Van Boerderij en Organisatie 676 ZEEUWS LANDBOUWBLAD OOST ZEEUWS VLAANDEREN. 13 oktober 1958. Guur, stormend en regenachtig weer was de afgelopen weken onze minder gewenste metgezel. De hoop dat de vrachtrijders de bieten van het land zouden halen is voorlopig in de regen „opgelost". Onze bietenoogst zal dan ook weer extra inspanningen vergen, wat nog minder aantrekkelijk wordt wanneer we weten dat de aanvoer nog met min stens een week zal worden verlengd. Dat dit zijn oorzaak vindt in een grote re oppervlakte en een gemiddelde ho gere opbrengst, valt voor een ieder te begrijpen. Enig geduld en in enkele ge vallen zelfbeheersing zal wel van node zijn, wanneer ieder regelmatig zijn kwantum aan de betrokken fabriek le vert. Diegene welke op slinkse wijze vroe ger tracht af te leveren, doet dit ten koste van zijn collega. Naast de bietenbeslommeringen zijn er ook weer de voorbereidingen voor onze veestapel in de aanstaande win- voedervoorraad en in veel gevallen wo;dt dan de rest aan de betreffende verzorgers overgelaten. Dat deze wijze van voorbereiding een doorn in het oog van onze voorlichting is. valt licht te begrijpen. Raadzaam en voordelig is dan ook, wanneer men een voederrantsoenering opstelt. (Alhoewel m.i. de praktijk de beste leermeester is.) Onze oudere Z.L.M.-ers, welke mis schien niet zo thuis zijn in de veevoe der-theorie, kunnen dit b.v. ook laten doen door hun geschoolde zoons, iets wat de verhoudingen kan verstevigen. De Puzzelrit behoort alweer tot het verleden en de deelnemers hebben eens kennis kunnen maken met onze minder „welgebaande" wegen. Niettemin is het een sporttieve kamp geworden waaruit de heer Luteijn als winnaar werd uitgeroepen. De gezellige avond aan deze rit verbonden had meer succes gehad wanneer ook niet- deelnemers waren uitgenodigd. Ten laatste voRen ook wij, Oost Zeeuws-Vlaamse agrariërs, de bewegin gen van de toekomstige maansatelieten, wanneer deze tenminste tijdens hun vlucht niet worden geliquideerd door de vliegende schotels van planeet Maïs. Hoewel deze mogelijke maanvluch- ten reeds enkelen naar „de bol" is ge slagen, blijven wij nog met „beide be nen" op onze klei staan. We hebben trouwen^ al moeite ge noeg om dé steeds meer problematische en geautomatiseerde landbouwwereld bij te benen. Tot óver twee weken. THOLEN EN ST PHILIPSLAND. 13 oktober 1958. Vrij aanzienlijke hoeveelheden neer slag hebben onze akkers moeilijk be werkbaar gemaakt. De laatste aardap pelen komen dan ook niet mooi meer aan de hoop. In het begin was het wel licht wel wat al te mooi geweest, om dat de aardappelen toen wat al te schoon uit de grond kwamen. Daardoor is hier en daar nog al eens beschadi ging van de knollen voorgekomen het geen zich thans pas openbaart. De voorraad- en zakkenrooiers hadden de grond er vrij wel direct uitgezeefd en daardoor krijgen de aardappelen de vol le slag van de rooier alleen te verwer ken. De eerste regen heeft hiervoor gun stig gewerkt, doch de laatste weken, kregen we wat te veel van het goede en toen kwam er weer te veel grond nice De zakkenrooiers moesten op stal gezet worden, terwijl de voorraad- rooiers aanmerkelijk veel grond tussen en op de gerooide knollen gooiden. Het aardappelseizoen is ondertussen vrijwel voorbij en nog slechts enkele late percelen zitten nog in de grond. De opbrengsten waren over de gehele linie goed en als de voortekenen niet bedriegen, ziet het er ook met de prijs niet slecht uit. Trouwens dat zal voor velen