Van Boerderij en Organisatie
AAmertam
-v
108
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
WALCHEREN
10 febr.
Hoewel de maand februari nog wel
voor strenge vorst kan zorgen worden
deze kansen toch elke dr.g kleiner. Het
zachte winterweer komt altijd goed te
pas voor tal van werkzaamheden die
iedere winter opnieuw aan de orde ko
men. Vooral het schoonmaken en in or
de brengen van de werktuigen is een
noodzakelijk werk dat de levensduur
van de werktuigen aanzienlijk verlengt
en straks in het seizoen wanneer het
weer druk zal zijn, ons veel narigheid
en oponthoud kan besparen.
De wintertarwe heeft een zeer goede
stand met uitzondering van enkele
laatgezaaide of natte percelen. Ook het
grasland heeft weinig of niets geleden
van de winter. Toch laat de ontwate
ring op het grasland vaak te wensen
©ver. Met een greppeltje kan soms al
veel worden bereikt. Waar nu de plas
sen blijven staan, is straks een dunne
plek in de grasmat en krijgen ..e slech
te grassen hun kans, evenals het on
kruid. Laat het daarom zover niet ko
men en voer het water af vóórdat de
goede grassen zijn verdwenen.
Bij de dalende tendenz van de prij
zen der landbouwprodukten is het geen
eenvoudige taak om een juist bouwplan
©p te stellen.
Alleen de basisprodukten garanderen
ons een bepaalde vastgestelde garantie
prijs zoals de melk, de suikerbieten en
de tarwe. Deze produkten vormen
daarom de vaste basis voor onze be-
drijfvoering, zonder prijsrisico dus.
Daarnaast zijn er de produkten met
minimum prijsgarantie, waarvoor een
minimum prijs wordt gegarandeerd,
terwijl er een uitloop van de prijs naar
boven mogelijk is. Deze gewassen leve
ren voor de afzetprijs daarom een be
perkt risico. Hiertoe mogen we reke
nen de voedergranen en de aardappe
len. Tenslotte zijn er de vrije produk
ten waarvoor het prijsrisico volledig
voor rekening van de boer komt. Vrije
produkten zijn 'ryv. de peulvruchten,
vlas en blauwmaanzaad.
Bezien we in dit verband het oogst
jaar 1957 dan zullen we zien dat het in
de eerste plaats de slechte opbrengsten
geweest zijn die dat jaar zo ongunstig
hebben gemaakt, terwijl de prijsval van
de vrije produkten de zaak nog heeft
verergerd.
Bij het opstellen van het bouwplan
ïs de prjjs van de produkten zeer be
langrijk hoewel "vele andere factoren
ons ook beperkingen opleggen.
Wij denken dan aan d vruchtwisse
ling. de grondsoort, de beschikbare ar
beidskrachten en de werkverdeling enz.
Ons bedrijf is een organisch geheel
en daarom moet elk onderdeel, nadat
we het apart hebben bezien, toch weer
goed passen in het totale bedrijfsplan.
Alleen dan kan het gunstigste resultaat
worden verwacht.
SCHOUWEN -DUIVELAND
Hoewel het voorjaar met rasse schre
den nadert, zijn deze weken nog 9teeds
uitermate geschikt vooi onderhouds
werkzaamheden.
Maar al te vaak vinden wij veel ma
chines in de tijd, dat ze gebruikt moe
ten worden, niet op het land maar bij
de smid.
Ook de wintermaanden kunnen wij
veel geld verdienen door alles grondig
te reinigen, te repareren en in te vet
ten.
De vorige keer vertelden we dat de
organische stofvoorziening onmisbaar
is om een zo gunstig mogelijke bemes
tingstoestand van de grond te bereiken.
De benodigde voedingsstoffen, zoals
kalk, fosfaat, kali enz. zijn voor het
grootste gedeelte gebonden aan het
zgn. adsorptie-complex, dat bestaat uit
kleideeltjes en humus.
