BENELUX EEN FEIT
Zitdagen
Boekhoud-
bureau
ALGEMENE
KINDERBIJSLAGVERZEKERING
s.
vorzicfit
No. 2414. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 8 FEBRUARI 1958
46e Jaargang
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ
de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHA*
ZEELAND
T"\EZE week werd in de Ridderzaal
U te Den Haag het verdrag tot in
stelling van de Economische Unie
tussen België, Luxemburg en Neder
land plechtig ondertekend door de
Minister-Presidenten en de Minis
ters van Buitenlandse Zaken van de
drie landen.
BENELUX-
JN de wandeling wordt dit samen
gaan ai jaren lang betiteld als de
„Benelux" en ook in het buitenland
is deze term grif overgenomen. Met
deze ondertekening heeft het Ver
drag nog geen rechtskracht. Eerst
zullen de parlementen van de drie
deelnemende landen hun goedkeu
ring nog moeten geven, waarna het
dan in werking kan treden. Er is
geen enkele reden, waarom deze
goedkeuring in één van de volksver
tegenwoordigingen geweigerd zou
worden, zodat in de loop van dit
jaar de Benelux werkelijkheid kan
worden. Daarmede wordt dan een
periode van ruim dertien jaar afge
sloten. Want het waren de regerin
gen van onze drie landen, die in
Londen in september
1944 't eerste verdrag af
sloten, dat eerst tot een
douane-unie moest lei
den om dan uit te groei
en tot 'n volledige eco
nomische Unie. Voor de
gewone burger heeft het
er wel eens op gele
ken, dat de vorderingen om tot deze
Unie te geraken maar langzaam
waren. Maar men vergete dan niet,
dat tal van verwachte, maar meer
nog van onverwachte moeilijkheden
moesten worden opgelost. De groot
ste was wel, dat Nederland veel be-
rooider uit de oorlog kwam dan
België en Luxemburg. Deze landen
werden immers veel eerder bevrijd
en konden daardoor direct met be
hulp van de grote bondgenoten aan
hun herstel en wederopbouw begin
nen.
Daarna heeft het verschil in
lonen en prijzen, de internationale
spanningen ten tijde van het con
flict om Korea, de moeilijkheden op
landbouwgebied, het verschil in
hoogte van accijnzen en verbruiks
belastingen de verdere eenwording
belemmerd en vertraagd.
Toch is men stap voor stap verder
gegaan, omdat men heel duidelijk
inzag, dat economische samenwer
king der drie kleine landen gebo
den was, daar zij elk afzonderlijk in
onderhandelingen met de groteren
economisch bijzonder kwetsbaar
v/aren, terwijl zij, wanneer zij geza
menlijk zouden optreden, een flink
gewicht in de schaal konden wer
pen.
NOG is de Economische Unie niet
volledig. Er blijven nog verschil
lende vraagstukken op te lossen,
waarbij wij in de eerste plaats maar
willen wijzen op de landbouwsector.
Maar in de komende jaren zal ook
hieraan gestadig worden voortge-
werkt. En men vergete niet, dat het
naar elkaar toe groeien niet te stui
ten valt. Een sterk bewijs hiervoor
is te vinden in de cijfers van het
wederzijdse handelsverkeer, die se
dert de oorlog enorm gestegen zijn.
Een weg terug is er niet en die zou
ook niemand meer willen. Boven
dien is wel gebleken, dat juist door
de geleidelijke aanpassing in geen
enkele bedrijfstak in een van de
drie landen ernstige moeilijkheden
zijn ontstaan. Het was dit, waar
men in de eerste jaren wel bevreesd
voor was.
De plechtigheid in de Ridderzaal
heeft de drie kleine landen thans
voor vijftig jaar
aan elkaar verbon
den.
Wij verheugen ons
hierover en hopen,
dat het de bevol
king ten zegen zal
zijn.
OOSTBURG: Woensdag 12 fe
bruari in café „De Windt".
ZIERIKZEE: Donderdag 13 fe
bruari in hotel „Huis van
Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 13
februari in café „De Een
dracht".
KORTGENE: Donderdag 13 fe
bruari in hotel „De Koren
beurs".
VASTE VERBINDING
ZEEUWS-VLAANDEREN.
TNE Minister van Verkeer en Wa-
terstaat heeft thans een onder
zoek naar de mogelijkheid van een
vaste oeververbinding voor Zeeuws-
Vlaanderen toegezegd. Hiermede is
onzes inziens een belangrijke bar
rière doorbroken. Enige jaren ge
leden wilde men zelfs van een on
derzoek niets weten. Wij schreven
indertijd, dat wij een dergelijk
standpunt betreurden. Met voldoe
ning contstateren wij thans deze
ommezwaai. Juist in verband met
Benelux en Westeuropese eenwor
ding, worwdt he hoog tijd de ontwik
keling van Zuid West-Nederland te
gaan bevorderen.
Wij menen, dat deze beslissing
van Minister Algera mede is geno
men, door de aanhoudende druk,
uitgeoefend door provinciaal Be
stuur en door de Kamer van Koop
handel voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
waarvoor dan alle hulde.
