Mr. Jacob Paulus Amersfoordt in Zeeland
DINSDAG 23 DECEMBER 1958.
837
De grote landbouwpionier uit de Haarlemmermeer maakte in juni 1862
een korte reis door Zeeland
lijk" was. Hij was wel wat dictatoriaal aangelegd,
zeggen zijn biografen, maar men kan zich afvragen
of dit in een woest gebied als de nieuwe polder
met zijn avonturiers en zijn misdadigers, met zijn
pioniers en gebrek aan geld- en gezagmiddelen,
niet beslist nodig was. Onze mening is, dat zulke
omstandigheden leiders van afwijkend type vergen.
Maar goed. Hoe is deze Amersfoordt ertoe ge
komen om zich zo voor de landbouw te interes
seren
Vermoedelijk heeft zijn vader bij hem daartoe
de grondslagen reeds gelegd. Overigens waren er
in die dagen vele geleerden en aristocraten, die
zich met hart en ziel op de ontwikkeling der land
bouw toelegden. Men denke aan Staring (vader
en zoon), aan Heye, Baron van Dedem en anderen.
„JUNY 1862"
Amersfoordt heeft veel gereisd
TWEE augustus 1841 vertrekt Amersfoordt als
juist afgestudeerde jongeman vanuit Leiden
en blijft op deze reis, welke hij onderneemt „ter
voltooiing van zijn opvoeding" twee jaar onderweg.
En dat alleste paard
Wanneer hij in 1843 terugkeert in Nederland
zal hij weldra in het huwelijk treden met Maria
van Zij 11. Met zijn jonge vrouw scheepte hij zich
in 1849 voor 't eerst na zijn grote Europa-reis weer
in om de grenzen te overschrijden. Zijn vrouw ont
viel hem al spoedig en met zijn tweede vrouw,
Hermina Maria Dijk, vestigt hij zich dan in de
nieuwe, kille en kale polder. Vanuit zijn Bad
hoeveboerderij maakte hij weer vele studiereizen,
vnl. naar Engeland, het land, dat in de vorige eeuw
op het gebied der landbouwmechanisatie toonaan
gevend was.
En zo wordt het 1862.
Amersfoordt, inmiddels 45 jaar oud, neemt zijn
scherpe pen (scherp, zowel letterlijk alsook figuur
lijk en zet boven een nieuw hoofdstuk in zijn
reisdagboek:
TN 1817 werd als zoon van de Franeker hoogleraar
Jacobus Amersfoordt een jongetje geboren, die
meer van zich zou doen spreken dan zijn te vroeg
gestorven vader.
Vader Amersfoordt was op 29-jarige leeftijd
reeds professor te Harderwijk, het stadje aan de
Zuiderzee, dat toen evenals het Friese Franeker
in het begin der vorige eeuw nog een hogeschool
bezat. Hij was een voortreffelijk spreker en vooral
een uitnemend talenkenner.
Wanneer Jacob, de enige zoon, 7 jaar oud is,
sterft zijn vader, zijn moeder met het gezin achter
latend. 37 Jaar was de professor oud geworden,
toen de dood hem wegrukte uit een leven, waarvan
hij zich veel had voorgesteld.
Nog 16 jaar mag Jacob zijn moeder behouden,
doch zijn glorieuze promotie in de aloude universi
teitsstad Leiden in 1841 heeft zij niet meer mogen
beleven. Zij stierf in september van 1840.
Een oom in Amsterdam is hem een toegewijde
voogd. Het is oom Huizinga, die de zorgen voor
hem en zijn beide onmondige zusters op zich
neemt. Hij woont op een fraai, ouderwets buiten
aan de Amstel, ten zuiden van Amsterdam en daar
is het ook, dat Jacob, de jonge en briljante student,
na gepromoveerd te zijn in 1841, zowel in de let
teren alsook in de rechten, afscheid neemt om een
begin te maken met een lang gekoesterd plan: een
grote reis door Europa. Die reis duurde twee jaar
en wat hij daarbij alzo beleefde, heeft hij in een
dagboekje keurig opgeschreven met fijne, kleine
lettertjes. Het zijn natuurlijk de hoofdzaken en
veel blijft tot in lengte van dagen één groot vraag
teken en voor ons verborgen. Maar toch heeft
Amersfoordt van zijn hart geen moordkuil gemaakt
en zijn mening rondborstig neergeschreven, zodat
dit dagboekje ons nader tot de persoon van Amers
foordt brengt.
