Een hernieuwingsprograiimia voor de Belgische Landbouw Belgische Landbouw- nieuwsbrief ZATERDAG t* MEI 1958 DE eerste juni e.k. wordt voor België een datum van historische betekenis. Dan immers worden in dit land de parlementsverkiezingen gehouden. Momenteel staat er voor de meerderheid van de Belgische bevolking veel op het spel. Er zijn niet alleen het nijpend schoolvraagstuk, de Vlaamse werkloosheid enz. maar meer bepaald voor de land en tuinbouwbevolking zal het van de uitslag van de a.s. verkiezingen afhangen of er al dan niet nog een 100.000-tal kleine boeren noodgedwongen hun bedrijf zullen diénen op te geven. Want zulks is nl. de opzet van de huidige, thans regerende partijen in België, vooral van de socialistische partij, die het onomwonden in één van haar organen schreef, dat 'rïog 130.000 kleine boeren de rangen van de indus trie-arbeiders zouden dienen te vervoegen om op deze manier het socialisme in Vlaanderen te vesti- .gen en de meerderheid in het land te veroveren. Het kleine boerenvraagstuk werd aldus op het politieke vlak verschoven, waar het daarentegen in een serene sfeer en met veel begrip zou dienen op gelost te worden. Jammer, maar vergeten wij niet „in België is alles politiek". De Belgische boeren en tuinders vinden bijna uitsluitend hun vertegenwoordigers in de C.V.P., de huidige oppositiepartij, die onlangs me"; het oog op de a.s. parlementsverkiezingen haar plan voor land en tuinbouw heeft bekendgemaakt en waarvan wij hierna enkele uitgangspunten even overlopen. Op het jongste congres van deze partij was het duidelijk aan te voelen dat zij beslist gedaan wil maken met de achteruitstelling van de land- en tuih- bouwbevolking en men heeft zich kunnen verheu gen over de oprechte eensgezindheid welke hierom trent in alle rangen heerste. EEN L.E.I. Bij besprekingen met Nederland hebben de Bel gische onderhandelaars meermalen ondervonden dat de kostprijzenberekening van de Belgische land- bouwprodukten aan Nederlandse zijde werd betwist. Met het oog vooral op de Euromarkt, heeft België daarom een dwingende behoefte aan een gezagheb bend orgaan om de kostprijzen van onze produkten vast te stellen. Het kostprij zenniveau van de pro dukten heeft een uitzonderlijk belang met het oog op de verdediging van onze markt. In navolging van Nederland, dat reeds sedert december 1940 over een L.E.I. beschikt, zou België óók hierover moeten kunnen beschikken. Als in Nederland, zou het tót taak hebben, de berekening van de kostprijzen en de rationalisatie van de land en tuinbouwbedrijven. ECONOMISCHE STUWKRACHTEN RICHTPRIJZEN VOOR BELANGRIJKE PRODUKTEN "KTU is er geregeld in België betwisting over de hoogte waarop sommige richtprijzen zijn vast gesteld. Waar het gaat om cijfers is dit ten andere niet verwonderlijk. Maar wanneer de kostprijzen door een L.E.I. zouden zijn vastgesteld, valt schier elke betwisting weg. De richtprijzen (België) zijn geen garantieprijzen (Nederland) maar geven de lijn aan, waar de prijzen moeten rondschommelen om aan de producenten een billijke vergoeding te waar borgen. Het volstaat echter niet, zoals in België nogal veel voorkomt, richtprijzen vast te stellen en er daarna geen rekening meer mede te houden; even min maatregelen te nemen om zoveel mogelijk het niveau van de richtprijs te benaderen. Vooral wan neer de marktprijs beneden de richtprijs van een bepaald produkt ligt, blijkt de Overheid machteloos te zijn deze opnieuw te dóen bereiken. In het tegen overgestelde geval importeert men en de marktprijs daalt vanzelfEr is bijgevolg een plafond in de markt die tussen haakjes wel meermalen door boord wordt! maar er is geen bodem! TEGEN KUNSTMATIGE BUITENLANDSE CONCURRENTIE Wij weten allen hoe het er momenteel naar toe gaat op agrarisch handelsgebied. Niemand mag ter- zakfc elkaar de steen werpen. De staatstussenkomst is algemeen en elk land tracht zich van zijn over schotten te ontlasten ten nadele van een ander. De Euromarkt ware niet tot stahd gekomen, hadden de andere landen geen ruime toegevingen gedaan aan Frankrijk, om zijn hand l te bevorderen en zijn binnenlandse markt te beschermen. Wij zijn allen zodanig afgestemd op staatstussenkomst, dat de afschaffing ervan op sterk verzet stuit. Het verdrag van de Euromarkt heeft mogelijkheden opengelaten om toelagenpolitiek voort te zetten. Het blijkt dat België hiervan zal gebruikblaken zolang dit land niet met dezelfde wapens kan strij den als enig ander land. POLITIEK VAN GOEDKOPE PRODUKTIE "7EER dringend moeten in de Belgische landbouw