PRIJZEN PRODUKTEN.
TNE besprekingen met Minister
Vondeling over de prijzen van
o.a. tarwe en suikerbieten zullen
eerstdaags beginnen. De voorcalcu
laties van het L.E.I. wijzen op een
verhogende tendenz. Het is de nieu
we Minister niet euvel te duiden,
dat de vaststelling van deze prijzen,
waarop de boer zijn bouwplan moet
laten steunen, veel te laat komt. Wij
kunnen slechts de wens uitspreken,
dat de nieuwe bewindsman ten aan
zien van dit punt voortvarender zal
zijn dan zijn voorganger.
Goed onderhoud van de machines verlengt de levensduur. Met
betrekkelijk^ weinig moeite, kan er veel bespaard worden. Op
pagina 92 valt meer te lezen over het onderhoud van machines.
De Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond
en het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité
schreven een brief aan de leden der Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
DOOR de regering is bij de Tweede
Kamer een wetsontwerp inge
diend, waarin wordt voorgesteld, de
kinderbijslagregeling voor loontrek-
kendien te handhaven voorzover het
de kinderbijslag voor het eerste en
tweede kind betreft. Daarnaast stelt
de regering voor om voor het gehele
volk, dus ook ten behoeve van de
zelfstandigen, een kinderbijslagvoor
ziening in te voeren van het derde
kind af. Iedereen van 15 tot 65 jaar
zal voor deze volksverzekering een
premie moeten betalen van 2,2 van
zijn inkomen, maar over ten hoogste
6.900,en te innen door de belas
tingdienst. De premie voor de kinder
bijslagverzekering voor loontrekken-
den te weten voor het eerste en twee.
de kind zal bij de nieuwe opzet 3,3
van het loon bedragen. De werkgever
dient deze premie te voldoen aan de
bedrijfsvereniging waarbij hij is aan
gesloten. Voorzover het jaarloon meer
dan. ƒ6.900,bedraagt wordt over
het meerdere geen premie berekend.
De uitvoering van de kinderbijslag-
voorziening d.w.z. het vaststellen van
de aanspraken en het verrichten van
de uitkeringen wordt opgedragen aan
de Sociale Verzekerings Bank in sa
menwerking met de Raden van Ar
beid. Voor deze .werkzaamheden zul
len de bedrijfsverenigingen dus wor
den ontheven.
De regering erkent, dat niet alle
zelfstandigen in de gelegenheid zullen
zijn aan de premiebetaling van 2,2
van het inkomen mee te doen. Van
daar, dat in het wetsontwerp wordt
voorgesteld de verschuldigde premie
niet te innen in die gevallen, waarin
het inkomen van een gehuwde min
der bedraagt dan ƒ2.100,per jaar
en van een ongehuwde 1.500,per
jaar. Ten behoeve van deze categorie
zal het Rijk de premie voor haar re
kening nemen. Bij hogere inkomens
dan dc genoemde bedragen zal een
geleidelijk toenemend deel van de pre
mie worden ingevorderd. Bedraagt
het inkomen ƒ3.100,(voor gehuw
den) en 2.500,(voor ongehuwden)
dan moet de volle premie worden be
taald.
NAAR aanleiding van dit wetsont
werp hebben de Koninklijke Ne
derlandse Middenstandsbond en het
Koninklijk Nederlands Landbouw-
comité een brief gericht aan de Leden
der Tweede Kamer der Staten-Gene
raal. In deze gezamenlijke brief delen
zij mede dat zij met belangstelling
kennis hebben genomen van het wets
ontwerp, in het bijzonder omdat het
een regeling bevat, die de zelfstandi
gen onder een kinderbijslagvoorzie
ning brengt. Een regeling overigens,
waarvan de inhoud naar hun mening
niet door het begrip verzekering
wordt gedekt.
Bij het beraad in eigen kring over
dit wetsontwerp hebben de beide or
ganisaties weinig instemming met de
inhoud daarvan ontmoet. Zij zijn van
oordeel dat de voorgestelde voorzie
ning niet in het rechtsbewustzijn van
Bde zelfstandigen leeft. Een en ander
past volledig in de door hen steeds
aanvaarde gedachtengang, dat de zelf
standigen in het algemeen dienen op
te komen voor de risico's, die hun po
sitie in de maatschappij met zich
medebrengt. Dit geldt dus evenzeer
voor de vorming van een gezin.
Een herverdeling van het inkomen
ten behoeve van alle gezinnen van
zelfstandigen met drie of meer kin
deren past niet in deze gedachtengang
en moet dan ook als onaanvaardbaar
van de hand worden gewezen.
Uiteraard zal het inkomen van de
zelfstandigen in het algemeen toe
reikend moeten zijn om zelf risico's
te kunnen dekken, die door bepaalde
omstandigheden kunnen optreden.
Vandaar, dat onze organisaties van
oordeel zijn, dat een fiscale tegemoet-
Zie verder pag. 96.