WERKCLASSIFICATIE IN DE LANDBOUW
253
Misverstand rondom
Pietrainvarkens op proef
Doelmatig gebruik van
melkmachioes
De voorjaarsstlerenkouHngcM
ZATERDAG 12 APRIL 1958
De voorzitter van het K.N.L.C., ir C. S. Knottnerus, schrijft ons:
ER schijnt een hardnekkig misverstand te heer
sen over de beloning van boer en landarbei
der. In „De Nederlandse Industrie", orgaan van
het Verbond van Nederlandse Werkgevers, wordt
gesproken van een gebrek aan realiteitsbesef dat
de landbouw zou hebben om nu tot invoering van
werkclassificatie bij de beloning van de landar
beider over te gaan, waardoor de beloning 8
zou stijgen.
Men vraagt zich af aan welke kant dit gebrek
aan realiteitsbesef ligt, immers in dezelfde korte
notitie stelt de redactie van „De Nederlandse In
dustrie" dat in alle lagen van de Nederlandse be
volking groot begrip voor de positie van de land
bouw bestond, waardoor pas een jaar geleden
ƒ200 miljoen voor de landbouw werd uitgetrok
ken.
Het is gebrek aan realiteitsbesef wanneer men
meent dat de andere lagen van de bevolking nu
rustig door kunnen gaan met het optrekken van
hun loon, terwijl de landbouw op het punt van
het vorige jaar blijft gefixeerd.
Wanneer er verleden jaar groot begrip bestond,
ook bij het Verbond van Nederlandse Werkgevers,
dan mag men aannemen, dat daar nu nog wel iets
T"\E Rijksconsulent voor de varkensfokkerij, ir.
Y. Kroes, heeft over het Pietrainvarken één
dezer dagen in de radiorubriek van het ministe
rie van Landbouw o.m. het volgende gezegd:
Het is niet precies bekend hoe dit ras is ont
staan. Men veronderstelt dat het Pietrainvarken
is voortgekomen uit kruising van oude inlandse
rassen met geïmporteerde Engelse rassen (o.a.
Tam worth, Wessex en Berkshire). Sommigen
zijn van mening dat het Franse ras Bayeux in
vloed heeft uitgeoefend. Er heeft ook kruising
plaats gehad met het Belgische 1 andvarken en
met de Belgische Yorkshire. Aangezien van het
Pietrainras nog maar enkele jaren registratie
wordt gevoerd, behoeft het geen verwondering
te wekken, dat het huidige ras nog onvoldoende
éénvormig is.
Aanvankelijk was het Pietrainvarken in België
alleen plaatselijk van betekenis. Waar de betere
exemplaren goede slachtkwaliteiten bezitten en
de Belgische slager genegen is, voor deze dieren
een hoger prijs te betalen, is het Pietrainras in
België sterk uitgebreid. Het Pietrainvarken is
echter niet geschikt voor de baconbereidingde
schouder is te zwaar, aldus ir. Kroes.
Over groei en voederverbruik zijn in België
weinig officiële proeven genomen, zodat hierom
trent niet veel gegevens ter beschikking staan.
Pietrains van de Belgische selectiemesterijen
vertoonden evenwel trage groei en hoog voeder-
verbruik. De langzame groei wordt in België door
vele fokkers en mesters van het Pietrainvarken
wel toegegeven; het hogere voederverbruik daar
entegen wordt door meerderen ontkend.
T~\E meningen van Belgische deskundigen over
voor- en nadelen van het Pietrainvarken
blijken sterk uiteen te lopen. Waar ook in ons
land, met name in de Brabantse Kempen, de be
langstelling voor dit varkensras voortduurt,
heeft de Commissie van Overleg voor de Var
kenshouderij besloten, proeven te nemen met
het Pietrainvarken. Zodoende kan inzicht onder
Nederlandse omstandigheden in voor- en nade
len van dit ras worden verkregen. Het ligt in de
bedoeling, 200 Pietrainvarkens af te mesten in
een vergelijkende proefneming met 200 varkens
van het Nederlands Groot-Yorkshire en het Ne
derlandse Landvarkensras. Door deze mestproef
hoopt de Commissie een gefundeerd, vergelijkend
inzicht te krijgen in groei, voederverbruik en
slachtkwaliteit. Op een beperkt aantal fokbedrij-
ven zal verder worden nagegaan, hoe de Pietrains
zich onder Nederlandse bedrijfsomstandigheden
als fokvarken gedragen.
Bovendien is een deskundige belast met het
bestuderen van de Pietrainfokkerij in België.
Deze specialist zal aandacht besteden aan de
vruchtbaarheid, de moedereigenschappen, de va
riabiliteit in het ras en het vóórkomen van ge
breken. Tevens zullen de economische aspecten
van de Pietrainfokkerij worden nagegaan.
Met de uitvoering van de proef is enige maan
den geleden begonnen. Uit de aard der zaak
vraagt deze uitvoering enige tijd.
