37 WEEROVERZICHT 1957 VERVOLG VERSLAG TUINBOUWCOMMISSIE Du Puits Lucerne D. J. VAN DER HAVE N.V. De Minister antwoordt. De Emigrant Schokkers D. J. VAN DER HAVE N.V. ZATERDAG 18 JANUARI 1958 door J. J. Post en M. Scharringa OVERZIEN wij het achter ons lig gende jaar 1957, voor zover wat het weer betreft, dan blijkt, dat dit warmer, natter en zonniger is geweest dan normaal. Het jaargemiddelde van de etmaal-temperatuur bedroeg n.l. 10,1° C tegen 9,4 normaal. De totale hoeveelheid neerslag bedroeg, gemid deld voor het gehele land, ongeveer 850 mm, de normale hoeveelheid be draagt bijna 720 mm. In totaal werden circa 1500 uren zon opgetekend, tegen 1436 in een normaal jaar. Zoals gebruikelijk, geven wij thans het verloop van de drie belangrijkste weersfactoren, temperatuur, neerslag en zonneschijn in een grafiek weer. Deze grafiek geldt voor het meteoro logische jaar en omvat dus het tijd vak december 1956 tot en met no vember 1957. Alle gegevens hebben betrekking op het landgemiddelde. Zoals uit de grafiek blijkt, is iedere maand verdeeld in drie perioden, de decaden, de eerste en tweede decade omvatten 10 dagen, de derde 10 of 11 (in februari 8). Bij de weergave van de neerslag en de zonneschijn is de maandsom of het maandgemiddelde door een ge trokken lijn aangeduid. Een streep- lijn geeft de normale hoeveelheid aan. In het middelste deel van de grafiek wordt een overzicht gegeven van het temperatuurverloop. Het verloop van de gemiddelde overdag-temperatuur van 1957 is door een getrokken lijn weergegeven; de streeplijn schetst het normale verloop. Boven deze twee lijnen is het verloop van de maxünum temperatuur aangegeven, daaronder dat van de minimum tem peratuur. Bezien we allereerst het onderste gedeelte van de grafiek, dan blijkt, dat 6 van de 12 maanden droger zijn geweest dan normaal. In mei was de hoeveelheid neerslag juist gelijk aan het veeljarig gemiddelde; 5 maanden waren natter dan normaal. Daarvan waren februari, augustus en september opvallend nat met meer dan tweemaal de normale hoeveelheid neerslag. Tn het temperatuurgedeelte vallen geen bijzonder koude perioden op, alleen de eerste decade van mei was veel te koud. Abnormaal zacht was de eerste decade van februari en de gehele maand maart. Verder valt de warm weer-periode in juni tot begin juli op. Wat de zonneschijn betreft, blijken slechts 2 van de 12 maanden zonniger te zijn geweest dan normaal, n.l. april en juni. In alle overige 10 maanden vertoonde de zon zich minder dan normaal. In januari en mei was het verschil zeer gering, in andere maan den, vooral in februari en september, echter aanzienlijk. WINTER EN LENTE De winter van 1956-'57 was zacht, met korte vorstperioden om streeks Kerstmis en half januari. Op vallend zacht was de eerste decade van januari met maximum tempera turen van circa 12° C. Ook tegen het einde van de maand steeg de tempe ratuur tot flink boven de voor die tijd normale waarde. Dit zachte weer hield ook de eerste decade van fe bruari nog aan, waardoor de eerste voorjaarsverschijnselen veel eerder werden waargenomen dan we de laatste jaren gewend waren. Zo stonden half februari verschil lende sierheesters reeds grotendeels in blad en sommige in bloei (mahonia, cornus, pirus japonica). Van de wilde planten begonnen toen onder andere het klein hoefblad en hier en daar de paardebloem te bloeien. De gele crocus bloeide in het midden van het land reeds op 1 februari. De voorjaarswerkzaamheden be gonnen, afgezien van plaatselijk in het zuiden van het land, echter veelal ver na de gebruikelijke tijd en wel als gevolg van de vele regens in februari. Ook maart bracht een overschot aan neerslag, zodat, vooral op de zwaardere gronden, eerst begin april toen droog zonnig weer de per celen weer begaanbaar hadden ge maakt met de uitzaai van de voorjaarsgewassen kon worden be gonnen. De veelal vrij hoge tempe raturen gaven een snelle ontwikkeling van bomen en heesters. De bloei van het fruit was belangrijk vroeger dan in de voorafgaande jaren. In het mid den van het land begon de bloeitijd van de peren omstreeks 12, die van de appels omstreeks 24 april (in 1956 resp. 7 en 11 mei). Eind maart bloeiden reeds de Ja panse kers, de witte dovenetel, de pinksterbloem en hier en daar ook het koolzaad. Deze planten bloeien dikwijls niet eerder dan begin mei; ze waren dit jaar dus wel uitzonder lijk vroeg. Het koude weer met nachtvorsten tussen 10 en 15 april richtte belang rijke schade aan de perebloesem aan. Belangrijk groter was de schade, die in de nacht van 7 