Wenken
RADIO
271
Gedachten rond de teelt
Tan stamslabonen
Korte
ZATERDAG 19 APRIL 1958
Onder de
Tu inbouwlantaarn
r\E teelt van stamslabonen mag zeer belangrijk
U genoemd worden. De laatste jaren wordt
ruim V/2 miljoen kg bonen op de Zuidbevelandse
veilingen aangevoerd. Dit zijn bonen die hoofd
zakelijk worden gekocht voor de binnenlandse
conservenfabrieken. Deze teelt is dus wel belang
rijk en velen hebben er mee te maken.
Aanleiding tot dit artikel is een rapport dat
wij ontvingen van het L.E.I. over een onderzoek
naar de kostprijzen, o.a. van stamslabonen, voor
industriële verwerking.
In dit rapport wordt een voorcalculatie gege
ven van de kostprijzen van deze teelt van bonen
voor de fabriek in verschillende gebieden, met
name Brabant, Hoogeveen en omgeving, Venlo
en omgeving, de Zuidhollandse eilanden en Gro
ningen.
Wij kunnen hier niet uitvoerig ingaan op de
vele cijfers die dit rapport geeft over deze teelt,
maar we willen toch wel de kostprijzen die men
heeft gevonden in de betreffende gebieden ver
melden. We vermelden daarbij enkel de volle
veldsteelten omdat deze in Zeeland ook het
meest voorkomen.
Het blijkt dat in de genoemde gebieden de op
brengst ligt tussen 9.000 en 11.000 kg per ha ter
wijl als kostprijs in de omgeving van Breda een
bedrag van ƒ47.97 per 100 kg geldt en in andere
gebieden een kostprijs van ƒ38.34 tot ƒ39.71 per
100 kg, gebaseerd op de prijzen van 1958.
Het is voor ons niet interessant om deze cij
fers van deze vreemde gebieden nader te analy
seren, maar wel is het nuttig dat we onze eigen
inzichten stellen tegenover deze landelijk gevon
den cijfers.
Allereerst zien we dan dat de opbrengstcijfers
in onze provincie wel wat hoger zijn dan ge
noemd in dit rapport. In Zeeland mag een nor
male bonenoogst toch wel geschat worden op
16 kg per roe, dat is dus 120 kg per are.
Wat dat betreft zit het wel goed in onze pro
vincie. Over de kostprijs zijn ons uiteraard geen
cijfers bekend. Wij mogen er echter wel van uit
gaan dat deze op hetzelfde peil zal liggen als
genoemd in bedoeld L.E.I.-rapport en dat we
deze ongeveer kunnen stellen op 40 cent per kg.
Als we dan kijken naar de veilingprijzen van
de laatste jaren, dan zien we dat de bonenteelt
goed rendabel is geweest en dat verklaart waar
schijnlijk ook wel de toegenomen belangstelling
voor deze teelt.
Belangrijk voor kleinfruitteler.
T^OOR Zeeland zouden we de bonen teelt vooral
belangrijk willen noemen voor de teler van
kleinfruit. Deze moet immers regelmatig vrucht-
wisseling kunnen toepassen en de boon is hier
voor zeer geschikt. Juist in het bedrijf van de
kleinfruitkweker neemt de stamslaboon een be
langrijke plaats in.
Nu is er echter een gevaar en wel in de vorm
van de bonenplukmachine. Zoals het tot op he
den is, is de stamslaboon nog geen produkt voor
het grote landbouwbedrijf. De pluk moet met de
hand gebeuren en vraagt veel arbeidskrachten
in een periode waarin deze schaars zijn. Dit
weerhoudt velen van een te grote uitbreiding
van deze teelt. Dit is ook de oorzaak dat het in
Zeeland hoofdzakelijk een teelt is voor het
kleinbedrijf.
Als de bonenplukmachine echter verdere op
gang zou maken, dan is er het gevaar dat dit zal
veranderen. Dan is er de mogelijkheid dat de
teelt van stamslabonen een teelt voor het land
bouwbedrijf zou worden. Met de teelt van erwten
voor de industrie is het immers ook zo gegaan.
Er is een tijd geweest dat deze teelt enkel door
ervaren tuinders werd beoefend. Het oogsten
werd echter gemechaniseerd en de teelt van
erwten voor de industrie is in hoofdzaak een
zaak van het landbouwbedrijf geworden.
Hoe de toekomstige ontwikkeling zal verlopen
kunnen wij uiteraard niet zeggen. Zoals het op
het ogenblik is, heeft de bonenplukmachine nog
niet zo veel goede dingen, maar de ontwikke
ling kan soms snel gaan en wat vandaag on
mogelijk lijkt, is morgen misschien gewoon ge
worden.
Voorlopig echter lijkt het ons toe dat de stam
slaboon speciaal geschikt is en blijft voor het
kleine bedrijf en goed past in het schema van
de kleinfruitteelt.
De grondsoort.
