Gegevens betreffende TR1RA VE suikerbietenzaad Rij de aankoop van RUNDEREN Begint U een nieuw Rundveebedrijf De Shetlanders in Zeeland BOERDERIJEN BOUW IN 1957 ZEEUWS LANDBOUWBLAD ABORTUS BANG-BESTRIJDING MET ingang van 1 mei van dit jaar is de hef fingsverordening van het Landbouwschap tot bestrijding van abortus Bang van kracht geworden. Zoals men weet komt de inhoud van deze verorde ning in het kort op het volgende neer: Een vee houder met een rundveebeslag, dat niet abortusvrij of A. B. R.-vrij is verklaard, is per kwartaal per rund een heffing verschuldigd van 2,50 als hij zijn beslag in drie jaar vrij wil maken; of een hef fing van ƒ1,25 als hij zijn beslag in vijf jaar vrij wil maken. Als het beslag op tijd vrij verklaard is krijgt hij de heffing terug. Een veehouder, wiens beslag vrij verklaard was toen de verordening van kracht werd, behoeft geen heffing te betalen als zijn beslag vrij blijft. Wat moet hij, die een vrij bedrijf heeft, nu bij het aankopen van runderen doen om vrij te blijven? Deze vraag is eenvoudig te beantwoorden. Hij moet alleen runderen kopen, die a) ofwel voorzien zijn van een abortusvrij ver klaring, dus van een verklaring met recht hoekig stempel; b) ofwel voorzien zijn van een A. B. R.-vrijver klaring, dus van een verklaring met driehoe kig stempel; c) ofwel voorzien van een „mededeling", dat het rund afkomstig is uit een A. B. R.-vrij of abortusvrij beslag. Deze papieren worden verstrekt door de gezond heidsdiensten. Als die boer een rund koopt met een van deze papieren valt hij niet onder de heffing. Koopt die boer een rund, dat niet voorzien is van een dezer papieren, dan is hij er onherroepelijk bij. Hij valt dan onder de heffing, en wat zeer be langrijk is hij krijgt de heffing niet terug. Hij heeft het dan immers aan zichzelf te wijten, dat zijn beslag niet meer abortusvrij of A. B. R.-vrij is. Hij kan runderen kopen met deze papieren, immers voor runderen uit ongeveer 75 der Nederlandse rundveebeslagen kan een van deze papieren wor den afgegeven, al verschilt dit percentage wel wat van gewest tot gewest. De regeling van de drie soorten papieren rechthoekig stempel; driehoekig stempel; mede deling geldt alleen voor dit eerste jaar, dus tot 1 mei van het volgend jaar. Daarna worden geen mededelingen meer afgegeven. Hierop zal tijdig de aandacht worden gevestigd. Daarenboven kan de veehouder voor verdere bijzonderheden en inlich tingen altijd terecht bij de gezondheidsdienst. A LS een veehouder ma. 1 mei 1958 een nieuw bedrijf begint moet hij zo wijs zijn er voor te zorgen, dat hij niet komt te vallen onder de hef fing voor de bestrijding van abortus Bang. Hij kan dit bereiken door alleen runderen te kopen met goede papieren. Hij moet daarom runderen aankopen met een bewijs dat het of wel A.B.R.-vrij of wel abortusvrij is. Als de veehouder alleen zulke runderen koopt is zijn beslag abortusvrij. Hij valt dan niet on der de heffing. Als hij er voor zorgt dat zijn beslag abortusvrij blijft, hoeft hij nooit heffing te betalen. Tot 1 mei 1959 is een overgangsmaatregel van kracht. Tot die datum mag de veehouder ook een beslag vormen waaraan runderen zijn toe gevoegd, welke vergezeld zijn van een z.g. mede deling. Zijn beslag is dan A.B.R.-vrij. Hij hoeft ook dan in het eerste jaar geen heffing te be talen. Maar hij moet er wel voor zorgen dat zijn beslag spoedig daarna abortusvrij is Hij valt dan niet onder de heffing. Als zijn beslag niet op 31 juli 1959 abortusvrij is verklaard, valt de veehouder onder de heffing. Als de veehouder een beslag aanschaft waar van niet alle runderen A.B.R.-vrij of abortusvrij zijn, of niet vergezeld zijn van een mededeling, moet hij heffing betalen. En wie met een nieuw rundveebeslag onder de heffing valt, krijgt zijn geld niet terug. In Nederland is 75% van de rundveebeslagen A.B.R.-vrij of abortusvrij. Er is dus voor de vee houder die na 1 mei 1958 een nieuw bedrijf be gint alle gelegenheid om runderen met goede papieren te kopen. Het is misschien goed er op te wijzen dat het beslag van een veehouder, die met een besmet beslag begint, in ieder geval pas vrij verklaard kan worden na drie kwartalen. Een van de voor waarden om vrij verklaard te worden is immers dat gedurende drie opeenvolgende kwartalen het melkonderzoek een gunstige uitslag geeft. Een veehouder die niet met een vrij beslag be gint, betaalt dus minstens in drie kwartalen heffing. En hij krijgt deze niet terug. Het spreekt vanzelf dat de veehouder te allen tijde inichtingen over dit alles kan vragen aan de gezondheidsdienst in zijn 'provincie. EVENALS het voorgaande jaar, is wederom het plan opgevat door enkele ponyhouders, ge zamenlijk een goedgekeurde hengst te huren. Aanvankelijk stuitte men hierbij op de moeilijk heid, dat er in geheel Zeeland geen enkele goed gekeurde hengst aanwezig