Het O.B.F. in 1957
163
BEDRIJFSVERENIGING VERVANGT WAARBORGSOM
DOOR KWARTAALVOORSCHOTTEN brol
BLOEDONDERZOEK OP KOPER
EN MAGNESIUMGEHALTE
SUIKERBIETEN
INVOERRECHTENVERLAGING
WETTELIJKE REGELING VAN HET
LANDBOUWONDERWIJS
ZATERDAG 8 MAART 1958
DENEMARKEN
ZOALS bekend, heeft de Bedrijfsvereniging voor
het Agrarisch Bedrijf enige jaren geleden voor
de financiering van de lopende uitkeringen het
systeem van de waarborgsom ingevoerd. Een
methode van voorschotheffing, die in het gehele
land op dezelfde wijze wordt toegepast.
Iedere werkgever heeft een waarborgsom bij de
bedrijfsvereniging staan, waarmede de uitkeringen
worden gedaan gedurende de periode, dat niet over
de van de werkgevers te heffen premies kan worden
beschikt.
Van werkgeverszijde zijn in de afgelopen jaren
veelvuldige bezwaren tegen dit financieringssysteem
naar voren gebracht. Bezwaren, die voornamelijk
hierin bestonden, dat met de waarborgsom te grote
bedragen aan het bedrijf worden onttrokken, die
produktiever geïnvesteerd of belegd kunnen wor
den, te meer, daar de bedrijfsvereniging geen rente
betaalt. Een ander bezwaar dat wordt gehoord is,
dat de waarborgsom zich niet automatisch aanpast
bij de ontwikkeling der personeelsbezetting van het
bedrijf. Neemt de personeelsbezetting toe. dan be
hoort zij te worden vërhoogd, terwijl wanneer het
aantal werknemers kleiner wordt, het omgekeerde
dient plaats te vinden.
Men kan moeilijk volhouden, dat deze klachten
ongegrond zijn. Feitelijk kan men er alleen maar
tegenoverstellen, dat wanneer de bedrijfsvereniging
niet op deze wijze over de nodige kasmiddelen kan
beschikken, een andere weg moet worden gevolgd.
Neemt zij kredieten op, dan moet hierover rente
worden betaald, die de werkgevers in de premie
aanslag doorberekend vinden.
RIJKSSTUDIEBEURZEN EN RENTELOZE
STUDIEVOORSCHOTTEN TEN BEHOEVE VAN
STUDERENDEN AAN DE
LANDBOUWHOGESCHOOL TE WAGENINGEN.
Zij, die in het cursusjaar 19581959 hun studie
aan de Landbouwhogeschool te Wageningen wen
sen aan te vangen, of voort te zeilen,
indien zij of hun ouders niet of slechts gedeeltelijk
bij machte zijn deze studie te bekostigen voor
financiële steun in aanmerking komen, hetzij in de
vorm van een rijksbeurs, hetzij in de vorm van een
renteloos studievoorschot.
Het aantal beschikbare rijksbeurzen is echter be
perkt, zodat wordt aangeraden tevens een aanvrage
voor een renteloos studievoorschot bij een der stu
diefondsen in te dienen. Voor informaties wende
men zich tot de directeur van het Landbouwonder
wijs, le v. de Boschstraat 6, 's-Gravenhage of aan
het adres van het bestuur van de Landbouwhoge
school, Generaal Foulkesweg la, Wageningen. De
verzoekschriften dienen echter vóór 2 mei 1958 te
zijn ontvangen. Men wachte dus niet te lang!
Het is thans mogelijk om bloedmonsters van
rundvee te laten onderzoeken op koper- en mag
nesiumgehalte. Dit onderzoek wordt verricht door
het Be drijf slaboratorium voor Grond- en Gewas-
onderzoek te Oosterbeek. De bloedmonsters wor
den genomen en ingestuurd door de dierenarts. De
prijs van dit onderzoek bedraagt ƒ9,21 per mon
ster.
