6 juni .563 Twintigste Nederlandse Brouwgerstteiitooiistelliiig internationale melkdag LANDBOUWWET OP 7 JULI 1958 EEN FEIT MINISTER VONDELING ANTWOORDT BENELUX MINISTER COMITé: PER 1 JULI a.s. VRIJE HANDEL IN STIKSTOFMESTSTOFFEN KRING- EN AFDELINGSSECRETARISSEN ZATERDAG 31 MEI 1953 DE gerstoogst 1957 was niet aleen goed, maar de brouwgerst was ook van uitstekende kwaliteit. De export was weer groot, zodat het Centraal Brouwerij Kantoor de behoefte slechts voor 70 0 o met Nederlandse brouwgerst kon dekken. Was de uitvoer minder geweest, dan was aan de hele vraag door brouwgerst van Neder landse bodem voldaan. Dit zei ir. J. A. Emmens, voorzitter van het Nationaal Instituut voor Brouwgerst, Mout en Bier T.N.O. (afgekort NIBEM), in zijn rede ter opening van de 20ste nationale brouwgersttentoonstelling op 23 mei jl. te Goes. Het jaar 1956/'57. TA E directeur van het NIBEM. dr. H. van Veldhuizen deed uitvoerig mededeling over de oogst 1957. De gemiddelde kwa liteit van de oogst noemde hij zeer goed. In juni/juli dreigde, na een voorspoedige ontwikke ling, de gerst te snel af te rij pen ten gevolge van de toen heersende droogte. Gelukkig- werd het weer echter koeler, waarop omstreeks 31 juli een periode van droog weer volgde. De oogst vond dan ook in zeer vele gevallen onder gunstige omstandigheden plaats. De gerst die echter na 10 augustus geoogst werd trof het minder goed. Een langdurige regenpe riode deed toen namelijk haar intrede. De in de bierbrouwerijen ver werkte gerst was hoofdzakelijk van het ras Balder. Het eiwit gehalte van de gerst bedroeg gemiddeld 10,5 °b wat 1 lager was dan in 1956. Uitvoerig stond de heer Van Veldhuizen stil bij het eiwitgehalte van de gerst afkomstig, van Schouwen- en Duiveland. Het eiwitgehalte van de gerst, afkomstig van dit eiland, is namelijk over het al gemeen 1 hoger. „Er begint dan ook bij de handel een ze kere tegenzin te ontstaan, brouwgerst van dit eiland te betrekken", aldus dr. Van Veld huizen. Hij sprak daarbij de hoop uit dat thans minder stik stof gestrooid was, dan dat daar voorheen wel het geval was. Later, voor het sluiten van de vergadering en voor de bezich tiging van de tentoonstelling die in het achterste gedeelte van de beurszaal in hotel ..De Korenbeurs" was ingericht, ontspon zich nog een uitgebrei de discussie. In zijn overzicht vermeldde dr. Van Veldhuizen namelijk, dat de Nederlandse akkerbouw voor 70 in de Ne derlandse behoefte aan brouw gerst had voorzien. De overige 30 0 o was afkomstig uit Enge land. Dit was Proctorgerst waarvan het eiwitgehalte af week van de Nederlandse Bal der. Uit de vergadering nu werd opgemerkt dat de verwerking- van deze gerst kennelijk geen grote moeilijkheden had opge leverd. In aansluiting hierop merkte ir. Emmens op dat brouwgerst met een eiwitgehalte van om streeks 12 niet minder goede brouwgerst hoeft te zijn. Maar, aldus de voorzitter van het NIBEM, de Nederlandse mou ters en brouwers zijn er zeer huiverig voor. En, naarmate het eiwitgehalte hoger is, be staat de kans dat het extract waar het in dit geval om gaat, van mindere kwaliteit is. Grote export goede kwaliteit ''TENGEVOLGE van de grote uitvoer van brouwgerst was het Centraal Brouwerij Kan toor gedwongen, gerst uit het buitenland aan te kopen. In te genstelling tot vorige jaren werd de bieruitvoer van ons land overtroffen door die van West-Duitsland, terwijl ook kwantitatief minder bier als in 1956 werd uitgevoerd. Van de ruim 34.0000 ton brouwgerst die op 1 april j.l. op genomen was, bleek 98 o vrij wel geheel raszuiver. Van de gekochte gerst bleek 75 in aanmerking te komen om te worden tentoongesteld. Er wa ren dan ook 248 monsters te be zichtigen tegen 136 in het vo rige jaar. Het gemiddelde vochtgehalte van de 34.125 ton bedroeg 15.4 het gemiddelde eiwit gehalte 10.5 o waarbij het ge halte van Schouwen-Duive- landse gerst, variërend tussen 11.5 en 12 meegerekend was. Het komt ons echter voor dat ten onrechte de indruk gewekt wordt, dat het met de Schou- wen-Duivelandse gerst geheel mis is. De cultuurtechnische werken die in dit gebied aan de gang zijn, zullen zeker een nor male teelt in de weg staan. Een groot aantal prijzen werd vervolgens uitgereikt aan hen die de beste partijen en het meest regelmatig leverden. Bij