NOTULEN
Onderling Boerenverzekerings - Fonds
§1
uw vcrtrouwenszaak
Ifgp voor levensverzekering
841
DINSDAG 23 DECE5IBER 1958.
van de Algemene Vergadering der Zeeuwse Landbouw Maatschappij,
gehouden op maandag 15 december 1958 te 13.30 uur in „Het
Schuttershof'' te Middelburg.
Opening
T\E Algemeen Voorzitter der Z.L.M., de heer
Ir. M. A. Geuze opent de vergadering en heet
de ruim 450 leden en belangstellenden van harte
welkom.
Een bijzonder woord van welkom richt de Voor
zitter tot de heer C. Philipse. lid van het College
van Gedeputeerde Staten van Zeeland, de heer
Mr. E. Kuylman. Ssecretaris van het Kon. Ned.
Landbouw Comité, Mevrouw W. van Veen-van
Loghem en Mej. A. v. d. Leeden, respectievelijk
Presidente en Secretaresse van de Bond van Plat
telandsvrouwen in Zeeland, de heer Ir. J. D. Dorst,
Provinciaal Voedselcommissaris in Zeeland, de
heer Ir. J. H. v. d. Burgt, Hoofdingenieur-Direc
teur van de Rijkswaterstaat, de heer Ir. M. de
Vink, Directeur Planologische Dienst, de heer
Drs. E. van Beusekom, Adj.-Directeur van het Eco
nomisch Technologisch Instituut voof' Zeeland, de
heren W. Koster en W. Goeman, respectievelijk
Voorzitter en Secretaris van de Gewestelijke Raad
van het Landbouwschap, de heer H. Nienhuis, Di
recteur v. h. Coöp. Bouwbureau in Zeeland, de
heer J. Q. C. Lenshoek, Voorzitter van de Kon.
Vereen. Het Ned. Trekpaard, Afd. Zeeland, de heer
Drs. J. Dijkgraaf, Secretaris van het Landbouw
Coöperatie Centrum voor Zuid-West Nederland, de
Ereleden der Z.L.M.
Tenslotte richt de Voorzitter een hartelijk wel
komstwoord tet de heer Ir. J. Keyser, Directeur
van de Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht,
die een inleiding zal houden over „de financie
ringsproblemen van land- en tuinbouw, nu en in
de toekomst", een onderwerp, waarmede men in
het bedrijf vrijwel dagelijks wordt geconfronteerd.
In zijn welkomstwoorden, gericht tot de ver
tegenwoordigers der dagbladpers, zegt de Voor
zitter nog, dat de gebeurtenissen op het nationale
politieke vlak van de laatste dagen aanleiding heb
ben gegeven de reeds tevoren ter hand gestelde
openingsrede op sommige punten aan te vullen
©f te wijzigen. Spr. verzoekt de heren persver
tegenwoordigers hieraan wel aandacht te willen
schenken.
Hierna komt de Commissaris der Koningin, de
heer Jhr. Mr. A. F. C. de Casembroot ter ver
gadering.
In zijn welkomstwoord tot de Commissaris der
Koningin zegt de Voorzitter: „Wij stellen het op
zeer hoge prijs, dat u opnieuw van uw grote be
langstelling voor de landbouw en de organisatie
getuigt, waarbij wij ons terdege realiseren, dat
u een uitermate druk jaar met vele moeilijke pro
blemen achter u hebt." Spr. wijst op de zeer be
langrijke beslissingen, die in Zeeland dit jaar zijn
gevallen, namelijk die met betïekking tot de con
centratie van de waterschappen. De Voorzitter
wenst de Commissaris hiermede van harte geluk
en betrekt hierin tevens de heer Philipse, die als
specialist op dit terrein bijzonder veel voorbe
reidend werk heeft gedaan. De Voorzitter spreekt
de wens uit, dat dergelijke belangrijke beslissingen
ook in de toekomst op de ouderwetse en degelijke
manier van de Nieuwjaarswens tot heil en zegen
van het Zeeuwse land zullen mogen strekken.
(Applaus).
Notulen 1
TXE notulen van de Algemene Vergadering van 19
juni 1958, die aan de afdelingen zijn toege
zonden en waarop geen schriftelijke op- of aan
merkingen zijn ontvangen, worden ongewijzigd
goedgekeurd en vastgesteld.
Mededelingen en ingekomen stukken
T\e Voorzitter deelt mede, dat bericht vari verhin-
dering is ontvangen van de heren D. Kodde,
Jhr. T. A. W. J. Schorer en C. F. v. d. Peijl, leden
der Staten-Generaal, de heer Ir. H. D. J. Swaters,
Hoofdingenieur-Directeur van de Prov. Waterstaat
in Zeeland, de Voorzitter en Secretaris van de
Kamer van Koophandel te Middelburg, de heer
B. H. G. ter Haar Romey, Voorzitter v. d. Commis
sie Landbouwhuishoudonderwijs der Z.L.M., de
Voorzitter en Secretaris van de Noord-Brabantse
Mij. van Landbouw, de heren Jhr. J. van Vreden-
burch en L. van Dijk, Ereleden der Z.L.M., de heer
Mr. J. L. Nieuwenhuis, Directeur v. d. Prov. Stoom
bootdiensten in Zeeland, de heer Drs. M. C. Ver
burg, Directeur v. h. E.T.I. voor Zeeland.