de kostprijzen worden gedrukt die momenteel nog veel te hoog zijn. Voor wat de teelten aangaat is men (schijnbaar?) daarmede begonnen door toe slagen te verlenen voor de verbouw van voeder- granen. Men zou in de toekomst deze toelagen ook willen uitbreiden tot de produktle van pootgoed en zaaigranen, scheikundige meststoffen enz. Verder moeten ook de pachten tot redelijke ver houdingen worden teruggebracht. Zij komen voor 12 tussenin de produktiekosten en staan derde, na de lonen (41 en veevoeders (17,5 In som mige streken van ons land werden de pachtprijzen opgevoerd tot uitersten die niet meer te aanvaar den zijn. Belgische economen zijn het niet allen eens over het principe van toelagen aan de landbouw, niet tegenstaande jaarlijks miljarden francs gaan naar de Waalse marginale kolenmijnen. In de landbouw moeten de toelagen worden beschouwd als zijnde een compensatie voor de te lage verkoopprijzen, waardoor mede de produktiekosten worden gedekt. Het blijkt dat de toelagenpolitiek in het geheel niet zal verminderd, dan wel verruimd zal worden. VERBETERING LANDBOUWGRONDEN Weet U dat duizenden ha landbouwgrond in België beneden het produktiepotentiëel blijven? Het grasland beslaat ca. 800.000 ha, hetzij ruim de helft van onze landbouwgronden. Het weide-areaal vraagt nochtans dringend verbetering, te meer daar uitgemaakt is dat in vele gevallen i opbrengst er van met een derde kan worden opgevoerd. De waterzieke gronden, waarvoor tot op heden be trekkelijk weinig is gedaan geworden, alsmede de zgn. „arme" gronden, dienen dringend verbeterd te worden. We zullen op dit probleem tegelegenertijd wel eens terug komen, alsmede op het vraagstuk van de ruilverkaveling, dat maar niet vorderen wil. Ook dit laatste is dringend. FINANCIËLE STUWKRACHTEN IIET JAARLIJKS MILJARD ^TIETTEGENSTAANDE dat om velerlei redenen de A landbouw in België (nog altijd) de eerste nijver heid wordt genoemd, bereikt het deel dat haar van de nationale begroting wordt geschonken niet eens 2%. Het is zelfs zo, dat wanneer er, zoals in 1957, moet worden bezuinigd, zulks bij vooilweur gebeurt op het budget van landbouw. Van de andere kant ontvangt de landbouwbevolking geen aandeel in de verhoging van het nationaal inkomen. Integendeel gaat dit aandeel bestendig achteruit. Daarom moet indirect een aanzienlijk krediet aan het gewone budget worden toegevoegd. De huidige oppositie partij heeft hier het bedrag van 1 miljard voorop gesteld en in de hoop aan de macht te zullen komen, wordt momenteel over de besteding van dit bedrag door deskundigen beraadslaagd. Nog andere maatregelen op het financiële vlak worden vooropgesteld, o.m. de fiscale gelijkheid met de gezinnen waar man en vrouw een afzonderlijk dagelijks inkomen genieten, alsmede de verhoging van een eenvormig vrijgesteld inimum. SOCIALE MAATREGELEN Het recht van vóórkoop („preemtierecht") is voor de Belgische omstandigheden (wij verwijzen hierbij graag naar onze vorige landbouwnieuwsbrief, waar in sprake is van de grondpolitiek) zeer noodzake lijk. De pachter moet de voorkeur krijgen om het land dat hij in gebruik heeft eventueel te kunnen aankopen. Hij moet kunnen verdedigd worden tegen de tergende grondspeculatie die in België op feno menale schaal woekert. Bijaldien moeten de nodige kredietmogelijkheden worden voorzien waarop de belanghebbende pachters eventueel beroep kunnen doen. Ook moet de huisvesting van de agrarische ge zinnen verbeterd worden. Inzake bouwpolitiek werd tot dusver voor hen niets gedaan, ondanks het feit dat vele vertrekken in boerderijen helemaal niet meer aan de eisen van de hygiëne beantwoorden en talrijke woningen bouwvallig zijn (de eigenaren komen in de meeste gevallen financieel hierin niet tussen). De wet op de ouderdomspensioenen, door de huidige regering gestemd en die te zwaar valt voor de zelfstandigen, dient herzien te worden, en wel zodanig, dat de bijdragen van deze laatste in ver houding zijn tot het genietbare pensioenbedrag. De verzekering van de „oude dag" beantwoordt aan een sociale behoefte. Ook voor wat aangaat gezinstoeslagen valt wat te doen. De landbouwersstand heeft het hoogste geboortecijfer en kinderaantal, desniettegenstaande de geboortepremie onvoldoende is voor de zelf standigen, waartoe zij behoren. CULTURELE INITIATIEVEN "LJET departement van Landbouw alleen is bevoegd inzake naschools onderwijs. De begroting voor ziet hiertoe nauwelijks toen miljoen B.francs en men zegt dat dit volstaat voor de naschoolse leer gangen, de gewestelijke scholen en het