GROTE FRUITOOGST IN 1958 835 Het pomologisch congres in Brussel DINSDAG 23 DECEMBER 1958. TVE gang van zaken bij de afzet van fruit in het afgelopen jaar heeft weer duidelijk aan- getoond, dat de wet van vraag en aanbod een realiteit is, die in onverminderde mate haar geldigheid behoudt. Uit alle West-Europese landen worden grote oogsten gemeld. Er is, voor zover bekend, geen produktiegebied, waar zelfs ook maar voor een bepaalde fruitsoort sprake is van een misoogst. Landen, die in het verleden steeds belangrijk waren voor import, zoals Duitsland, weten nu een gedeelte van de eigen oogst niet te plaatsen. Hiertegenover staat een vraag naar fruit, die weliswaar toeneemt, maar niet in gelijke mate als de produktie. Het gevolg is dan ook een prijspeil, dat aanzienlijk lager is dan in de voorafgaande jaren. XJET is al enige tijd bekend, dat vooral na de laatste wereldoorlog in de meeste landen grote aandacht wordt geschonken aan de fruitteelt. Eco nomische en sociale overwegingen, vooral in ver band met bevolkingsvraagstukken en de betekenis van een omvangrijk en intensief bodemgebruik, leidden tot stimulering van de fruitteelt. Zo is in Italië een belangrijke uitbreiding gegeven aan het areaal boomgaarden. Ook in Duitsland en Frank rijk zien wij een toenemende aanplant en intensi vering. De resultaten van deze, dikwijls kunstmatig ge stimuleerde, fruitteelt zijn in 1958 wel zeer duide lijk aan de dag getreden. De weersomstandigheden zijn bovendien blijkbaar gunstig geweest voor de produktie, zodat bijna over de gehele lijn record oogsten werden verkregen. De Zeeuwse fruitteler ondervindt hiervan uiter aard ook de weerslag. De voorafgaande jaren waren voor hem gunstig. Vrij regelmatige oogsten volgden elkaar op en vooral in jaren zoals 1957 kon worden geprofiteerd van het kleine aanbod in andere produktiegebieden. Het prijspeil was ge woonlijk goed, in sommige jaren zeer goed en niet zonder reden werd de fruitteelt beschouwd als een gezonde en financieel gunstige bedrijfstak. In 1958 is het beeld geheel anders. Een groot deel van de oogst moet worden verkocht tegen prijzen, die niet of nauwelijks liggen op het peil van de kostprijs. Wel is er een grote vraag op de binnenlandse markt, maar door het uitblijven van voldoende exportmogelijkheden is het aanbod te groot om de prijzen op een behoorlijk peil te houden. Het is echter nog een gelukkige omstandigheid, dat het prijspeil niet over de gehele lijn laag is. In de eerste plaats waren de financiële uitkomsten van de kleinfruitteelt goed tot zeer goed. De vroege aardbeien, frambozen, bessen en bramen gaven een goed beschot en de prijzen waren hoog tot zeer hoog. Ook de pruimen, waarvan het aanbod overi gens sterk terugloopt, waren duur. De uitkomsten van de perenteelt waren, evenals in de voorafgaande jaren, bevredigend. De appels T\E moeilijkheden liggen meer bij het hoofdpro- dukt, de appelen. Vooral de bedrijven met eenzijdige appel teelt met beplantingen uit vroegere perioden, kwamen tot ongunstige resultaten. Wel werden veel kilo's geoogst, maar dit kan de lagere prijzen toch niet goed maken. Een aantal rassen, die tot voor enige jaren veel werden geplant, zoals Glorie van Holland, Goudreinette, Jonathan en Manks Codlin, waren laag in prijs. Deze rassen vormen juist een belangrijk deel van de Zeeuwse aanvoer. Een aanzienlijk betere prijs werd gemaakt voor de rassen Cox's Orange Pippin, Golden Delicious en de vroege zomerrassen. De beide eerstgenoemde rassen zijn vooral in de laatste jaren veel geplant en degene, die over veel jonge in produktie zijnde beplantingen beschikt, heeft dan ook een behoorlijk goed jaar. Het is in de fruitteelt gevaarlijk om bij een be oordeling van. de algemene situatie af te gaan op de ervaringen van een bepaald jaar. Bij de vol gende oogst kan het beeld geheel anders zijn en alle pessimisme weer zijn verdwenen. Niettemin waag ik mij aan de hand van de er varingen in het afgelopen jaar toch aan enige conclusies. Hoezeer het beeld in de volgende jaren dus anders kan zijn, moet toch worden verwacht, dat door de zeer sterke uitbreiding en intensi vering van de fruitteelt in bijna alle landen de kansen op jaren met