65
Uitwisseling van jonge toeren en boerinnen
FIJNE HAPJES
ZATERDAG 25 JANUARI 1958
Vele andere proeven zijn daar ge
beurd o.a. met gebitumineerd zand,
waarbij onderzocht werd hoe al deze
nieuwe materialen zich gedroegen bij
verschillende stroomsnelheden enz
Deze laatste dingen spreken ons
leken niet zo aan als het bouwen van
de Enkalon-dam, daar die dam gedeel
telijk boven het water uitsteekt. Het
andere gebeurt onder het wateropper
vlak en is moeilijk of helemaal niet te
zien en voor een ondeskundige toe
schouwer zegt dit niet zo veel.
Ook het Drie-eilandenplan maakt
vordering, we weten dat de werkhaven
in Veere klaar is, terwijl bij Katseveer
aan de Noord-Bevelandse kant reeds
een oprit en gedeelte van de toe
komstige dijk vorm hebben aangeno
men evenals de grote bouwput voor de
toekomstige schutsluis.
Het zal voor de Noord-Bevelandse
bevolking een grote verbetering bren
gen als ze uit hun isolement zijn ver
lost. Dan is het wachten achter de rug
en zal het economischer worden om de
vele landbouwprodukten te vervoeren
per auto. Dit gebeurt nu ook wel, maar
dir. kost extra geld en tijd.
Een verbetering is nu al dat de 2de
veerpont in dienst is gekomen en het
is te prijzen in de initiatiefnemers, dat
ze hebben doorgezet ondanks het feit
dat het Drie-eilandenplan in uitvoe
ring is en het nog slechts 3 jaar zal
duren voor de eilandbewoners en an
deren over de dam kunnen trekken.
De Noord-Bevelanders mogen dan ook
wel dankbaar zijn, dat de beslissende
instantie inzake de 2e veerboot een
open oog heeft gehad voor de moeilijk
heden daar ter plaatse.
]\/|ET de gedachte, dat er niets nieuws
•L'A onder de zon is, en dat daarom de
verschijnselen der laatste tijd welke we
betitelen met ruimtevaart, ook wel niet
zo gloednieuw zijn als sommige kran
ten ons willen doen geloven, ben ik
naar de L.J.G.-vergadering te Goes ge
togen. Immers heeft de keukenmeid
zich reeds niet> eeuwenlang bezig ge
houden met ruimtelijke avonturen bij
het bereiden van de pannekoek? Zën
staat deze techniek niet op een der
mate hoog peil, dat men ook deze ,,hon-
gerdoders" (bij een zekere kundigheid)
weer naar het aardse weet te dirige
ren? Het moet de keukenmeid dan ook
wel ten zeerste verbazen, dat men de
laatste tijd zoveel ophef weet te maken
over de ruimtelijke capriolen der Spoet
niks.
Aangezien deze raketten toch iets
sneller en iets hoger plachten te gaan,
mogen we wel beweren, dat ze een
enigszins ander terrein bestrijken dan
de pannekoek, en dat we heus wel kun
nen spreken „van iets nieuws onder de
zon".
We mogen daarom dan ook niet kla
gen dat de L. J. G. haar recepten op
diept uit een boek dat in Groolmoe-
derstijd reeds oude kost was, maar dat
zij met haar tijd mee wéét te gaan!
Bij het bezoek aan de jaarvergade
ring der L# J. G. te Goes bleek dan ook
een gonzende drukte te bestaan, omdat
die middag het nieuwste van het
nieuwste gelanceerd zou worden nl.
„het ruimtevaartprobleem". We konden
reeds vroeg constateren dat men niet
van plan was half werk te leveren,
want er werd hier ook reeds volgens
het principe van de drietrapsraket ge
werkt.
De voorzitter die de eerste fase in
luidde, betoogde dat het niet mogelijk
was nog langer geïsoleerd te blijven
leven, en daarom stuwde hij ons van
het vertrouwde Zuid-Bevelandse platte
land naar de Europese gedachte.Al
vorens we goed konden beseffen dat wij
Europeanen zijn geworden en Europees
hebben te denken, werden we reeds
verder voortgestuwd door de motor van
de tweede fase, het L. J. G.-orkest, die
ons in enkele minuten „Around the
world" bracht. Na een kleine pauze
ging het verder met de derde fase die
ons van de aarde afvoerde en in de
oneindige ruimte bracht onder de kun
dige leiding van de heer Van Munster.
