OOGSTEN EN DORSEN
Is de stikstofvoorziening
voor oogst 1959 in gevaar
DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE
VOEDSELVOORZIENING KONDIGT
ONTSLAGAANVRAGE AAN
LANDBOUWCONFERENTIE
TE STRESA
ZATERDAG 5 JULI 1958
455
T N kringen van de fabrikanten van stikstofmest-
stoffen en de handel, waaronder ook onze
coöperaties, heerst ernstige ongerustheid over
het feit, dat binnenkort de handel in stikstof
meststoffen tussen België en Nederland volledig
vrij wordt gemaakt en dat per 1 januari a.s. ook
voor de EEG-partners een contingent van ten
minste 3 van onze jaarbehoefte zal moeten
worden opengesteld.
rp OT nu toe werd door de Nederlandse stikstof-
industrie de stikstof tegen vaste, alleszins
redelijke, prijs aan de distribuanten en daarmee
aan de Nederlandse landbouw ter beschikking
gesteld.
Hiertegenover stond dat de handel reeds ver
voor het seizoen begon te kopen en op te slaan,
zodat in het voorjaar, wanneer het geweldige
kwantum in zeer korte tijd door de boeren wordt
afgenomen, de stikstofmest niet ver van de
plaats van aanwending beschikbaar was.
Nu de leveringen voor het seizoen 1959 van de
fabrieken aan de groothandel en coöperaties
binnenkort reeds weer moet beginnen, is het
duidelijk, dat beide partijen zich de gang van
zaken tengevolge van de vrijmaking van de han
del goed voor ogen stellen, wil een goede voor
ziening voor 1959 gewaarborgd zijn. Dit is een
groot boerenbelang doch ook een nationaal be
lang, immers het niet tijdig kunnen uitstrooien
van stikstofmeststof kan een geweldige oogstde-
pressie tengevolge hebben.
Het is wel zeker, dat momenteel een behoorlijk
inzicht van wat er gaat gebeuren noch bij de
fabrikanten noch bij de handel of coöperaties
bestaat en zij voelen nu de neiging de regering
te verzoeken de vrijmaking op te schorten of
anders maatregelen te nemen, waardoor van
marktverstoring geen sprake kan zijn. Afgezien
van het feit, dat men niet direct met de kleinste
moeilijkheden bij de overheid moet aankloppen
om hulp, maar eerst moet proberen zelf een op
lossing te vinden, blijft nog de vraag of na op
schorting de moeilijkheden veranderd zullen zijn
en men dus over enige tijd toch zelf een oplos
sing zal moeten vinden.
WAT is NU HET GEVAL
P) OORDAT de prijzen in België 5 tot 6 gulden
■*-' per baal hoger zijn dan in Nederland is de
stikstofindustrie bang, dat haar afnemers het
produkt naar België zullen exporteren en daar
mee de Belgische industrie zullen beconcurreren,
welke dan op haar beurt de Nederlandse industrie
weer op een of andere exportmarkt het leven
zuur zal maken.
De Nederlandse industrie redeneert nu als
volgt: Als naar België geëxporteerd moet worden
tegen een hogere prijs dan die wij in Nederland
vragen, dan kunnen wij dat zelf ook en behoeven
wij onze afnemers niet de kans te geven hieraan
nog eens extra te verdienen. Wij willen wel de
Nederlandse afnemers bedienen voor ongeveer
dezelfde prijs als wij dat gewend waren, maar
dan eisen wij ook eens contract met boetebepa
ling, waarin de afnemers de verplichting op zich
nemen niet te exporteren.
Voor de grote afnemers is deze bepaling nu
blijkbaar zo'n handicap, dat zij beweren niet tot
aankoop te kunnen overgaan, omdat zij er nooit
voor in kunnen staan, dat niet ergens een be
paalde boer langs de grens toch zijn stikstof
naar België zal brengen.