Indien tevens onderzoek op magnesium wordt'
gevraagd, wordt de prijs 11,81 per monster. Mon
sterflesjes en verzendmateriaal kunnen wórden
aangevraagd bij het Bedrijfslaboratorium voor
Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek.
Snel vaststellen van afwijkingen.
Het onderzoek is van groot belang, omdat het
reeds gebreksverschijnselen in lichte graad, aan
toont. Vooral tijdens het weideseizoen worden deze
afwijkingen geconstateerd. Moest men voorheen
de diagnose van kopergebrek vaststellen aan de
hand van uiterlijke Kenmerken, zoals verkleuring
van de haren en dergelijke, thans kan dit snel en
zeer nauwkeurig worden bepaald door bloedonder
zoek. Men kan dus veel vlugger middelen ter be
strijding van dit euvel aanwenden.
Als voornaamste oorzaak van de openstelling
van dit onderzoek kan genoemd worden het
B(odem)-P(lant)-D(ier) onderzoek, dat' vorig jaar
in Woudenberg heeft plaats gevonden. Bij dit on
derzoek is het bloedonderzoek als een nauwkeurige
aardemeter voor de gezondheidstoestand van het
ee naar voren gekomen.
Door dit grootscheepse onderzoek heeft het
"drijfslaboratorium een belangrijk stuk ervaring
Pgedaan; tevens is al het speciaal hiervoor beno-
igde materiaal als koelkasten, centrifuges en der-
elijke aanwezig.
Ook hieruit blijkt weer dat het Bedrijfslabora-
prium, een instelling van de centrale landbouw-
rganisaties, zich op een steeds breder terrein gaat
wegen, daar het nu behalve grond-, gewas-, en
tjes- ook bloedmonsters onderzoekt
T\E onderhavige aangelegenheid is bij herhaling in
U het K.N.L.C. aan de orde geweest. Besloten
werd in het bestuur van de bedrijfsvereniging voor
te stellen een meer bevredigende regeling te treffen.
Dit heeft de directie aan het denken gezet met het
resultaat, dat thans de keuze is gevallen op een
financieringssysteem, dat het voordeel biedt, dat
minder geld aan het bedrijfsleven behoeft te wor
den onttrokken. Het bestuur van de bedrijfsver
eniging heeft nl. besloten over te stappen op de
invoering van een wisselend voorschot, dat afge
stemd is op de laatstbekende loongegevens van de
werkgever. Dit financieringssysteem zal reeds voor
het jaar 1958 gelden.
Ter verwezenlijking van het gestelde doel heeft
de bedrijfsvereniging de volgende overgangsregeling
getroffen:
1. In de maand maart 1958 ontvangt de werkgever
een voorschotnota over 1958; hiervan zijn de
eerste twee termijnen onmiddellijk verschuldigd,
de derde termijn per 1 juli 1958, de vierde per
1 oktober 1958.
2. In de zomermaanden van 1958 ontvangt de
werkgever de premie-afrekening over 1957; de
waarborgsom wordt hiermede verrekend en
daarna verdwijnt de waarborgsom voorgoed uit
de administratie.
3. Eind 1958 ontvangt de werkgever de voorschot
nota voor 1959. De eerste termijn hiervan ver
valt per 1 januari 1959, de tweede per 1 april
1959, enz.
4. In de loop van 1959 ontvangt de werkgever een
premie-afrekening over 1958. De over 1958 be
taalde voorschotten worden hiermede verrekend.
Dit geldt ook voor volgende jaren. Het is de
bedoeling de afrekening ongeveer samen te
laten vallen met het derde kwartaal (dus 1 juli).
In het algemeen zal de premienota over het af
gelopen jaar ten naaste bij gelijk zijn aan de over
dat jaar reeds betaalde voorschotten, zodat het
eindbedrag van de jaarlijkse premienota te ver
waarlozen zal zijn.
Daar in het nieuwe financieringssysteem een
tegemoetkoming moet worden gezien aan de be
zwaren, die bij vele werkgevers tegen het oude
systeem bestonden, willen -wij de wens uitspreken,
dat de gewijzigde regeling op vlotte wijze haar
beslag kan krijgen.
