evaren
350
Het rijkslandbouwcosiilentschap te Goes in 1957
Let op «Ie
uitbreidingsplannen
bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen
en door mechanisatie
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
GRONDONDERZOEK in 1957.
TN 1957 werden in totaal naar het Be-
drijf slaboratorium voor Grond- en Ge-
wasonderzoek te Goes 4490 grondmonsters
gezonden, afkomstig van de Zeeuwse eilan
den. Hiervan waren er uit Schouwen-Dui-
veland 55, uit Tholen en St. Philipsland
334, uit Noord-Beveland 219, uit Zuid-Beve
land 811 en uit Walcheren 87 afkomstig.
Uit de herverkaveling Walcheren kwa
men nog 75 monsters terwijl de herverka
veling Zeeland 2.909 monsters instuurde.
Namelijk afkomstig van Schouwen-Duivé-
land (1065), Tholen (1056), Waarde (84) en
Zak van Zuid-Beveland (704).
niet of
ern
licht
matig
stig
Totaal ziek
ziek
ziek
Schouwen-Duiveland
253
56
38
6
Tholen en St. Philipsland
282
54
36
10
Noord-Beveland
137
67
31
2
Zuid-Beveland
207
67
30
3
Walcheren
8
88
12
Consulentschap
887
60
34
6
opslagbehoefte bij 50 bewaring van aardappelen
en uien.
Opslagcap. van de
t/m 1957 *>ehoefte
in tonnen
Schouwen-Duiveland 7.247
Tholen en St. Philipsland 8.052
Noord-Beveland 12.825
Zuid-Beveland 29.150
Walcheren 2.075
Totaal 59.349
31,9
26,5
71,5
49,2
11,9
ONDERZOEK EN BOUWACTIVITEITEN.
TTET totaal aantal grondmonsters dat in het sei-
-*-1- zoen 1956/1957 naar het Instituut voor Ratio
nele Suikerproduktie te Bergen op Zoom werd in
gezonden bedroeg 887 stuks, aldus kan men lezen
in het jaarverslag 1957 van het Rijkslandbouw-
consulentschap voor de Zeeuwse eilanden te Goes.
Het totaal aantal ingezonden monsters en de
uitslag van het onderzoek, namelijk het percentage
zieke percelen en de graad van ziekte, zijn in on
derstaande tabel weergegeven.
Het jaarverslag van het Rijkslandbouwconsu-
lentschap van de Zeeuwse eilanden over 1957
meldt tenslotte een urgentie programma dat als
volgt luidt:
1. Het bestuderen van de mogelijkheden van het
drogen en de opslag van graan op het land
bouwbedrijf, zowel uit technisch oogpunt als
wat de afzet betreft
2. Uitbreiding van bewaarruimte met buiten-
luchtkoeling in de gebieden met een grotere
of kleinere achterstand.
3. De mogelijkheden van open loopstallen voor de
Zeeuwse omstandigheden nagaan.
4. In overleg met de architekten nagaan op welke
wijze op de hudige boerderijenbouw bezuinigd
kan worden.
Grondmonsters die tot 5 juli voor onderzoek WJ
het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewas-
onderzoek worden aangeboden, worden snel onder
zocht voor verlaagde prijs (15 korting).
TERNEUZEN.
Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het
raadsbesluit tot vaststelling van een partiële her
ziening van het uitbreidingsplan in onderdelen
,,Zuid" en .Oostelijk Bolwerk" der gemeente Tef
neuzen, met bijbehorende bebouwingsvoorschrif
ten.
Het goedgekeurde plan ligt voor een ieder ter
inzage.
Binnen een maand na 7 mei 1957, kunnen belang
hebbenden die zich met bezwaren tot de gemeente
raad hebben gewend, beroep instellen bij de Kroon,
In 1956 werd door het Bedrijfslaboratorium voor
Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek een be
gin gemaakt met het grondonderzoek op uienaal-
tjes. In 1957 werden 723 monsters op deze aaltjes
onderzocht.
In 1957 werd tevens de mogelijkheid geopend
om praktijdpercelen op de aanwezigheid van ver
schillende cystenaaltjes te laten onderzoeken. Ook
hiervan werd, zij het op bescheiden schaal name
lijk 168 monsters, door de praktijk reeds gebruik
gemaakt. Vooral voor wat betreft het onderzoek op
uienaaltjes valt reeds een duidelijke toename te
constateren, waarbij vooral het aantal monsters
dat ingezonden werd door firma's die zilveruien
contracteren belangrijk is.