'PEN aanzien van de grond die voor de stam-
slabonen geschikt is, kan worden gezegd dat
de bonen het in Zeeland over het algemeen
beter doen op lichte dan op zware grond en ook
is het gewas beter op grond waarin veel humus
aanwezig is, dan op humusarme grond.
Over het algemeen worden de bonen begin mei
gezaaid. Dan krijgt men de normale teelt. Vroe
ger werd altijd gezegd: „Bonen mogen de mei
maand niet zien", maar hiervan is men al terug
gekomen en begin mei gaat men bonen zaaien.
Toch zou het in onze provincie wel aanbeveling
verdienen om ook de vroege teelt van stamsla
bonen eens wat meer ter hand te nemen. Voor
deze vroege teelt moet men half april zaaien. Daar
zitten verschillende risico's aan vast maar als de
teelt slaagt, zit men altijd goed want juist in het
voorseizoen is er altijd grote vraag naar bonen
voor directe consumptie, waaraan meestal niet kan
worden voldaan.
Bij vroege teelt heeft men ook betrekkelijk
weinig kans op ziekten, die later op het jaar een
grote rol kunnen spelen. We willen hier geen
reclame maken om op grote schaal de vroege
bonenteelt toe te passen maar we willen wel in
ernstige overweging geven dit eens op kleine
schaal te proberen.
Zaai niet te dicht.
"P EN onderwerp waar zeker iets over gezegd
AJ moet worden, is de rijenafstand.
Dit is zeer belangrijk en we moeten direct vast
stellen dat over het algemeen in Zeeland de bonen
te dicht worden gezaaid. Velen zaaien in vierkant-
verband. Soms wordt een rijenafstand genomen
van 40 cm maar dikwijls is deze niet meer dan 30
tot 35 cm. Dat is beslist een te nauwe afstand voor
de bonen. Een rijenafstand van 45 cm mag men
gerust aanhouden en op goede grond is een af
stand van 50 cm zelfs nog wenselijk. In de rij kan
men dan wat dichter zaaien.
Uit ervaring weten wij van hoeveel belang het
is dat bonen ruim genoeg worden gezaaid en we
weten ook dat hiertegen maar al te dikwijls
wordt gezondigd^ Daarom mogen we dat nog wel
eens nadrukkelijk onder de aandacht brengen
nu het nieuwe zaaiseizoen voor de deur staat.
Omdat de bonen over het algemeen dicht wor
den gezaaid, is men dikwijls ook zuinig met de
bemesting want als dit op ruime wijze plaats
vindt is het gevaar groot dat het gewas te zwaar
wordt en dat gaat ten koste van de oogst. Vooral
in de jeugdperiode kan de stamslaboon echter
gerust een goede stikstofgift gebruiken en als de
rijen wijd genoeg uit elkaar staan mag men dat
ook later nog wel doen.
De stamslaboon is verder een kali-minnend
gewas en daarom is het belangrijk dat veel kali
wordt gegeven. Stikstof en kali samen geven een
stevig bonengewas. Het is moeilijk een algemeen
bemestingsadvies te geven, dat geldt voor vele
tuinbouwprodukten en ook voor stamslabonen
maar de ervaring heeft toch wel geleerd dat
stamslabonen 1 kg kali per roe, Va1 kg super
per roe en 1 kg stikstof per roe, wel kunnen ge
bruiken. Het is echter wel nodig dat men de
rijenafstand met deze kunstmestgift in overeen
stemming brengt.
Ten aanzien van het plukken zouden we op
willen merken dat er een gevaar is dat hiermede
te vroeg wordt begonnen. Als er in het begin
van het seizoen een hoge prijs wordt betaald
dan kunnen vele telers de verleiding niet langer
weerstaan en ze gaan plukken. Ze vergeten dan
echter dat ze daarmee zichzelf schade toebrengen
want men plukt geen kilo's als de bonen nog
erg jong zijn. Vooral de eerste pluk kan men
rustig laten hangen tot er een stevige boon aan
de plant hangt. Gemiddeld moeten de bonen in
Zeeland drie keer worden geplukt, waarvan de
eerste pluk dan de voornaamste is.
Ziekten.
T N verschillende delen van het land spelen vi-
A rusziekten een zeer voorname rol bij de bo
nenteelt en bedreigen deze soms zeer ernstig.
In Zeeland is de virusziekte in bonen niet zo
dringend want het klimaat is zodanig dat het vi
rus hier niet zo vlug vat krijgt op de plant.
Andere ziekten kunnen soms wel een rol spe
len maar toch bijna nimmer zodanig dat ze van
wezenlijke invloed zijn op de uiteindelijke oogst.
