De P.D. en de bestrijdingsmiddelen ZATERDAG 6 DECEMBER 1958 791 JA er is voldoende controle op de be strijdingsmiddelen", aldus dr. K. Hart- suyker, hoofd van de afdeling controle op de naleving van de wet Bestrijdingsmidde len bij de Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen in zijn inleiding op de Tuin- bouwmiddag in Goes op maandag j.l. Dit kort en bondig antwoord op de vraag óf er wel voldoende controle op de samenstelling en werking is, komt doordat de controle op grond van wat er in de Bestrijdingsmidde lenwet beschreven staat, wordt uitgevoerd. Deze wet bestaat nu 10 jaar, zij trad op 4 oktober 1948 in werking. VOORDAT deze wet in werking trad was er ech ter nog niets van een wettelijke regeling van deze materie. Men had ook geen ervaring met wat er het beste in de wet kon staan en hield zich aan een eenvoudige opzet: de verkoop van alle bestrij dingsmiddelen werd verboden. Aan de Planten ziektenkundige Dienst werd opgedragen, de keu ringen uit te voeren om ontheffingen van deze wet te kunnen verlenen. En sedert deze vierde oktober 1948 werden door de P. D. 10.556 monsters inge schreven en onderzocht en 1540 ontheffingen ver leend. De ontheffingen die voor deze wet worden ge geven, zo vertelde dr. Hartsuyker, geschieden uiteraard onder voorwaarde. De keuringsgegevens worden vastgelegd en een monster van de ter eerste keuring genomen partij wordt bewaard. Be halve dat er echter een intensieve keuring is voor een ontheffing van de wet, voert de P. D. ook controle uit. Deze controle vindt overal plaats, zeven speciale controleurs reizen door ons land, bekijken de opschriften van dozen, blikken, flessen en zakken en nemen monsters. NA 10 JAAR. IV A 10 jaar blijkt, dat de controle op de bestaande bestrijdingsmiddelen is toegenomen. ,,In het jaar 1956/'57 was ongeveer 90 tot 95 van de on derzochte monsters goed of nagenoeg gelijk aan het standaardmonster", aldus de heer Hartsuyker. Maar toch was 5 nog niét goed en zo nodig wordt hier proces-verbaal opgemaakt. De zwaar ste straf die in dit verband gesteld kan worden is een boete van maximaal 10.000,— en een gevan genisstraf. De hoogste straf die tot nu toe werd gegeven bedroeg 1000, Daar kunnen dan natuurlijk nog bijkomende straffen aan worden toegevoegd zoals inbeslag name, vernietiging, intrekking van vergunning en dergelijke. Rekent men dat de omzet van de bestrijdings middelen tegenwoordig een bedrag vergt van 15 miljoen gulden dan blijken de kosten die de P. D. maakt voor de contröle, rond 600.000,daarvan slechts vier procent uit te maken. De wet Bestrijdingsmiddelen bepaalt onder an dere, zo vertelde de heer Hartsuyker toen hij nader inging op het grote aantal bestrijdingsmiddelen dat in deze 10 jaar op de markt verscheen, dat de ontheffingen voor tien jaar gelden. Spreker stelde dat op dit moment voor 60 van de tien jaar r e- den aangevraagde ontheffingen, geen verleiK";-g meer gevraagd zal worden zodat tenslotte naar z'n schatting dertig tot veertig procent van alle 1540 bestrijdingsmiddelen reeds tot het verleden be horen. RASSENLIJST VOOR BESTRIJDINGSMIDDELEN TTITVOERIG ging dr. Hartsuyker in op de moge- lijkheid om een beoordeling van de verschillen de middelen tegen dezelfde kwaal, te geven en ze ook als zodanig te rubriceren. Maar dat het zo ver zou komen achtte spreker niet waarschijnlijk. Naar aanleiding van een vraag van de voorzitter van de Tuinbouwcommissie der Z. L. M., de heer P. J. J. Dekker, of ook opgegeven zou kunnen worden welk middel uit een serie, het beste is, lichtte de heer Hartsuyker nog toe dat men natuurlijk wel mini mumeisen stelt maar dat opgave moeiliik is. Wel wordt de betreffende fabrikant er zonodig op ge wezen dat produkten die acht jaar geleden nog goedgekeurd werden, volgens de huidige normen beslist niet meer in aanmerking voor een onthef fing zouden komen. Daarbij kan men, als gebruiker van bestrijdings middelen, óók monsters door de P. D. laten onder