Garantieprijzen
vastgesteld
ZATERDAG 18 OKTOBER 1958
3
10
No. 2449 Frankering bij abonnement: Terneuzen
46e Jaargang. ,t
ZEEUWS LAHDBO UW
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
en de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
De Tarweprijs voor oogst 1959 is vast
gesteld op ƒ30,95 per 100 kg met 17 °'o
vocht. Stijging ten opzichte van 1958
(ƒ29,20) komt door stijging kostprijs als
gevolg van daling stroprijzen en betere
doorberekening kosten grond en gebou
wen.
De suikerprijs zal zodanig worden vast
gesteld dat de suikerbietenprijs komt te
liggen op 53,40 per 1000 kg met een
suikergehalte van 16 Dit geldt alleen
voor de hoeveelheid suiker, die in eigen
land wordt verbruikt.
8
De minimumprijzen voor gerst en
haver zijn vastgesteld op ƒ26,45 voor
gerst en ƒ24,65 voor haver per 100 kg.
Voor de lichte gronden gelden hogere
prijzen, (ƒ25 miljoen extra voor de voe
dergraansector van de gemengde zand-
bedrijven.)
Voor consumptie-aardappelen zal de
uitwerking van een bijzondere garantie
regeling evenals in het verleden op een
later tijdstip volgen. (Voor fabrieksaard
appelen is een garantieprijs van 7,30
per 100 kg vastgesteld.)
De garantieprijs van de melk is voor
de melkveehouders vastgesteld op 28,90
per 100 kg met 3,7 vet. De hoogte van
de prijs is onveranderd gebleven. Niet
echter de beperkingen.
Deze garantieprijs geldt slechts voor
een hoeveelheid van 5 miljard kg (vorig
jaar 5,18 miljard kg). Het saldo van het
Zuivelfonds, dat de opbrengsten van con-
sumptiemelk en industriemelk egaliseert,
zal alleen worden uitgesmeerd over deze
5 miljard kg.
Daarenboven moet de veehouder een
gedeelte van het marktrisico voor zijn
rekening nemen. Daalt de opbrengstprijs
van de melk namelijk meer dan 5 cent
per kg onder de garantieprijs, dan moet
van dat meerdere de veehouder de helft
dragen.
Met deze nieuwe garantieregeling hoopt
de Minister de lasten van het Landbouw-
Egalisatiefonds met 100 miljoen te ver
lichten.
Het garantiebeleid moet gezien worden
tegen de achtergrond van het structuur
beleid. De regering handhaaft het prin
cipe van het verschaffen van bestaans
zekerheid aan goed geleide, sociaal en
economisch verantwoorde bedrijven.
Voor een uitvoerige uiteenzetting van
het standpunt van de Minister leze men
pagina 3. Ons commentaar volgt volgen
de week.
Hiernaast afgedrukt vindt de lezer een offi
ciële mededeling over het landbouwprijsbeleid
1958/59. Maandag a.s. zal het Dagelijks Bestuur
van de Z. L. M. zich nader omtrent deze prijzen
en ie gevolgen daarvan beraden.
Minister Vondeling heeft sedert hij dit voorjaar
de sterk versleten boedel van zijn voorganger
overnam, wel veel gerucht veroorzaakt, doch nog
weii'-'g positiefs verricht. Overigens benijdde nie
mand hem zijn taak. Als positief punt willen wij
noemen een weliswaar bediscussieerde maat
regel voor het vlas, welke toch als een poging in
de goede richting te karakteriseren valt. Aan de
huidige voorstellen zit ock een positieve kant,
namelijk het tijdiger bekend maken van de prij
zen voor het komende produktiejaar, zodat de
boer daarmee bij zijn teeltplan althans rekening
kan houden. Jarenlang is daarnaar door de boe
ren zeker ook niet in het minst door de Z. L. M.
gevraagd.
De Minister stelt dat z^jn garantiebeleid alleen
verantwoord te achten is, gezien tegen de achter
grond van een structuurbeleid op langere termijn.
Het lijkt ons in dit verband weinig consequent,
dat de Rijksbijdrage in de structuursector (cul
tuurtechniek) met meer dan ƒ30 miljoen is be
knot gedurende de laatste twee jaar.
