Emigrant Schokkers
J. BALKENENDE j
BELGISCHE STIKSTOFMESTSTOFFEN
21 "L DUUDER DAN DE NEDERLANDSE
Belgische Landbouw-
nieuwsbrief
BELGISCH EISENPROGRAMMA
De uitzaai van graszaad
ZATERDAG 15 31A ART 1958
177
PRIJSREGELING BUITEN DE LANDBOUW OM
KORTE tijd geleden kwamen ongeveer 17.000 Bel
gische landbouwers in het bezit van een rond
schrijven, uitgaande van het „Verbond der Vrije
Invoerders**, waarmede een campagne werd ingezet
tegen de huidige regeling van de handel in kunst
meststoffen in België.
De circulaire wijst er op dat alleen concurrentie
de prijzen van de meststoffen kan doen dalen,
waarbij enige voorbeelden worden aangehaald. In
juli 1953 werd dank zij de import, de prijs der stik
stofmeststoffen verlaagd met 200 fr per ton, hetgeen
voor een verbruik van 400.000 ton een jaarlijkse be
sparing voor de Belgische landbouw vertegenwoor
digde van 80 miljoen fr.
Door de concurrentie, voornamelijk van ammo-
niaksulfaat, werd later de prijs van deze laatste
nogmaals verlaagd met ca. 250 fr per ton, wat een
bijkomende besparing te zien gaf van 20 miljoen
Bfr (op een verbruik van jaarlijks 80.000 ton).
In 1349, toen de trust voor de invoer van kali-
zouten nog almachtig zijn voorwaarden oplegde,
werd een prijsverhoging van chloorpotas van 40
afgekondigd, met name van 1812,^0 fr tot 1912,50 Bfr
per ton (los), vertrek Antwerpen, omzetbelasting in
begrepen. oit daarop werd er aangevangen met
vrije invoer, waarv' de landbouw weldra het voor
deel zou oogsten. Het gevolg was dat de nri s voor
deze kalimeststof verlaagd werd tot 1.300 Bfr per
ton, zijnde een vermindering van 612.50 Bfr per ton,
wat voor de landbouw een jaarlijkse besparing op
bracht van 183,750 miljoen Bfr. De potastru-t slaagde
er in, deze vr e invoer stop te zetten, waarvan het
gevolg was dat de prijs steeg tot een gemiddelde van
1.577,50 fr per ton. Sedert een jaar echter zijn de
vrije invoerders terug aan de markt, waardoor de
prijzen opnieuw daalden tot 1.440 Bfr per ton, zijnde
een jaarlijkse besparing van 41,25 miljoen Bfr
Tenslotte wordt er in de circulaire op gewezen,
dat de invoer van stikstofmeststoffen in België voor
het ogenblik beperkt is tot 8.000 ton, d.i. minder dan
2 van het totaal verbruik. De invoer loopt ge
vaar afgeschaft te worden tengevolge .a de druk
en invloed van de trusts op de Overheid.
BELGISCHE PRIJZEN ZIJN TE HOOG
"LTET geluid, "ut de prijs der stikstofmes'stoffen in
België te hoog is t.o.v. andere landen, is beslist
ni .t nieuw. Het eerder genoemde Verbond is stellig
niet de enige instantie, de hiertegen opkomt of in
het verleden is opgekomen. In december 1956 werd
door de landbouw vertegenwoordig ers van de C.V.P.
(huidige oppositiepartij) in het parlement een wets
voorstel ingediend dat tot doel had, de omzetbelas
ting (5%) en de factuurbelasting op de mest
stoffen af te schaffen. Hierdoor zou de prijs reeds
met 850 fr per ton verminderd kunnen worden.
Van zijn kant herinnert een zeer recent nummer
van rTDe Boerer aan dat de Belgische Boerenbond
in zijn eisenprogramma, dat _p 15 maart 1957 aan
Ce regering werd voorgelegd, eveneens de verlaging
van de prijs der stikstofmeststoffen tot op het peil
der Nederlandse prijzen had gev aagd.
Minister Lefebvre antwoordde daarop dat de
regering r studie der gelijkschakeling in do Bene-
luxlanden toevertrouwd had aan een beperkte com
missie voor harmonisatie van de I indbouwpoliliek en
dat deze zich actief met het probleem bezig hield.