Het is dus begrijpelijk, dat op zand
gronden of gronden met een laag per
centage afslibbaar organische stof on
misbaar is, omdat daar weinig klei
deeltjes aanwezig zijn.
Vandaar dat de bemestingstoestand
©p kleigronden vaak veel beter is dan
op zandgronden.
Een regelmatige aanvoer van orga
nische stof in de vorm >?an stalmest en/
of groenbemesting is een eerste ver
eiste.
Op de meeste akkerbouwbedrijven op
onze zeeklei- en zavelgronden zou de
invoering van een één- of meerjarige
klaver of lucerne in de vruchtopvol
ging, het vruchtbaarheidsniveau van
de grond op een veel hoger peil bren
gt".
Het toepassen hiervan hangt ten
nauwste samen met ons bouwplan. Fen
ijzeren bouwnlan is niet nodig, variaties
mogen er zijn, maar we moeten ons
bewaren voor een te vlun terugkomen
met een gewas on hetzelfde perceel of
te grote opperv'akte bij een achter de
markt aan zaaien.
Bii een g'oed on^e^teld bouwplan zien
we b.v. maximaal V3 van de opn. met
granen. i/fl aardannelen, 1 /n bieten,
V„ erwten en i/„ deel met vlas.
Natuurlijk is deze pewassenkeuze
geen vereiste, alleen bii een overschrij
ding van deze percentages komen we
te vlug terug, terw'il bij eventuele
prn'sdaling er grote teleurstellingen op
treden.
Het samenstellen van zo'n bouwplan
han^t in de meeste gevallen af van de
beschikbare arbeidskrachten en de mate
van mechanisatie on een bedrijf.
Verde is on lichte "ronden verhouw
van suikerbieten vrijwel onmogelijk,
vanwege de aanwezige bietenaaltjes.
Een extensieve bedrijfsvoering met
een grote opp. granen is hiervan het
gevolg. Een moeilijke vraa» is, of we
in de toekomst intens'ef of extensief
moeten p-aan boeren. Het is een pro
bleem. dat van bedrijf tot bedrijf uit
eenloopt.
De hoogte van kosten, vooral bij een
ver doorgevoerde mechanisatie, die on
een bedriif gemaakt worden, nopen ons
vaak. zoveel mogelijk uit ons bedrijf te
halen.
Alleen door te rekenen, zal bet uit
eindelijk de boer zelf moeten ziin. die
zijn bedrijf naar een benaalde bedrijfs
voering zal moeten le'den.
Een vaststaand feit blijft echter, dat
voor ieder bedrijf een verantwoord
bouwplan noodzakelijk is.
Daarnaast zullen we in de toekomst
alle mogelijkheden en middelen moe
ten benutten, om onze gronden door
een zuivere organische stofvoorziening
in een betere conditie te brengen.
THOLEN EN ST. PHILIPSLAND.
11 febr.
Met. rasse schreden gaan we het voor
jaar tegemoet. Als in december de laat
ste bieten van het land zijn gereden en
het ploegwerk is voltooid, dan wrijven
we eens heerlijk in onze handen, met de
gedachte aan een paar maanden win-
terrust. 't Lijkt een hele tijd, maar hoe
snel is ze weer vervlogen. Wanneer het
weer een beetje meewerkt dan zijn we
over een dag of veertien al weer aan
het uitrijden.
Ons bouwplan en ons bemestingsplan
hebben we klaar gemaakt en het be
nodigde zaai- en pootgoed en de kunst
mest zijn besteld en gedeeltelijk al
thuis. We vonden het, evenals trou
wens de voorgaande jaren, een moeilijk
karwei om alles uitgecijferd te krijgen.
Geen enkel produkt verdient onze spe
ciale voorkeur meer, want niets is uit
gesproken goed. Een uitzondering zou
den we misschien kunnen maken voor
de suikerbieten; normaal geven deze
goede financiële uitkomsten te zien. Ve
len in onze streek echter hebben te
kampen met een te groot aantal bieten-
cystenaaltjes. Toch is er zeker belang
stelling voor de suikerbietenteelt, ge
tuige de ruime opkomst op de suiker
bietenmiddag die de Bedrijfsstudiegroep
hier organisee.de. Vier deskundigen en
wel de heren ir M. A. Geuze, ir F. C.
de Jong en de beide inleiders de heren
ir J. Jorritsma en drs J. A. Hjjner
zorgden voor een prima geslaagde mid
dag.