ET is duidelijk dat in onderhandelingen,
waar het gaat om enorme bedragen het
totale Nederlandse verbruik is 195.000 ton N
alle argumenten worden uitgebuit en argumenten
worden aangevoerd om in een gunstige onder
handelingspositie te geraken. Hierdoor worden
sommige argumenten soms zwaar overtrokken
en andere te gering geschat, al naar de positie
van de ene of de andere partij dit wenselijk
voorkomt.
Het is m.i. noodzakelijk, dat de boeren, als uit
eindelijke afnemers, deze zaak nu eens nuchter
bekijken en zeggen wat zij willen. Naar mijn
mening krijgen wij de stikstof alleen dan goed
koper dan het huidige aanbod van de Neder
landse stikstofindustrie, wanneer er een prijzen
oorlog ontstaat tussen de verschillende produ
centen.
p1 EZIEN de voorwaarden van de Nederlandse
industrie zou men geneigd zijn te veronder
stellen, dat zij moeilijkheden met de Belgische
niet wenst en daarvoor zelfs wel wat over heeft.
Dit is ook begrijpelijk, want uit overeenstem
ming met de Belgische industrie kan voor haar
alleen maar een betere prijs voortvloeien.
Gezien ook de ervaring in andere sectoren van
het bedrijfsleven is het veel aanneemlijker een
hogere dan een lagere prijs te verwachten.
Voor de Nederlandse boerenstand lijkt het mij
dan ook gewenst, dat men zich van deze agitatie
rondom de stikstofvoorziening niet te veel aan
trekt en normaal zijn vertrouwensorders plaatst,
zoals zij dit altijd gewend is geweest. Alleen op
deze manier zal zij het volgende jaar verzekerd
zijn van tijdige levering van de stikstofmeststof
fen en zodoende voor grote schade worden be
waard.
Mocht de industrie volharden bij haar boete-
van GRASZAAD
OM te bepalen of een gewas graszaad klaar is om gemaaid te
worden, zo schrijft het proefstation voor de Akker- en Weide-
bouw, kan men zich laten leiden door het nemen van de volgende
proef. Neem een handvol zaadstengels en klop deze zachtjes op de
hand. Zolang er niet wat gevuld zaad uitvalt, is het gewas nog niet
maairijp. Om er zeker van te zijn, dat men met voldoende rijp zaad
t« doen heeft, past men de nagelproef toe. Bij het stukmaken van
het zaadje tussen de nagel van de duim en de wijsvinger moet de
inhoud van het zaad melig zijn. Komt er nog vocht uit (melkrijp
zaad), dan is het tijdstip van maaien nog niet aangebroken. Maait
men zonder zaadverlies, dan is men te vroeg. Dit betekent ver
schrompeld zaad oogsten met een lage kiemkracht.
OOGSTWIJZE.
ttET minste risico loopt men
bij de traditionele manier
van oogsten. Dit is maaien met
de zelfbinder, die voorzien is van
zaadopvangbakken onder het
transportdoek en de bindtafel.
Zorg ervoor dat deze bak vol
doende diep is om morsen tij
dens het rijden te voorkomen.
Ook moet de zaadopvangbak ge
makkelijk te ledigen zijn. Een
eenvoudig schuifsysteem voldoet
uitstekend. Het in de bak opge
vangen zaad .moet zo spoedig mo
gelijk gedroogd worden. Het uit
strooien op een zeildoek, dat in
de zon gelegd kan worden, geeft
goede resultaten. Opgevangen
zaad, dat in de zak blijft staan,
gaat snel broeien door de vele
groene deeltjes, die ertussenn
zitten. Bij het optreden van
broei loopt de kiemkracht zeer
snel terug.
De schoven worden in hokken
van 3 of 4 gezet. Hierbij worden
de koppen omgeslagen en het
hok voorzien van een extra band
om zaaduitval te voorkomen.
Daarna kan uitgedorst worden
met dorsmachine of combine. Bij
het vervoer legt men op de bo
dem van de wagen een zeildoek
om. uitvallend zaad op te vangen.
Het opsteken doet men met een
geheel hok tegelijk om zaadver
lies zoveel mogelijk te beperken.
Bij het uitdorsen met de combine
wordt langs de hokken gereden.
