enken
RADIO
Regelmatige aanvoer
van bewaarfruit is belangrijk
DIRECTRICE
LANDBOUWHUISHOUDSCHOOL
NAM AFSCHEID
Korte
ZATERDAG 4 OKTOBER 1958
Onder de
Tuinbouwlantaarn
Goede zorg voor goed produkt
VORIGE week maakten wij enkele algemene op
merkingen over de behandeling van het fruit
dat we opslaan in koelhuizen, bewaarplaatsen en
gascellen. Dit is echter een dermate omvangrijk
onderwerp dat we er ook deze week aandacht aan
schenken. We zijn nu immers in de periode dat de
pluk voor het koelhuis gaat beginnen of reeds aan
de gang is. Vrijwel elke fruitkweker heeft er mee
te maken. Een groot deel van de fruitoogst moet
immers bewaard worden. Bij een totale produktie
van 450 miljoen kg appels en peren kan er in koel
huizen en bewaarplaatsen in ons land 25 wor
den opgeslagen. Dat is veel. Het is echter ook no
dig, want onze hedendaagse fruitteelt zou eenvou
dig niet meer denkbaar zijn zonder de mogelijk
heden van opslag en bewaring.
De grote ontwikkeling van de fruitteelt in de
afgelopen jaren is niet in het minst te danken aan
de mogelijkheden van bewaring. Immers in het
najaar is er zoveel aanbod van fruit dat het niet
mogelijk is dit allemaal tegelijk op de markt te
brengen. Hier bieden de bewaarmogelijkheden uit
komst.
Elk jaar, en dus ook dit jaar geldt: volg een
zelfde lijn. Als u altijd in het najaar uw fruit ver
koopt, doe het dan ook dit jaar maar als u ge
wend bent fruit te koelen, blijf dat dan doen.
Er zijn altijd mensen die het ene jaar bewaren
en het andere jaar vroeg verkopen. Mensen die
geen vaste lijn in hun bedrijfsvoering hebben. Men
kan dan een keer geluk hebben. Over het alge
meen hebben we hiervan echter nog weinig gun
stige resultaten gezien. Eén ding is echter naar
onze mening zeker: fruit is geen best produkt om
er mee te gokken. Zeker, er wordt wel eens ver
diend door gelegenheidsgokkers in fruit, maar
de echte speculant zouden we toch liever naar
de effectenbeurs willen verwijzen dan naar de
fruitveiling. Zoals we echter reeds hebben opge
merkt is het noodzakelijk dat een groot deel van
de fruitoogst wordt opgeslagen in het koelhuis.
Dat gebeurt in Zeeland en overal in het land. De
Zeeuwse koelhuizen zullen weer vol komen. Voor
een klein deel zal het fruit van de handel zijn, maar
overwegend fruit van de teler.
REGELMATIG AANVOEREN.
L1 R is bij sommige fruitkwekers nog wél eens de
gedachte dat alle fruit geschikt is voor het
koelhuis. Dat is niet waar. Bewaarfruit moet goed
fruit zijn. Het koelhuis is geen ziekenhuis waar
een ziek produkt in kan om er straks gezond uit
te kernen. Enkel goed fruit in het koelhuis, moet
het devies zijn van elke fruitkweker.
Een andere zeer belangrijke zaak waar wij de
aandacht op willen vestigen is het tijdig verkopen
van het fruit. Ve»- vóórdat het fruit „versleten''
is moet het verkocht zijn. Het is beslist niet in het
belang van de fruitteelt als men tot het laatste
afwacht hoe het prijsverloop zal zijn. Men moet
fruit uit het koelhuis aanvoeren op een moment
dat de vrucht nog volkomen gezond is en van goe
de kwaliteit.
Dat wil ook zeggen dat er regelmatig aanvoer
uit het koelhuis moet zijn. Er mogen in de winter
maanden geen perioden voorkomen waarop de
handel op onze Zeeuwse veilingen niet terecht kan
omdat er geen aanbod is, terwijl koelhuis nog vol
zit.
Uiteraard zijn we een vurig voorstander van vrij
heid van dé kweker om met zijn produkt te doen
wat hij wil en zoals het hem lijkt, maar toch heb
ben wij ons wel eens afgevraagd of onze veilingen
geen grotere zeggenschap moesten hebben ten
aanzien van het verkopen van fruit uit het koel
huis.
Het komt nu voor dat niet alleen het belang van
de betreffende kweker wordt geschaad door onver
antwoord optreden van hemzelf, 'maar ook anderen
kunnen er schade door ondervinden.
We zijn er van overtuigd dat het een zeer moei
lijk punt is, maar het lijkt ons toch nuttig voor
onze veilingbesturen om op hun vergaderingen
aandacht te schenken aan dit probleem. Het is
immers van het grootste belang dat er regelmatig
aanvoer is.
In aanwezigheid van het gehele personeel nam
mejuffrouw C. Hartog, directrice van de Land-
bouwhuishoudschool te Tholen op vrijdag 26 sep
tember j.l. afscheid van de leerlingen.