zoeken, tegen vergoeding van de vastgestelde on- derzoekkosten. Dit deelde de inleider mede naar aanleiding van een vraag van de voorzitter, of het Rijkslandbouwproefstation voor veevoeder- en meststoffen onderzoek in Maastricht niet schemer werkt waardoor bij voorbaat mogelijke knoeierijen worden uitgeschakeld. Tenslotte stelde de heer P. van der Have aan dr- Hartsuyker de vraag hoe lang het duurt voor dat een bestrijdingsmiddel in de handel gebracht kan worden. ,,Dit kan mede afhankelijk zijn van de omstandigheden", zo vertelde dr. Hartsuyker. „Want wanneer het noodzakelijk is wordt er zeker wel een voorlopige goedkeuring gegeven, al blijft men daar natuurlijk voorzichtig mee". Zeer voorzichtig drukte de heer Hartsuyker zich uit in zijn antwoord op een vraag van de voor zitter over prijsafspraken tussen fabrikanten, han del en loonwerkers^ Niettemin kon hij zich niet aan de indruk onttrekken dat de mogel"khe'd rtïr,t i"+- po-i0teri is "'^n de prijzen wel eens hoger zijn dan noodzakelijk is. N. S. TOEKOMST In een rede die minister Vondeling onlangs in Deventer hield stelde hij dat wij ons reeds nu moe ten instellen op de hoge eisen die een moderne bedrijfsvoering stelt. Wij moeten ons daar reeds nu op instellen, nu de marges in kosten en prijzen zo klein worden dat straks alleen de gespeciali seerde boer mee zal kunnen komen, aldus de minister. Deze rede sprak de bewindsman uit op de ledenraadsvergadering van de GeldersOver ijsselse Coöperatie voor Slacht-, Fok- en Gebruiks- vee. Het Landbouwschap heeft ock de blik op de toekomst gericht gehouden en de ministers van Landbouw, van Economische Zaken en van Buiten landse Zaken in een brief de opvattingen van het Landbouwschap onder ogen gebracht in verband met de verruiming van het internationale goede renverkeer. Kort samengevat is de mening van het Landbouwschap dat de produkten van land- en tuinbouw niet mogen worden veronachtzaamd en dat de concurrentieverhoudingen niet mogen wor den scheefgetrokken. De Raad van Ministers der E. E. G. kwam op 3 december voor deze zaken bijeen. DE NIEUWE POLDERS De minister van Verkeer en Waterstaat deelde onlangs aan de Tweede Kamer mede dat over wogen wordt om de volgorde van de voorgenomen inpolderingen in het IJsselmeer te wijzigen. De ongunstige financiële vooruitzichten dwingen nl. tot een beperking van de investeringen. Tot 1 november 1958 werd met inbegrip van de kosten van de dienst aan waterbouwkundige werken aan Oostelijk Flevoland een bedrag van 215 miljoen gulden besteed. Sedert het verkavelingsplan voor Oostelijk Fle voland in oktober 1956 werd vastgesteld, is steeds meer gebleken dat door de voortgaande mechani satie in de landbouw het aantal landarbeiders daar in door de toenemende rationalisatie van de ver zorgende bedrijven het aantal daarin een werkkring vindende personen, kleiner zal uitvallen dan aanvankelijk werd gedacht, zodat het totaal aantal inwoners van de polder aanmerkelijk lager moet worden geraamd dan ten tijde van de opstelling van het plan is gesteld. Het vraagstuk van de grootte van de landbouwbedrijven vormt overi gens nog een onderwerp van studie, een beslissing is nog niet genomen. (Advertentie) (Advertentie.) C.B.- rassen zijn oogstzekere rassen de kwaliteitserwu waaraan geen enkel ander ras kan tippen. Verzekeren en sparen tegelijk, dat is wel de ideale verzekering voor een boer of tuinder. Zo'n dubbele verzorging geeft een pensioen-verzekering, als er in de polis staat dat alle premies zullen worden terugbetaald als de verzekerde over lijdt eer het pensioen ingaat. Dan zijn de gestorte premies een uitkomst voor de familie. Zulke verzekeringen worden afgesloten door de Nationale Levensverzekering- Bank, die het devies voert: „Zekerheid een Nationale traditie". NATIONALE LEVENSVERZEKERING-BANK Schiekade 130 Rotterdam Verzekerd bedrag 3,5 miljard gulden Koopt op lijd uw zekerheid!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 7