na de slechte resultaten van vorig jaar zeker van pas komen. Wanneer we beide jaren samen nemen dan zal het eindresultaat heus niet zo bijster goed zijn. De bietencampagne draait nu op volle toeren, de bieten zijn goed en het ge halte redelijk. Er komen zeer grote verschillen voor in de gehalte's bij de verschillende collega's en naast een gehalte van 14,2 hoorden we een ge halte noemen van 18,3 Evenzo ligt het met de tarra-percen- tages. Na al de regen van de laatste dagen zal dit er niet op verbeteren. Het wordt ook tijd om de eerste bie tenkoppen aan de kuil te rijden. De gro te spreiding bij de bietenleverantie is een grote handicap bij het geslaagd in kuilen van het bietenloof. Men is dan gauw geneigd om eens een weekje te wachten tot. dat men wat meer loof tegelijk in kan kuilen, de bezwaren daaraan verbonden neemt men dan op de koop toe. Het beste is om steeds het loof dat men niet direct vervoedert aan de kuil te rijden en wel zodanig dat deze zo smal wordt opgezet dat ze in één keer vol komt zodat dit gedeelte direct met grond kan worden afgedekt. Het mooi ste werk levert men als men over en kele silo's beschikt, zodat men deze stuk voor stuk kan vullen. Het aantal silo's in onze streek is echter nog niet zo groot, zodat er nog heel veel bietenloof in de kuil wordt gereden. Sommigen kuilen het bieten blad nog wel in het land zelve. Naast het voordeel dat men het blad niet ver behoeft te vervoeren, heeft dit het na deel van grotere verliezen alsmede de kans dat men het kuilvoer a.s. winter onder ongunstige omstandigheden moet halen. Tevens heeft men schade aan het land, waarop zo'n bietenkuil heeft gelegen. Dit kan men soms enkele ja ren nadien nog zien. ZUID BEVELAND. 13 oktober 1958. Terwijl de pen langzaam maar gesta dig over het papier r- lijdt en allerlei ge beurtenissen van ons gewest in zich heeft, is het buiten guur weer. De re gen valt striemend neer en de wind maakt schoon schip in de nog met bla deren bezette bomen. Onze gedachten gaan nog even met heimwee terug naar de zomerse dagen. Ze zijn weer voorbij en de kachel en winterjas zijn weer welkome gasten. De avonden zijn weer lang en dan komt de vraag weer naar voren wat gaan we doen in deze a.s. wintertijd. We kunnen gaan puzzelen of slapen, of niets doen. Maar we kunnen deze avon den ook produktief doorbrengen. Ik denk hierbij aan het bezoeken van ver gaderingen die weer voor de deur staan. Verschillende bestuursleden doen hun best om een zo goed mogelijk program ma te bieden. Het is aan ons leden de taak deze te helpen doen slagen. De vergaderingen, hoor ik al zeggen, zijn zo veelvuldig, maar we zullen moeten kiezen en toch zeker die bezoeken waar de agrarische kant besproken wordt. We kunnen dan onze mening naar vo ren brengen. Want ook hier geldt de spreuk: „Hebt gij klachten, zegt ze ons, (dus op de vergadering); zijt gij tevre den, zegt het anderen". Dit was dus iets over 't vergaderen. Ongetwijfeld houdt dit ons niet de ge hele winter bezig. We kunnen ook wat goede lectuur lezen en in het bouwplan valt bij de meesten ook nog wel wat te modderen. De jongeren zullen wel licht hun oog laten vallen op de één of andere cursus en zo lijkt de winter lang, maar als we er eenmaal inzitten is ze ook weer zó om en komen we meestal nog tijd te kort. Van de avond terug naar de dag, want ook dan moeten nog veel werk zaamheden gebeuren. De bieten moeten nog van 't land en de akkers nog ge keerd. Ook het loof en de koppen kun