enken RADIO DE TOOGDAG DER FRUITKWEKERS Korte r\ ZATERDAG 18 JANUARI 1958 Onder de Tuin bouwlantaarn WAT de derde dinsdag van september is voor het Nederlandse volk, is de vrijdag in de eerste volle week van januari voor de Zeeuwse fruit kwekers. We voelen dat deze vergelijking een beetje mank gaat, maar we willen ze gebruiken om aan te tonen hoe de Ontwikkelingsdag voor de Zeeuwse fruitteelt, uitgaande van de kring Zeeland der N.F.O., traditie is geworden. Vorige week vrijdag werd deze dag, waar ook uw lantaarnman aanwezig was, weer gehouden. Hij wil er deze week dan ook graag aandacht aan schenken, temeer omdat ongetwijfeld vele lezers van deze tuinbouwrubriek er geweest zijn en zij hierdoor de gelegenheid krijgen nog eens rustig over te lezen wat de kern was van de ge houden inleidingen. Hij wil dat ook doen omdat zij, die er niet zijn geweest, er goed aan doen kennis te nemen van hetgeen er op het ogenblik leeft in de fruitteelt en dan speciaal in onze Zeeuwse fruitteelt. We moeten ons bij dat alles beperken tot de hoofdzaken en omdat twee kolommen gauw zijn gevuld, menen we er goed aan te doen, het zeer eerzame onderwerp van de heer A. op 't Hof, hoofd- ssistent van de rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst te oes, over de resultaten van 20 jaar bemestings- nderzoek in Zeeland en West-Brabant, thans niet te behandelen, maar daaraan volgende week in een 'apart artikel op terug te komen. De bemesting is immers een zaak, die deze belangstelling ten volle verdient. BIJZONDER JAAR De heer J. Q. C. Lenshoek, voorzitter van de kring Zeeland der N.F.O., is de man die op de ont- wikkelingsdagen de teugels flink in handen heeft. Zijn openingsrede was kort en krachtig. Hij be steedde aandacht aan vele zaken van de Zeeuwse fruitteelt. Spreker noemde het afgelopen jaar een Ibijzonder jaar voor Zeeland. Onze provincie met haar zeeklimaat had weinig of geen nachtvorst- schade. Overal elders in binnen- en buitenland was dit wèl het geval. De prijzen waren het dubbele van normaal. De oogst was goed; enkel de peren en de goudreinette lieten het er wat bij zitten, maar gaven overwegend toch goede uitkomsten. De resultaten van de teelt van kleinfruit waren best. Hagelschade kwam betrekkelijk niet voor. Het rooien in de Zeeuwse fruitcentra gaat door. Jonge percelen komen er voor in de plaats. In waters nood gebieden en herverkavelingsgebieden wordt veel ingeplant. Overal komt de spil, soms de haag. Cox Orange Pippin en Golden Delicious voeren de boventoon. Wijkers en blijvers komen niet meer voor. Jonathan wordt niet meer geplant en de Bellefleur is uit het Zeeuwse sortiment ver dwenen. Peren worden weinig geplant; voor prui men komt steeds meer belangstelling en kersen verdwijnen in steeds meerdere mate. Aan het eind van zijn openingsrede zeide de heer Lenshoek, dat hij enige jaren geleden op een dergelijke fruitteeltdag de hoop had uitgesproken dat de loonadministratie vereenvoudigd zou wor den, omdat het voer de fruitkwekers niet meer bij te houden was. Nu moest hij constateren dat het nog steeds ingewikkelder wordt en hiertegen liet hij een fel protest horen. Hij vroeg zich af wanneer het inzicht dat het anders moet, bij de hogere in stanties zal komen en moest constateren dat in deze sleur en ambtenarij hoogtij vieren, een gezegde dat door de vergadering met applaus werd ondersteund. Genoeg over de openingsrede. We gaan luisteren aar hetgeen Ir. J. Butijn, bodemkundige van het roefstation voor