De Commissie is in haar mening gesterkt, dat
het introduceren van een derde varkensras in
ons land onverantwoord is, als van te voren niet
de nodige gegevens ter beschikking staan over
groei, voederverbruik, slachtkwaliteit en fok-
kwaliteiten van dit ras. import van Pietrains
kan immers alleen maar van betekenis zijn als
uit de proef mocht blijken, dat de resultaten
beter zijn dan van onze Nederlandse rassen.
van over is en dat men zal kunnen inzien, dat als
in het algemeen de beloning in Nederland is ge
stegen, die van de landarbeider niet achter kan
blijven.
Overigens ten overvloede zou er nog op gewe
zen kunnen worden dat aan het systeem van be
loning met behulp van werkclassificatie in de
landbouw jaren gedokterd is en dat juist het
vorig jaar reeds met de meeste nadruk is gesteld,
dat zeer spoedig op dit systeem zou worden over
gegaan. Hetgeen toen blijkbaar niet als zo be
zwaarlijk werd aangevoeld; immers hierop kwa
men geen reacties.
Dat men van het hoge percentage schrikt is
zeer logisch. De werkgevers in de landbouw doen
dit ook. Maar men mag niet vergeten dat dit
cijfer niet op zichzelf staat. Het is niet zo maar
uit de lucht gegrepen, maar ontstaat doordat de
beloning in de landbouw wordt vergeleken met
die in andere bedrijfstakken o.a. de bouwnijver
heid. Ook in die bedrijfstak gaat het niet zo flo-
risant. Men zou kunnen stellen dat ook deze vol
ledig van overheidsbijdragen afhankelijk is. Wij
willen beslist niet met de beloning in de land
bouw boven de beloning in de bouwvakken uit.
Q OK <le minister van Landbouw schijnt de ver
hoging van de beloning van boer en land
arbeider erg hoog te vinden. Bij de verdediging
van zijn melkprijs in de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal heeft hij opgemerkt, dat „het in
komen" van de boer 5 tot 8 hoger werd gega
randeerd dan vorig jaar. Afgezien van het feit,
dat hier natuurlijk in het geheel niet van een
gegarandeerd inkomen sprake is, maar van een
bijdrage, die als beloning voor handarbeid en be
drijfsleiding in de kostprijsberekening wordt in
gerekend, is het toch ook aan de minister bekend,
dat dit bedrag gekoppeld is aan het algemeen
loonniveau. Dit hogere bedrag is dus ingecalcu
leerd, omdat het algemeen loonniveau met dit
percentage is gestegen.
Het is dus helemaal niet duidelijk wat de minis
ter met deze motivering wil bewijzen.
Zoals het werd gebracht leek het of de minister
de Kamerleden wilde zeggen dat alleen de land
bouw deze hogere beloning kreeg ingerekend en
bovendien dat de boeren dit dan ook allen zonder
meer in hun inkomen zouden merken.
Het is mijn overtuiging, dat de vleesprijzen nog
heel wat op moeten lopen en dat wij een mooie
zomer moeten hebben, wil de boer bij de nu vast
gestelde melkprijs een hoger inkomen hebben dan
verleden jaar. Dat kan ook de minister niet on-,
bekend zijn.
De Hoofd-Assistent bij de Rijksveeteelt- en Zui-
velvoorlichtingsdienst, de heer J. H. Lantinga,
schrijft ons:
T~)E belangstelling voor het machinaal melken
neemt nog steeds toe. In het afgelopen jaar
zijn op ruim 4500 bedrijven in ons land melkma
chines aangeschaft. Het totaal aantal heeft in
middels de 20.000 overschreden. Daar deze machi
nes nagenoeg alle na 1948 zijn gekocht, getuigt
dit van een snelle ontwikkeling.
In Zeeland is het gebruik van de melkmachine
in mindere mate verbreid. De voortschrijdende
mechanisatie is hier in de eerste plaats in de
akkerbouwsector toegepast. Voorts is de in ver
houding geringere melkveebezetting per bedrijf
hierop van invloed.
Momenteel zijn in Zeeland 100 melkmachines.
Hiervan zijn er 47 stuks na 1 april 1957 aange
schaft. De belangstelling is dus vooral in de laat
ste tijd sterk toegenomen.
De hoeveelheid melk, die per melkmaal wordt
gewonnen, is onderhevig aan de vakkundigheid
van de melker. Dit geldt zowel bij hand- als bij
machinaal-melken. Wanneer regelmatig ondes
kundig wordt gemolken, heeft dit een belangrijke
daling van de melkproduktie tot gevolg.
Bij het machinaal-melken is het een eerste eis,
dat de gebruiker goed op de hoogte is met de wer
king van de machine en de juiste volgorde en
manier van de te verrichten handelingen voor
elke koe. Daarnaast moet rekening worden ge
houden met de eigenschappen en gedragingen
van de individuele dieren.
