HET ZAAD, BEGIN VAN
NIEUWE OOGST
Zitdagen
Boekhoud-
bureau
Dr. Ir.A. Vondelinq Minister van Landbouw
No. 2411. Frankering bij abonnement: Temeuzen ZATERDAG 18 JANUARI 1958
46e Jaargang
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPP1T
de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
DOOR
Ir J. A. H. HAENEN
DOOR een juiste rassenkeuze
tracht de boer te komen tot de
hoogst mogelijke geldopbrengst van
zijn gewassen. Niet enkel de keuze
van het fas is belangrijk; ook het
gebruik van goed zaaizaad en poot-
goed (dus N.A.K. gekeurd of gezond
en voldoende bewerkt voortplan-
tingsmateriaal uit eigen bedrijf) is
van groot belang, evenals het ont
smetten met een doelmatig ont
smettingsmiddel.
EERSTE VEREISTE: GOED
ZAAIZAAD EN POOTGOED
Op een akkerbouwbedrijf bedra
gen de kosten aan zaaizaad en poot-
goed globaal geraamd 5 7 van
de totale kosten. Bij gebruik van
minderwaardig zaaizaad en poot-
goed is de kans groot, dat de op
brengst en de kwaliteit van de ge
wassen zullen tegenvallen, hetgeen
een zware verliespost kan beteke
nen.
In samenwerking met de Land-
bouwvoorlichtingsdienst heeft de
Keuringsdienst Zeeland van de
N.A.K. in 1957 een zeer leerzame
proef genomen. In de zaaitijd van
de zomergewassen werden in de
praktijk monsters van het gebruikte
zaaizaad verzameld. Deze monsters
zijn op het laboratorium van de
Keuringsdienst te Goes onderzocht.
Zonder de finesses van dit onder
zoek te bespreken, wil ik hier toch
naar voren brengen, dat de uitslag
niet rooskleurig was. Bij de onge
keurde partijen kwam naar voren,
dat een groot gedeelte gezaaid
wordt, zoals het uit de dorsmachine
is gekomen, dus zonder enige bewer
king of ontsmetting. Het aantal on
kruidzaden was hier vaak ook ont
stellend hoog. In enkele partijen
werd zelfs het uitermate gevaarlijke
en lastig te bestrijden onkruid, wil
de haver, aangetroffen.
De stelling „Het beste zaaizaad is
maar net goed genoeg om gezaaid
te worden" is nog steeds van volle
kracht.
RASSENONDERZOEK
JAARLIJKS worden in het zuid
westelijk kleigebied op verschil-
TERNEUZENWoensdag 22 ja
nuari in hotel „Des Pays
Bas",
OOSTBURG: Woensdag 22 ja
nuari in café „De Windt".
ZIERIKZEE: Donderdag 23 ja
nuari in hotel „Huis van
Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 23
januari in café „De Een
dracht".
ST. PHILIPSLANDZaterdag
25 januari in hotel „De
Druiventros".
IJZENDIJKE: Zaterdag 25 ja
nuari in hotel „Lievense".
THOLENZaterdag 25 januari
in hotel „Hof van Holland".
lende grondsoorten vele proefvel
den aangelegd, waar een aantal ras
sen van onze landbouwgewassen
wordt vergeleken met de nieuwe
kweekprodukten. In dit zaaizaad-
nummer" worden de gemiddelde op
brengsten van de hier beproefde
rassen over de laatste jaren weer
gegeven.
Bij enkele gewassen zijn in de
loop der jaren „toprassen" naar
voren gekomen. Hierbij denken we
aan Wiera vlas, Rondo erwten, Bal
der zomergerst, en Beka bruine bo
nen. In de praktijk leeft al dan
niet bewust een zekere verwach
ting, dat er jaarlijks weer één of
meer nieuwe veelbelovende rassen
naar voren zullen komen. Toch is
het mijn overtuiging, dat er dan
wel wat al te veel wordt verwacht.
Hierbij mogen we verder ook niet
vergeten, dat elk ras altijd één of
meer zwakke punten heeft. Dit zijn
risicofactoren, die in bepaalde jaren
funest kunnen worden, zoals b.v. in
1948 met de Unica erwten (topver-
geling) en in 1955 met Heine's VII
tarwe (gele roest) wel overduidelijk
is gebleken.
NIET ALLEEN DE KG-OP-
BRENGST, OOK OOGSTZEKER-
HEID EN KWALITEIT ZIJN
BELANG
De tabellen, die in de rassenbe-
richten zijn opgenomen, geven de
kg-opbrengsten aan. Bij het maken
van uw keuze, dient U niet alleen af
te gaan op de tabellen, doch ook op
de beschrijving van het betreffende
ras. Naast de kg-opbrengst spelen
ook de oogstzekerheid en de kwali
teit een belangrijke rol. In oogstjaar
1957 is dit helaas maar al te duide
lijk naar voren gekomen.
Drie ziekten, n.l. gele roest, de
phytophthora en de vergelingsziek-
te lieten dit overduidelijk zien.