Een voor de ouderen nieuwe metho
de van vergadertechniek werd hier met
succes toegepast, n.L het vormen van
discussiegroepen, die zich in kleinere
groepjes, aan de hand van enkele dis
cussievragen, in enkele problemen ver
der verdiepten. Enkele frappante ver
schillen kwamen uit deze discussie
naar voren, vooral t.a.v. de uitgezaaide
rassen en de stikstofbemesting.
Over het algemeen bleken Hilleshög
Standaard Polypoid en Klein Wanz-
leben E in deze streek de meest ver
bouwde rassen te zijn. Er waren nog
enkele bedrijven die voor 100 KWE
uitzaaiden en ook in 1958 weer zullen
uitzaaien.
De aangewende stikstofhoeveelheden
varieerden van 120130 kg N per ha
met enkele uitschieters echter van 150
en 200 kg N per ha.
Tevens bleek uit deze discussies dat
nog niet iedereen zijn grond laat be
monsteren, maar daar staat tegenover
dat wel iedereen zijn bieten laat spuiten
tegen de bietenvlieg. Meerdere conclu
sies werden getrokken, alle gebaseerd
op de praktyk in Tholen en St Philips-
land, maar de beperkte plaatsruimte
laa», ons niet toe ze alle hier te behan
delen. Zoals reeds opgemerkt, droegen
de vele aanwezigen bij om tot interes
sante conclusies te komen, maar er had
den er nog veel meer bij gekund.
Vele collega's op onze schiereilanden
zijn nog geen lid van deze Bedrijfsstu
diegroep en dat is jammer. Zij vormt
n.l. een zeer belangrijke schakel bij de
bed rijf svooering op onze bedrijven. Zy
stelt op haar bijeenkomsten actuele
problemen aan de orde en tracht daar
voor deskundige sprekers aan te trek
ken. Zij organiseert demonstraties om
ons verschillende nieuwe werktuigen en
nieuwe werkmethoden te laten zien, en
zal o.a, aanstaande zomer tijdens onze
Z.L.M.-tentoonstclling een grote de
monstratie organiseren met kunstmest
strooiers en landinrichtingen. Ook ver
zorgt zij een waarschuwingsdienst voor
plantenziekten en beschadigingen aan
onze gewassen.
Wanneer het op 20 febr. a.s. weer
vergadering is van de B.S.G. en er uit
de discussiegroepen weer verschillende
conclusies naar voren komen dan ho
pen wjj dat vele nieuwe leden daarvan
getuige zullen zijn.
ZUID-BEVELAND
Wanneer binnenkort het suikerbie
tenzaad besteld moet worden zal voor
velen de beslissing gevallen zijn welke
oppervlakte bieten in 1958 geteeld zal
worden.
Ondanks het slechte of althans min
der goede bietenjaar in 1957 is een uit
breiding van deze teelt te verwachten.
Hier zijn verschillende redenen voor
aan te voeren. De lagere prijzen van
b.v. erwten en de minder goede resul
taten van de aardappelen zijn aanlei
ding dat de bieten, waarvan de prijs ge
garandeerd wordt, .neer belangstelling
hebben dan de laatste jaren wel het
geval was.
De bietenteelt veroorzaakt twee ar-
beidstoppen, n.l. bij het opeenzetten en
bij het oogsten. Doordat het oogsten
met de machine kan plaats hebben is
de top bij het oogsten, ook wanneer
weinig personeel beschikbaar is, geen
probleem meer. Ook de top bij het op
eenzetten kan afgevlakt worden door
gebruik te maken van monogerm zaad.