Onder het nuttigen van een kopje koffie en een
gebakje richtte de heer Laco, leraar Engels en
Frans, woorden van waardering en dank tot mej.
Hartog. In het gymnastieklokaal nam zij vervol
gens persoonlijk afschep van de leerlingen.
OOGSTEN, SORTEREN EN TRANSPORTEN.
VER het oogsten van het bewaarfruit hebben
we de vorige week reeds enkele opmerkingen
gemaakt. Als algemene regel geldt dat het juiste
tijdstip zeer belangrijk is. Men mag niet te vroeg
plukken want aat gaat ten koste van kleur en
aroma. Men mag ook niet te laat plukken want
dat gaat ten koste van de houdbaarheid. U zult
miscnien zeggen „Wanneer moet ik dan eigenlijk
plukken?" Uns antwoord hierop is „Dat laat zich
niet beschrijven in een artikel. Dat zult U voor u
zelf moeten uitvinden op uw eigen bedrijf, reke
ning houdende met de daarvoor geldende omstan-
digneden. U doet er echter wel goed aan rekening
te nouden met het eerstgenoemde."
We hebben in deze rubriek reeds enkele keren
gesproken over de noodzaKenjkneid van het door-
piUKKen van het iruit.
Dat geldt ook voor het koelhuisfruit en met
name denken we dan aan het ras Jonathan. Het
zal niet dikwijls voorkomen dat alle vruenten van
dit ras tegelijk geplukt kunnen worden en toch
gebeurt u^c op sommige bedrijven, we nopen
echter dat het uitzonderingen zullen zijn, want
juist de kleur van het fruit is een belangrijk ver
koop-argument.
Dat U geen nat fruit moet plukken is .wel vol
doende beKend maar toch kan net geen kwaad dat
hier nog een keer te herhalen.
De kisten met geplukt fruit dienen beslist niet
gezet te worden in de volle zon Het beste is het
om ze op klampjes bij elkaar te zetten en ze af te
dekaen. voor ue kwaniuit van het fruit is net
storten op stro zeer nadelig. In verband met het
op kleur orengen is het soms bij de Sterappel nood
zakelijk dat ze worden uitgestort op stro maar
ook in dit geval dient het toch wel uiterst zorgvul
dig te geoeuren. Als het maar enigszins mogelijk
is zouaen we willen voorkomen dat er in onze
boomgaarden appels of peren op stro worden uit
gestort en zeker geldt net voor bewaarfruit.
Tegelijk met het plukken kan het bewaarfruit
ook vvoi^en gesorteerd. We hebben reeds gezegd
dat enkel het goede fruit het koelhuis in mag gaan.
Daarom, is het oelangrijk dat het fruit van mindere
kwaliteit tegelijk bij de plux wordt uitgesorteerd.
Hierdoor worut bereikt dat het bewaarfruit zo
weinig mogelijk bewerkingen moet ondergaan,
iedere DewerKing heext in zich ue mogelijkheid van
beschadiging en dat moet voorkomen worden.
Het transport van de boomgaard naar koelhuis
of bewaarplaats dient eveneens zo voorzichtig mo
gelijk te gebeuren. Goed verende wagens moeten
voor dit aoel worden gebruikt. We nemen echter
aan dat alle wagens waarmede fruitvervoer plaats
vinor, op dit punt in orde zijn want schonkend
vervoer is funest, niet alleen voor bewaarfruit
maar voor alle fruit.
Zo vlug mogelijk na de pluk dient het fruit' naar
koelhuis of bewaarplaats te worden gebracht. Als
net erg uruk is aan Kan gemakkelijk de gedachte
veid winnen dat het axle veren iets is van later
zorg. Zo is het niet. Direct na de pluk naar het
koeinuis, geldt voor elke fruitbewaarder.
Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen
heert enkele jaren geleden een zeer leerzame pu
blicatie acen verschijnen met het doel te komen
tot beter Dewaarfruit. Daann worut o.m. opge
merkt dat een goede bewaring begint bij de teelt.
Een goed verzorgd produkt vergroot de kans op
een succesvolle bewaring. Over de invloed van de
teelt op de bewaarbaarheid van het fruit zijn we
in dit artikel niet ingegaan. Dit is trouwens een te
uitgebreid terrein om hier voldoende te kunnen
behandelen. Wel willen we nog opmerken, dat
vruchten geteeld op zwaardere gronden later pluk-
rijp zullen zijn dan die welke geteeld zijn op lichtere
grondsoorten. Ook geven bomen op zwart gehou
den grond een sneller rijpende vrucht dan bomen
in gras. Met deze feiten moet men wel rekening
houden bij het vaststellen van de plukdatum.
Ook de onderstam is van invloed. Vruchten
welke zijn geteeld op zwak groeiende onderstam
men moeten in de regel eerder worden geplukt
dan die welke op matig sterke en sterke onder
stammen worden geteeld.
Ook de bezetting van de boom speelt een rol.
Het bewaarseizoen 1958-1959 is weer begonnen.
Dat wil zeggen dat er in Zeeland alleen 810 mil
joen kg fruit wordt opgeslagen.
