GESPREKKEN
401
op Tholen en Sint Philipsland
De Lagere Landbouwschool
der Z. L. M. te Scherpenisse
ZATERDAG 14 JUNI 1958
HET VIERDE GESLACHT
OP DE ZANDHOEVE
JAN de Lange Zandweg, die het
dorp Poortvliet met de 2,5 km
verder gelegen haven verbindt, ligt de
Zandhoeve.
Het jaar 1916, het eerste jaar dat
de heer Geuze zelf boer was, werd ge
kenmerkt door veel regen. De opbreng
sten waren dan ook rondweg slecht, al
viel de financiële opbrengst best mee.
Het was dan ook midden in de
eerste wereldoorlog. En daarbij, aldus
de heer Geuze, waren onkosten stuk
ken lager dan tegenwoordig. Met zes
a zeven paarden en vier knechts, ter
wijl ook vrouwen nog op de lichte
gronden van de Zandhoeve werkten,
werd het vele werk verzet.
Bij de pionier op landbouwonder-
wijsgebied, meester L. K. van Dijk,
volgde de heer Geuze een landbouw-
cursus. Op het terrein van Piet Mol
was een soort proeftuin waar de leer
lingen in de zomer wat gingen wieden.
Naar de mening van de heer Geuze
zijn echter de opbrengsten van lang
niet alle gewassen in de loop der jaren
sterk gestegen. Dit is wel het geval
bij de granen en ook bij de erwten,
maar het kwam vroeger toch wél voor
dat de suikerbieten gehalten van bij
de 20 hadden. Behalve erwten, sui
kerbieten, aardappelen, tarwe en haver
(1918 was een goed jaar!) was er op de
Zandhoeve ook altijd wel een perceel
tje vlas. En dat moest in die dagen
natuurlijk helemaal met de hand wor
den gewied!
Op het bedrijf, waarvan de schuur
volgens de overlevering eens is afge
brand, maar waarvan het woonhuis
toch nog dateert van 1756, werd voorts
jaarlijks ongeveer vijftig tot zestig
stuks rundvee gehouden, waarvan het
mestvee een belangrijk onderdeel
vormde.
De meest bijzondere jaren noemde
de heer Geuze uit zijn boerentijd van
1916 tot 1942, de jaren 1917 en 1918
Beide jaren stonden in schril contrast
met elkaar, al waren de oogsten in
beide gevallen prima. In 1917 was er
geen kruimel kunstmest meer en men
kon pas omstreeks 20 april met de
paarden in het land komen. Toch
waren de opbrengsten best. In 1918
kon vroeg in maart al begonnen wor-
en en ook toen waren de opbrengsten,
eveneens zonder kunstmest, best!
Speciale belangstelling had de heer
Geuze voor het waterschapswezen.
Negenendertig jaar lang was hij dijk
graaf van het waterschap Poortvliet,
groot 2.075 ha. En vooral de laatste
helft van deze periode, de oorlogs
periode met evacuatie en inundatie,
waren druk. Nu, als rustende boer
kan men de heer Geuze menigmaal de
weg van Poortvliet naar de Zandhoeve
zien opgaan. Een wandeling die hij
maar al te graag door de Thoolse vel
den maakt.
DE AUTOWAGEN
VAN SCHERPENISSE
(Y/IE kent op Tholen de „auto-
tr wagen" van de heer J. H. Hage
Az., uit Scherpenisse niet?
„Hij heeft nog op de tentoonstél-
IN de afgelopen weken had
den wij een drietal ge
sprekken met bekende leden van
de Kring Tholen en St. Philips
land der Z.L.M. Achtereenvolgens
brachten wij een bezoek aan de
heren E. C. W. A. Geuze, te Poort
vliet; J. J. Hage, te Scherpenisse
en A. van Dijke, te St. Philipsland.
Over de tijd dat zij zelf boer
waren, kan men in bijgaand arti
kel meer lezen. Een tijd van grote
veranderingen, die in menigerlei
opzicht moeilijk met de huidige
valt te vergelijken.
ling gestaan," vertelde ons de heer
Hage, terwijl uit zijn Z.L.M.-map de
foto te voorschijn wordt getoverd, die
in het Landbouwblad van 24 juni 1933
bij een ingezonden brief van hem, ge
publiceerd werd. Want het was de
eerste landbouwwagen met lage bak
en luchtbanden die in de praktijk in
gang vond. Behalve dat de heer Hage
van 1909 tot 1940 met enthousiasme
boer was, gaf hij zich ook geheel aan
de Z.L.M. De Kring Tholen en Sint
Philipsland heeft zijn verdiensten be
loond met hem te benoemen tot ere
lid, de Z.L.M. benoemde hem tot lid
van verdienste.
Steriotiep is zijn uitlating: „Als be
stuurslid moet je ook alle vergaderin
gen bijwonen en dan niet slapen!"