Een basis voor de te volgen werkmethode wordt
gelegd bij het in gebruik nemen van de machine.
Ondoelmatige methoden kunnen tijdverlies, ex
tra moeite en produktiedaling tot gevolg hebben.
Teneinde gebruikers en toekomstige gebruikers
in de gelegenheid te stellen zich in de kennis van
de melkmachine en het machinaal melken zo
goed mogelijk te bekwamen, worden sedert enige
jaren cursussen voor dit doel georganiseerd. In
de afgelopen winter werden dergelijke cursussen
gehouden te Axel, Middelburg en Zierikzee. Hier
aan werd deelgenomen door resp. 19, 17 en 20
cursisten. Deze cursussen omvatten 10 lessen van
2 uur, die bij avond-worden gegeven. Daarnaast
wordt nog een praktische les gegeven op een be
drijf waar machinaal wordt gemolken.
In maart werden deze cursussen beëindigd. In
totaal kon aan 51 cursisten een getuigschrift van
de Rijksveeteelt- en Zuivel voorlichtingsdienst
worden uitgereikt.
Voor de geprojecteerde cursussen in het ko
mende najaar mochten we inmiddels reeds en
kele belangstellenden noteren.
Als doel moeten we stellerElke melkmachine-
gebruiker een deskundige melker!
Het volgen van een cursus in machinaal-mel
ken kan hiertoe bijdragen.
De Rijksveeteeltconsulent ir. L. W. Harmsen schrijft ons:
TN de periode van 18 februari tot 25 maart j.l.
-*■ werden in 97 plaatsen van onze provincie ver
plichte voorjaarskeuringen van stieren gehouden.
De totale aanvoer bedroeg 234 stieren tegen resp.
258 en 227 in 1956 en 1957.
Het aantal keuringen was als volgt over de pro
vincie verdeeld:
Aantal Aantal Goed
gekeurde goed- gekeurd
stieren
gekeurd
in
West Zeeuws-Vlaanderen
47
21
44
Oost Zeeuws-Vlaanderen
71
50
70
Walcheren
40
22
55
De Bevelanden
48
33
70
Tholen en St. Philipsland
16
10
63
Schouwen en Duiveland
12
7
60
Totaal Zeeland
234
143
61
In vergelijking met 1957 bleef het gemiddelde
goedkeuringspercentage praktisch gelijk. Het
vorige jaar bedroeg dit 62 in 1956 daarentegen
nog slechts 54 Het ongunstige resultaat in
West Zeeuws-Vlaanderen valt ten dele te ver
klaren uit het feit, dat in dit gebied reeds een aan
tal jonge stieren vóór de provinciale keuring in het
stamboek werden ingeschreven. Overigens werd
ook dit jaar in de gemiddelde kwaliteit van de ter
keuring aangeboden stieren bevestigd, dat de fok
kerij de laatste jaren vooruitgaande is. In het bij
zonder geldt dit ten aanzien van de dit voorjaar
in Oost Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland ge
loonde stieren.
De voornaamste reden hiervan is wel een betere
afstamming van de stieren. De ontwikkeling van
de K. I. in Zeeland, waardoor een meer algemeen
gebruik van hoogwaardiger stieren voor de fok-
koeien wordt gemaakt, draagt tot de verbetering
van exterieur en prOduktie-afstaniming van de op
te fokken stiertjes belangrijk bij.
Aan de hand van de door ons gecontroleerde
afstamming van de getoonde stieren kan dit wor
den bevestigd.
Van de 234 gekeurde stieren waren er 123 di
recte afstammelingen van de Zeeuwse K. I.-stie-
ren. Dit is 50 Bovendien werden er reeds enkele
kleinzonen voorgebracht. Ter vergel:'king zij ver
meld, dat in 1957 op de voorjaarskeuringen 97
zonen van de K. I.-stieren werden getoond, zijnde
43 van de l-otale aanvoer.
De kwaliteit van de K. I.-produkten stak ook dit
jaar weer boven het gemiddelde uit. Van de 123
zonen werden er 84 goedgekeurd, terwijl een 5-tal
het na 60 dagen tot een herkeuring zi brengen.
Het goedkeuringspercentage van de K. I.-afstam-
melingen bedroeg dus 68%, wat' 7 hoger is dan
van de stieren in totaal.
Het is interessant om de fokresultaten van in het
getal mannelijke afstammelingen het meest op de
voorgrond tredende stieren eens nader te bezien.
We krijgen dan het volgende beeld.
Goed-
Aantal Aantal keu-
ge- goed- rings-
keurde ge- per
zonen keurd oentage
Dokter Lente's Verwachting 27 20 74
Witzij's Adema 26 13 50
Rotterda Sikkema 114
(Oudega) 20 18 90
Rotterda Sikkema 89 15 13 87
Rotterda Smits 45 15 8 53
Blitsaerd Knaap 8 4 50
Minke's Paul Sikkema 4 4 100