëist dat te doen, doch het
nieuwe begin in het Kerstgebeuren tot ons gekomen is liefde, die
onder ons mensen geboren werd in een stal. Onlangs las ik woor
den van deze strekking: het voor ons mensen tegenstrijdige is,
dat, wat de mensheid in haar geheel tot dusver niet gegeven is,
wel komt tot de enkeling. Die liefde, waarvan hier sprake is, dreigt
een woord te worden waar velen in deze tijd geen raad mee weten.
En toch kan slechts het nieuwe jaar 1959 voor U en mij nieuw
beginnen, wanneer de Kerstmis van twee weken geleden niet
voorbij is, ons niet is voorbijgegaan. Want dan weten wij:
Gij zult ons niet begeven
Gij, die ons troost en sterkt en laaft,
die Uwen eigen Zoon ons gaaft
voor dit en 't eeuwig leven
Nog is het stil op het land en wellicht wordt het daar straks
nog zwijgzamer, wanneer de meeuw naar beneden dwarrelt. Maar
al gauw daarna zullen dé machines weer ronken en zal de eeuwen
oude arbeid, het bewerken van de grond, worden voortgezet.
XJET jaar 1959 is begonnen. Wat het
ons brengen zal /eet niemand.
Het is waar, dat dit twee gemeen
plaatsen zijn, die iedereen kan be
denken. Maar toch zijn het ook twee
waarheden. Wij mensen hebben de
tijd nu eenmaal ingedeeld in jaren,
maanden, weken, dagen, uren, mi
nuten en seconden, opdat wij deze
tellen konden en ons zodoende kon
den oriënteren. Ofschoon de tijd
steeds regelmatig voortgaat en bij
voorbeeld op 31 december des nachts
om 12 uur niet even stilstaat als om
het Nieuwe Jaar aan te kondigen, is
juist de verdeling van deze tijd in
stukjes door de mens, voor hem aan
leiding om op zekere ogenblikken wel
even stil te staan, terug te zien en
vooruit te zien. Wij doen dit bij ju
bilea en gedenkdagen en jaarlijks bij
de wisseling van het jaar. Wij willen
op deze plaats vooruit zien, omdat
voor hen, die dit lezen het jaar 1959
reeds is begonnen. Elders in -dit blad
(pag. 3) zullen wij meer een beschou
wing geven over wat gebeurd is.
Wanneer wij dan vooruit trachten
te zien, dan weten wij alleen, dat de
spanningen in de wereld geenszins
zijn opgelost, zodat de toekomst
uiterst onzeker blijft. Er hangt boven
de Westelijke wereld de voortdurende
dreiging uit het Oosten en het is
slechts te hopen, dat er geen uit
barsting komt. Eensgezindheid van
het Westen blijft geboden om het
gevaar af te wenden.
In Europa hebben de vergaande
financiële en economische maatrege
len, die aan het einde van het vorig
jaar in Frankrijk zijn genomen, sterk
de aandacht getrokken. Het verdrag
van de Euromarkt is in werking ge
treden. Een lange en misschien moei
lijke weg ligt voor ons, maar één ding
is zeker: wij moeten vooruit.
IN het eigen land gaan wij 1959 be
ginnen met verkiezingen in zicht.
Tot 12 maart zal de regering van
Prof. Beel de zaken lopende trachten
te houden. Voorlopig zijn dus geen
grote nieuwe dingen te verwachten
en de belangrijke wetsontwerpen, zo
als de hervorming van het onderwijs,
de weduwe- en wezenvoorziening en
de herziening van de belastingwet
ten zullen rustig blijven liggen tot
een nieuwe Kamer en een nieuwe
regering beslissen kunnen, hen al of
niet gewijzigd te behandelen.
In de landbouw in onze provincie
worden de bouwplannen opgesteld.
De wintervergaderingen worden af
gewerkt en daarmede viert het orga
nisatieleven weer twee maanden lang
hoogtij. Totdat het werk op de akkers
gaat beginnen.
Vermoedelijk zullen de verschillen
de vraagstukken, die er nog waren
ten aanzien van het landbouwbeleid,
zoals de verdeling van de 25 miljoen
voor de voedergranen en de garantie
voor de suikerbieten, ook blijven rus
ten. Een en ander valt te betreuren,
want wanneer men pas né maart
hiermede vooruit kan is het wel erg
laat.
De Z. L. M. zal ook in 1959 weer
trachten de belangen van de Zeeuwse
boeren en tuinders te behartigen. De
steun van allen, die de landbouw in
ons gewest bedrijven is nodig, opdat
ook de Z. L. M. met volle kracht voor
uit kan.
De redaktie van dit blad zal ten
slotte trachten zoveel en zo goed mo
gelijk de leden en de lezers voor te
lichten.
S.
De Redactie van het
Zeeuws Landbouwblad
wenst alle leden van de
Z. L. M. en alle lezers
van dit blad
toe.