TA E heer Van Munster voerde ons niet
alleen de ruimte in, maar wist ook
als bijzonder kundig gids zijn ruimte
vaartpassagiers te boeien door een
schildering van de vele moeilijkheden
Van de beleidslieden, die in een tijd
van grote veranderingen snel, diep-in-
grijpende beslissingen moeten nemen,
wordt een gedegen kennis vereist.
Ongetwijfeld is het U opgevallen, dat
ik weinig gezegd heb over de speci
fieke landbouwaangelegenheden in ver
band met de Europese integratie.
Aan de ene kant heeft U daarover
de laatste tijd (o.a. in 't Kerstnummer
van 't Landbouwblad) veel kunnen
lezen en is dat onderwerp ook op een
aantal vergaderingen aan de orde ge
weest.
Aan de andere kant leek het mij nut
tig om die zaken eens van een andere
kant te belichten.
Schaarste aan grond en gebrek aan
financiële middelen dwingen immers
vaak de landbouwjongeren hun bakens
geheel te verzetten. Soms moeten /.e
zelfs in een geheel andere bedrijfstak
hun emplooi trachten te vinden.
Een zware taak rust op de ouders,
dit immers meestal de beslissing moe
ten nemen over de vakopleiding van
hun kinderen. Een tè eenzijdige land-
bouwtechnische opleiding kan weieens
tot een ontgoocheling worden voor
ouders èn kinderen. Omschakeling op
latere leeftijd vindt maar moeilijk
plaats en kost naar verhouding teveel
tijd, geld en moeite. Het is verheu
gend, dat dit oude probleem meer en
meer de aandacht krijgt (ik denk aan
de onderwijsvernieuwing), maar ik be
twijfel of er nog niet meer aandacht
aan zou kunnen worden geschonken.
Mijnheer de Commissaris, Dames en
Heren. Ik ben aan het eind gekomen
van mijn jaarrede. Ik dank U voor de
aandacht die U mij hebt willen geven.
en mogelijkheden welke „de ruim
te" ons thans biedt en ons nog zal
bieden.
Uit het vele dat wij te horen en via
lichtbeelden te zien kregen, mogen we
wel concluderen dat er via de ruimte
vaart nog verre en vreemde kusten
ontdekt worden, en dat dit wel^eens een
omwenteling kan inhouden in ons doen
"en ftenken
Laten we er echter zorg voor dra
gen, dat we dit „nieuwtje" niet eerst
gaan bekijken of het niet een nieuwe
vorm in zich bergt om buskruit te ver
voeren, een overweging die thans maar
al te vaak naar voren worden gebracht.
Wij zijn echter de jeugd, die de toe
komst in onze zak dragen, en, hebben
te bepalen, laten daarom dergelijke
overwegingen ons geen parten spelen,
dat is immers veel te ouderwets!
Zolang er nog geen sprake kan zijn
van tiendaagse ruimtevaarttochtjes
tegen concurrerende prijs of iets derge
lijks, lijkt het mij verstandig om ons
met de landbouw te blijven bemoeien.
Ook hier zijn problemen die om een op
lossing vragen, maar daar een volgen
de keer eens over.
DE POTTENKIJKER.
L J. G. Z. P. M.
AFDELING ZUIDZANDE.
Ontspanningsavond op vrijdag 31
januari voor donateurs en zaterdag
februari voor overige belangstellenden.
Aanvang 7 uur n.m Opgevoerd wordt
o.a. de klucht „STRIKT ZAKELIJK"
Toegang 1,25. Donateurs vrije toe
gang.
TONEEL- EN MUZIEKCONCOURS!!
In verband met het verlangen van
een aantal deelnemers, zal het toneel-
en muziekconcours worden uitgesteld.
Heel waarschijnlijk wordt de datum nu
26 april. De plaats blijft Middelburg.
In de „Boerenjeugd" van verleden
week werden de noodzakelijke bijzon
derheden over het concours opgeno
men.
Wij vragen u nu:
Indien u meedoet, wilt u daarvan
dan schriftelijk mededeling doen aan
het Provinciaal Secretariaat, met ver
melding van muziek- en toneelstuk en
aantal deelnemers?
Bij de streken Schouwen en Duive-
land en Walcheren is reeds een zicht-
zending toneelstukjes aangekomen. De
toegestane speeltijd is ongeveer een
half uur.
