281 Hoofdbestuursvergadering van het K. N. L. C. KOSTPRIJZEN EN PACHTPRIJZEN VLASUITZAAI INGEZONDEN M1 Openbare Hoofdbestuursvergadering .Landbouwpolitiek ZATERDAG 26 APRIL 1958 In de Hoofdbestuursvergadering van het K.N.L.C. op dinsdag 15 april j.l. kwamen onder meer de volgende punten ter sprake: Het prijsbeleid voor akkerbouw- produkten en melk. AC ET ernstige teleurstelling nam het Hoofdbe- -*• stuur kennis van de mededelingen van de Minister van Landbouw over de vaststelling van de garantieprijzen van enkele akkerbouwprodukten voor oogst 1958 en van melk in 1957/1958. Als gevolg van de prijsstelling van akkerbouw produkten wordt de positie van de lichte gronden in het algemeen en van de Veenkoloniën in het bijzonder nog moeilijker; de in uitzicht gestelde prijzen, met name die voor de granen, zullen dan ook daadwerkelijk moeten worden bereikt. Met betrekking tot de beperking van de melk prijsgarantie tot een bepaalde hoeveelheid was het De Voorzitter van het K. N. L. C., ir. C. S. Knott- nerus schrijft: HET is mij gebleken dat sommigen uit mijn eerste artikel conclusies trekken, die door mij beslist niet zijn bedoeld, vandaar dat ik meen nog eens op deze materie te moeten terug komen. Het misverstand bestaat dan daarin dat ge meend wordt, dat uit mijn vorige artikel kan wor den afgeleid, dat ik voor lage pachtprijzen zou zijn. Hetgeen ik heb willen betogen was niet anders dan dat de pachtprijzen afgestemd moeten zijn op de garantieprijzen. Het is m.i. onjuist om voor de pachtprijzen een andere maatstaf aan te leggen dan voor de kost prijzen. Nu is het zo dat vroeger de kostprijzen berekend werden op pachtbasis. Uitgegaan werd door het L. E. I. van de werkelijk betaalde pachten. Aangezien deze pachten zodanig waren vastge steld dat hieruit in grote gebieden van ons land niet de noodzakelijke eigenaarslasien konden wor den vergoed, deed het Landbouwschap met de „ruk aan de bel" een beroep op de overheid, de garantie prijzen zodanig vast te stellen, dat hierin de eige- naarslasten zouden worden vergoed. Wanneer aan de wens van het Landbouwschap volledig zou zijn tegemoet gekomen dan zouden de garantieprijzen zo hoog zijn vastgesteld, dat daaruit pachtprijzen voortvloeien, die de eigenaars een volledige ver goeding van hun lasten en ook een redelijke rente en afschrijving voor hun gebouwen en een rente voor in de grond gestoken kapitaal garandeerden. Er zou dan dus een juist verband tussen kost prijzen en pachtprijzen zijn ontstaan. De regering besliste echter zodanig, dat slechts een gedeelte van het gevraagde werd gerealiseerd. Er werd een ander systeem van afschrijving toegepast en voor de rente van het in de grond gestoken kapitaal, de z.g. grondrente, of wat hetzelfde is, de netto pacht werd een bedrag gefixeerd, dat beslist niet in overeenstemming was met de pachtnorm, n.l. veel lager. xtU de minister op grond van de nieuwe pacht- wet pachtnormen moet vaststellen en hij hier over advies vraagt, komen zowel de Minister als de adviesgevers voor het dilemma: wat primair is, de hoge pacht of de hogere garantieprijzen. Vol gens de wet moeten de normen rekening houden met de bedrijfs uitkomsten maar ook met de rede lijke belangen van de verpachter. Kan men nu stellen: omdat wij van mening zijn, dat een redelijke beloning van de verpachter, maar ook van de eigenaargebruiker, alleen mogelijk is bij garantieprijzen waarin een hogere netto pacht is berekend, moeten wij beginnen hoge pachtnor men te vragen. Ik geloof dat dit alleen kan als de Minister het verband tussen de pachtnormen en de garantieprijzen erkent. Anders zouden de pach ters van Nederland een pachtprijs opgelegd krij gen, die niet in redelijk verband staat met de be- drijfsinkomsten, omdat deze momenteel voor een belangrijk gedeelte door de garantieprijzen worden bepaald. Ik geloof dus als conclusie te moeten trekken, dat de pachtnormen van december 1957 beter aan de wensen van de georganiseerde landbouw tege moet komen dan de daarvoor geldende, maar dat daaruit de consequenties voor de kostprijsbe rekening moeten worden getrokken. Zolang dit laatste niet het geval is, zijn zij voor de pachters onbillijk, terwijl zij de eigenaargebruikers niets baten. Over de vlasuitzaai van dit seizoen meldt „De Vlasbode" weliswaar geen cijfers, maar niettemin