Notulen van de Hoofdbestuursvergadering der Z.L.M. D] ZATERDAG 5 JULI 1958 457 N' OPENING. "T\E Vice-Voorzitter, de heer P. J. J. Dekker, her- denkt, alvorens de vergadering te openen, met enige gevoelvolle woorden het op 9 april overleden Hoofdbestuurslid de heer A. Haak te Zaamslag. Vervolgens opent spreker de vergadering en heet alle aanwezigen hartelijk welkom. Spreker verontschuldigt de Algemeen Voorzitter, Ir M. A. Geuze, die door een lichte ongesteldheid de mor genvergadering niet kan bijwonen. Een bijzonder woord van welkom richt spreker tot de nieuwe Hoofdbestuursleden de heren C, Adamse, A. L. C. Brooijmans, J. P. van Dijke, M O. Hanse, A. de Jager, M. Klompe, K. A. van Lan geraad, P. Lampert Pzn, W. Minnaard, H. J. Vol kers, H. J. van de Zande en M. L. de Zwart, waar bij hij de hoop uitspreekt, dat zij met al hun krach ten zullen meehelpen de belangen van de Zeeuwse boerenstand te behartigen en waarbij spreker er op wijst, dat het noodzakelijk zal zijn, als Z. L. M. een hechte organisatie te blijven vormen. Tenslotte richt spreker zich tot de burgemeester van de gemeente St. Philipsland en tot de advise rende leden. NOTULEN. (~)P blz. 20 dient de naam P. H. Dekker gewijzigd te worden in P. J. J. Dekker. Behoudens boven staande wijziging worden de notulen van de ver gadering van het Hoofdbestuur van 18 november 1957 goedgekeurd en ondertekend. INGEKOMEN STUKKEN. P EN brief van mevrouw Haakde Bokx te Zaam- -L' slag, waarbij zij de Z. L. M. succes toewenst met de te houden tentoonstelling, wordt voor ken nisgeving aangenomen. BESLUITENLIJST. T~\E besluitenlijst van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur, gehouden sinds de vorige Hoofdbestuursvergadering, wordt voor kennisge ving aangenomen. EXPORT VAN BROUWGERST. [AAR aanleiding van een nota van de heer Van Campen, handelende over de export van brouw- gerst, merkt de heer W. Koster op, dat deze nota behandeld werd in de Bestuurscommissie van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap. Deze commissie kwam tot het besluit de betreffende nota ter advies door te zenden aan de organisaties. De Voorzitter meent, dat deze nota allereerst aan de Commissie Brouwgerst van de Z. L. M. dient te worden voorgelegd, waarna deze advies kan uitbrengen aan het Dagelijks Bestuur. Spreker wijst er vervolgens op, dat de afzet van brouw gerst voor het zuidwestelijk zeekleigebied zeer belangrijk is. Niettemin moeten we er voor waken, dat er geen overhaaste stappen worden genomen of verkeerde conclusies worden getrokken. Wij kunnen er van overtuigd zijn, dat de geëigende organen niets nalaten om een zo gunstig moge lijke afzetregeling te krijgen. Toch moeten we inderdaad constateren, dat er in bepaalde geval len knoeierijen voorkomen. Hoewel de Duitse af nemers zeer hoge eisen stellen, schijnen er enkele malafide exporteurs te zijn, die naar Duitsland mindere kwaliteiten brouwgerst hebben geëxpor teerd. Spreker is echter van mening, dat op de lange duur deze afwijkende kwaliteiten in Duits land geen kans zullen maken. Tenslotte wijst spreker er op, dat indertijd de twee centrale coöperaties geprobeerd hebben één verkooporganisatie te vormen tegenover het C. B. K. (d.i. het centrale aankooporgaan van de brou wers). Dit is mislukt mede doordat de schrijver van de hier in discussie zijnde nota bezwaren had. De heer J. B. Becu merkt op, dat uit deze nota sterk een persoonlijke mening naar voren komt. Er is namelijk niet genoeg rekening gehouden met alle nationale factoren. Het gevaar bestaat, volgens