de Fruitteelt in de vollegrond te ilhelminadorp, te zeggen had over DE BODEMBEHANDELING ■pen onderwerp dat in Zeeland wel zeer in het middelpunt van de belangstelling staat, is de bodembehandeling. Deze is namelijk de laatste jaren in opspraak gekomen. Ir. Butijn zeide, dat de bodembehandeling bestaat uit waterhuishouding, ntwatering en watertoevoer; grondbedekking, be moeiing, organische bemesting; anorganische be- esting en bewerking. Vooral wees spreker op het grote belang van rganische bemesting. Deze heeft de grond nodig mor de humusvorming, die Ir. Butijn het smeer- iddel van de grond noemde. Stalmest wordt steeds minder toegepast, 'maar et is van groot belang, evenals compost, op niet al e kalkrijke grond. In dit verband moet worden gezegd, dat er dikwijls organische bemesting aan wezig is zonder dat we er bij stil staan. Ir. Butijn zei b.v. hoe soms deze zomer de lucerne stond te rotten. Dat is een beste organische meststof, even goed als stalmest. Op verschillende bedrijven zijn grote hoeveelheden rotte uien. Deze zijn half zo goed als stalmest. Bij de bodembehandeling is in sommige gevallen strobedekking van groot belang. Als dit wordt aan gebracht, moet men uitgaan van 40 ton per ha en later 10 ton per ha per jaar voor aanvulling. Op vochtige gronden moet men echter oppassen met stro. Begroeiing speelt ook een grote rol. Het is ouderwets en modern tegelijk. Er is, volgens spreker, geen stalmest en geen groenbemester aan te halen die de bodemstructuur zo snel kan verbeteren als blijvend gras. Hier zijn echter de moeilijkheden gekomen. Vele fruitkwekers hebben grote schade ondervonden van blijvend gras. Het is namelijk gebleken, dat een boom in gras weinig wortels heeft in de bovengrond. Tot 40 cm is de voorraad opneembare stikstof van belang. Het gras neemt de stikstof op en de boom komt op de tweede plaats. De boom heeft al weinig wortels in de bovenste laag waar de stikstof zit en bovendien is er nog weinig, omdat het gras veel opneemt, terwijl in een droge periode de aanwezige stikstof bovendien nog niet opneembaar is. Daarom is vooral in een droog voorjaar in Zeeland de blijvende grasmat gevaarlijk. Dit wilden we toch wel, als zeer be langrijk punt van deze inleiding, naar voren brengen. Omdat gras echter zo goed is, wordt de laatste tijd steeds meer gesproken over de winter- grasmat, die wordt ingezaaid in juli-augustus en in het voorjaar uitgereden. Op Nieuwland is een proefveld voor bodem behandeling, waarvan Ir. Butijn de gegevens over drie jaar meedeelde. De conclusie hiervan was, dat gras gevaarlijk is, maar dat dit te handhaven is als men er op kan beregenen. In dat geval is een stikstofgift van 200 kg zuivere stikstof per ha nodig. Een proefveld te Nisse, met oplopende stalmestgift en oplopende compost, toonde aan dat stalmest tot 30 ton per ha de opbrengst verhoogt, daarna niet meer. Bij compost was dit tot 40 ton. Voor droge gronden is strobedekking bijzonder aan te bevelen. Hier mag men geen begroeiing toepassen. Voor de bodembehandeling van natte gronden geeft goede ontwatering resultaat, terwijl men zo weinig mogelijk moet bewerken. Begroeiing dient aanwezig te zijn. Vooral witte klaver voldoet goed. Er zou over bodembehandeling nog veel te zeg gen zijn. We kunnen er echter nu niet dieper op in gaan. DOELMATIG PLUKKEN ry-s. H. K. Krijgsman van het Instituut voor Tuin- bouwtechniek te Wageningen, had tot taak om duidelijk te maken op welke manier het plukken van fruit