€)pen.incfór&de ZATERDAG 21 JUNI 1958 waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Ter opening van de Algemene Ver gadering van de Z. L. M. op donderdag 19 juni j.l., sprak de Algemeen Voor- fitter, ir. M. A. Geuze, de volgende rede uit Zitdagen Boekhoud- bureau Dfo. 2433 Frankering bij abonnement: Terneuzen ZEEUWS LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ en de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND IXf AN NEER wij ons willen realiseren, welke veranderingen zich in vroeger eeuwen, sedert de mens zich op de op- en aanwassen in het vroegere Zeeuwse Meer heeft gevestigd, hebben plaatsgevonden, moeten we tot de conclusie komen, dat deze veranderingen evenmin gering zijn ge weest, ook al was er een veel groter tijds verloop mee gemoeid, dan bij alle grote veranderingen, die wij thans constateren. "WTIJ kunnen dat natuurlijk op allerlei mogelijke wijzen voor U schilderen en speciaal de waterstaatkundige toestand is daartoe in Nederland altijd een dankbaar onderwerp, aldus Ir. M. A. Geuze in zijn openingswoord. We kunnen ons ver diepen in speculaties, wanneer nu precies in het grijze verleden de bedijkingen tot stand zijn ge komen; we kunnen ons verdiepen in speculaties omtrent de bouw en het nut van de vroegere vlied bergen en er over strijden of deze vliedbergen in de eerste plaats inderdaad als vluchtoord bij over stromingen of. anderzijds wellicht ook als vlucht oord ter verdediging tegen aanvallen van Viking zijde en dergelijke waren bedoeld. We kunnen er Op wijzen, hoe bijzonder klein de belangensferen destijds waren in tegenstelling tot onze opvatting van thans, wanneer we zien, dat er een tijd geweest Is, dat de dijk tussen Poortvliet en Scherpenisse, waarover U thans waarschijnlijk uw tocht hier naar St. Maartensdijk hebt volbracht, van de zijde van Poortvliet, als verdediging tegen de vele doorbra ken, aan de Scherpenisse-kant is opgeworpen. Vroeger lag er namelijk rond het Poortvlietse gebied een ringdijk, waarvan thans nog grote stuk ken aanwezig zijn, een ringdijk echter, die aan de westelijke kant geheel verdwenen is, omdat de z.g. Poortvlietse en Kruytenburgse Dijk naast de plaats van de oude ringdijk is komen te liggen, tussen 1555 en 1557 aangelegd. De polder Scherpenisse overstroomde namelijk zó vaak, dat het dichten van de buitendijk van die polder en van het leggen van inlaagdijken leidde tot enorme kosten, niet al leen voor de ingelanden van de polder zelf, maar ook voor de ingelanden van de naburige polders. Zo was de Scherpenisse-polder in het jaar 1635 Hefst 137 dagen drijvende. Na veel onderhandelen OOSTBURGWoensdag 25 juni in café „De Windt". TERNEUZENWoensdag 25 juni in hotel „Des Pays-Bas". ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 26 juni in hotel „Hof van Holland". ZIERIKZEEDonderdag 26 juni in hotel „Huis van Nassau". MIDDELBURG: Donderdag 26 juni in café „De Eendracht". SEROOSKERKEVrijdag 27 juni in café „Huys- se" van 9.00 tot 1.30 uur. IJZENDIJKE: Zaterdag 28 juni in hotel „Lie- vense". werd tenslotte bepaald, dat- Scherpenisse en West- kerke elk 24,per gemet extra dijkschot zouden moeten betalen, Poortvliet 12,en Oud-Strijen 3,Velen konden dit niet betalen en lieten hun eigendom ter beschikking aan het polderbestuur. Aldus werd er toen in één jaar tijd 55 gemeten grond verlaten, welke later aan het Kroondomein gekomen schijnen te zijn. DE WATERLOSSING VAN POORTVLIET. Z""1 OED kunnen we ons echter ook de veranderin- gen realiseren, wanneer we de geschiedenis van de waterlossing van Poortvliet nog eens onder de loupe nemen. We beginnen dan bij de rivier de Striene, die de verbinding vormde tussen de Schelde en de Maas. De loop is in het eiland Tholen nog terug te vinden in de polders Nieuw Strijen, Oud Strijen en verder lopende in de polder Vijftienhon derd Gemeten en in de polder Dalem in de richting van Steenbergen, dat vroeger Strienbergen heette, om via de polder Ruigenhil onder Willemstad over te steken naar het gebied van de Hoeksche Waard, waar de namen Strijensas, Strijen en de Heerlijk heid Cromstrijen aan deze rivier, die vroeger ook de Struona genoemd werd, herinneren, terwijl ten slotte op de oude kaarten, zo die in Smallegange's kroniek, het plaatsje Strienemonde is terug te vin den. Ik zag zelfs dezer dagen in een van de huidige jaarverslagen van de Heerlijkheid Cromstrijen, dat daar ook nog Strijnemonde bekend was als zodanig. Deze rivier werd afgesloten