nen op de meeste bedrijven goed ge bruikt worden. Velen zijn dan ook aan het kuilen geslagen. Dit lijkt een een voudig karwei, maar zo is het beslist niet. Indien men een goed wintervoer hiervan wil maken, vereist dit nog heel wat zorg en moeite. Maar hier worden we wel voor betaald. Een goed gevulde en opgestapelde kuilhoop of silo bevat doorgaans meer eiwit dan een slecht en vuil loof bijeen te rijden slecht op te stapelen en idem af te dekken. Een eenvoudig rekensommetje leert ons genoeg: geven we bijvoorbeeld 20 kg goed kuilvoer per dier per dag met 1,3% eiwit, dan geven we 260 gram per dag; is dit eiwitgehalte door slecht inkuilen echter maar 0,8% dan komt dit op 160 gr per dag ofwel 100 gr min der; dit is weer ongeveer 1/3 kg van de koeken met 30% vre. NOORD-BEVELAND. 14 oktober. Er zijn nu drie leveringstermijnen van de bietencampagne (pee-champag ne zegt bure steeds) verstreken en zo hebben we al enigszins een inzicht in opbrengst en gehalte. De eerste is heel goed, maar het gehalte is toch maar weer matig, hoewel er grote verschil len van bedrijf tot bedrijf voorkomen. De eerste twee weken van de cam pagne hebben anders maar een revolu tionair karakter gedragen, gezien 'tfeit, dat er met veel misnoegen op beurzen en leveringsplaatsen gewag is gemaakt van de lage wortelopbrengsten in die gevallen waarbij volgens de nieuwe mode „weinig" stikstof op de suikerbie ten werd gestrooid. Mijn agressieve overbuurman ging zelfs zó ver, dat hij mij beloofde volgend jaar maar weer 5 baal per gemet te zunen strooien, om dat de bieten op de kopakkers, waar de strooier dus een dubbele portie stikstof had gedeponeerd, een bepaald eerbied- waaiuige omvang hadden. Overigens behoren bij 20 minder planten de bieten ook 20 groter te zijn. Mijn andere buurman is gecharmeerd voor veel schieters, want dat kondigt een hoge wortelopbrengst aan. Daarin is hij dan inderdaad principieel, want bij veel stikstof gaan de bieten eerder aan „zelfverheffing" leiden, dan bij wei nig, terwijl ze zich tot hoornachtige ge vaarten kunnen ontwikkelen onder die omstandigheden. Naderhand, toen de suikergehalten duidelijke taal spraken, luwde de revo lutie en thans is de rust weergekeerd en menige stikstofminnaar is beschaamd afgedropen. Overigens zou men de stikstof wel het zwarte schaap van de suikerbieten teelt kunnen noemen, want valt de op brengst tegen, maar al te vaak heeft de stikstof (of liever: te weinig stik stof) het gedaan. Soms is er sprake van een verregaande inconsequentie in dit opzicht. Zo zijn er gevallen bekend, dat de opbrengst door bietenmoeheid tegen valt. Maar de stikstof krijgt de schuld: „het had een baal meer moeten zijn De eerste wintertarwe is reeds ge zaaid. Zo zorgen we reeds voor het volgend jaar, waar we ons nog volop beijveren in het wegwerken van de oogst van het lopende jaar. Het aantal rassen, dat uitgezaaid is of zal worden, lijkt groter te zijn dan ooit te voren. Hoogstwaarschijnlijk zal Staring wat terrein moeten afstaan aan de nieuwe ling Flamingo, die dit jaar zulk een uitstekende indruk heeft achtergelaten. SCHOUWEN EN DUITSLAND. 