Door gezamenlijk overleg kan worden bereikt
dat niet al dit fruit straks tegelijk wordt aange
boden omdat het beslist weg moet, misschien wel
ten koste van de kwaliteit.
Ik herinner me altijd nog dat verhaaltje van de
twee boerinnen, die hammen in voorraad hadden
van de huisslachting. De ene boerin ging er van
eten op het moment dat de ham nog best was en
at het hele seizoen goede ham. De andere boerin
wachtte tot de ham belangrijk aan kwaliteit had
verloren en sneed er dan steeds de slechtste plek
jes uit en at hierfjkor steeds slechte ham..
Koopt geen ongekeurd zaaizaad. Dit is meestal
zuinigheid, die de wijsheid bedriegt. Dit zaad ia
dikwijls sterk verontreinigd met allerlei schade-
lijke vermengingen. Een zeer gevaarlijke hiervan
is b.v. wilde haver. Zit dit onkruid eenmaal in uw
land, dan raakt U er niet gemakkelijk meer afv
Verder is het ruilen of aankopen van ongekeurd
zaaizaad strafbaar.
De kwaliteit van de zaaigranen is door de
regens tijdens de oogst ook dit jaar minder goed.
Dit is niet zo erg, als U voor het uitzaaien de
granen maar ontsmet. Dit kost slechts een luttel
bedrag in geld, de opkomst en ook vooral de be-
gingroei is vele malen beter. Wel moet men zich
precies aan de voorgeschreven hoeveelheden
houden.
Ook dit jaar bleef Heine's VII op de proefvel
den met zijn opbrengst een stuk achter bij de
andere rassen. Op 2 van de 7 rassenproeven in
het Z.W. zeekleigebied stond dit ras mede als ge
volg van de gele-roestaantasting 700-1000 kg per
ha in opbrengst achter bij de overige rassen. Bij
de 5 andere proefvelden bleef de opbrengst bene
den het gemiddelde.
Dat stalmestverspreiders behalve voor stalmest
ook prima geschikt zijn om schuimaarde te ver
strooien is vorige week tijdens demonstraties
weer duidelijk bewezen. Verschillende van deze
werktuigen hebben een eenvoudig afneembaar
strooimechanisme. Zodoende kan de lage wagen
ook nog voor verschillende andere doeleinden
worden gebruikt.
Oud grasland bevat een humuspercentage, dat
na scheuren nog vele jaren lang een gunstige in
vloed heeft op bouwlandgewassen. Nieuw gras
land komt enkele jaren na aanleg in een sukkel
periode. De gegeven stikstof wordt voor een ge
deelte benut voor humusvorming. Wil men deze
periode snel overbruggen, dan moet minstens 6
balen stikstof per jaar extra worden gegeven.
Grote giften kalk en grasland hebben weinig
zin. Het blijft in de bovenlaag zitten, verhoogt in
deze laag dus sterk de pH. Det plantenflora is
niet aangepast aan deze verandering. De bestaan
de grassen doen het tijdelijk minder goed. Boven
dien wordt de zode meer kapot getrapt en is de
kalk niet zo erg goedkoop.
Door de bieten een week vóór het rooien te lich
ten, neemt het suikergehalte beduidend toe. Dit
geeft zeker voordeel voor bieten die reeds afge-
rijpt zijn. Staan de bieten nog erg groen en de
groei-omstandighedën zijn gunstig, dan is het een
vraag of deze methode voordelig is. Mischien dat
ze in dat geval meer groeien in kilogrammen dan
er bij voortijdig gelichte bieten aan suiker bij
komt.
Nog is de grond niet erg nat. Voor percelen, die
vrij zijn, moet niet meer gewacht worden om deze
op wintervoor te ploegen. Wanneer gewacht
wordt tot het drukke bietenseizoen achter de rug
is, zal het wel nat zijn. Begin het eerst met de
zwaarste percelen te ploegen.
Roest in grasland komt dit jaar veel voor. Deze
verschijnselen treden vrij veel op, wanneer na
een natte periode, droog warm weer volgt. Ver
giftigingsverschijnselen bij vee, dat dergelijk gras
eet, zijn nog niet voorgekomen. Wel nemen de die
ren het gras minder goed op en neemt de kans
voor het optreden van diarree toe.
Dinsdag- 7 oktober a.s., Hilversum II, 12.20—
12.30 uur zullen met medewerking van ir. W. A.
H. A. Th. van Oyen, Rijksveeteeltconsulent te
Utrecht, enkele opnamen worden uitgezonden van
de op 26 september te Utrecht gehouden provin
ciale rundfeefokdag.
De uitzending zal worden besloten met een
praatje van ir. L. G. Oldenbanning van het Be-
drijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonder-
zoek te Oosterbeek over het onderwerp „Wat leeft
er in de grond".
Vrijdag 10 oktober a.s., Hilversum II, 12.20—
12.30 uur zullen in het hoorspel „De boer van
Nooitgedacht" de oktober werkzaamheden worden
behandeld naar gegevens van ir. L. J. P. Kupers,
Rijkslandbouwconsulent voor W. Noord-Brabant