Van de heer Burgemeester der gemeente Middel
burg is bericht ontvangen, dat deze de vergade
ring nog zal bezoeken, als de gemeenteraadsver
gadering, die op het ogenblik aan de gang is, zal
zijn beëindigd.
De Voorzitter deelt vervolgens mede, dat in de
hedenmorgen gehouden vergadering van het Da
gelijks Bestuur een nieuw systeem voor de zieken
fondscoupons is besproken. De ziekenfondscoupons
gaan verdwijnen, terwijl daarvoor in de plaats voor
de vaste arbeiders maandelijks een verklaring moet
worden afgegeven. Het is de vraag of dit een
verbetering is, die in de nooit aflatende strijd
voor vereenvoudiging der administratie kon worden
bereikt. Het Bestuur zal zich hierdoor echter in
geen geval laten ontmoedigen en voortgaan ter be-
voegder plaatse te strijden voor vermindering der
„papieren rompslomp".
In de tweede plaats maakt de Voorzitter be
kend, dat in januari, als gevolg van de besprekin
gen over de ontwikkelingen in Oost-Flevoland, in
de laatste vergadering van het Hoofdbestuur der
Z.L.M., waarover het woord werd gevoerd door de
heer H. Döbken, vertegenwoordiger der Overijsselse
Maatschappij van Landbouw, een viertal vergade
ringen zal worden gehouden. Deze vergaderingen,
die te Zierikzee, Goes, Middelburg en Terneuzen
zullen plaatsvinden, worden zodanig opgezet, dat
er tevens gelegenheid is voor een individueel ge
sprek met de heer Döbken.
Begroting en contributievaststelling 1959
T\E Voorzitter stelt hierna de begroting aan de
orde, die aan de afdelingen werd toegezonden.
In zijn toelichting hierop zegt de Voorzitter, dat
een sluitende begroting kon worden opgesteld, zon
der dat een verhoging der contributie noodzakelijk
was. Er zijn geen veranderingen van ingrijpende
aard, zodat de begroting in grote trekken gelijk is
aan die van 1958.
Daar niemand op- of aanmerkingen heeft en
geen stemming wordt verlangd, wordt de begroting
ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. De con
tributie wordt hiermede vastgesteld overeenkomstig
die voor 1958 en luidt als volgt:
a. Vaste contributie voor leden zonder
grond in gebruik en/of bezit 10,—
b. Vaste contributie voor leden met uit
sluitend grond in bezit 10,—
Per ha grond in bezit 0,10
c. Vaste contributie voor leden met grond
in gebruik 7.
Per ha grond in gebruik1,90
De Voorzitter dankt de vergadering voor het
getoonde vertrouwen en zegt, dat het Bestuur alles
in het werk zal stellen zich aan de begrotingsposten
te houden.
Rondvraag
T\E Voorzitter deelt mede, dat een aantal schrif-
telijke vragen is ontvangen van de heer
L. W. Kodde (Souburg). Uit een globaal over
zicht van de vragen meent de Voorzitter te mogen
concluderen, dat deze in feite voor het merendeel
gericht geacht mogen worden tot de besturen van
de Coöp. Suikerfabrieken. Spr. zegt te zullen trach
ten op deze vragen als Voorzitter der Z.L.M. een
zo objectief mogelijk antwoord te geven. Voorzover
een antwoord in de kwaliteit van Voorzitter der
Z.L.M. niet wel mogelijk is, verwijst spr. de heer
Kodde naar de komende Kringvergaderingen der
betrokken fabrieken.
De Voorzitter leest hierna de eerste vraag van
de heer Kodde voor, die als volgt luidt: „Bent u
met mij van mening, dat de premie van f 3,50 per
ton geleverde bieten na 5 december te laag is; reke
ning houdende met een gehalteverlies van fz
resteert f 1,50 voor extra werk."
De Voorzitter zegt, dat dit een regeling van
één der suikerfabrieken is. Spr. acht deze premie
niet te laag, omdat deze geldt voor het volle kwan
tum bieten van 2/ne termijn, wat een zeer be
langrijke hoeveelheid is, gezien de grote opbrengst.
Men kan de geruchten als vaststaand beschou
wen, dat deze maatregel de betrokken onderne
ming het aanzienlijke bedrag van f700.000,kost.
Deze maatregel, waaraan uitgebreide bereke
ningen ten grondslag liggen, komt tegemoet aan de
geleden suikerverliezen bij bewaring en zelfs in te
maken kosten bij vorstgevaar, die de telers voor dit
jaar tot nu toe gespaard zijn gebleven. Hierbij
komt nog, dat de levering van bieten, die aan
de hoop bewaard zijn, tot veel lagere tarra's leidt,
waardoor dientengevolge het gevaar voor tarra-
boete veel geringer is.