Tien maanden zijn sindsdien verlopen, zo schrijft
„De Boer", en het verschil tussen de prijzen der
stikstofmeststoffen in Nederland en België is nog
s'eeds even groot
PRODUKTTE EN DISTRIBUTIE IN BELGIË
AM iets te begrijpen van dit voor de Belgische
landbouw zeer belangrijke probleem van de
stikstofmeststoffenvoorziening en -prijsvorming, is
het eerst en vooral noodzakelijk, enkele begrippen
te kennen over de regeling van de produktie en dis
tributie van deze meststof.
In België bestaan er op het ogenblik 9 specifieke
fabrieken, naast een vijftigtal nevenb .drijven, die
stikstoffen voortbrengen. De globale jaarlijkse pro
duktie bedraagt ongeveer 1.200.000 ion, waarvan i/3
door de Belgische landbouw wordt verbruikt en 2/3
moet worden geëxporteerd.
Onder invloed van de zekere omstandigheden en
Het eisenprogramma van de Belgische Boeren
bond dringt ten sterkste aan op verlaging van de
produktiekosten. In een telegram aan de minis
ter van Landbouw wees deze bond op de nood
zaak de rentabiliteit van de veehouderij te her
stellen door o.m. de produktiekosten te verlagen.
Deze verlaging wordt gezocht in een verlaging
van de prijs van de stikstofmeststoffen, de af
schaffing van de heffing op voergranen, afschaf
fing van omzetbelastingen, steun bij het verwij
deren van onrendabel vee en een zo ruim moge
lijke steun om de botermarkt te verlichten door
de produktie van andere zuivelprodukten.
teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de toen
heersende crisis-, besloot de ganse Belgische stik
stofindustrie in" de periode 1930-'32 een gezamen
lijk verkoopsorganisme op te richten onder de naam
„Comptoir Beige de l'Azote (Cobelaz).
Dit organisme regelt praktisch de gehele distri
butie door bemiddeling van een 60-tal groothande
laren en ca. 3000 detaillisten, waarbij ook nog onge
veer 1000 plaatselijke coöporaties, gilden enz. ge
rekend dienen te worden.
Een zeker prijsverschil zou te aanvaarden zijn,
als men rekening houdt met het feit, dat, als wij
het goed hebben, in Nederland meer dan de helft
van de produktie en de handel van kunstmeststoffen
in handen is van de staatsmijnen, terwijl Cobelaz
een privaat-organisme is, dat belastingen te betalen
heeft aan de Staat
Deze fiscale lasten bedragen, zoals eerder gezegd,
5 van Belgische prijs, hetgeen overeenstemt
met 7,5 van de Nederlandse prijs. Waar het ver
schil echter thans 24 bedraagt, do A zich bijgevolg
de vraag oor, of de resterende 18,5 geheel te
rechtvaardigen is op basis van de zogenaamde
hogere produktiekosten in België, als gevolg van
hogere lonen, hogere kostprijzen voor bepaalde
grondstoffen, hogere pachtprijzen, slechte verkave
ling e.d.
ER VALT POLITIEKE MUNT UIT TE SLAAN
/"NFSCHODN het door ons in deze kolommen aan-
geraakte probleem in België nooit uit de actua
liteit is getreden vooral ook niet omdat het steeds
ter sprake kwam in de zovele ministeriële Benelux-
conferenties die in de loop van de jaren met betrek
king tot de harmonisatie van onze wederzijdse land
bouwpolitiek hebben plaatsgehad moet het toch
worden gezegd, dat het probleem in het afgelopen
jaar nog aan actualiteit heeft gewonnen.
Vorig jaar werd nl. in de socialistische kringen
(die althans in België ver van de landbouw afstaan!)
een campagne op touw gezet, die zelfs een luchtje
kreeg in het Belgische parlement, tegen de huidige
voorzitter van de Belgische Boerenbond, de heer
Mullie. De heer Mullie is namelijk, als ettelijke tien
tallen anderen, beheerder van de voornoemde maat
schappij Cobelaz. Het was in deze hoedanigheid, dat
men de voorzitter van d<? Belgische Boerenbond er
een verwijt van maakte, zich tegen de prijsverlagin
gen der meststoffen te verzetten. Zijn persoonlijke
belangen, zijn dividenden, zouden voorgaan. Op de
moment dat wij dit schrijven, is deze campagne op
gelaaid, zodat het niet te verwonderen valt dat een
aantal vooraanstaande Brusselse nieuwsbladen op
het probleem hebben ingehaakt.