Van de oprichting af was de heer Hage
bestuurslid van de Coöp. Aankoopver
eniging, tevens was hij mede-oprichter
van de Coöp. Boerenleenbank in 1916.
Dertig jaar lang was hij lid van de
Commissie van Toezicht op het Land
bouwonderwijs en naast al deze func
ties was er ook nog zijn bedrijf. Dat
hield ook in, dat de eerste jaren de
boter nog op het eigen bedrijf moest
worden gekarnd en er vele monden
op het bedrijf te vullen waren.
„Want er waren vele interne
knechts. Ook om het werk in de
drukste perioden af te doen waren er
werkkrachten, vaak aangevuld met
vrouwen, te krijgen."
De paardenstal werd door fokkerij
op het eigen bedrijf in stand gehou
den. Het bedrijf van de heer Hage
was gemengd. De stal voor 33 run
deren was altijd wel vol. Door het
gebrek aan personeel verschoof het
beeld echter langzamerhand: er kwam
meer mestvee.
Na de eerste wereldoorlog trok het
interne personeel weg. Er moesten dus
andere wegen gezocht worden. Dit
leidde tenslotte mede tot de ontwik
keling van de „autowagen", die op 18
januari 1933 als eerste in ons land in
bedrijf werd genomen. Na de publi-
katie van gegevens over deze wagen
kwamen vele mensen naar Scherpe
nisse. En buiten Zeeland was de be
langstelling niet minder groot. Uit
Groningen en Friesland kwamen de
aanvragen voor gegevens!
Ook de heer Hage is van mening
dat er belangrijke verschillen bestaan
tussen de opbrengsten vroeger en nu,
al verschilt dit sterk van gewas tot
gewas. Aardappelen b.v. geven tegen
woordig een veel grotere opbrengst
De oude Standaard-
molen van St. Annaland
na bewezen diensten.
Het aanzicht van het
platteland verandert
en daarmee vervaagt
ook snel het beeld van
hoe het vroeger was. En
dat „vroeger", is nog
niet eens zo lang ge
leden. Over het recente
verleden vertellen drie
bekende leden van de
Kring Tholen en Sint
Philipsland in bijgaand
artikel meer.
Foto J. C. Kooijrhan.
dan vroeger. „Van mijn vader herin
ner ik me nog dat hij 40 mud per
gemet oogstte." De opbrengst van de
bieten is gemiddeld niet hoger dan
toen de heer Hage begon. Die van
peulvruchten daarentegen werd be
langrijk beter. Nog lange tijd heeft de
heer Hage een lapje grond, voor zijn
plezier bewerkt. En ook nu nog kan
men hem, al is hij 75 jaar, bij regen
achtig weer in het schuurtje waar hij
werkt, achter zijn huis aantreffen, of
bij mooi weer ergens buiten Scherpe
nisse, op het land.
A. VAN DIJKE
TL SINT PHILIPSLAND
fiNDER aan de dijk bij Sint Phi-
lipsland, staat de hofstede
„Bouwlust" waar de heer A. van Dijke
in 1914 met boeren begon.
„En altijd zou ik dit vak weer kie
zen, want in ploegen en zaaien heb ik
altijd veel plezier gehad," aldus de
heer Van Dijke.
Het is niet altijd een gemakkelijke
tijd geweest op „Bouwlust". Vooral
niet in de jaren negenentwintig, toen
de crisis door kwam zetten en de eco
nomische teruggang van het ene jaar
op het andere, zeer groot was.
„In het jaar 1930 kocht ik vijftien
graskalveren voor f 144,per stuk,
dat was in augustus. Toen ik ze in
april/mei weer in Rotterdam verkocht,
brachten ze nog maar f 128,per stuk
op," aldus de heer Van Dijke.
Niettegenstaande deze grote moei
lijkheden, heeft hij het bedrijf toch
gaande kunnen houden, al is er veel
veranderd. Het bouwplan werd ge
kenmerkt door bieten, aardappelen,
erwten met karwij als structuurver
beteraar, wat gerst en vrij wat tarwe.
Ook was er af en toe een partijtje vlas
bij en natuurlijk zilveruien.
„Jonge, jonge, die hebben hier wat
gegroeid op deze zware grond!"
Later, toen naast het bedrijf van
"70 ha, ook nog een bedrijf van 40 ha
was gevoegd, was het een uitgebreide
organisatie om in het voorjaar tijdig
de veertien werkpaarden met de res
pectievelijke arbeiders tijdig de akkers
tc laten bevolken.
„Maar het was een pracht gezicht
als vroeg in het voorjaar de „cava
lerie" van de hofstede wegtrok, het
land in!"
„En het was maar een wat zielig
gezicht, toen de tractoren kwamen.
Zelf ben ik daar ook niet uitgebreid
aan begonnen," zo vervolgt de heer
Van Dijke.