en in 1310, toen ten slotte Nieuw Strijen bedijkt werd, werd in de bui tendijk van deze polder reeds een zeesluis gemaakt. Dit is de thans nog bestaande, doch niet meer ge bruikte, sluis bij Strijenham. In 1616 is deze sluis nog eens vernieuwd, hetgeen 747 Pond Vlaams 4.400 gulden) kostte. Deze sluis lag achter in het hoge gedeelte en voldeed daarom niet. Men besloot toen in 1670 een sluis te maken in de buitendijk van de Klaag van Steenlandpolder; tegelijkertijd werd een watergang gegraven langs de Kruyten burgse Dijk. Kosten van een en ander 21.256, Ondanks de hoge kosten hieraan besteed, was de waterlozing nog veel te gebrekkig. Daarom werd in 1699 en in 1700 de sluis in het noorden ver nieuwd, die er van den beginne af had gelegen, namelijk de sluis bij de Kreek in de huidige Sluis- polder. Het Sluispoldertje zelf was er toen nog niet en de sluis in de Noorddijk van Priestermeet vorm de daar dus de verbinding met het buitenwater en deze sluis besloot men dus te vernieuwen. Ze werd uitgediept, wat weer een uitgaaf van ƒ16.000,— vergde. Het scheen echter, dat dit ook niet veel succes had, want 16 jaar later in 1716 dus werd langs de binnenkant van de zeedijk in Nieuw-Strij- en een sluisboezem gemaakt. Nog was de verbete ring niet afdoende. In 1752 meende men een radi cale oplossing gevonden te hebben door in de pol der Priestermeet een stenen watermolen te bou wen en we vonden vermeld, dat Willem Ista te Poortvliet bij de bouw als opzichter dienst deed en dat op 16 juni 1752 de eerste steen werd gelegd door Marinus Geene. Geen onbekende namen voorwaar hier in het Thoolse. Een bedrag van 20.000,was hiermee gemoeid. Onze voorvaderen werden alzo meermalen flinke lasten op de schouders gelegd. Toch was dit geld ik zou haast zeggen blijkbaar letterlijk in het water gegooid, want in weerwil van deze water molen stond er vaak nog zoveel hemelwater in de polder, dat men met platboomde vaartuigen varen kon van Paasdijk tot aan de Noorddijk. Andermaal sloeg men het oog op de zuidzijde. Tachtig jaar na de stichting van de watermolen, dus in .1832, werd de zeesluis te Strijen vergroot en enige jaren later, in 1849, werd de sluis in de Steenlandse polder vernieuwd, terwijl de toen nog geen 100 jaar bestaan hebbende watermolen bui ten dienst werd gesteld. De kosten beliepen het kolossale bedrag van ƒ45.000,De 15e septem ber 1851 werd de watermolen voor 1.060,voor afbraak verkocht. De boezemlanden, die nu vrij kwamen, werden verkocht voor 18.000,Dit was althans nog een kleine tegemoetkoming in de kosten. Men spreekt in Priestermeet over de gronden nog altijd als over de Boezem. Jacob Leenheer was de eerste en Leendert Willemse de laatste molenaar. De sluis, die in 1849 in de Steenlandpolder ver nieuwd werd, doet thans nog altijd als zodanig dienst. Hij werd op 23 augustus 1849 gesticht, d.w.z, vernieuwd onder M. de Lange als dijkgraaf, P. v. d, Slikke, M. Geuze, J. Elenbaas en Ant. de Rijke als gezworenen. J. A. van Rhee en E. C. van Stapele fungeerden resp. als boekhouder en als penningmeester. De laatste steen werd gelegd door P. Dane en Heije Menninga, predikant te Poortvliet. Kenne lijk kunt U uit het vermelden van deze namen afleiden, dat het vernieuwen van deze sluis als een zeer belangrijke aangelegenheid werd be schouwd en niet ten onrechte. IV A jarenlange besprekingen in vergaderingen L" van gezworenen en ingelanden, werd in 1909 echter het plan tot stichten van een stoomgemaal aangenomen. Hiermee was dus de straks bedoelde sluis weer grotendeels buiten dienst gesteld. De kosten hiervan bedroegen totaal 41.700,Na dien is er een electrisch gemaal tot stand gekomen in 1932, terwijl thans het polderwater in de boe zem voor de vroeger vermelde sluis in Steeland wordt geworpen, waarbij de sluis zich bij eb auto matisch opent om op de Schelde te lozen. Deze sluis heeft in 1953 groot gevaar gelopen, omdat aan weerszijden van de sluiskoker doorbraken zijn voorgekomen, tengevolge waarvan Steenland en de achterliggende polder Poortvliet onder water zijn gelopen. De breuken zijn echter na elf tijen weer gesloten kunnen worden en het gemaal fun geert op het ogenblik normaal, terwijl de sluis nadien met 21 meter is verlengd. Hiermede is de geschiedenis van de waterafvoer in het gebied van de polder Poortvliet, het hartje van het eiland Tholen, echter nog allerminst afge- Zie verder vólgendie pagina V. -

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 1