Het commentaar van het Brusselse blad „De
Standaard" is zeer lezenswaardig. Na eerst er op te
wijzen dat de heer Mullie alle achting verdient en
zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de Belgische
landbouw, alsmede dat hij, als kleine beheerder van
zulk een machtige maatschappij helemaal niets bij
het bedisselen van de prijs in te brengen heeft, ver
volgt het blad:
„Wij begrijpen echter zeer goed de taktiek van
de voorzitter van de Belgische Boerenbond. Door
van eerst af in de trust binnen te dringen, heeft
hij geprobeerd medezeggenschap te krijgen bij het
bepalen der meststoffenprijzen. In plaats van hem
dat te verwijten, zou men eerder ook al is hij in
zijn opzet niet geslaagd hulde moeten brengen
aan zijn scherpzinnigheid en moeten betreuren dat
zijn voorbeeld niet door andere leidende figuren
uit de landbouwersverenigingen werd gevolgd. Al
wie het goed meent met onze boer.*., uw de Kort-
rijkse senator (hier bedoeld, de heer Mullie), die
spijt alle tegenkantingen en laster, koppig in de bres
blijft, in de hoop dat mettertijd anderen hem zullen
komen vervoegen, eerder tot bewondering moeten
aanzetten."
Persoonlijk zijn wij dezelfde mening toegedaan
en vinden wij het alleen maar zeer jammer, dat de
heer Mallie zijn verdediging moet vinden in de dag
bladpers en over het gehele gev .1, zowel van voor
noemde circulaire, als over de belaging van voor
zitter Mullie, in de landbouwpers geen woord wordt
gerept. Maar men moet op zijn minst reeds een
30-tal jaren Belg en met de landbouwkringen in dit
land vertrouwd zijn om oe diepe ondergrond hier
van te beseffen. Arme kleinzieligheid
Binnenk rt zullen de afgevaardigden van Cobe
laz, welk organisme dus de distributie van dc stik
stoffen regelt, opnieuw samenkomen om de prijzen
voor het seizoen 1958 vast te stellen. Dit laatste
gebeurt in overleg met de ministers van Econo-*
misehe Zaken en van Landbouw. Bij dezo samen
komst hebben de lan dbouwers praktisch geen kans
hun stem te laten horen, tenzij door de stem van
de heer Mullie, die overigens \an weinig invloed
blijkt te zijn in een gehoor, dat klaarblijkelijk de
landbouw niet erg genegen is.
Het valt te bezien in hoeverre de Belgische prij
zen tot op het niveau van de Tederlandse zullen
dalen en of er werkelijk in de Belgische regerings
kringen en in het Departement van Landbouw een
wil is om in de vlugs mogelijke tijd de Benelux-
integratie, ook van de landbouw, tot stand te
brengen.
Het Proefstation voor de Akker- en Weidebouw
te Wageningen, deelt ons mede:
NAUWKEURIG WERKEN IS NOODZAAK
NU het voorjaar voor de deur staat, willen wij
de aandacht vestigen op de inzaai van graszaad
voor zaadteelt.
Graszaad verlangt een zeer fijn zaaibed met een
vaste ondergrond. Bij het klaarmaken zal men hier
rekening mee moeten houden en de ondergrond dus
niet te diep open moeten trekken. Indien mogelijk
wordt er vóór de inzaai gecambridged. Bij inzaai
onder vlas is dit heel gebruikelijk, maar ook bij
andere dekvruchten is dit zeer gewenst. Bovendien
vergemakkelijkt het de eerste maal schoffelen.
Graszaad moet beslist zeer ondiep gezaaid worden,
van x/l tot 1 cm, afhankelijk van de grootte van het
zaad. Om te diepe inzaai te voorkomen, komen in
de eerste plaats stelwielen in aanmerking. Door ge
bruik hiervan is de zaaidiepte vrij nauwkeurig te
regelen, als men tenminste voldoende tijd neemt
om ze goed te monteren. Men kan de zaaipijpen
ook ophangen aan gummi ringen (b.v. weckringen).