Ten aanzien van de rassen kunnen we hier
enkel zeggen dat het meest geteelde ras de dub
bele princesseboon is. Er zijn verschillende nieu
we rassen naar voren gekomen. Ze hebben soms
voordelen en ook nadelen. We weten er echter
te weinig van om hier een algemeen advies te
kunnen geven. Het is zeer zeker aanbevelens
waardig om met uw zaadleverancier eens te
praten over nieuwe rassen en misschien nog beter
is het om dat ook te doen met de mensen van
de rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst die op dit
terrein ervaring hebben. Naar onze mening gaat
er voorlopig nog niet veel boven de dubbele prin
cesseboon als ras voor de normale stamslabonen-
teelt voor de industrie zoals we die tot op heden
hebben in onze provincie.
Tenslotte vermelden we nog dat we juist bij
het persklaar maken van dit artikel vernamen
dat de fabrieken op het ogenblik bonen contrac
teren voor 3840 cent per kg. Dat is bijna 5 cent
per kg minder dan het vorig jaar werd betaald
voor contractbonen.
De goede werking van uw schrikdraadinstalla-
tie is afhankelijk van goed onderhoud. Dit bete
kent, dat roestig geworden draad steeds verwij
derd dient te worden. Het gebruik van dubbel ge
galvaniseerd draad is in ons zeeklimaat aan te
bevelen.
Beschadigde isolatoren, ook met scheuren en
barstjes, dienen vervangen te worden door
nieuwe.
Voor een goede isolatie is het nodig dat de iso
latoren, ook aan de onderzijde, blinkend schoon
worden gemaakt.
Voor hen, die binnenkort een rode waarschu-
wingskaart ontvangen, betekent dit niet dat zij
zonder meer moeten gaan spuiten.
Het betekent wèl, dat een geregelde controle
van het betreffende gewas gewenst is en dat spe
ciaal gelet moet worden op de beschadiging of
het voorkomen van insecten, waarvoor gewaar
schuwd wordt.
Klanders op lege graanzolders kunnen uitste
kend worden bestreden door de ruimten goed
schoon te maken en te luchten en daarna te be
handelen met D.D.T.
Een goede onkruideg is voor uw bedrijf onmis
baar. U kunt hiermee zeer veel onkruid vernie
tigen in erwten, bieten, blauwmaanzaad, stam-
bonen en aardappelen. Tijdig eggen is noodzake
lijk.
Lucerne en rode klaver, onder dekvrucht ge
zaaid, kunnen al vroeg beschadigd worden door
de bladrandkever. Geregelde contróle op vreterij
is gewenst. Indien nodig kan een bestrijding uit
gevoerd worden.
In het voorjaar heeft de veehouder kopzorgen,
doordat hij moet trachten kopziekte bij zijn
melkvee te voorkomen. Het vee in het begin
's nachts opstallen en pulp, hooi of magnesium-
houdende koek bijvoeren zijn goede voorbehoe
dende middelen. Zorg ook, dat er in de weide
een liksteen aanwezig is. Kontröleer regelmatig
de koeien op melkgift en gezondheid. Bij afwij
ken direkt de veearts waarschuwen.
Bij een steigerende trekker kan alleen het snel
intrappen van de koppeling erger voorkomen.
Glijdt op dit moment de voet van de pedaal,
dan is men verloren. Dit afglijden is te voorko
men door enkele gaten in de pedaal te boren en
daarin buisjes aan te brengen, die 1 cm boven
het voetpedaal uitsteken. De grond onder de
schoen wordt door de holle buisjes gedrukt en
de voet vindt voldoende steun.
Wanneer de koeien in de weide komen, kunt U
nagaan of er op stal goed gevoerd is. Stijgt bij
prduktieve dieren de melkgift meer dan 3 kg per
dag, dan is er op stal te schraal gevoerd. Blijft
de melkgift in het grasland gelijk, dan heeft het
dier op stal een te goed rantsoen gehad. In het
laatste geval is er tijdens de wintermaanden te
duur gevoerd.
Dinsdag 22 a-pril 1958 over Hilversum II van
1220—12.30 uur. In de radiorubriek van het
ministerie van Landbouw zullen in het hoorspel
„De Boer van Nooitgedachtnaar gegevens van
ir. P. J. Lardinois, Rijkslandbouwconsulent voor
Z.O. Noord-Brabant, de voorjaarswerkzaamhe
den in de tweede helft van april worden behan
deld.
Vrijdag 25 april 1958 over Hilversum II van
122012.30 uur. Op vrijdag 25 april a.s. (van
12.2012.30, Hilversum II) zal, eveneens met me
dewerking van ir. P. J. Lardinois de credietfinan-
ciering in de landbouw in een reportage aan de
orde worden gesteld.
Vrijdag 25 april 1958 over Hilversum I van
19.1519.25 uur. De 25ste landbouwtelling die
binnenkort zal worden gehouden, is aanleiding
tot een vraaggesprek met prof ir Ph. J. Idenburg,
directeur-generaal van de Statistiek, dat in de
cyclus „De Statistiek antwoordt" wordt uitge
zonden in de Regeringsuitzending „Verklaring
en Toelichting" op vrijdag 25 april a.s. van 19.15
19.25 uur over de zender Hilversum I.