spreker, dat. wanneer overvraagd wordt, er een negatief resultaat te voorschijn komt. Spre ker wil gaarne bij de behandeling van deze nota in de brouwgerstcommissie, van advies dienen. De heer G. M. F. Bom zegt, dat met enkele leden van de brouwgerstcommissie reeds een voorbespre king heeft plaats gevonden. Het was dan ook zijn bedoeling geweest in deze vergadering te verzoe ken het besluit over deze nota uit te stellen. Hij zou ook gaarne overleg plegen met het Centraal BQreau. Tenslotte merkt spreker op, dat het hem is op gevallen, dat het eiwitgehalte bij de brouwgerst niet als kwaliteitseis wordt genoemd, terwijl we juist in het zuidwesten hiermee gunstig liggen. Besloten wordt de nota aan de Brouwgerstcom missie ter hand te stellen met het verzoek haar zienswijze hierover kenbaar te maken. AANSLUITING OP HET WATERLEIDINGNET IN ZEEUWS-VLAANDEREN. V"AN de N.V. Waterleiding Maatschappij Zeeuwsch-Vlaanderen werd een schrijven ont vangen, handelende over de mogelijkheden om voor alle boerderijen in Zeeuws-Vlaanderen te komen tot een aansluiting op het waterleidingnet. Naar aanleiding van deze nota merkt de Voorzit ter op, dat om tot verwezenlijking van een en ander te komen er een goede samenwerking moet gehouden op donderdag 19 juni 1958 om 9 uur, in het Hervormde Jeugdgebouw te Seherpenissc zijn tussen de waterleidingmaatschappij, de ge meenten, het rijk en de provincie. Het is de be doeling van de waterleidingmaatschappij om van de Z. L. M. te vernemen of op basis van dit schrij ven naar haar mening een verder gesprek moge lijkheden biedt. Het lijkt spreker verstandig een commissie samen te stellen, die namens de Z. L. M. met de waterleidingmaatschappij nader overleg pleegt. De heer M. de Bruijne zegt dat het Kringbestuur van West Zeeuws-Vlaanderen het voorstel van de waterleidingmaatschappij een goede basis vindt voor een nader gesprek. De heer J. VV. Scheele is optimistisch over het voorstel van de waterleidingmaatschappij en on derschrijft het plan om een commissie te vormen waarin de drie Kringen van de Z. L. M. zijn ver tegenwoordigd. De heer J. J. de RegtDekker zegt dat het Kringbestuur Axel op het standpunt staat dat ieder vrij moet blijven. De heer M. de Regt merkt nog op, dat indertijd ook op Noord-Beveland alle percelen zijn aange sloten op het waterleidingnet. Hierbij was zelfs voor de percelen die minder dan een bepaald aan tal meters van het hoofdnet waren verwijderd, de verplichting opgelegd, aan te sluiten. De Voorzitter wijst erop, dat een verplichting alleen kan worden opgelegd door de betreffende gemeente. Besloten wordt aan de waterleidingmaatschappij Zeeuwsch-Vlaandertn te antwoorden dat de Z. L. M. bereid is op basis van het schrijven te onderhandelen, waartoe mettertijd uit de drie Zeeuws-Vlaamse Kringen een vertegenwoordiger zal worden aangewezen. AKKERBOUW. Op verzoek van de Voorzitter doet de heer J. B. Becu de volgende mededelingen: VLAS. VVV AT betreft de steun voor de vlasteelt is er w nog geen beslissing genomen. De regering is er van overtuigd dat er iets moet gebeuren. De verschillende voorstellen van de zijde van de telers en de indüstrie zijn door de minister afgewezen. In principe blijft er nu alleen nog de mogelijkheid van een premie per ha over. De Voorzitter zegt, da* de aangegeven opper vlakte voor de keuring is teruggelopen van ruim 15.000 ha in 1957 tot 10.500 ha in 1958. Alleen in Zeeland werd vorig jaar een redelijke prijs be reikt. Men verwacht dat de totale uitzaai 15 a 16.000 ha bedraagt. De uitzaai in België bedraagt waarschijnlijk