de uitreiking van de door de gemeente Goes uitgeloofde prijs, sprak de heer J. H. Roose, wet houder van deze gemeente, en kele hartelijke woorden. Spre ker memoreerde daarbij in het bijzonder de betekenis die het platteland voor de provincie in Zeeland heeft en daarbij dui dende op de welvaart die de Z.L.M. in de loop der jaren heeft gebracht. Na de uitreiking der prijzen toonden de geno digden hun grote belangstelling voor de twintigste Nederlandse brouwgersttentoonstelling. N. S. BIJ Koninklijk Besluit van 16 mei 1958 is be paald, dat de Landbouwwet met ingang van 7 juli 1958 in werking treedt. Het voorontwerp van de Landbouwwet, die de Landbouw-crisiswet 1933 en het Voedselvoorzie- ningsbesluit 1938 zal vervangen en waarin een nieuwe wettelijke grondslag voor het landbouw beleid is gelegd, werd door de Minister van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening op 12 februari 1953 voor advies aan de Sociaal Economische Raad toegezonden. Een uitvoerig advies werd 11 juni 1954 aan Minister dr. S. L. Mansholt uitgebracht, voorzien van een minderheidsnota, ondertekend door vier leden van de Raad, die „zich met de al gemene opvatting, welke aan het wetsontwerp ten grondslag ligt", niet geheel konden verenigen. Op 25 juni 1955 werd het ontwerp van wet, on dertekend door de Ministers van Landbouw, Vis serij en Voedselvoorziening, van Justitie, Finan ciën, Economische Zaken en van Publiekrechte lijke Bedrijfsorganisatie aan de Tweede Kamer aangeboden. Het voorlopige verslag op de wet bracht de Landbouwcommissie van de Tweede Kamer op 3 januari 1956 uit. Reeds op 31 januari 1956 werd de Memorie van Antwoord, alsmede een nota van wijzigingen aan de Tweede Kamer voorgelegd. Het gewijzigde ontwerp van wet werd door de Commis sie van Voorbereiding uit de Tweede Kamer na mondeling overleg met de Minister op 28 april 1956 voldoende voorbereid geacht voor openbare behandeling. Het wetsontwerp kwam 21, 26 en 28 maart 1957 in de Tweede Kamer in behandeling. Er werden vier amendementen ingediend o.a. van het toen malige kamerlid dr. A. Vondeling; er verschenen vier nota's van wijziging. Het wetsontwerp werd op 28 maart zonder hoofdelijke stemming door de Tweede Kamer aangenomen. Na een voorlopig verslag der Commissie en een Memorie van Antwoord der regering sloot de Com missie van rapporteurs der Eerste Kamer haar eindverslag op 8 juli 1957 af. Het wetsontwerp werd in de Eerste Kamer op 23 en 24 juli behandeld en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Afkondiging van de Landbouwwet „Nieuwe regelen ter bevordering, van de voortbeweging, de afzet en een redelijke prijsvorming van voort brengselen van de landbouw en de visserij en in verband daarmede ten behoeve van de afnemers van produkten" volgde op 26 juli 1957. TA E Minister van Landbouw, Visserij en Voedsel- J-/ voorziening heeft 21 mei jl. de op 7 mei ge stelde vragen van de heer Egas, lid der Tweede Kamer, beantwoord. Op de vraag of het juist is, dat nog geen uit voering is gegeven aan het voornemen van de Minister een toeslag te verlenen op de rentever goeding van de onder garantie van het Borgstel lingsfonds voor de Landbouw verstrekte leningen, luidt Minister Vondeling's antwoord bevestigend. Vraag 2: Acht de Minister het niet gewenst deze tegemoetkoming zo spoedig mogelijk te verlenen, met name nu de directe ontvangsten voor gelever de melk lager zullen liggen dan aanvankelijk ver wacht werd? Hierop heeft de Minister van Landbouw geant woord: Over deze toeslagregeling dient nog riader overleg te worden gepleegd o.m. met het bestuur van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw, het Landbouwschap en de Centrale Boerenleenbanken. Hiermede blijkt meer tijd gemoeid te zijn dan aan vankelijk werd vermoed, zodat nog niet op korte termijn tot uitvoering kan worden overgegaan. Tenslotte gaf dr. Vondeling antwoord op de der de vraag: Kan de Minister reeds nadere medede lingen doen betreffende het tijdstip, waarop be doelde toeslag op de rentevergoeding zal ingaan, en omtrent de wijze, waarop deze toeslagen zullen worden gerealiseerd Het is de bedoeling, dat deze toeslagen zullen in gaan met ingang van het thans lopende melkprijs jaar dus op 10 november 1957. Nadere mededelin gen over de