was. Hiervoor moest dus een oplossing gevonden worden, temeer nu er reeds verschillende merries in het Stamboek of Hulpboek zijn opgenomen. Het zou uiteraard wei nig zin hebben zijn merrie in het Stamboek of Hulpboek te laten inschrijven, wanneer de moge lijkheid er niet is om deze te paren met een voor dekking goedgekeurde hengst. Door bemiddeling van het Ned. Shetlandpony- stamboek is inmiddels in deze moeilijkheid voor zien en is kortgeleden gehuurd de vijfjarige vos- bonte ponyhengst „Kolumbus van de Kraak". Deze hengst heeft tot vader Dombie, S 151 en is in eigen dom van de heer J. Lokers, Zevenbergen. Deze hengst is gestationeerd op de hofstede „Lindezorg" van de heer J. A. Boot te Rilland. Voor iedere ponyhouder in Zeeland is het daar door mogelijk geworden zijn merrie te laten dek ken door een stamboekhengst. Deze handeling van de initiatiefnemers verdient dan ook alle lof en zeker zullen veel ponyhouders van deze geboden kans gebruik maken. De mogelijkheid om zijn pony enkele weken te gen een redelijke vergoeding te weiden op „Linde- zorg" is aanwezig, na voorafgaand overleg met de heer Boot. Het dekgeld zal evenals in het verleden omgeslagen worden over het totaal aantal dekkin gen. De extra moeite om zijn pony drachtig te krijgen van deze stamboekhengst behoeft geen bezwaar te zijn, want in de eerste plaats is er kans op een beter veulen en in de tweede plaats is men niet in overtreding. Het is n.L zó, dat de Paardenwet be paalt, dat een niet-goedgekeurde hengst geen dek kingen mag verrichten, althans niet bij merries van andere eigenaars. Bovendien bestaat hierdoor de kans, dat ook in onze provincie hengstveulens geboren worden, die qua exterieur, enz. van een dergelijke kwaliteit zijn, dat ze mogelijk metter tijd goedgekeurd kunnen worden voor dekking. Ongetwijfeld zal deze aanwinst de basis verste vigen voor een betere en geregelde fokkerij, met meer kans op een beter fokprodukt. Vermeldenswaard is het streven om te komen tot oprichting van een provinciale fokvereniging van Shetlandponyhouders in Zeeland. Tot op heden werden de fjelangen van de Zeeuwse ponyhouders zoveel mogelijk verzorgd door enkele initiatief nemers. Momenteel echter is er gezien de toe nemende belangstelling behoefte aan om een hechtere basis te vormen, waardoor er meer en beter coördinerend gewerkt kan worden tot popu larisering van het kleinste paardje ter wereld. Degenen die in principe interesse hebben tot toe treding, kunnen zich onder vermelding van naam en adres laten inschrijven ten kantore van het Rijksveeteeltconsuientschap voor Zeeland, Lonrien- se Kaai 27, Middelburg. J. H. TER KEURS. o "DLIJKENS mededelingen in de driemaandelijkse publikatie van mei 1958 van het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid is in 1957 aan de bouw van boerderijen een bedrag verwerkt van 48,6 miljoen. De bouwproduktie in het jaar 1956 was 54 miljoen. Aan overige agrarische gebouwen werd in 1957 een bedrag van 20,9 miljoen verwerkt. Voor boerderijen werden in het jaar 1957 ge meentelijke bouwvergunningen verleend tot een bedrag van 50 miljoen, hetgeen 6 miljoen min der is dan in het jaar 1956. Van het bedrag van 50 miljoen had 4 miljoen betrekking op vergunningen voor hebbouwboerde- rijen. Van deze te herbouwen boerderijen waren er 64, die worden gebouwd in de plaats van door oorlogshandelingen verwoeste boerderijen (in to taal 6916 gereedgekomen). Voor andere agrarische gebouwen werden ge meentelijke bouwvergunningen afgegeven tot een bedrag van 20 miljoen, tegen 24 miljoen in 1956. De bouwsom van de op 1 januari 1958 in aan bouw zijnde boerderijen beliep 21 miljoen. De herbouw van door oorlogshandelingen ver woeste boerderijen is thans zover gevorderd, dat nog slechts voor rond 90 gevallen de aanvragen moeten worden behandeld. In'1957 werden in deze sector 164 boerderijen voltooid. In liet rampgebied zijn tot en met 31 december 1957 «reeds weer 506 van de rond 580 vernielde boerderijen herbouwd. In de provincie Noord-Brabant zijn thans alle door de watersnoodramp vernielde boerderijen her bouwd. (Advertentie). Aan het Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. VAN DER HAVE N.V.t KAPELLE-BIEZELINGE. I mei1958. Alvorens te zaaien heb ik het zaad eenmaal gezeefd. Zodoende hield ik van de ontvangen 23 kg nog 18 kg mooi gelijkmatige zaden overdit had ik gedaan voor een zo mogelijke gelijke verdeling in de rij te krijgen. Met deze 18 kg heb ik ongeveer 1.80 ha gezaaid, dus ongeveer 10 kg per ha. Gezaaid 2 april met Hassia schuif rad. Opkomst 22 april zeer regelmatig. Eerste keer geschoffeld 2 mei. Met dit nieuwe zaad TRI RAVE kan ik zonder gebruik van een dunner deze bieten in een arbeidsgang opeen brengenhiervoor dan ook mijn hartelijke dank. Klimmen (L) 6-5-'58 w.g. H. VAESSEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 10