wordt reeds uit de voorlopige gegevens opge maakt dat over de gehele linie een zeer duide lijke en diepe teruggang valt vast te stellen. De belangrijkste conclusie die nu reeds uit de cijfers wordt opgemaakt is, dat de vlasser, gedwongen door de crisis van dit moment, geen grondstof- fenrisico van enige omvang meer neemt. Hoofdbestuur van oordeel, dat thans voor het melk prijsjaar 1957 1958 geen andere oplossing meer mogelijk is dan een landelijke, globale beperking van de garantie. De grond- en pachtzaken. Het Hoofdbestuur wijdde een uitvoerige bespre king aan de stand van zaken ten aanzien van de nieuwe pachtnormen in het kader van de straks in werking tredende Pachtwet. De in het laatste jaar plaats gehad hebbende ontwikkeling met be trekking tot het pacht- en koopprijsbeleid en het vooruitzicht, dat in de komende tijd op dit terrein grondig beraad gewenst is, gaven het Hoofdbestuur aanleiding een vaste commissie bij het K. N. L. C. in te stellen, die zich bezig zal houden met deze en andere grondgebruikersaangelegenheden. De werkelassificatie in akkerbouw en veehouderij. 1^" ENNIS genomen hebbende van de Regerings- beslissing en het resultaat van nader overleg in het Landbouwschap aan de hand van de medede lingen van het College van Rijksbemiddelaars en van berekeningen van het LEI, betreurt het Hoofd bestuur, dat omtrent de financiële consequenties voor de schatkist een misverstand is ontstaan. De noodzakelijke, naderhand geringer gebleken, verla ging ten opzichte van de oorspronkelijke Landbouw- schapsvoorstellen werd door het Hoofdbestuur aan vaard. De invoering van de werkclassificatie bij de loonvorming in akkerbouw en veehouderij zal moe ten doorgaan, hoewel de te verwachten bedrijfs resultaten het de landbouwwerkgevers moeilijk maken hun verplichtingen na te komen. Het uit eindelijk oordeel van liet College van Rijksbemid delaars zal worden afgewacht. De gemeenteclassificatie. Naar aanleiding van een rapport van de Stichting van de Arbeid over de gemeenteclassificatie sprak het Hoofdbestuur van het K. N. L. C. zich uit voor een poging qpi het thans bestaande loonverschil tussen de le en de 5e gemeenteklasse van 10 tot 8 ct terug te brengen door afschaffing van de 5 ge meenteklassen. In elk geval zal het georganiseerde bedrijfsleven meer invloed moeten krijgen bij de door het College van Rijksbemiddelaars te verlenen dispensaties aan industrieën op het platteland voor het uitbetalen naar een hoger gemeenteklasse. Voorts wees het K.N.L.C. enkele personen aan om zitting te nemen in het Bestuur van het Land bouwschap. (Buiten verantwoordelijkheid van de redactie) De heer L. van de Linde, bedrijfsleider van De Albertine Hoeve N.V. te Kloetinge, schrijft ons: ("ET belangstelling las ik het artikel in het Zeeuws Landbouwblad van de assistent bij de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst de heer A. Spruit. Toen ik echter kwam aan het laatste en vetge drukte gedeelte, ging mijn belangstelling over in verwondering om niet te spreken van verontwaar diging. Men schrijft daar: Tot slot wil ik u waarschuwen geen bonen in de buurt van gladiolen te zaaien. Deze zin zou m.i. moeten luiden: Tot slot wil ik de gladiolentelers waarschuwen geen gladiolen te telen in de buurt van bonen. Immers het is toch niet de bonenteler die schade toebrengt aan het goed van anderen, maar wel is het de gladiolenteler die zich heeft gevestigd in de streek waar reeds jaren bonen worden geteeld en hij is het die daardoor anderen schade toebrengt. Als we als voorbeeld de streek om Goes en Kapelle eens nemen met hier en daar een stukje gladiolen (waarvan de teelt tot heden meer ver lies dan winst gaf) en we weten dan dat de Zuid- Bevelandse veilingen samen ruim 2.000.000 kg bonen veilden, voor meer dan 1.000.000, dan is het toch m.i. logisch dat hier meer moet gebeuren dan de bonenteler te waarschuwen om uit de buurt van de gladiolen te blijven. Bonen is vooral rond Kapelle, waar al heel wat grond moe wordt van kleinfruit, een gewas dat eigenlijk niet gemist kan worden of door iets anders is te vervangen. Het is toch ook zó, dat wanneer iemand in de buurt van een huis een boomgaard inplant, hij verplicht is de hulpbewoner te vrijwaren voor schade door b.v. D. N. C. of parathion. Bovenstaand voorbeeld is door meerdere aan