ook ongeveer 15.000 ha. Wanneer we nu bekijken hoe het ligt met de beschikbare hoeveelheden en de capaciteit van de industrie dan krijgen we het volgende beeld. In Frankrijk een uitzaai van ongeveer 40.000 ha. capaciteit van de industrie is eveneens 40.000 ha. In Nederland kan 10.000 ha worden verwerkt, zodat voor ex port 5.000 ha zou overblijven. De capaciteit van de Belgische industrie bedraagt 75.000 ha, zodat men in België met een tekort van ruim 50.000 ha zal blijven zitten. Het gevolg hiervan zal zijn, dat een groot gedeelte van de vlasindustrie zal moeten sluiten, omdat er geen produkt beschikbaar is. SUIKERBIETEN. "T\E heer J. B. Becu deelt mede, dat de regering ■L/ één suikerbietenprijs heeft vastgesteld. Niet temin gingen er in het Landbouwschap toch weer stemmen op om tot een twee-prijzenstelsel te komen. In de Hoofdafdeling Akkerbouw hebben de stemmen hierover gestaakt, zodat geen voor* stel kon worden gedaan aan het Dagelijks Bestuur van het Landbouwschap. In de laatstgehouden vergadering van het Hoofdbestuur van het Land bouwschap werd met 11 tegen 10 stemmen beslo ten aan de Minister te vragen voor de suikerbie tenprijs hetzelfde systeem toe te passen als het vorige jaar. Afgewacht zal moeten worden welke beslissing de regering zal nemen. De heer F. de Groene vraagt of het niet moge lijk zou zijn om een beter toezicht in het leven te roepen bij het opnieuw exporteren van geïmpor teerde aardappelen (transitohandel). In het afge lopen seizoen zijn namelijk Poolse aardappelen, die een aanzienlijk mindere kwaliteit vertoonden, verscheept via Nederlandse havens. In vele geval len moesten deze aardappelen eerst overgehaald worden in balen van de Nederlandse exporteur. Spreker wijst op het grote gevaar van markt- bederf, speciaal ook met het oog op de komende Euromarkt. De Voorzitter wijst erop, dat dit ook met som mige andere produkten gebeurt. Zo worden soms o.a. partijen fruit in het transitoverkeer in Neder land opnieuw verpakt. De heer C. O. J. Hendrikse heeft zelf de opnieuw verpakte aardappelen gezien. Spreker is van me ning dat de kwaliteit zeer veel te wensen overliet. De heer J. W. Scheele meent dat er toch altijd een certificaat van herkomst bij de partij moet zijn. De heer F. de Groene zegt dat de importeur en ook de exporteur natuurlijk van deze afwijkende kwaliteit op de hoogte zijn. De grossier echter zal niet altijd de herkomst van de partij kennen en wanneer hij dan het Nederlandse verpakkings materiaal ziet zal hij daaruit zijn conclusies trek ken. De Voorzitter is van mening dat we ons hier over maar eens in verbinding moeten stellen met de Plantenziektekundige Dienst en dat het mis schien nodig zal zijn een Qnderzoek in te stellen. De heer J. W. Scheele vraagt hoe het staat met de afwikkeling van het tweeprijzenstelsel voor de suikerbieten van het vorige seizoen. De heer J. B. Becu antwoordt hierop dat men met de uitwerking bezig is. Het bedrag dat ver deeld kan worden is bekend. Nu moet nog worden vastgesteld, welke gebieden voor volledige toeslag en welke voor restitutie in aanmerking komen. De heer Koster merkt op, dat de gebieden nog steeds niet geheel zijn afgerond. De heer I. de Feüter vraagt welke regeling voor 1958 voor de pootaardappelen zal gelden. De heer J. B. Becu zegt dat er weer een heffing per ha zal komen en dat de garantieprijs in grote lijnen gelijk zal zijn als vorig jaar. WERKGEVERSBELANGEN. verzoek van de Voorzitter deelt de heer W. Koster het volgende mede: Het overleg tussen werkgevers en werknemers over de nieuwe