GEGEVENS OVER HET INTERNA
TIONALE PLAN VOOR DE UITWIS
SELING VAN JONGE BOEREN EN
BOERINNEN.
Het is op dit moment weer mogelijk
kandidaten op te geven voor het Inter
national Farm Youth Exchange Pro
ject 1958.
Degenen die hieraan wensen deel ie
nemen moeten zich vóór 10 februari
a.s. opgeven bij het Secretariaat van de
P. J. G. N.
Bijzonderheden gaan hierbij.
Ook zullen dit jaar weer een aantal
Amerikaanse deelnemers naar Neder
land komen. Zij zullen vermoedelijk 22
april a.s. in Nederland aankomen en
nu zes maanden op Nederlandse bedrij
ven verblijven.
Wij ontvangen gaarne opgaven van u
van Nederlandse bedrijven waar men
voor ongeveer vier weken een Ameri
kaanse jongen of meisje als gast wil
hebben. Deze opgaven moeten vóór 1
maart a.s. in ons bezit zijn.
WAT IS HET?
De Internationale uitwisseling van
jonge boeren en boerinnen [The
International Farm Youth Exchange
(I.F.Y.E.)] is een plan om het mogelijk
le maken voor geselecteerde platte-
landsjeugd van de Verenigde Staten
om gedurende vier tot zes maanden te
wonen en te werken met boerenfami
lies in andere landen, en voor de boe
renjeugd van medewerkende landen
om naar de Verenicde Staten te gaan
cm daar op boerderijen te wonen en
te werken.
Opgezet in 1948, omvat de uitwisse
ling thans ongeveer veertig landen in
Afrika, Azië, Europa, Lalijns-Amerika,
de Pacific en het Midden-Oosten.
DOELSTELLINGEN.
Het plan is gewijd aan het geloof, dat
begrip voor mensen het fundament is
voor wereldvrede. Door de boerenjeugd
een gelegenheid te geven een andere
levenswijze te leren kennen door die te
beleven, helpt het plan jonge menensen
van het platteland de problemen en
de houding van plattelanders in andere
delen van de wereld te begrijpen.
KEUZE VAN DEELNEMERS.
De toezichthoudende organisatie in
ieder land kiest jon'e mensen, gewoon
lijk tussen 20 en 30 jaar. die landbouw-
ervaring hebben, een middelbare school
hebben afgelopen, vertrouw'en hebben
in het doel van dit plan en die tevens
een oprecht verlangen hebben om an
dere volken te leren kennen en te be
grijpen.
UITVOER VAN HET PLAN.
In deelnemende landen wordt het
plan geleid door plattelandsorganisa
ties, stichtingen of de Overheid. In de
Verenigde Staten leiden de Nationale
4-H Clubs Stichting een particuliere
opvoedende organisatie en de Voor
lichtingsdiensten van het Amerikaanse
Ministerie van Landbouw alsmede de
Land Grant Colleges het programma.
Andere Overheidsinstanties, landelijke
organisaties, stichtingen en opvoeden
de instituten werken eveneens mede.
WAT DEELNEMERS DOEN.
In het bezochte land wonen I.F.Y.E.-
deelnemers op boerderijen, delen in het
gezinswerk en het maatschappelijk le
ven van de gemeenschap en dragen hun
steentje bij tot een beter begrip van
gewoonten, levenswijze en cultuur van
hun eigen landen.
I.F.Y.E.-deelnemers laten ook jeugd
groepen, plattelandsorganisaties, civiele
clubs en anderen in hun eigen land de
len in hun ervaringen, waardoor zij een
beter begrip van hun buren in de we
reld bevorderen. Men weet, dat afge
vaardigden van de Verenigde Staten in
totaal drie miljoen mensen hebben be
reikt door hun lezingen alleen, en vele
anderen door radio en televisie-pro
gramma's en kranten en tijdschrift
artikelen.
Zowel in Amerika als in de medewer
kende landen wordt aan de deelnemers
van te voren iets verteld over de geo-
graphie, geschiedenis, cultuur en land
bouw van het te bezoeken land en zij
verkrijgen enige kennis van de taal
van het land
Wanneer hiun bezoek overzee beëin
digd is, krijgen de deelnemers hulp bij
het verklaren van hun ervaringen,
voordat de phase van het rapporteren
begint.
FINANCIERING
VAN DE UITWISSELING.