huishoude lijk onderwijs voor meisjes. Dit bescheiden krediet bewijst echter dat het naschools onderwijs nog niet de gewenste expansie heeft genomen. Tijdens het fei jaar 1956-'57 werden 887 leergangen en gewestelijke cursussen ingericht; het aantal groeit van jaar tot jaar, maar de resultaten blijven volstrekt ontoe reikend. Om een idee te geven: in de provincie Oost-Vlaanderen bestaan slechts twee middelbare landbouwscholen, nl. te Oudenaarde en te St. Ni klaas, twee uithoeken van de provincie, centraal gelegen voor het Waasland en de Streek van Oudenaarde. De leerlingen van deze onderwijsin richtingen komen dan ook voor een groot deel uit de omgeving van voornoemde steden, terwijl de streek van Aalst, het Gentse en het Meetjesland (streek van Eeklo-Maldegem) het zonder moeten $»tel- len. Wie van daaruit middelbaar onderwijs wil ge nieten, kan zich laten inschrijven als intern bij voornoemde instellingen, hetgeen enkele duizenden francs kost per jaar, waartegen vaak wordt opgezien. Het gevolg tenslotte, is, dat een betrekkelijk klein aantal landbouwerszonen middelbaar landbouw onderwijs geniet. Er is op cultureel gebied nog zeer veel te doen en wanneer men er al het overige nog gaat bij voegen, dan zou men er zelfs sterk aan gaan twijfe len of een bijkomend krediet van 1 miljard fr. per jaar wel voldoende is om zulk een overigens mooi landbouwprogramma te verwezenlijken. f BlJITE.M,A.\I)~y DUITSLAND Het Britse Rijnleger zal er in het vervolg van afzien, Nederlandse Bintje-consumptie-aardap pelen aan te kopen omdat deze de laatste jaren door de aantasting van natrot niet voldoende houdbaar waren. Het Rijnleger had tot dusver bijna uitsluitend contracten in Nederland, waar bij de rassen Bintie en Voran werden voorge schreven. De Duitse telers doen moeite de kwar tiermeester van het Britse leger voor hun pro dukten te interesseren. Kartoffelwirtschaft. EGYPTE De met vlas bezaaide oppervlakte in Egypte is dit jaar met ongeveer 50 vermeerderd, totale oppervlakte ongeveer 4250 ha (schatting). De weersomstandigheden waren uitstekend en de gezonde groei belooft goede resultaten. (De Vlasbode.) GROOT-BRITTANNIË De parlementair secretaris van de Minister van Landbouw, de heer Godber, heeft op aan hem door parlementsleden gestelde vragen betreffende liet areaal droog geoogste erwten en de prijs van ge- importeerde erwten geantwoord, dat het areaal conserveringserwten niet bekend is en dat het areaal droog geoogste erwten in 1957 ca 31.700 ha bedroeg, tegen gemiddeld 7.770 ha over 1937'39. Naar aanleiding van een suggestie om de import van deze erwten te beperken door een quotarege ling of iets dergelijks, omdat dit produkt in Groot* Brittannië even goed kan worden voortgebracht, verklaarde de heer Godber dat men niet uit het oog moet verliezen dat het invoerrecht op erwten zeer hoog is. (Landbouwwereldnieuws) IERLAND Volgens een bericht in .Irish Farmers' Journal" wordt dit jaar in Ierland een grote uienproduktio verwacht. Het zeer droge weer is gunstig voor een vroege teelt, waardoor aangenomen mag worden dat de Ierse uien dit jaar veel eerder op de markt zullen komen dan in vorige jaren. De Ierse uienteelt heeft in de afgelopen jaren een grote uitbreiding ondergaan en de vooruit zichten wijzen er op dat de Ierse produktie binnen afzienbare tijd in staat zal zijn in de binnenlandse behoefte aan uien te voorzien. Onder deze omstandighdeen, aldus ^ovenge noemd blad, is het van nationaal belang om te ver zekeren dat de teelt en de afzet van verse uien niet worden bemoeilijkt door „unfaire" buitenlandse concurrentie. Landbouwwereldnieuws) JAPAN Volgens een bericht in Foreign Crops and Mar kets wordt de Japanse import van tarwe voor men selijke consumptie in 't op 31 maart 1959 eindigen de belastingjaar 1958/'59 door het Japanse Ministe rie van Landbouw geraamd op 2,15 min ton (62.600 ton minder dan in 1957/'58), waarvan 1,03 min ton uit de Verenigde Staten, 0.85 min ton uit Canada en 0.18 min ton uit Australië. De import van tarwe voor veevoederdoeleinden wordt in 1958/'59 geraamd op 264.000 ton, d.w.z. 84.000 ton meer dan in 1957/'58. Voorts zal Japan in 1958/'59 naar schatting 692.000 ton gerst voor menselijk consumptie im porteren (72.000 ton minder dan in 1957/'58), waarvan 281.000 ton uit de Verenigde Staten, 281.000 ton uit Canada en 131.000 ton uit Austra lië. Bovendien zal voor het eerst gerst voor vee voeder worden geïmporteerd, nl. ca 70.000 ton. (Landbouwwereldnieuws).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 7