doelmatiger kan gebeuren. Deze spreker voerde een pleidooi voor het in voeren van een arbeidsboekhouding, waardoor de kweker er achter kan komen waar zijn arbeids- verspillingen liggen. Op een aantal Zeeuwse fruit- teeltbedrijven is men enige tijd geleden begonnen met een diepgaand arbeidsonderzöek. Het is nog een betrekkelijk nieuwe tak van onderzoek en daarom is het geen wonder dat vele kwekers hier nog wat onwennig tegenover staan. Spreker maakte echter duidelijk, dat veel arbeid wordt bepaald door de traditie en dat het goed en nuttig is een kritische instelling ten opzichte van het werk in te nemen. Men dient zich te verdiepen in werk- en arbeidsmethode en dan kan veel wor den bereikt. Ten aanzien van het reeds ingestelde onderzoek, kwam spreker tot de conclusie dat de prestatie per man zozeer uiteen loopt, dat belangrijke verbete ringen mogelijk moeten zijn. Als er pluksleden worden gebruikt, bleek de arbeidsprestatie hoog te liggen, vooral wanneer met twee handen op zo kort mogelijke afstand van de plukslede wordt geplukt. Met tal van cijfers toonde de heer Krijgsman aan hoeveel tijd er aan de verschillende handelingen werden besteed. We zullen ze hier niet vermelden, omdat er dan een beter inzicht zou moeten zijn in de omstandigheden waaronder de cijfers tot stand zijn gekomen. Wel vermelden we tot slot nog enkele arbeidsprestaties: Yellow struiken, blijver en wijker, doorplukken 75-85 kg per uur. James Grieve, grote struiken, doorplukken 90-95 kg per uur. Cox Orange Pippin spillen 250 kg per uur; Cox blijver en wijker 110 kg per uur in top en op grond en 140-160 kg per uur enkel op de grond. Golden Delicious spillen 220 kg per uur. HET SORTIMENT Tr. J. J. van Hennik, de rijkstuinbouwconsulent te Goes, behandelde als laatste spreker op deze Ontwikkelingsdag de vragen rondom het sortiment. In de afgelopen maanden hebben we hierover reeds enkele keren geschreven, zodat we nu kort kunnen zijn. We moeten direct zeggen, dat we hebben genoten van deze uiteenzetting van Ir. van Hennik. We noteerden dat er vanaf 1953 tot 1959 in Zeeland rond 1000 ha nieuwe boomgaard is of zal worden ingeplant. Dit houdt in, dat de aanvoer van appelen en peren in onze provincie over enige jaren met 20 miljoen kg toegenomen zal zijn, of met andere woorden, met 50 zal zijn gestegen. Vervolgens sprak Ir. van Hennik over het sorti ment, dat thans wordt geplant en dat slechts uit enkele rassen bestaat, met de Gelden Delicious en de Cox Orange Pippin als koplopers met elk 30 van het totaal. De derde plaats wordt ingenomen door de James Grieve met 12 Spreker was van mening, dat er op het ogenblik te weinig rassen zijn en daarom behandelde hij ook de nieuwe rassen die worden onderzocht en waar van die rassen, welke de gaten tussen Yellow en James Grieve en James Grieve en Cox Orange Pippin kunnen opvullen, de aandacht verdienen. In dit verband vertelde hij ook van de geweldige run, die er dit jaar is op de Stark Earlyst, welke komt tussen de Yellow en de James Grieve. Tussen de Grieve en de Cox kan wellicht de Taunton Cross een goede beurt maken. Interessant was ook de grafiek van gemiddelde prijzen en opbrengsten vanaf 1954 tot en met 1956. De duurste appel is de Golden Delicious geweest met een gemiddelde opbrengst van 49 cent per kg. Op de tweede plaats kwam de Cox met 48 cent. De goedkoopste appel was de Zigeunerin met 23 cent. Bij de bruto-opbrengst per ha stond de Golden Delicious ook bovenaan met f 12.500,tot f 13.000,per