Toen in maart 1957 de jonge win
tertarwe door gele roest hevig werd
aangetast, zag het er voor meerdere
rassen niet hoopvol uit. Heine's VII
en Alba vielen in de meeste geval
len wel heel erg tegen in opbrengst.
Gelukkig kon achteraf vastgesteld
worden, dat rassen als Leda en
Flamingo alleen in het jeugdsta-
dium gevoelig zijn voor gele roest.
Immers later verdween bij deze ras
sen de gele roest. Dit nam echter
toch niet weg, dat bijv. Leda in
Zeeuws-Vlaanderen het er in het
algemeen gesproken bij heeft laten
zitten. De kg-opbrengst was er ze
ker ettelijke honderden kg per ha
lager dan aanvankelijk verwacht
werd.
Bij de aardappelen was de kg-op
brengst in 1957 hoogdoch het „ge
oogste produkt" was snel uitermate
slecht. Extreme weersomstandighe
den gedurende het groeiseizoen wa
ren de oorzaak, dat er veel doorwas
en glazigheid voorkwam. Hiertegen
is niets te doen. Het z.g. kwaad is te
bestrijden. Telers op kleigrond, die
Bintje of Eigenheimer wensen te
verbouwen, dienen minstens 5 x de
phytophthora te bestrijden en het
gewas tijdig dood te spuiten. Zo
niet, dan is men aangewezen op een
minder vatbaar ras, of helemaal
ryi IJ Koninklijk Be-
jLj sluit van 11 janu
ari j.l. is dr. ir. A. Von
deling benoemd tot
minister van Land
bouw, Visserij en Voed
selvoorziening. Maan
dagmorgen j.l. werd hij
door Hare Majesteit de
Koningin beëdigd. De
nieuwe minister is vrij
wel direct met zijn
werkzaamheden be
gonnen.
Dr. Vondeling werd
op 2 maart 1916 in Ap
pelscha geboren uit
een bekend Fries boe
rengeslacht. Na het
doorlopen van de
U.L.O. en de H.B.S.
voltooide hij in 1940
zijn studie in Wagenin-
gen. In 1948 promo
veerde hij aan deze
Landbouwhogeschool
op een proefschrift over
bedrijfsvergelijking in de landbouw. De heer Vondeling werd in
1946 gekozen tot lid van de Tweede Kamer. Hij heeft tot zaterdag
j.l. zitting gehad in dit hoge college voor de Partij van de Arbeid.
Hier behandelde hij vele jaren landbouwkundige vraagstukken.
In de dagbladen lezen wij onder meer dat dr. Vondeling niets
voelt voor koude saneringde overheid zal dus „garanties" blijven
geven. De produktie moet daarbij dus zoveel mogelijk aan de
vraag worden aangepast. En hiermee raken wij al direct een van
de kernpunten die de nodige beslissingen op korte termijn van de
minister zullen vragen.
Dr. Vondeling gaat onzes inziens geen gemakkelijke tijd tege
moet. Wij vrezen zelfs dat verschillen van inzicht herhaaldelijk in
onze kolommen tot uitdrukking zullen moeten komen. Wij willen
echter niet verhelen dat wij er van. overtuigd zijn dat de nieuwe
minister van Ladbouw zal trachten naar beste kunnen en weten
het landsbelang te dienen. Ook wanneer de degens eens op scherpe
wijze gekruist zouden moeten worden. Wij wensen de minister
sterkte bij het uitoefenen van zijn nieuwe functie. Het zal een
zware taak zijn. De tijden zijn ongunstig en de landbouw snakt
naar maatregelen die haar uit de huidige impasse kunnen helpen.
Daarvoor wordt van Den Haag een waarlijk rechtvaardig beleid
gevraagd.
Rassen in van de oppervlakte aardappelen in 1957.
Zeeuws-Vlaanderen
Zeeuwse Eilanden
Noordbrabantse zeeklei
Zuidhollandse Eilanden
geen aardappelen meer te verbou
wen.
Wat de rassenkeuze bij de aard
appelen in het zuidwestelijk kleige
bied betreft kan ik niet nalaten en
kele gegevens uit de 33ste Beschrij
vende Rassenlijst voor Landbouw
gewassen 1958 over te nemen.
(Zie tabel hierboven)
Hieruit springt duidelijk naar vo
ren, dat Bintje in Zeeland en Eigen
heimer op de Zuid-Hollandse Eilan
den wel een zeer sterk overheersen
Bintje
Eigen
heimer
Furore
Alpha
78
4
5
2
65
8
8
9
41
O
7
1
10
67
17
2
Meer- Overige
lander rassen
3 8
3 7
5 13
spor. 4
RASSEN KEUZE BETEKENT
„KIEZEN"
DIJ dit kiezen dient de boer reke-
ning te houden met de omstan
digheden van zijn bedrijf en de be
stemming van het geoogste produkt.
Op de vruchtbare, humusrijke gron
den zijn rassen gewenst, die niet al
te veel stro leveren en vooral vol
doende stevig zijn. Sommige rassen
stellen lagere eisen aan de vrucht
baarheidstoestand van de grond in
tegenstelling tot andere rassen, die
vanwege hun eigenschappen een
meer vruchtbare grond vragen. Bij