N.A.V.
De invoering van de Algemene Ouderdomswet
per 1 januari Ï957 betekende geen rem voor het
zelfstandig afsluiten van aanvullende ver
zekeringen. Weliswaar toonde het publiek in de
eerste maanden van het jaar een zekere terug
houdendheid, maar door de afsluitingen in de
tweede helft van 1957 werd het niettemin een
record-jaar.
Het O.B.F. heeft begrensd als het in haar werk
terrein is en gevoelig voor de uitkomsten in de
agrarische sector, haar positie in het afgelopen jaar
weer aanmerkelijk kunnen verstevigen.
Het ledental vermeerderde met 910 (993),
waardoor per 31 december 1957: 23.176 (22.266) per
sonen als lid waren ingeschreven. Dat het ver
hogen van vroeger afgesloten verzekeringen verder
voortgang vond, blijkt uit de vermeerdering van
het aantal lopende verzekeringen van 29.395 per 31
december 1956 tot 31.093 per 31 december 1957.
(Netto vermeerdering 1698 verzekeringen, d.w.z. 788
meer dan het aantal nieuw-toegetreden leden.)
Het verzekerde kapitaal steeg met f 16.923.163,
(f 17.469,817,en bereikte per 31 december j.l. een
stand van f 166.227.580,— (f 149.304.417,—).
Door overlijden verminderde het ledental met
48 (61). Aan de nagelaten betrekkingen werd een
bedrag van f 135.124,(f 129,008,uitgekeerd:
Door het bereiken van de vastgestelde leeftijd ein
digde het lidmaatschap van 276 (254) leden. Aan
hen werd een bedrag van f 675.799,(f 603.334,
uitgekeerd. Afkoop, premievrijmaking e.d. deden
het ledental met 161 (127) verminderen.
De opvallende ontwikkeling blijkt duidelijk,
wanneer de stand van enkele jaren geleden wordt
vergeleken met de huidige. Op 31 december 1952 was
bij het O.B.F. voor een bedrag van ruim f 83,mil
joen verzekerd. In vijf jaar tijd is dit verzekerde
bedrag verdubbeld. Dertig jaar voor de eerste
f 83,miljoen; vijf jaar voor de verdubbeling van
dit bedrag: deze cijfers tonen de plaats van het
O.B.F. Zij zijn een aanwijzing voor de goodwill,
die de organisatie zich in snel tempo in de agra
rische wereld heeft veroverd. Een goodwill, die zij
zeker in even sterke mate dankt aan haar ka
rakter van vertrouwensorganisatie, als aan haar
lage premies en haar winst-uitkeringen. Over een
en ander kan men meer te weten komen uit een
onlangs door het O.B.F. uitgegeven brochure
„zekerheid....". In deze brochure, die vele goede
foto's bevat, kan men kennis nemen van het ont
staan, de groei en de werkwijze van het O.B.F. De
uitgave is in twee kleuren gedrukt en zal velen
warm aanspreken, niet in het minst om de illustra
tieve foto's.
Cijfers over 1956.
JWGERSTEXPORT.
Verwacht wordt dat de Deense brouwgerstexport
in het produktiejaar 1957/1958 een recordomvang
zal bereiken. Eind december '57 bedroeg de uitvoer
reeds 215.000 ton. In 1953/1954 was deze 231.400
groot in de daaropvolgende jaren was deze uit
voer aanmerkelijk lager.
ENGELAND
BOEREN INKOMEN.
De landbouwinkomens in Engeland en Wales in
1955/1956 waren speeiaal van kleine (melk)bedrij
ven stabler dan die Van de grotere bedrijven. Ten
orvzichte van het produktiejaar 1954'1955 stegen
de bruto-inkomsten met 4.7 de produktiekosten
met 5.6 ','o. Het netto-inkomen nam niettemin met
gemiddeld 5.4 toe doordat de voorraden stegen,
de veestapel uitbreidde enz.