ha. Bij de peren was de Conference het duurste ras met gemiddeld 40 cent. Het was een goede dag, deze fruitteeltdag, en willen er de kring Zeeland van de N.F.O. mee feliciteren. Volgende week komen we terug op het be- mestingsonderzoek. Nog steeds bevat 35 van de winterrantsoenen niet voldoende voederwaarde voor een produktie van 5 kg melk. In vele gevallen wordt dit veroor zaakt door een tekort aan ruwvoer, Wanneer uw koeien per dag 2 a 4 kg stro voor buikvulling moe ten opnemen, is de melkveehouderij, zelfs bij de gestelde garantie-melkprijs, onrendabel. Is het bouw- en bemestingsplan reeds opgesteld Dan bent U een ondernemer, die met zijn tijd mee gaat. U behoeft dan ook niet langer te wachten met het bestellen van kunstmest. Als regel is nu de prijs van de meststoffen wat lager dan in het voorjaar. Verder kan bij gunstig weer nu reeds kunstmest uitgestrooid worden. Voor het zaaien van de meeste wintertarwe- rassen wordt het nu toch wel wat laat. Wil men toch nog wintertarwe uitzaaien, dan zijn Cappelle Desprez en Minister op het ogenblik de meest aan gewezen rassen. Ze verdragen laat zaaien goed en kunnen een hoge opbrengst geven. Het zijn stevige rassen. Vooral Cappelle Desprez kan een hoge stik stofgift verdragen. Beide rassen zijn matig winter- vast. Normalisatie van de zaaimachine heeft vóór- en tegenstanders. Toch zijn de meeste boeren, die het verleden jaar hebben gedaan, zeer goed tevreden. Wanneer U plannen hebt in deze richting, vraag dan bij uw buurman eens naar zijn bevindingen. Gaat U tot normalisatie over, wacht dan niet tot de laatste week voor het zaaien. Vraag ook eens bij de buurman, die vorige winter de zwaardere percelen afegde, naar het resultaat. Nog te weinig slecht aaneensluitende per celen worden in de winter bewerkt. Na een nacht vorst dergelijke percelen een keer bewerken met kultivator of kromtandegge geeft in het voorjaar een beter zaaibed. Ook het grasland behoort, nadat het vee is op- gestald, tot de vergeten groepen. Bij droog weer de molshopen slepen en kapot getrapte percelen vastrollen is geen overbodige luxe. Kijk ook de eindbuizen en greppels goed na. Laat uw grasland in de winter niet verlaten en onverzorgd in de koude achter. Hebt U ook nog natuurschoon in de vorm van knotwilgen of struikgewas rondom uw percelen Het verhoogt dikwijls het aanzicht van het land schap, maar ze belemmeren in de zomer de planten groei en zijn een broeiplaats voor allerlei parasieten. De winter is de aangewezen tijd om dergelijke obstakels te verwijderen. Hebt U verleden voorjaar en bij de stoppel bewerking dat hinderlijke gerammel opgemeikt Of bent U al weer vergeten, dat er enkele tanden van de egge loszaten Het is nu anders het juiste moment om uw werktuigen eens na te kijken en versleten onderdelen te vervangen. Maandag 20 januari In de radiorubriek van het ministerie van Landbouw zal maandag 20 ja nuari a.s. over de zender Hilversum I van 19.45— 20.00 uur, met medewerking van ir D. Rozeboom, Rijkszuivelconsulent te Utrecht, de tweede van een serie 'reportages worden uitgezonden over hygiënische melkwinning. Daarna spreekt mej. J. Brink van de Stichting Landbouwhuishoudkundig Onderzoek te Wage ningen over „bouwen en verbouwen" De uitzending zal worden besloten met een re portage, waarin door ir D. J. Pattje, Rijksland- bouwconsulent voor Zuid-Groningen, de voor jaar swertczaamheden op het boerenbedrijf zullen worden besproken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 15