De oneffenheden in de bodem worden dan ook min
of meer gevolgd, zodat te diep wegvallen van het
zaad praktisch niet voorkomt. Ook sleepvoetjes e.d.
geven wel wat resultaat.
Het spreekt haast wel vanzelf d t het afdraaien
van de zaaimachine noodzakelijk is, omdat het hier
meestal gaat over betrekkelijk kleine hoeveelheden
zaaizaad. Uit de aard der zaak dienen deze gelijk
matig over het perceel te worden uitgezaaid.
DE DEKVRUCHT
"DIJ voorjaarszaai heeft men bijna steeds le maken
met inzaai onder of gelijk met een dek vrucht.
De beste dekvruchten zijn die, welke het land vroeg
ruimen en die zoveel mogelijk licht en lucht voor
de ondervrucht toelaten en geen hinderlijke opslag
geven. Ook is het gunstig als men in de dekvrucht
kan schoffelen voer onkruidbes.tr ij ding. Geen
enkele dekvrucht is ideaal. De grassoorten kun
nen zeer verschillend reageren op d dekvrucht.
Veldbeemd en roodzwenk zijn, wat hun gevoelig
heid voor bovengenoemde punten betreft, zeer tere
juffers. Deze stellen dus zeer hoge eisen aan de
dekvrucht. Hierna volgen beemdlangbloem en krop-
aar. De overige grassen zijn minder gevoelig. Ge
rangschikt naar geschiktheid, komen de volgende
dekvruchten in aanmerking: conservenerwten, vlas,
groene erwten en kapucijners, stoppelknollenzaad,
spinaziezaad, blauwmaanzaad, koolzaad, karwij en
ten slotte de granen.
Bij vlas moet men spoedig na het zaaien hiervan
het graszaad op de gewenkte rijena stand uitzaaien.
Bij erwtensoorten is men gebonden aan He rij en-
afstand waarop de erwten staan. Veelal bedraagt
deze 33 cm, wat ook voor verschillende grassoorten
goed past» Meestal zaait men het gras tussen de
erwtenrijen, na de laatste keer schoffelen.
GEMENGDE UITZAAI
TN de praktijk hebben wij ook enkele keren goede
resultaten gezien van het gemengd uitzaaien van
veldbeemd (8 kg) en blauwmaanzaad (8 a 10 ons).
Ook spina e, gemengd met veldbeemd of rood
zwenk, gaf bevredigende resultaten. De resultaten
werden vergroot door op blauwmaanzaad en spina
ziezaad gedeelde stikstofgift toe te passen, nl. 2/3
deel van de normale gift in het 'roege voorjaar en
1/3 deel vlak voor de bloei.
Deze fijne zaden moeten alle zeer ondiep worden
gezaaid en vereisen een fijn zaai» ed.
Ook kan men de meeste grassoorten, gemengd
met graan, uitzaaien. Men zi\ er dan goed aan doen
ervoor te zorgen dat het graan niet te zwaar wordt
door de rijenafstand wat te vergroten tot 25 of
zelfs 33 cm, de zaaizaadhoeveelheid wat te vermin
deren en de stikstofbemesting niet Ui zwaar te
nemen. Voor traag groeiende grassen dus in
het algemeen de gazongrassen zijn de granen als
dekvrucht minder geschikt. Men kan hier enigs
zins aan tegemoet komen door aan het graan een
late overbemesting te geven, waar niet alleen het
graan, maar ook het gras van profiteert.
Over het algemeen is gemengde uitzaai aantrek
kelijk, omdat dan het gras in dezelfde rij komt te
staan als de del-vrucht. Men kan dan schoffelen,
niet alleen in de jonge dekvrucht, maar ook direct
na het oogsten hiervan.
Een perceel, waar graszaad ls ondervrucht is
uitgezaaid, verdraagt geen bewerki met de egge.
Hierdoor worden de jonge grasplantjes -e nield.
(Advertentie.)
ZAADHANDEL
BIEZELINGE Teiei. 01192 - 209