In de Verenigde Staten worden geen
fondsen van de Regering gebruikt
voor de financiering van de uitwisseling
onder I. F. Y. E. De Landbouwvoorlich-
tingsdienst, van iedere staat, die deel
neemt in het plan, stemt er in toe ten
minste $700,voor zijn rekening te
nemen van de kosten van iedere bila
terale uitwisseling, d.w.z. het zenden
van een afgevaardigde uit de Verenigde
Staten en het opnemen van een buiten
lander.
Bijdrage van de staten worden n
eerste instantie opgehaald door plaat
selijke 4-H Clubs, verenigingen van jon
ge lieden, boerenorganisaties, clubs,
plaatselijke bedrijven en particulieren.
Het z-estant van de begroting wordt bij
gedragen door stichtingen, industrieën
en personen, geïnteresseerd in platle-
landsjeugd en internationaal begrip.
Fondsen voor I.F.Y.E. in medewer
kende landen komen van verenigingen
van plattelandsjeugd, boerenorganisa
ties, stichtingen, particulieren, bedrij
ven en Overheidsbronnen. De Neder
landse I.F.Y.E.'s betalen hun eigen reis
wegens het ontbreken van de benodig
de fondsen hiervoor.
OMVANG VAN DEELNAME.
In 1954 zijn ongeveer 125 Amerikaan
se afgevaardigden naar andere landen
over de gehele wereld gegaan en onge
veer 140 personen uit deze landen heb
ben de Verenigde Staten bezocht. Se
dert het plan begon in 1948, hebben 395
afgevaardigden van de Verenigde Sta
ten deelgenomen en 346 jonge platte
landers uit andere landen hebben de
Verenigde Staten onder het I.F.Y.E.-
programma bezocht.
DEELNEMENDE LANDEN.
De volgende landen nemen deel aan
de uitwisseling: Algiers, Argentinië.
Australië, België, Brazilië, Chili, Co
lumbia, Costa Rica, Denemarken, Ecua
dor, Egypte, Engeland/Wales, Finland,
Frankrijk, Duitsland, Griekenland, In
dia, Ierland, Iran. Israël, Japan, Jorda
nië, Libanon, Luxemburg, Marokko,
Nederland, Nieuw-Zeeland, Nigeria,
Noord-Ierland, Noorwegen, Oostenrijk,
Philippijnen, Portugal, Ryukyu-Eilan-
den, Schotland, Syrië, Tunis, Turkije,
Uruguay, Zweden en Zwitserland.
INDIA-FILMS EN BEZOEK
HOOFDBESTUUR,
Afdelings- en St reekbest uren: Let op!!
Dinsdag 4 febr. Walcheren.
Woensdag 5 febr. St. Maartensdijk
Donderdag 6 febr. Zuid-Beveland.
Vrijdag 7 febr. Stavenisse.
Maandag 10 febr. Scherpenisse,
Dinsdag 11 febr. St. Annaland.
Woensdag 12 febr. W. Z.-Vlaanderen.
Donderdag 13 febr. Terneuzen.
Vrijdag 14 febr. Noord-Beveland.
(Bovenstaande data kunnen onder
ling worden geruild.)
Hierboven vindt u een routebeschrij
ving van de geluidsfilms over India, die
de Provinciale Secretaris zal vertonen
en bespreken.
De films zijn van een goede kwaliteit
en worden toegelicht.
Let echter op de volgende punten:
1° Het betreffende bestuur moet zor
gen voor een zaal,
2° voor een projectiescherm en indien
nodig een verlengsnoer,
3° en voor de propaganda (die na
tuurlijk ook via „De Eoerenjeugd"
kan geschieden).#
4° Zo spoedig mogelijk moeten zaal
en aanvangsuur aan het Provin
ciaal Secretariaat worden bericht.
Wordt dit nagelaten, dan kan er
geen vertoning van films plaats
vinden
5° Ongeveer één uur vóór de film
wordt er een bespreking gehouden
tussen de aanwezige leden van het
Hoofdbestuur en de leden van het
Afdelings- of Streekbestuur.
Denkt u er dus aan dit bericht aan
het Provinciaal Secretariaat te zenden?
Mocht uw Afdelings- of Streekbestuur
ook niet-L.J.G.-ers willen uitnodigen,
dan kan dat natuurlijk; die besturen
hebben alle vrijheid met betrekking tot
de organisatie van de avond. Kosten
zijn er onzerzijds voor u niet aan ver
bonden