lagè prijzen groter worden. In het verleden hebben zich af en toe ook jaren voorgedaan, dat door grote oogsten over ds ge hele lijn het prijspeil laag was. Dergelijke situaties kunnen in de toekomst wellicht meer optreden. Deze ontwikkeling behoeft op zichzelf nog niet ver ontrustend te zijn, mits hiertegenover jaren staan van goede uitkomsten en vooral ook voldoende re serveringsmogelijkheden voor de fruitteler. Verder bevestigt de gang van zaken in 1958 weer sterk de grote waarde van risicospreiding in het bedrijf. Bedrijven met grotendeels wat oudere appelbeplantingen leveren in dit jaar teleurstel lende resultaten op. Wie daarentegen beschikt over een redelijk areaal peren of wat kleinfruitge- wassen, heeft ook in 1958 toch een behoorlijk in komen. Ten aanzien van de appel teelt gaat zich vooral in een jaar als 1958 zeer duidelijk de grotere af stand tussen het prijspeil Van enige hoogwaardige rassen en de,overige openbaren. Het is moeilijk de oorzaken van de grote prijsverschillen tussen bij voorbeeld een Cox's Orange Pippin en een Glorie van Holland aan te geven, maar het feit doet zich voor, dat dit zeer groot is. Waarom brengt Glorie van Holand, wat op zichzelf toch een appel van goede kwaliteit is, 18 a 20 ct. op en Cox's Orange Pippin 40 a 50 ct. Of wordt het verschil in waarde bepaald door het feit of een appelras internationaal bekend en gewaardeerd, dan wel een meer plaatse lijk ras is In ieder geval richt de fruitmarkt, die zich steeds meer en meer internationaal oriënteert, zich op enige bijzondere rassen en wel vooral de Cox's Orange Pippin en Golden Delicious. Het zijn gelukkig ook deze twee rassen, die in de laatste jaren in Zeeland overwegend zijn aan geplant. Zij maken met ieder 30 van de appel- aanplant ongeveer 2/3 uit van de nieuwe beplan tingen. Het is alleen de vraag in hoeverre voor de Nederlandse fruitteelt zich in de toekomst ver schuivingen zullen voordoen ten gunste of ten on gunste van de afzet van deze twee rassem In ver band hiermede is het zeer zeker aan te bevelen de internationale ontwikkelingen van aanbod en vraag te volgen. Zal bijvoorbeeld de markt voor Golden Delicious in verband met de grote aanplant van Fruit, fruit, fruit. Het keuren van appels op de veiling van Goes. (Foto Min. van Landbouw). deze appel in zuidelijke landen even gunstig blij ven als die voor de Cox's Orange Pippin Hier bij komen nog de moeilijkheden bij de teelt van Golden Delicious, zoals de ernstige bladvalziekte en de vele groene vruchten. Overigens prijzen we ons gelukkig, dat de aan plant in Zeeland zich richt op dergelijke hoogwaar dige rassen, waarvan gebleken is dat hiermede in een jaar als 1958 toch nog goede resultaten zijn te behalen. Mogelijke ontwikkeling T5IJ een beoordeling van de fruitafzet kunnen we niet geheel voorbijgaan aan mogelijke ontwik kelingen van de verder toenemende internationale handel, o.m. in het kader van de E.E.G. Ondanks moeilijkheden en strubbelingen bij alle pogingen in deze richting doen we er verstandig aan, reeds nu met de verwezenlijking van een gemeenschap pelijke markt rekening te houden. De fruitteler moet dit nu eenmaal, omdat hij bij zijn beplantings plannen en maatregelen voor zover mogelijk moet uitgaan van de toestand na enige jaren. In dit verband blijft het belangrijk, voortdurend te streven naar de produktie van de allerbeste kwaliteiten tegen zo laag mogelijke kostprijs. Door de sterke verjonging, die de Zeeuwse fruitteelt voortdurend ondergaat, is er geen reden voor de toekomst pessimistisch te zijn. Het is bewezen, dat de omstandigheden in ons gebied gunstig zijn voor de fruitteelt. De moderne boomvormen en dé tech niek maken het mogelijk te produceren tegen prij zen, die, vergeleken met de gebieden in de omrin gende landen, laag zijn. Het afgelopen jaar heeft ons weer enige er varing opgeleverd, waarmede wij ons voordeel kunnen doen. Het is een bevestiging geweest, dat we met onze moderne jonge beplantingen op de goede weg zijn. Daarnaast zullen we ondanks alle Belgische Landbouw- nieuwsbrief tl OEWEL het internationaal pomologisch -LA congres te Brussel in onze huidige jach tige tijd, reeds tot het verre verleden lijkt te