De volgende vraag, aldus de Voorzitter, betreft
de boete-bepaling volgens artikel 15 lid 3. Ge
vraagd wordt, of dit artikel inderdaad zal worden
toegepast als dit nodig is.
Hierop zegt de Voorzitter, dat dit een wens is
van alle leveranciers, die juiste cijfers hebben op
gegeven en die regelmatig hebben geleverd. Spr.
meent met stelligheid te mogen aannemen, dat alle
betrokken besturen om der wille van rechtvaardig
heid en billijkheid geen ander standpunt zullen
innemen. In de gevallen waar dit nodig is, zullen
zij inderdaad met boetes straffen. Indien geen
boetes zouden worden toegepast, zou spr. zelfs
bereid zijn namens het bestuur der Z.L.M. een
schrijven dienaangaande aan de betrokken fabrie
ken te richten.
De volgende vraag luidt: „Hebben de leden en
contractanten der V.C.S. of de C.S.M. op de leve
ringsplaatsen, waar de bieten gezamenlijk worden
afgenomen, dezelfde rechten en plichten
De Voorzitter is van mening, dat dit in beginsel
waarschijnlijk wel het geval is. Voor een gedetail
leerd antwoord zou spr. evenwel het advies willen
inwinnen van de hoofden der buitendiensten der
betrokken fabrieken. Deze deskundigen kunnen
nader uiteenzetten hoe de regelingen zijn en wat de
grondslag kan zijn,-dat deze regelingen eventueel
afwijken.
In de volgende vraag wrordt in overweging ge
geven om degenen, die de normale aanvoer ver
storen voor elke ton per termijn te veel geleverde
bieten een boete op te leggen van by voorbeeld
f 5,per ton.
De Voorzitter meent te kunnen zeggen, dat er
inderdaad boetesystemen zullen volgen. Hoe deze
uitgewerkt zullen worden, is momenteel nog niet
nader te zeggen.
De volgende vraag luidt: „Is het economisch ge
zien toelaatbaar, dat met een gemiddelde vracht
van 5 ton bieten vaak een wachttijd van 2 uur ge
moeid is
De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit natuur
lijk niet economisch verantwoord is. Anderzijds
wil spr. er echter met klem op wijzen, dat men de
zorgen van hen, die verantwoordelijk zijn voor de
verwerking van een bietenoogst, die 30% groter is
dan ooit eerder in ons land voorkwam, niet mag
onderschatten. Spr. voegt er aan toe, dat degenen,
die hierbij betrokken zijn, enorm veel werk hebben
moeten verzetten om deze moeilijkheden zo goed
mogelijk het hoofd te bieden. Men moet niet uit
het oog verliezen, dat de fabrieken zich niet alleen
voor de verwerking van 30 °/o meer bieten gesteld
zien, maar daarnaast veel extra aandacht moesten
wijden aan het ontvangend personeel, de indeling
van de leveringstermijnen, de leveringsschema's, de
schepen, met de vrachtauto's en boerenwagens,
met de kranen enz. Daarnaast moest men meer aan
dacht schenken aan de meer benodigde hoeveel
heden hulpstoffen, o.a. 30 °/o meer kolen, 30 meer
kalksteen en de regelmatige aanvoer hiervan.
Rekent men hierbij nog de problemen van opslag
van de enorme hoeveelheden suiker, de pulpafzet,
enz., dan zal men toch moeten beseffen, dat hier
voor geweldige aanpassingen nodig zijn geweest.
De volgende vraag van de heer Kodde, aldus
de Voorzitter, heeft betrekking op de in de dag
bladen gepubliceerde foto's van de lange rijen
wachtende wagens met bieten.
De Voorzitter is van oordeel, dat hoewel deze
foto's enerzijds een beeld geven van de moeilijk
heden van de huidige bietencampagne, ze aan de
andere kant toch duidelijk illustreren, welk een
rijke oogst er dit jaar is geweest en dit mag toch
wel tot grote dankbaarheid stemmen.
De Voorzitter dankt de heer Kodde voor zijn ge
stelde vragen, temeer omdat het hier kwesties be
treft, waarmede vrijwel elke landbouwer wordt ge
confronteerd. Het is zeer nuttig geweest hierop
dieper in te gaan, omdat dit tot een beter begrip
zal leiden voor de moeilijkheden, waarvoor de fa
brieken zich gesteld zagen. De Voorzitter voegt hier
nog aan toe, dat sommige fabrieken uit bedrijf s-
technisch oogpunt eigenlijk zouden moeten stop
pen met de produktie, hoewel dit niet zal ge
schieden.
De Voorzitter zegt vervolgens, dat de heer Kodde
met zijn vragenlijst bedoeld heeft, opbouwende kri
tiek te leveren tot welzijn van de bietentelers.
Spr. zegt ervan overtuigd te zijn, dat deze
vragen met de beste bedoelingen zijn gesteld en
(Zie verder pagina 843
(Advertentie)