Landbouw als liefhebberij
■fïTELLICHT vraagt ge welke belangstelling wij
agrariërs nu voor de persoon van
Mr. Amersfoordt moeten hebben. Welnu, bedenkt
dan, dat hij zijn vermogen en ook zijn geluk heeft
geofferd voor de mechanisatie van de landbouw en
voor het welzijn van de boerenstand, meer in het
bijzonder in de Haarlemmermeer.
Amersfoordt, die de tweede burgemeester zou
worden in het juist drooggelegde Haarlemmer meer,
had daar twee honderd ha land gekocht, waarop
hij een model-boerderij stichtte, bekend tot ver
over onze grenzen als „De badhoeve". Men kan
de plaats ervan vinden aan de voet van de ring
dijk juist tegenover de Sloterbrug, welke naar Am
sterdam leidt.
Het is een veelomstreden figuur geweest, die
Amersfoordt. Het staat wel vast, dat hij miskend is
door kortzichtige tijdgenoten. De man had, als zo
vele grote geesten vóór en na hem, het nadeel zijn
tijd vooruit te zijn. Dit harde lot heeft zich aan
Amersfoordt ook voltrokken. De waarheid gebiedt
echter te zeggen, dat Amersfoordt niet „gemakke-
14 Juny. Gereisd over Haarlem per spoorweg naar Rotterdam; aldaar getoerd met de familie van
notaris van der Hoop naar het park en de officiers-sociëteit.
15 Juny. Op de Middelburgse boot met een fikse bries. Aldaar ontmoette ik de heer Cannerman,
gepensionneerde officier der genie, die mij toegaf, dat de bomen op 's rijkswegen schandelijk gesnoeid
worden; mij verzekerde, dat onze zeegaten van de Maas en Schelde voldoende versterkt zijn en be-
zweerde, dat een landing aan de duinen voor Haarlem onmogelijk was voor een armee met materiaal.
Wij verlieten de boot „Stad Middelburg" aan het Catsen Veer. (Deze boot is van patentwielen voor
zien, die de schoepen doen draaien tegen de golf, de boot gaat slechts 5 voet diep in het water).
Vandaar per diligence naar Goes, logement „De Koornbeurs". Wij bezochten de grote Gotische Kerk
met graf van Frans Naerebout en de Roomse Kerk en brachten de middag door bij de heer Van den
Bosch.
16 Juny. Gezien de meefabriek van Bleekrode en Verhagen, waar men getracht heeft meekrap te be
reiden van de groene wortel tot Guarancine. De fout hiervan is, dat de wortel 80 water bevat, welke
anders in de gewone meestoven verdampt wordt en niet behoeft vervoerd te worden. Hier komt dit
ten nadele van het fabrikaat en wordt niet verholpen door beter fabrikaat of door ventilatie, ofschoon
deze voor een meestoof wel wenselijk ware.
De oude asbelt, ontstaan uit een zoutkeet, waarin derrie geblust was met zeewater, leverde thans
as als mest voor 25 ets per mud naar Brabant; vroeger alle jaren een roggeoogst zonder mest. De fa
briek van Van den Bosch bewerkt alleen racien, die zij stampt en vervormt tot garancine. Zij heeft een
merkwaardig stelsel van malen, waarin alleen de onderste steen gedraaid wordt en daardoor de twee
lopers aan de gang maakt. De oude balansmachine van Van Vlissingen, lage druk 40 pk, voldoet nog
altijd zeer goed.
Wij bezochten het sas en de dijkwallen, die de polder in 1856 bijna zijn bestaan hebben gekost. De
zinkstukken zijn schoon, maar de steenbekleding met Belgische groensteen en bazalt zwak, de stukken
zijn te klein en er wordt teveel steengruis en hout aan gebruikt. Ik voor mij zoude graniet van Fal
mouth en verkiezen.
De Wilhelminapolder muntte uit in schone tarwe, haver en bonen; de meekrap stond hier en daar
zeer slecht. Het koe-vee is teveel gekruist met slecht Zeeuws vee. De stieren en enkele koeien zijn
schoon. De kalveren alle in stallen aangebonden, zijn rein gehouden. De tweejarige ossen zijn schoon.
Het schaapvee (de hamels) is zeer goed, vet en sterk; de rassen worden verkocht voor f60,stieren
f 300,—.
De weiden zijn niet gebloot en schijnen veel te vol met lang gras, maar Van den Bosch zegt, dat als
hij bloot de zon de klei doet uitdrogen en al zijn gras bederft. Hij kan hierin niet voorzien door water
in te tappen, doordien het buitenwater zout is.
De arendsploegen met schijf bevallen mij niet; zij ploegen geen 30 duim diep en de schaar is gesmeed
in plaats van gegoten.