behoren, laten wij hierover toch nog een kort verslag volgen van de hand van onze Bel gische medewerker. T N het kader van de nu reeds tot het verleden A behorende Expo '58 ging in de zaal Cinédoc op 13 en 14 okt. j.l. het Internationaal Kongres door, ingericht door het (Belgische) Nationaal Pomologisch Comité. Professor Lencrenier heette de 250 aanwezigen welkom waarna hij onmiddellijk het woord gaf aan dokter Brull, professor aan de universiteit te Luik, die de aanwezigen op een zeer amusan te wijze orderhield over de voedingswaarde van het fruit, waarbij hij vooral het hoog vitamine gehalte van het inlands fruit, in vergelijking met dat van het ingevoerde fruit, in het dag licht stelde. Wij moeten dus niet onze toevlucht nemen tot zuidervruchten om onze vitaminenbe- hoefte te dekken Als tweede spreker kwam dan aan de rt de heer Robin, directeur de la Station de re cherches fruittières, Vernon en Sologne, Frank rijk, die handelde over de gemeenschappelijke markt en de fruitproduktie in West-Europa. Spreker was niet zeer optimistisch gestemd no pens de toestand gezien de geweldige en niet ge remde uitbreiding van de fruitteelt in Italië en Zuid-Frankrijk. Elk der landen in de Europa- markt heeft nu reeds een overschot aan fruit, dat aldus moeilijk naar de andere leden der ge meenschap kan worden uitgevoerd, zodat het no dig blijkt groter te gaan zien en een afzetmo gelijkheid te gaan zoeken buiten die zes landen. Volgens spreker zou er nog slechts mogen aan geplant worden in de mate dat oude boomugaar- den verdwijnen. Als derde spreker kwam de heer Ferrandin, directeur van een federaal landbouwopzoekings- station in Zwitserland, aan het woord, die han delde over verschillende opvattingen van inten sieve fruitkulturen. Achtereenvolgens beschouwde hij de vrije en half-vrije systemen waarbij sterke onderstam men, grote plantafstanden en geen of bijna geen snoei een rol spelen, daarna de intermediaire systemen, gemiddelde plantafstand, middelster- ke onderstam en een niet te strenge snoei ge durende gans de duur van de groei van de boom. Eindelijk dan de dichte kuituren of geleide boomvormen, waarbij men zeer dicht kan plan ten door het gebruik van zwak groeiende onder stammen, en men gans de groeiperiode de bomen snoeit en leidt. Elk van deze systemen werd door middel van diapositieven verduidelijkt. Volgende spreker was de heer Mainie, assis tent bij het laboratorium voor het ekonomisch onderzoek intake landbouw te Parijs. Als besluit van zijn betoog kwam spreker tot de vaststelling dat fruitteelt zeer goed mogelijk, ja zelfs gewenst is, in gemengde bedrijven, daar men hiermede meestal een spreiding bekomt zo van het werk, als het risico en het inkomen. Hoe kleiner de bedrijven hoe verder zij zich moeten gaan inten siveren en specialiseren, hoe groter het bedrijf hoe meer men naar het extensieve type kan evolueren. \7 ERDER werd verslag uitgebracht door de heer Dermine, werkleider aan het Veredelings. station voor tuinbouwgewassen te Grand-Manil, over de bekomen uitslagen met chemische on- kruidbestrijding in fruitaanplantingen. Deze proe. ven in gans het land op verschillende bedrijven uitgeveord leidden tot hoopgevende resultaten hoewel tot hiertoe nog geen algemeen geldende vaste regels zijn te verstrekken, gezien het groot aantal faktoren waarmee dient rekening te wor den gehouden. Ook deze lezing werd door middel van buitengewoon geslaagde kleurdiapositieven opgeluisterd. (Zie verder volgende pagina.) specialisatie de risicospreiding niet moeten verwaar lozen. Behalve de teelt van appels verdienen ook andere fruitsoorten de volle aandacht. Al naar de aard van het bedrijf is er plaats voor de teelt van bijvoorbeeld peren, pruimen of klein fruit. Wij moeten door voortdurende verbetering van de teelttechniek en aanpassing aan de internatio nale markt het bedrijf sterk maken. Dat dit nodig is, bewijst een jaar als 1958. Ongetwijfeld zullen de voortdurende inspannin gen tot resultaat hebben, dat de Zeeuwse fruitteelt haar vooraanstaande plaats zal behouden en zal blyven bydragen tot de welvaart van de bevolking. Ir. J. J. van Hennik.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 19