Voor de transporttafel wordt een
zeil gelegd, waarop de schoven
kunnen worden losgemaakt, wat
nodig ïs voor de gelijkmatige toe
voer naar de dorstrommel.
t EENT de grassoort zich er
-L' niet voor om met de zelfbin
der gemaaid te worden, dan kan
met de grasmaaimaehine het
graszaad op zwaden worden ge
maaid. De maaimachine moet
dan voorzien zijn van zwadbor
den. De zwadborden moeten wor
den afgesteld op de lengte van
het gewas. Is het gewas zwaar
gelegerd, dan kan het maaien
vereenvoudigd worden door het
gebruik van een scheidijzer, ge
monteerd op de buitenschoen
van de maaibalk.
Hierna wordt direct op ruiters
gezet. Heeft men zeer droog zon
nig weer, dan wordt er.de voor
keur aan gegeven om 's nachts
te werken en zodoende zaadver
lies te voorkomen. Dit geldt
eveneens voor het zoeven ge
noemde ophokken. Het opzetten
van de ruiter dient zorgvuldig te
gebeuren, vooral niet te zwaar.
Men moet trachten te voorko
men, dat de koppen afwaaien
door netjes te gebruiken of een
stok door de kop te steken. Een
driepootsruiter zet men meestal
met twee poten naar de windzij-
de een ruiter valt nooit over één
noot)Men behoeft bij het ruite-
ren niet te wachten tot het ge
was kurkdroog is. Een bedauwd
zwad kan zonder gevaar op broei
geruiterd worden. Na enige we
ken kan dan weer uitgedorst
worden met dorsmachine of com
bine, zoals boven beschreven.
P EN nieuwere methode is, om
het graszaad in het zwad te
maaien en 2 of 3 dagen daarna
met de combine uit te dorsen.
Bij het op zwad maaien met de
grasmaaimaehine moet er reke
ning mee gehouden worden, dat
de zwaden goed van elkaar ge
scheiden liggen wat door juiste
afstelling van de zwadborden te
bereiken is. Dit is nodig, daar
het oprapen met de combine an
ders met zeer veel zaadverlies
gepaard gaat. De combine moet
voorzien zijn van een doekenop-
raapinrichting, die aan de kant
monteerd wordt, zodat er niet
over het zwad gereden behoeft
te worden of het zwad opzij ge
legd moet worden, daar hierbij
veel zaad verloren gaat. Er moet
langzaam gereden worden, ter
wijl het dorsmechanisme een be
hoorlijk toerental moet maken
(combine voorzien van variator).
Soms wordt bij het maaien ge
bruik gemaakt van een aflegap-
paraat om het weerrisico te ver
minderen. Er kan niet genoeg
op gewezen worden, dat bij deze
methode geen extra risico's ge
nomen moeten worden, zodat ze
eigenlijk alleen maar in aanmer
king komt op die bedrijven, waar
men er zeker van is, te allen tijde
de beschikking te hebben over
een goed uitgeruste combine.
Eén dag te laat kan veel nadeel
berokkenen.
Bij de twee laatstgenoemde
methoden is het gewenst om in
een natte zomer de beschikking
te hebben over een zwadverleg-:
ger. Dit is een eenvoudig appa
raat, dat het zwad door middel
van een opraapinrichting en via
een transportdoek (waaronder
een zaadopvangbak is gemon
teerd) en geleidestangen van de
grond optilt en luchtig weer weg
legt. Na enkele uren droog weer
kan dan reeds gecombined wor
den. Na het dorsen dient men
het zaad zo spoedig mogelijk
naar de firma te sturen om broei
te voorkomen.
In Denemarken wordt de com
bine voorzien van een cycloon.
Dit is een kafafzuiginrichting.
Het kaf wordt dan in aparte zak
ken opgevangen. Bij wat sneller
rijden bevat dit kaf nog heel wat
zaad. Ook de fijnere grassoorten
worden hier reeds op deze ma
nier geoogst.
dorsen.
prET afstellen van de dorsma-
-n- chine (combine) vereist veel
vakmanschap. In het algemeen
kan gezegd worden, dat er zon
der wind gewerkt moet worden.