Na een beschouwing over het mengen van enkel
voudige meststoffen vervolgt het verslag met te
stellen dat voor de aanwending van kalkmeststof
fen veel belangstelling bestaat. De minder goede
financiële bedrijfsuitkomsten hebben mede tot ge
volg gehad, dat de omzet van kalkmeststoffen
Jager is dan noodzakelijk moet worden geacht.
Aan dit punt dient nog veel aandacht te worden
geschonken.
Ten aanzien van het gebruik van kalkmeststof
fen in het herverkavelingsgebied Zeeland valt een
duidelijke toename te constateren. Mede in ver
band met de gunstige subsidieregeling mag worden
verwacht dat hiervoor in de naaste toekomst veel
belangstelling zal bestaan. Omdat een en ander ten
nauwste samenhangt met de toedeling van de ge
reedgekomen kavels kon van deze mogelijkheid tot
dusverre slechts een beperkt gebruik worden ge
maakt. Dank zij deze regeling werd in 1957 in het
herverkavelingsgebied Zeeland een bedrag van
ƒ42.000,— aan kalkmeststoffen uitgegeven. De
subsidie bedroeg 14.000,
In het afgelopen jaar werd sterk de aandacht
gevestigd op de noodzakelijkheid van een regel
matig onderhoud en een regelmatige controle van
de drainage.
In totaal zijn nu 63 plasticapparaten bij land
bouwers of combinaties van landbouwers in ge
bruik. Dit aantal bedroeg eind 1956 slechts 19 stuks.
Bovendien zijn nog 7 apparaten in handen van
loonwerkers. Een 3-tal hiervan houdt zich bezig
met het doorspuiten van drainage.
Tevens wordt dit werk, ook voor particulieren,
Uitgevoerd door de cultuurmaatschappijen.
BOUWACTIVITEITEN.
BEHALVE de boerderijenbouw in de herverka-
velingsgebieden, waar 34 bedrijven werden
gebouwd houdt de voorlichtingsdienst zich ook
bezig met de bouw van met buitenlucht gekoelde
bewaarplaatsen voor aardappelen en uien.
In 1957 zijn in totaal 45 schetsontwerpen met 'n
totale inhoud van circa 10.000 ton getekend en
geadviseerd. Van deze 45 objecten waren er eind
1957 31 in gebruik met een inhoud van circa 4849
ton. Hierdoor is de totale opslagcapaciteit op de
Zeeuwse Eilanden gekomen op 59.349 ton.
Onderstaande tabel geeft de opslagruimte van
de verschillende gebieden weer met daarachter
welk percentage dit vertegenwoordigt van de
DE GEVAREN
BIJ HET GEBRUIK VAN KLEURSTOFFEN
JJET gebruik van kleurstoffen in de landbouw is
vrij algemeen. Het is een verzamelnaam van
natrium of ammoniumwater van dinitroarthocresol
(D.N.(O.)C.) of een verbinding daarvan met phenol
(D.N.P.). In het algemeen wordt met deze stoffen
slordig en zonder voldoende bescherming omgegaan,
wat zou doen veronderstellen dat het gevaar niet zo
groot is. Het tegendeel is waar, geregeld komen door
onvoldoende kennis, en daardoor onvoldoende be
scherming, sterfgevallen voor. Terecht zijn hier
door, b.v. in Engeland, zeer strenge voorschriften
bij het gebruik van deze middelen. Kleurstof kan
zowel door de onbeschadigde huid als via de adem
halingswegen opgenomen worden.
De dodelijke dosis is 1 a 2 gram, wat niet zo heel
veel is.
Hoe is nu de giftige werking van D.N.C. en
D.N.P.?
Deze stoffen zetten de stofwisseling, dus de ver
branding sterk aan. Dat doen ook vermagerings
middelen en vroeger is kleurstof in kleine hoeveel
heden wel als zodanig gebruikt, maar vanwege de
daaraan verbonden grote gevaren, wordt het niet
meer als zodanig toegepast. Bij vergiftiging met
kleurstof is weinig waarschuwing vooraf. Het
slachtoffer kan plotseling ziek worden en de ziekte
kan stormachtig verlopen. Het is best mogelijk dat
dagen lang gewerkt wordt zonder ziek worden; de
conclusie is dan wel: zie je dat het niet zo erg is?