Veel werd er zelf gefokt, soms
waren er zes veulens tegelijk op het
bedrijf. Maar al het werk op het bijna
uitsluitend akkerbouwbedrijf zou nu
niet meer zonder trekker klaar kun
nen komen. En dan, er was ook altijd
vee, zo'n 25 a 30 stuks rundvee! En
ook dat vraagt het nodige werk. Daar
naast bewoog de heer Van Dijke zich
ook nog actief in het maatschappe
lijke leven. Tot tweemaal toe was hij
locoburgemeester van St. Philipsland
en met enige trots vertelt hij dat hij
zijn eigen dochters in de echt heeft
mogen verbinden! Maar met nog groter
dankbaarheid denkt hij terug aan het
feit dat hij in 1946 H.M. Koningin
Juliana, toen nog Prinses Juliana en
Prins Bernhard, op St. Philipsland
heeft mogen ontvangen in zijn kwali
teit als plaatsvervangend burgemees
ter.
„Het is wel ontegenzeggelijk een
feit dat het werk met de paarden
toch altijd mooier is dan met de trek
ker. Nu is dat allemaal heel anders,
al nam ik zelf al wel proeven met de
bemesting, onder andere met zwavel
zure ammoniak op erwten met prima
resultaten, hoewel dit tegen de theorie
indruist."
Gevraagd naar zijn mening over
het verschil tussen de tijd dat de heer
Van Dijke met boeren begon en de
tegenwoordige, antwoordt hij: „Het
valt me op dat de boer van tegen
woordig nog veel meer zelf op het be
drijf doet aan het praktische werk,
dan dat dit vroeger het geval was."
En met trots wijst hij ons de gren
zen van het bedrijf „Bouwlust"waar
de kavels prachtig verdeeld liggen en
een trekker in deze late mei-avond
nog grimmig gromt. N. S.
"DEEDS lang wordt op Tholen landbouwonderwijs
gegeven; aanvankelijk, zoals overal in den
lande, in de vorm van algemene landbouwcursussen.
De lessen werden gegeven door een landbouw-
oriderwijzer, die in die tijd de vraagbaak van de
omgeving was. De Voorlichtingsdienst was nog
niet zo uitgebreid als tegenwoordig.
Het aantal deelnemers was in het begin nog niet
zo groot, maar in de loop der jaren breidde dit
zich steeds uit. In de eerste plaats was dit een
gevolg van de grotere behoefte aan theoretische
kennis onder de boerenbevolking en verder van het
werk van de propagandist uit Scherpenisse, de heer
J. Hage, bij allen bekend als „Jaapje Hage". Ook
aan het streven van de heeer Hage is het te dan
ken, dat in 1943 overgegaan werd tot het stichten
van een lagere landbouwschool. Tot Hoofd werd
benoemd de heer H. Eckhart, landbouwonderwijzer
uit St. Maartensdijk. Het was oorlog; aan bouwen
viel dus niet te denken. Men vond een onderdak
in het café van Groenewege op de Markt te Scher
penisse. Ideaal was het natuurlijk niet, maar men
kon starten. Nauwelijks een jaar daarna moest de
school weer gesloten worden; het land werd onder
water gezet en de bevolking moest evacueren.
In 1945 werd weer met frisse moed begonnen.
Nu bleek dat de plaats van de school niet geluk
kig was. Het steeds toenemende en zwaarder wor
dende verkeer deden het gebouw op haar grond
vesten dreunen. Geen wonder, dat de onderwijzer
zo nu en dan zijn lessen moest onderbreken en
pas verder kon gaan als het lawaai voorbij was.
Men moet bewondering hebben voor de heer Eck
hart en zijn staf. Negen jaar hebben zij onder deze
omstandigheden moeten werken.
Toen de huur van de lokaliteit werd opgezegd,
werd besloten een nieuwe school te bouwen, die
zou beantwoorden aan de eisen van de tijd. Voor
het nieuwe gebouw kon worden betrokken, moest
nog een keer worden verhuisd. Van januari tot
juni 1954 werden de lessen gegeven op de boven
verdieping van de woningen van het nieuwe hoofd;
de heer Eckhart zou in de loop van 1954 gepensio
neerd worden.
TNE Z.L.M. was blij met haar nieuwe gebouw en
stak dat niet onder stoelen of banken, tijdens
de officiële opening op 10 november 1954. Men
meende een schoolgebouw te hebben, dat nu voor
lopig wel aan de te stellen eisen zou voldoen.
In zijn openingsrede liet Ir. Van Keulen, In
specteur van het Landbouwonderwijs, echter al uit
komen, dat, gezien de vernieuwingen die bij het
landbouwonderwijs voor de deur stonden, het prach
tige nieuwe gebouw te klein zou blijken.
Dat de vernieuwingen zó ingrijpend zouden zijn
kon men toen nog niet weten. De invoering van
handvaardigheidsonderwijs werd door ieder toe
gejuicht.
De vernieuwing gaat echter veel verder dan
(Zie verder volgende pagina.)