De bekende doch onzekere Mansholt-formule
van bestaanszekerheid aan goed geleide, sociaal
verantwoorde bedrijven als primaire grondslag
voor het landbouwprijsbeleid, is gehandhaafd,
doch deze Minister toetst de resultaten van de
huidige berekeningsafspraken aan die van een
mede berekend inkomen voor de boer. D t is een
nieuw punt. waaraan vooralsnog evenmin genoeg
houvast te bekennen valt.
Men kan niet zeggen, dat er in de nieuwe melk-
prijsgarantie met beperking geen systeem zit. En
hoewel het Produktschap voor Zuivel met de op-
stelling van zijn adviezen nog niet klaar was, is
er niet langer gewacht. Het Produktschap wist
toch dat men vóór half oktober klaar moest zijn
Twee punten zijn helemaal niet te verteren. Bij
de kostprijsberekening is men uitgegaan van 2 ha
grotere bedrijven dan tevoren, teneinde de voort
schrijdende technische ontwikkeling ook in de
basis van het landbouwprijsbeleid tot uiting te
brengen. Zo staat het er. Het Landbouwschap
heeft o.i. terecht op dit punt niet van over
eenstemming willen weten. Het is zo'n beetje als
het jongetje die in zijn kleine kalf een fikse vaars
wilde zien. Het tweede punt betreft het gedeelte
van het marktrisico, dat de veehouder voor zijn
rekening moet nemen. De Regering wil, wanneer
het verschil tussen de garantieprijs en de op
brengstprijs hoger wordt dan 5 cent per kg melk,
het meerdere voor de helft ten koste van de vee
houder laten.
Nadat dus de garantie naar hoeveelheid be
perkt is tot 5 miljard kg melk, moet ook nog wat
genoemd wordt marktrisico verrekend worden.
O.i. is er echter geen sprake van een natuurlijke
wereldmarktprijs voor zuivelprodukten, doch
slechts van een volkomen gedenatureerde. Onze
Regering levert met deze bepaling de goedkoop
producerende Nederlandse veehouder ten dele uit
aan het beleid van vreemde Regeringen
Van een sterke beïnvloeding door middel van
de prijzen teneinde meer verschuiving van vee
houderij naar akkerbouw te bewerkstelligen,
is nog niet al te veel te merken. De tarweprijs is
op een redelijker peil gekomen; voor gerst en
haver zijn de verhogingen klein. De voorstellen
van het Landbouwschap voor de voergranen zijn
dus niet overgenomen. Zij waren ook niet vrij
van willekeur en over het voorgestelde beginsel
van 10 winstopslag of vrije uitloopmogelijk
heid, zoals bestaande, valt juist in beginsel nog
wel wat te zeggen en ook te twisten.
De suikerbietenprijs is vastgesteld, zoals voor
gesteld door het Landbouwschap, doch evenals
bij de melk geldt hier een garantiebeperking en
wel zal de hiermee samenhangende garantieprijs
voor suiker in beginsel slaan op de produktie, die
in het binnenland kan worden afgezet. M.a.w. bij
een grote uitzaai of bij een kleinere uitzaai, doch
zeer grote oogst, moet de suikerindustrie ook op
de wereldmarkt terecht met een overschot, waar
van de lagere prijs de contract- en uitbetalings*
prijs der industrie gaat drukken.
We hebben ons bij dit korte commentaar be.
perkt tot de meer zuiver Zeeuwse aspecten. Minis-
ter Vondeling is thans doortastend gebleken. Het
is allemaal allesbehalve eenvoudig, men zit ook
met een samengestelde erfenis. Het vetgehalte
van de melk is echter nog niet omhoog; dat blijft
in de zuivel de zaak waar het al jaren om
draait. De adviesaanvrage ligt bij de S.E.R., doch
had er ook maanden eerder kunnen liggen. Wij
kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat
de instandhoudingspolitiek waar de nieuwe zeker
heids-inkomenspolitiek naar zweemt, voorbijziet
aan het stilstand is achteruitgang.
GEUZE.