te vullen, o.a. het verbod van de wintergerstteelt in Zeeland en als nu in dezen de wet do bonenteler niet beschermt voor schade door gladiolenteelt, dan eist m.i. toch burenplicht en goed fatsoen hier voor een oplossing te zoeken die beter is dan het vetgedrukte in het Zeeuws Landbouwblad. Hoezeer ik ook steeds de Voorlichtingsdienst waardeer, in dezen had ik toch iets anders ver wacht". LANDBOUWSCHAP T N zijn openbare vergadering van 16 april j.l. -*■ hield het bestuur van het Landbouwschap zich o.a. bezig met de vaststelling van de prijzen voor de akkerbouwprodukten. Het bestuur van het Landbouwschap kon zich verenigen met het voor stel van de hoofdafdeling Akkerbouw om opnieuw te streven naar een zodanige verbetering van de uitvoeringsmaatregelen dat de in het vooruitzicht gestelde graanprijzen daadwerkelijk kunnen wor den behaald en wel op basis van het werkelijke vochtgehalte. Eveneens achtte het bestuur het met de hoofdafdeling Akkerbouw noodzakelijk, na te gaan in hoeverre het aanbeveling verdient voor produkten waarvoor een minimum-garantieprijs geldt maar de vrije uitloop geen wezenlijke be tekenis heeft een winstbedrag in te calculeren. Op voorstel van de hoofdafdeling Akkerbouw sprak het bestuur de wenselijkheid uit, zich als gezamenlijk georganiseerd bedrijfsleven tot de overheid te venden in verband met de huidige si tuatie van het vlas. De bedoeling is er bij de minis ter op aan te dringen maatregelen te treffen waar door de vlasnijverheid, die voor de volkswelvaart en voor de werkgelegenheid zeer belangrijk is, voor de ondergang kan worden behoed. Alle be trokken organisaties hebben toegezegd een derge lijke aktie te zullen ondersteunen. Er bestaat dus volledige overeenstemming tussen de vlasteelt, de vlashandel, de vlos verwerkende industrie, de \las- linthandel, en de werknemers, werkzaam in de vlasindustrie. Het bestuur besloot voorts o.m. aan de N. A. K. een voorschot te verstrekken van 250.000,en een voorlopige subsidie van 500.000,te ver strekken ten behoeve van uitkeringen over de oogst 1956. Op voorstel van de hoofdafdeling Akkerbouw besloot het bestuur in principe, in de toekomst de kosten verbonden aan de controle op de voorge schreven vruchtwisseling ter bestrijding van de aardappelmoeheid, gedeeltelijk te bestrijden uit een heffing op het produkt, waarvoor de kosten gemaakt worden. Ter uitvoering van dit principe besluit wordt een heffing op de teelt van de be trokken gewassen voorbereid. T N de openbare bestuursvergadering van 19 1 maart droeg het bestuur van het Landbouw schap aan de hoofdafdeling Veehouderij op om op nieuw een voorstel te formuleren met betrekking tot de beperking van de melkprijsgarantie tot een basishoeveelhéid. Na een langdurige discussie kwam deze hoofd afdeling tot dezelfde conclusie als die van 19 maart. De hoofdafdeling ziet voor dit jaar alleen de mo gelijkheid van globale beperking. Het bestuur heeft het feit van de beperking aan vaard, en de conclusie onderschreven dat voor het lopende melkprijsjaar alleen globale beperking- mogelijk is. De hoofdafdeling zal moeten nagaan wat de consequenties zullen zijn van de beperking van de melkproduktie. De voorzitter van het Landbouwschap sprak de vrees uit ,uat deze beperking het karakter van een aardbewiig zal hebben, èn voor de bedrijven èn voor de landbouwpolitiek. 0— In de „Neue Zürcher Zeitung" lazen wij een door Amerikaanse Senator Goldwater ontvangen brief van de volgende inhoud: OEN dezer dagen kreeg mijn vriend B. jjLv van de regering uit Washington een cheque van 1000 dollar omdat hij het afge lopen jaar 50 varkens minder hield. Daar voel ik ook wel voor maar ik zou toch wel graag willen weten welk varkensras ik het beste niet kan houden. De grootste moeilijkheid zal wel zijn om te inventari seren hoeveel varkens ik niet houd.... Wellicht kan ik er 4000 minder hebben en dan brengt dat me 80.000 dollar op! Overi gens wordt daarmee ook weer 100.000 bus- kels mais gespaard. Als ik goed ben inge licht betaalt de staat ook voor mais die ik niet oogst. Ik kan dan 100.000 buskels mais uitsparen voor de varkens die ik niet jok. Overigens vind ik het wel prettig nog een paar varkens voor eigen gebruik aan te houden. Waar landbouwpolitiek al niet toe leidt I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 5