wijze en het tijdstip van uitkering kunnen in dit stadium nog niet worden gedaan. Tijdens de vergadering van het Comité van Ministers, gehouden te Brussel op 12 mei 1958, waarbij o.m. voor Nederland de minister van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening, dr. A. Von deling, aanwezig was (minister J. Luns was voor zitter) hebben de ministers onder meer besloten dat per 1 juli 1958 met betrekking tot de stikstof - meststoffen de vrijheid van het intra-Benelux- verkeer zal worden verzekerd. MELK is gezondheid", is de leus die op vrijdag zes juni in vele'landen in het middelpunt zal staan. Het vorige jaar kwam in internationale kring de gedachte naar voren, de betekenis van melk voor de volksgezondheid krachtiger onder de algemene aandacht te brengen. Hieruit kwam het streven naar voren om zes juni a.s. tot „Interna tionale Melkdag 1958" uit te roepen. Aan deze melk-mainifestatie zal in het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Finland, West-Duitsland, Nederland, Bel gië, Luxemburg, Zwitserland, Oostenrijk, Spa"nje en India worden deelgenomen. Minister Vondeling zal op die dag in een radio rede over „Melk" spreken. De Voedingsraad heeft een advies opgesteld voor het meest wenselijke melkgebruik voor de verschillende leeftijdsgroepen, dat al naar de leef tijd, varieert tussen een halve en één liter per dag. Gemiddeld is een verbruik van liter per dag niet te hoog. Het Nederlandse gemiddelde bereikt ech ter nauwelijks meer dan 0,5 liter, waaruit volgt, dat een zeer groot deel van de bevolking veel min der melk gebruikt dan voor een goede gezondheid wenselijk is. Er zijn streken in ons land, waar zelfs kinderen niet meer dan 1/5 liter melk per dag krijgen. Toch is melk in verhouding tot andere hoogwaardige levensmiddelen zeer goedkoop, zelfs bij de huidige prijzen. Het eiwit in de melk kost nauwelijks de helft van het eiwit in kaas, terwijl de verhouding tot de vlees- en eierprijzen voor melk nog gunstiger is. Onderzoekingen op verschillende scholen heb ben aangetoond, dat de kinderen uit de lagere wel- standsgroepen, waarin meer dan 60 van de jeugd valt, in lichamelijke ontwikkeling ongeveer een jaar achterstand hebben ten opzichte van kin deren uit meer gegoede gezinnen. Het bleek, dat de kinderen wel meer dan voldoende vet en zet meel in de voeding kregen, maar dat de hoeveel heid dierlijk eiwit op niet meer dan 40 tot 50 van de behoefte kan worden gesteld. In dit opzicht bestaat er dus een schromelijke achterstand. /"A P deze dag zal tevens gewezen worden op het wereldvoedselvraagstuk, waar de melk in vele gevallen uitkomst kan bieden. De overproduktie van melk staat dan ook eigenlijk in flagrante te genstelling met de problemen, waarmee op grote delen van onze aardbol geworsteld wordt. Een van de grote problemen waar men mee kampt is het feit, dat de waarde van melk onvoldoende wordt gekend. De onderconsumptie die daarvan het ge volg is, heeft weer tot resultaat dat in de voeding hiaten ontstaan. De Melkdag 1958 zal niet in het teken staan van de commerciële afzet. Het zijn niet de mindere goede uitkomsten van het veehouderijbedrijf, noch de moeilijkheden die zich thans op de internationa le zuivelmarkt voordoen, maar de behoefte aan voedsel en het tekort aan begrip van wat goede voeding inhoudt die aanleiding zijn tot deze Inter nationale Melkdag. Dat de initiatiefnemers en in ons land het Nederlands Zuivelbureau er in mogen slagen, meer begrip te wékken voor een goede voeding, met melk. N. S. Wij vestigen er de aandacht op van de Kring en Afdelingssecretarissen dat mededelingen, die de Afdelingen en Kringen betreffen en die men in het Landbouwblad in de REDACTIONELE TEKST opgenomen wenst te zien, (rechtstreeks aan de redactie moeten worden gericht. Van berichten, die na woensdagavond de redactie Landbouwhuis- Goes bereiken, kan niet met zekerheid gezegd worden dat opname in de daaraanvolgende krant, gegarandeerd is. Men gelieve dus alle mededelingen zoveel mogelijk vóór woensdag aan de redactie door te geven. Berichten, die buiten de redactie om de drukkerij in Terneuzen bereiken, kunnen in reke ning worden gebracht. De redactie kan hiervoor geen verantwoordelijkheid op zich nemen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 3