Landbouvvwereldnieuws becijfert dat het netto
inkomen, het verschil tussen totale inkomsten en
uitgaven waarbij rekening is gehouden met de
waardeverandering van de produktiemiddelen maar
de arbeid van de boer (en gezin) voor de verschil
lende categorieën buiten beschouwing bleef, er als
volgt uitziet. Tot 20 ha: melkbedrijf: 305 75 'ha;
gemengd bedrijf: ƒ354,/ha; akkerbouwbedrijf:
516,75/hq, Bedrijfsgrootte van 20 tot 40 ha: melk
bedrijf: ƒ215,/ha; gemengd bedrijf: 238,/ha;
akkerbouwbedrijf: 357,25/ha. Bedrijfsgrootte van
40 tot 60 ha: melkbedrijf: ƒ163,/ha; gemengd
bedrijf: 197./ha; akkerbouwbedrijf: /342,50/ha.
Bedrijfsgrootte van 60 tot 120 ha: melkbedrijf:
/159,75/ha; gemengd bedrijf: ƒ185,50 ha; akker
bouwbedrijf: ƒ265,/ha.
De uitkomsten zijn gebaseerd op de resultaten
van ongeveer 2250 uitgezochte bedrijven.
ITALIË
In 1957 leverde de Italiaanse suikerbietenoogst
bijna 6 min ton op van een areaal van ongeveer
200.000 ha. Suikergehalte 15,35 De suikerbieten-
oogst neemt de laatste jaren in omvang af. In
1955 gaf de oogst van 9,2 min ton bieten een sui
ker overschot van 450.000 ton. Dit is genoeg om
de Italiaanse consumptie voor zes maanden zeker
te stellen. Behalve dat suikerbietenverbouwers en
suikerfabrikanten maatregelen namen tegen deze
overschotten vorming stelde de regering onder
meer vast dat de suikerbietenprijs gehandhaafd
moest blijven, de produktie echter ingekrompen
moest worden, de overschotten weggewerkt moes
ten worden door export beneden kostprijs en de
fabricage-belasting op uit melasse verkregen suiker
verhoogd moest worden.
Eind 1957 waien de overschotten geruimd, zij
het tegen aanzienlijke verliezen. De verwachtingen
voor 1958 schijnen gunstig. De prijs van de Ita
liaanse suiker is hoog, zodat men zich daarvoor
zorgen maakt in verband met het in werking tre
den van Europese Economische Gemeenschap,
aldus Landbouwwereldnieuws.
ZWITSERLAND
De Zwitserse Bondsraad heeft onlangs besloten
de invoerrechten van een aantal vlees en vlees-
produkten te verlagen. Het doel van deze maat
regel is, zo schrijft de „Neue Zürcher Zeitung",
om een daadwerkelijke bijdrage te leveren in het
gevecht tegen het steeds duurder wordende le
vensonderhoud. In Zwitserland wordt echter
maar weinig vlees geïmporteerd. De prijsdruk-
kende invloed van deze maatregel zal dan ook
slechts in bepaalde gebieden enig resultaat heb
ben. Uit inmiddels ontvangen reacties blijkt deze
maatregel niet onverdeeld gunstig te zijn ontvan
gen.
In de memorie van antwoord op het voorlopig
verslag van de Tweede Kamer bij de Landbouw
begroting 1958 was aangekondigd, dat de verschij
ning kon worden verwacht van het rapport der
zogenaamde Commissie-Geuze, die een studie
heeft gemaakt van een wettelijke regeling van
het middelbaar en lager landbouwonderwijs. De
zer dagen heeft de commissie haar rapport in de
vorm van een voorontwerp van wet aan de mi
nister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie
ning aangeboden.
Dr. Vondeling heeft de commissie bij deze ge
legenheid zijn dank betuigd voor de vervulling
van haar moeilijke taak, waarbij omvangrijke en
belangrijke arbeid is verricht. De minister heeft
tevens de verwachting uitgesproken, dat het
landbouwonderwijs nu binnenkort wettelijk zal
kunnen worden geregeld, waartoe de verdere
voorbereiding met kracht ter hand zal worden
genomen.