Dit zaad is voor een groot gedeelte
eenkiemig, waardoor vlugger gewerkt
kan worden. Bovendien kan de periode
waarin het opeenzetten moet gebeuren
wat langer genomen worden. Ook de
polyploïde rassen hebben minder zaden
in het kluwen, waa. door, zij het in min
dere mate, hetzelfde effect bereikt
wordt. Dan i9 er nog de bietendunner
die bij juist gebruik eer. arbeidsbespa
ring van 25 kan geven. Lijkt dit op
het eerste gezicht niet veel, wanneer
hierdoor 25 meer bieten verbouwd
zouden kunnen worden dan is dit toch
wél een belangrijk cijfer.
Wanneer er van uitgegegaan wordt
dat zowel de werkluigkosten als ook de
arbeidskosten van het vaste personeel
vaste kosten zijn die dus op iedere ha
cultuurgrond evenzwaar drukken, dan
is het mogelijk suikerbieten en b.v. zo-
mergerst naast elkaar te vergelijken.
Stellen wij de opbrengst van gerst op
5000 kg per ha a 0,25 per kg dan is
de bruto-opbrengst 1250. Doen wij
hetzelfde voor suikerbieten bij een op
brengst van 45.000 kg a 50,per ton
dan is de opbrengst 2250. Een verschil
ten gunste van de suikerbieten van
1.000 per ha.
Daarbij is de opbrengst aan stro en
suikerbietenkoppen en -blad buiten be
schouwing gelaten, hoewel op de ge
mengde bedrijven vooral het bijprodukt
van de bieten zeer waardevol is.
Voor beide gewassen moeten echter
kosten worden gemaakt, die direct aan
het gewas moeten worden toegekend.
Dit zijn het zaaizaad, de bemesting,
ziekte- en onkruidbestrijdingsmiddelen
en werk door derden. Vooral de post
werk door derden zal van bedrijf tot be
drijf veel uiteenlopen, daar dit afhanke
lijk is van de aanwezige machines of
werktuigen op het bedrijf, terwijl ook
de werkwijze bij het oogsten veel uit
eenloopt. Een ieder kan dit voor zijn
eigen bedrijf, ook voor andere gewas
sen, nagaan.
Over het algemeen zullen de kosten
voor gerst vat lager zijn dan voor sui
kerbieten. Gemiddeld zijn deze voor
gerst 350, voor suikerbieten 450. Dit
houdt dus in dat van bieten veel meer
overblijft om de vaste kosten, waaron
der die van de arbeidskern te betalen
dan van gerst. Deze eenvoudige verge
lijking leert dus dat zeker zoveel bieten
in het bouwplan kunnen worden opge
nomen als men eigen personeel aan
kan.
Gaat dit voor ieder bedrijf zonder
meer op? Neen! Ook in het verleden
zijn in ons gebied veel bieten verbouwd.
Hierdoor zijn veel percelen besmet met
het bietencysten aaltje, waardoor de
bietenmoeheid veroorzaakt wordt. Een
goede opbrengst is dan reeds bij voor
baat niet te verwachten, terwijl het
land nog zieker wordt.
Onderzoek van de grond op het voor
komen van het bietencystenaaltje is
steeds gewenst, echter zeker in die ge
vallen als reeds de verschijnselen zijn
waargenomen. Ook mogen wij niet ver
geten dat alle kruisbloemigen vvaard-
planten voor dit aaltje zijn.
Ook wanneer de grond vrij is van
cysten is het raadzaam niet meer dan
20 tot 25 van het bouwland met bie
ten uit te zaaien. Bovenstaande kan er
wellicht toe bijdragen dat zij die bieten
als te weinig winstgevend gewas be
schouwen het in overweging kunnen
nemen deze teelt uit te breiden. Als
men echter nu en of later dit belang
rijke gewas wil blijven verbouwen, zal
men dienen te bedenken, dat deze teelt
wat betreft de vruchtwisseling aan
grenzen gebonden is.
T.M.T D /kwik"
Advertenite
vraagt Uw leverancier