14 oktober 1958. Zo langzamerhand zijn we in de herfst verzeild geraakt. Blad valt van de no men, bloemen sterven af en de weiden worden vaal van kleur. Maar al wor den de weiden vaal, toch verdienen ze nog enige verzorging. Ze moeten kaal de winter in. Daar ontbreekt het wei eens aan. De mestflatten moeten ge spreid zijn en de bossen gemaaid. Een koppeltje schapen er op is ook best. Het viel op, dat er begin oktober geen perceel gras te vinden was cm ingekuild te worden. Bij een goede in tensieve weilandexploitatie moet dat mogelijk zijn. Naar deze percelen werd gezocht om de nieuwe kuilmachine van Bonda en Vicon te laten werken. Nu worden er twee kuilen met stoppelkla ver mee gemaakt. Het vee gaat dan zo langzamerhand weer naar binnen en zij moeten weer wennen aan hooi, kuil- en krachtvoer. Dat is een hele overgang voor de die ren en voor de boer een moeilijkheid hoeveel van elke soort voer per dier gegeven moet worden om een zo groot mogelijk rendement te bereiken. Maar voor de Schouwen en Duivelandse vee houders bestaan die moeilijkheden niet. Even het antwoordstrookje ingevuld en opgestuurd en het wordt voor u uitge rekend. In de herfst begint ook het winter- voor-ploegen, waar de meesten ook reeds mee bezig zijn. Naast de bekende ploeg werkt nu ook de nieuw ontwor pen spitmachine op ons eiland, zoals u de vorige week kon lezen. Enkele heb ben hem reeds zien werken. De menin gen omtrent de resultaten zijn nogal verdeeld. Tussen twee haakjes, ieder is in de gelegenheid om het werk te be oordelen, omdat hij, over het gehele eiland verspreide percelen, gaat bewer ken. Op het ogenblik ten Zuiden van Brouwershaven daarna N.O. van Haam stede en zo verder oostwaarts tot in de polder van Oosterland toe. Verschillen de landbouwers hebben daarvoor per celen beschikbaar gesteld, waarvoor de organisatoren zeer erkentelijk zijn. Zoals ik reeds zei, de meningen zijn verdeeld. Maar alvorens u een mening gaat vormen, bedenk en bekijk dan het volgende: 1. De machine is nog steeds in ont wikkeling. 2. Hij moet geschikt gemaakt wor den voor gronden van 2090% af- slibbaar. 3. De structuurverbeterende werking omdat geen slib optreedt en geen ploegzool ontstaat. 4. Weeg dit af tegen een enkel on kruidje wat boven blijft. 5. Onthoudt de percelen, zodat u de volgende oogst kunt zien en 6. Geef dan opbouwende kritiek. De bietenoogst vordert gestadig. Ge modderd wordt er gelukkig nog niet. Laten we hopen, dat het zo blijft, zodat droog op wintervoor gereden kan wor den. De opbrengsten in kg zijn goed, maar de suikergehalten lopen zeer uit een van 1417%. De eerste bietenbladkuilen worden ook opgezet. Regelmatig aanvullen geeft de beste resultaten. Het gebruik van een transporteur is aan te bevelen. Dat werkt makkelijker en tevens komt het geloste produkt midden op de kuil, zodat minder last van scheefzakken verkregen wordt. Bij het ploegeji komt nog al eens de vraag: „Zou ik moren"? Nu bestaan er twee manieren van moren nl. diep en ondiep. Diep wil zeggen 4050 cm. Dat is gevaarlijk werk en zo maar niet zon der meer uit te voeren alvorens er eens over gepraat te hebben. Ondiep wil zeg gen enkele cm beneden de ploegzool om deze los te trekken. Dat kan zon der bezwaar gedaan worden, mits de grond niet te veel „smeert". Als laatste is van belang dat de ploeg met Kerst mis weer in het vet staat. De grond moet rust hebben om er natuur in te krijgen. WALCHEREN. 14 oktober 1958. Heeft het weer dit jaar lang een zo mers karakter gehad, de laatste dagen is hét najaar. Een striemende regen met harde wind zorgt er voor dat we ons des avonds behaaglijk gevoelen in een verwarmde huiskamer. Mag het in de zomermaanden een ge noegen zijn om in de vroege morgen uren in de wei de koeien te melken, het Zie verder volgende pagina

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 4