C.A.O. is nog steeds gaande. In deze nieuwe C.A.O. zal de werkclassificatie nader worden uitgewerkt, wat heel wat moeilijkheden oplevert. De grootste moeilijkheden zijn er over de datum van ingang en de functie-indeling. Op woensdag 18 juni heeft de Sociale Commissie van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap in Zeeland een bespreking gehad met de Hoofdafde ling Sociale Zaken van het Landbouwschap in Den Haag. Wat betreft de datum van ingang staat de Hoofdafdeling op het standpunt, dat dit moet zijn 1 mei 1958. Naar de mening van spreker hebben we dit landelijk reeds verloren. De werkgevers zijn dan ook in principe tot een compromis bereid, namelijk dat de werkclassificatie wel kan ingaan per 1 mei, maar dat de nabetaling van het tekort aan ontvangen loon dient te geschieden in één af koopsom. Hoe één en ander gerealiseerd dient te worden zal nader moeten worden besproken. Ook over de functie-indeling is tot ny toe geen over eenstemming bereikt. De werkgevers staan op het standpunt dat het al of niet leidinggeven voor een knecht of trekkerchauffeur bepalend moet zijn of hij ingedeeld wordt bij de vakarbeiders A of de vakarbeiders B. De werknemers staan op het standpunt dat alle knechts en alle trekker chauffeurs vakarbeiders A zijn. Spreker wijst er op dat hij bij de Hoofdafdeling Sociale Zaken veel begrip voor het standpunt van de werkgevers heeft ondervonden. De Hoofdafdeling zal zich intern over de verschillende punten nogmaals beraden en het resultaat hiérvan, zal aan de organisaties wor den voorgelegd. De heer J. J. de RegtDekker begrijpt dat een afkoopsom voor vaste arbeiders op weekloon en uurloon mogelijk is, maar spreker vraagt zich af hoe het moet met de mensen die in accoord ge werkt hebben. De heer W. Koster antwoordt hierop, dat de losse arbeiders in het algemeen niet meer te ach terhalen zijn. Naar sprekers mening zal voor de periode dat de vaste arbeiders in accoord gewerkt hebben geen nabetaling moeten volgen. De Voorzitter dankt de heer Koster voor hetgeen hij heeft medegedeeld en brengt hem hulde voor de voortreffelijke manier waarop hij de belangen van onze werkgevers verdedigt. TUINBOUW. E Voorzitter deelt mede, dat de vooruitzichten in de fruitteelt anders liggen dan vorig jaar. De gebieden waar vorig jaar geen oogst was heb ben nu over de gehele linie een redelijke oogst- verwachting. Over de vooruitzichten in het buiten, land zijn weinig gegevens beschikbaar. Bij export van fruit werd tot nu toe naar En geland, de Scandinavische landen en Frankrijk eenmalig fust gebruikt, terwijl naar Duitsland en België méérmalig fust werd toegepast. Enige jaren geleden werd bereikt dat ook voor de 5 beste appel rassen bij export naar Duitsland éénmalig fust werd gebruikt In de laatst gehouden vergadering van het Produktschap voor Groenten en Fruit werd het gebruik van éénmalig fust naar Duits land ingetrokken. De heer ir. J. J. van Hennik merkt op, dat er in Tholen nogal wat remmen bestaan om tot uit breiding van de tuinbouw te komen. De Voorzitter zegt, dat de verruiming van teelt- vergunningen niet alleen in dit gebied, maar ook in vele andere delen van Nederland van belang is. De teelt van groenten en zacht fruit is rendabel, juist dank zij de teeltregeling. We moeten dus wel erg voorzichtig zijn om een grote uitbreiding hieraan te geven. Niettemin staat spreker op het standpunt dat de oppervlakte uitgegeven aan teelt vergunningen niet bevroren behoeft te worden. Zie verder pagina 4ti(t

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 5