Het afstellen van de dorstrom
mel is afhankelijk van de groot
te van het zaad, maar is t.o.v,
graan nauw te noemen. Het toe
rental moet in de meeste geval
len hoog liggen. Controleer aan
vankelijk het opgevangen zaad
en het kaf en verstel de machine
net zo lang tot er geen zaad meer
in het kaf zit en er geen naakte
zaden in de zak komen, terwijl
toch al het zaad van het stro ge
slagen is en er geen los zaad in
de pakken zit. Het halfuur, dat
hier extra aan besteed wordt,
wordt dubbel en dwars terugver
diend. Geleidelijk en langzaam
insteken is noodzakelijk. Combi
nes met lange schudders voldoen
het beste. Over het aantal beno
digde dorsuren is weinig defini
tiefs te zeggen. Dit hangt sterk
af van de bekwaamheid van de
dorsmachinist, van de grassoort
en van de weersomstandigheden.
Bij het oogsten en dorsen van
graszaad is nauwkeurig en lang
zaam werken een waarborg voof
een hogere opbrengst.
tv" AAR aanleiding van een publikatie in een onzer
11 grote, landelijke dagbladen betreffende een
ontslagaanvrage van de Directeur-Generaal van de
Voedselvoorziening, ir. J. A. P. Franke, deelt het
Hoofd van de Afdeling Voorlichting van het Mi
nisterie van Landbouw mede dat van een ontslag
aanvrage als zodanig, geen sprake is. De heer ir.
J. A. P. Franke heeft aangekondigd dat hij een
andere functie ambieert. De reden van zijn voor
genomen vertrek, te zijner tijd, ligt niet in verschil
van inzicht op landbouwpolitiektefrein en draagt,
bij een bestaande uitstekende verstandhouding
met de minister, geen persoonlijk karakter. De
reden ligt bij een zeker verschil van mening in
kwesties van interne, organisatorische aard met
betrekking tot de directie van de voedselvoorzie
ning. Het verschil van mening is bepaald niet van
zo drastische aard dat op korte termijn een te
vragen ontslag van de heer Franke moet worden
verwacht, aldus besluit het officiële bericht.
bepaling op export van 10,per baal, dan zal
deze bepaling ook door moeten worden gegeven
aan de uiteindelijke afnemers. Natuurlijk zal
hier of daar wel eens iemand voor de verleiding
bezwijken, maar daar kan toch niet de stikstof
voorziening van onze gehele boerenstand aan
worden opgeofferd. Ik hoop dat de besturen van
onze coöperaties zich in deze verstandig zullen
tonen.
Ir C. S. KNOTTNERUS.
ONDERDAG j.l. werd de tot 12 juli a-s. durende
conferentie van Lid-Staten van de E. E. G. te
Stresa in Noord-Italië, geopend. Volgens artikel
43 lid 1 van het E. E. G.-verdrag heeft deze confe
rentie tot doel het landbouwbeleid van de zes Euro-
markten (België, West-Duitsland, Frankrijk, Italië,
Luxemburg en Nederland) onderling te vergelijken
door een overzicht op te stellen van hun middelen
en behoeften. Eerst na de conferentie zal de Euro
pese Commissie van de E. E. G. een aanvang kun
nen maken met de uitwerking van de voorstellen
aan de Raad van Ministers om een gemeenschap
pelijk landbouwbeleid uit te voeren. Volgens het
verdrag moet dit binnen 12 tot 15 jaar zijn ontwik
keld.
De Nederlandse delegatie staat onder leiding van
dr. A. Vondeling, Minister van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening. De besprekingen op hoog
niveau dragen een oriënterend karakter. Het ligt
niet in de verwachting dat op de Conferentie be-
paalde beslissingen genomen zullen worden of
overeenkomsten worden gesloten. De Conferentie
staat onder voorzitterschap van onze vroegere
Minister van Landbouw, dr. S. L. Mansholt.