17 Juni. Met een rijtuig op 's-Heerenhoek bij Kakebeeke; drainering, rijenbouw, handhak; Engels
vee met stalvoedering; goede Zeeuwse paarden. Graan beter en zuiverder dan bij de buren; bloemen
teelt; slechte kleiwegen. Woont 's winters in Goes. Goed hout.
's Middags over 't Sloe langs de Jacobspolder (pas aangewonnen). Alles nog ellendig, geen afwatering
en geen vruchten.
Het Sloe over met de veerschuit. Het veerhuis aan de zijde van Zuid-Beveland is oqbewoond. Op
Walcheren een vrij goed rijtuig. De teelt als op Zd.-Beveland, doch minder tiendvruchten meer wei
den. Deze zijn slecht, het hout minder goed en het slechtst langs de wegen van het domein.
Middelburg verlopen stad, slechte haven, uitmuntende stadhuisgevel in Gotische trant. Toren opge
lapte Spaanse stijl, van onder Gotisch.
Het congres**) was vrij goed bezocht. Geen landbouwers, meest staatslieden. De sprekers in mijn
afdeling waren Boeke, Jongkindt, van den Bosch, Verhaege, Kakebeeke, niet onbelangrijk, doch ni'et
hoog. Mij werd aangeraden rioolploeg voor meekrap nog ééns na het aanaarden.
Kennis gemaakt met de griffier der stad, De Raad en zijn vrouw van Sonsbeeck, een nicht van de
Witte van Citters (die hier een schoon kasteel met landgoed ledig laat staan).
Gereden naar Domburg, badhuis. De zinkstukken gezien en de stro-werken, die hier het duin be
schermen. Alles te licht werk.
Over Vlissingen met de veerboot gezeild naar Breskens (de boot op Terneuzen doet plezierreisjes
en vaart niet).
Te Breskens rijtuig genomen naar Gent. Eerst door polders als de Zeeuwse, maar zonder meekrap.
Rode koeien (de Zeeuwse zijn zwart-witte tijgers, slecht en oud). Verder door zand als Noordbrabant en
eindelijk door „système Brusselien" (bij Brugge) zand met kalkstukken. Hier rogge, boekweit, vlas,
aardappelen, Guano en paardemest. Echte Vlaamse ploeg, hoge abelen door Swerz beschreven. Taal
onverstaanbaar
Te Gent gegeten in hotel „Royal". Goed. Spoor, sneltrein naar Oostende (jammer, dat Gent-Breskens
tot hiertoe ontbreekt).
Goed opmerker
TTANUIT Oostende vaart Amersfoordt dan over
naar Dover en uit het verdere verhaal blijkt,
dat in zijn gezelschap o.a. de bekende geoloog
Staringh, wiens geboorte anderhalve eeuw geleden
wij juist dit jaar hebben herdacht, zich bevond.
We hebben de indrukken van Amersfoordt woor
delijk weergegeven, omdat zijn stijl en woordplaat
sing zo duidelijk zijn karakter aangeven. Opval
lend is zijn kritische blik, maar ook zijn zeer veel
zijdige belangstelling. De weg- en erf beplantingen
hebben zijn speciale aandacht. Hij vat dat samen
in het woordje „hout". Zelf had hij n.l. bij zijn
„Badhoeve" ook vele hectaren houtgewas aange
plant, waar de tegenwoordige generatie trouwens
nimmer meer iets van gezien heeft. Op die ter
reinen is het mooie forensendorp „Badhoevedorp"
verrezen.
De meekrap-teelt die in die jaren nog van
belang was in Zeeland heeft men ook in de Meer
trachten in te voeren. Veel is er niet van terecht
gekomen, ook al omdat chemische verfstoffen de
uit meekrap verkregen rode verf volledig begonnen
te verdringen.
Het vee had zijn belangstelling evengoed als de
oeverbescherming, waar hij kritiek op durft uit
te oefenen. Men vergete niet, dat Amersfoordt als
hoogheemraad jarenlang zich intensief met water
schapszaken heeft moeten bezig houden.
En zo stonden dan in het klein geschreven reis
dagboek van Mr. Jacob Paulus Amersfoordt ook
indrukken over Zeelands landbouw in het jaar 1862.
Nimmer werd dit dagboek gepubliceerd. Het be
vindt zich thans in het archief der gemeente Haar
lemmermeer en publikatie ervan zal een belangrijke
bijdrage leveren tot completering van de land-
bouwgeschiedenis der 19e eeuw.
SLOB.
Hieronder wordt vermoedelijk graan verstaan*
waarmede (of waarvan) tienden moesten worden
betaald.
Landbouwcongres