Jawel, maar plotseling is het dan wèl erg. Dit
vindt zijn oorzaak hierin dat het gehalte van kleur
stof in het bloed te weinig was om ziek te maken,
tot die drempel overschreden werd. Dat kan b.v.
wanneer, zonder voldoende bescherming gewerkt
wordt bij warm, broeiig weer. De verhoogde stof
wisseling verloopt bij de acute vergiftiging zeer
snel. De patiënt zweet sterk, heeft een heftig
warmtegevoel en erge dorst, sterk versnelde harts-
werking, verhoogde lichaamstemperatuur. Hij heeft
het benauwd en vermagert sterk.
ZIJN ER WAARSCHUWENDE VERSCHIJNSELEN?
■TOALS gezegd, betrekkelijk weinig. De toch wel
wat vage klachten zijn, een abnormaal warmte
gevoel, de patiënten zeggen dat ze het daardoor niet
in huis kunnen houden. Verder onrust, slecht slapen
en dorst. Het is zaak om hierbij ook te letten op
de urine; die kan soms groen-geel verkeurd zijn.
Zijn er van genoemde verschijnselen, dan moet
direct het werk gestaakt worden om mogelijk veel
erger tc voorkomen. Schrijver heeft inzage gehad
van een van de 4 gevallen die zich in 1954 in Gro
ningen voordeden. Bij binnenkomst in het zieken
huis leek het er niet op dat de afloop zó fataal zou
zijn. Bovengenoemde verschijnselen waren er alle,
spoedig volgden krampen en ondanks alle moeite,
vrij snel de dood. Hoe de stofwisseling verhoogd
was: Yl uur na de dood was de lichaamstempera
tuur nog 44° C. Er was gewerkt bij warm weef
onder onvoldoende bescherming.
Een paar andere voorbeelden: een rentenier be*
spoot zijn tuin met een sloop voor mond en neus en
droeg rubberhandschoenen, 's Avonds was hij al be
nauwd en dorstig. Na ruim veertien dagen ziek zijn*
was hij rentenier-af.
Een arbeider spoot op 3 warme dagen, werd op,
de 3de dag ziek en 8 uur na de eerste verschijnselen
was hij overleden.
Waarom deze voorbeelden? Omdat niet genoeg
beklemtoond kan worden dat voorzichtigheid ge
boden is. Wij zien niet graag spuiters met zo'n
geel Chinezenkleurtje.
Het D.N.C.-poeder, in mindere mate de pasta, kan
bij aanwezigheid van vuur ontploffen.
BESCHERMING
1. Draag bij het berèiden van cle spuitvloeistof en
bij het spuiten een masker. Stof mag niet inge
ademd worden. Is er geen masker, ga dan aan
de windkant staan b(j het bereiden en houdt def
zak in het water bij het leegmaken. Wees ook
voorzichtig bij het overgieten in de tank. Ge
bruik ook rubber- of plastichandschoenen.
2. Draag impermeable kleding en bedek het hoofd
met de eerder genoemde zuidwester. Draag rub
berlaarzen.
3. Rook niet tijdens het bereiden en bjj het spuiten.
Kom ook verder niet met vuur erbij. Gebruik
ook hier geen alcohol.
4. Was de handen voor het eten.
5. Reinig lichaam en kleding na het spuiten.
6. Wees èxtra voorzichtig bq warm weer.
Wat te doen als er vergiftigingsverschijnsels
a. Direct het werk staken en een arts waar
schuwen.
b. De patiënt rustig neerleggen op een koelë
plaats.
C. Laat véél drinken, liefst suikerhoudend water
of suikerhoudende dranken.
d. Patiënt afkoelen met water.
e. Alleen liggend vervoeren, bjj lopen neemt de
verbranding in het lichaam nog meer toe, die
is al hoog genoeg.
f. Is de huid verontreinigd, maak die dan schoon
met ruim koud water. B(j warm water gaanl,
de haarvaten van de huid nog wijder open
staan waardoor de opname in het bloed be
vorderd wordt.
MEDICUS.