op 8 mei aan de appels werd aangericht (deze stonden in volle bloei). Ook de aardappelen leden, vooral in het oosten van het land, grote schade. ZOMER EN HERFST TNe zomer begon met een droge en warme maand juni; de stand van de gewassen voor zover ze geen onherstelbare schade hadden opge lopen in begin mei was bevredi gend. Juli bracht echter veel regen, vooral in de tweede helft van de maand. Het nog slechtere weer in augustus gaf grote moeilijkheden i.v.m. het binnenhalen van de oogst, de aardappelziekte hoewel eerst na half juli opgetreden gaf grote ver liezen aan kwaliteit. Als bijzonder verschijnsel vermel den wij de nachtvorst van 25 op 26 juni, die in het noordoosten van het land belangrijke schade aan het aard appelgewas toebracht. Het sombere beeld van de zomer werd nog slechter door de abnormaal natte septembermaand, een van de natste van de laatste 100 jaar. Drie natte oogstmaanden achter elkaar is een grote zeldzaamheid. Juli, augustus en september brachten dit jaar meer dan 400 mm neerslag, iets wat in de laatste 100 jaar niet was voorgekomen. Deze oogstmaanden waren dus nog natter dan de be ruchte oogstperiode van 1930, toen in juli, augustus en september tezamen ongeveer 350 mm viel. Oktober en november brachten veel gunstiger weer, zodat in de meeste gebieden de najaarswerkzaam- heden vrijwel op tijd konden worden beëindigd. Weeroverzicht 1057 landg®mWd*!d« •SO *37 Tuinbouwaf zet verordening De voorzitter kan mededelen, dat over dit punt nog steeds besprekingen gaande zijn. Hij heeft echter goede hoop, dat binnen afzienbare tijd een redelijke oplossing voor deze kwestie gevonden zal worden. Tuinbouwonderwijs Medegedeeld kan worden, dat er zowel voor het cursorisch onderwijs op tuinbouwgebied als de fruitteeltvakscholen een zeer levendige belang stelling bestaat. Er worden in 13 plaatsen in Zeeland cursussen gegeven, variërend van alge mene tuinbouwcursus, tuinbouwtechniek, groen teteelt, ziektebestrijding tot klein fruit enz. Bo vendien worden er een groot aantal korte cursus sen gehouden voor motorenkennis en praktijk- gebruik van de tractor. (Advertentie) GOED WINTERVAST HOGE OPBRENGST DE BESTE LUCERNE VOOR UW BEDRIJF. Koninklijk Kwcekbedrijf en Zaadhandel KAPELLE-BIEZELINGE Organisatie Tuinbouwmiddag Besloten wordt om begin februari een tuin bouwmiddag van de Z.L.M. te organiseren. In de bedoeling ligt op deze bijeenkomst een zeer ak- tueel onderwerp te laten behandelen n.l.: de be tekenis van de Euromarkt voor de tuinbouw. Werkklassifikatie Uitvoerig wordt van gedachten gewisseld over de in te voeren werkklassifikatie in land- en tuinbouw. Door het bureau Berenschot werd in 1951 reeds een werkklassifikatierapport samenge steld. Uit de beschikbare gegevens blijkt echter, dat het onderzoek zich nog niet uitstrekte tot het fruitteeltbedrijf. De vergadering meent dan ook. handende dit onderzoek, haar uiteindelijke konklusie te moe ten opschorten. Wel zal er bij het Dagelijks Bestuur der Z.L.M. op worden aangedrongen met kracht te blijven streven naar vereenvoudiging van de loonadmi nistratie. Benoemingen Uit een binnengekomen schrijven blijkt, dat de heer J. L. J. v. d. Berge aftredend en niet her kiesbaar is als lid van het Hoofdbestuur der Z.L.M. Besloten wordt namens de Tuinbouwcommissie als lid van het Hoofdbestuur der Z.L.M. voor te dragen, de heer L. M. de Zwart te Philippine. Nudat nos: een aantal interne zaken zijn be sproken sluit de voorzitter deze zeer geanimeerde vcigauenng. de L. Naar aanleiding van de op 28 november 1957 door ir M. A. Geuze gestelde vragen over voor ziening in de behoefte van waterschappen aan leningen op korte en op langere termijn in de huidige financiële omstandigheden, mede in ver band met de uitvoering van de Deltawerken, deelt minister mr. J. Algera het volgende mede: Aangezien omtrent de door het lid van de Eer ste Kamer der Staten-Generaal de heer Geuze gestelde vragen met betrekking tot de voorzie ning in de behoefte van waterschappen aan le ningen op korte, c.q. op langere, termijn nog overleg gaande is, is het tot mijn leedwezen niet mogelijk gebleken deze vragen binnen de daar voor gebruikelijke termijn te beantwoorden. Ik zal U echter mijn antwoord op deze vragen zo spoedig mogelijk doen toekomen, aldus de minister. (Advertentie) gaf de laatste jaren de hoogste kilo- opbrengsten. Voor teler en handleaar de beste consumptieschokkers. Weinig 2e soort. Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel KAPELLE-BIEZELINGE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 5