DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN 1957 25 ZATERDAG 4 JANUARI 1958 TIJDENS de Algemene Vergadering van de Stichting „Provinciale Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland" op 13 december jJ. hield de directeur, dr J. Tesink, een belangwekkende jaarrede. Uit deze rede, die nog eens duidelijk aangeeft hoe men moet handelen om schade te voorkomen, stippen wij het volgende aan. Red. DE T. B. C.-BESTRIJDING. f EZIEN de blijvende gunstige ontwikkeling van de t.b.c.-bestrijding verzocht het Bestuur van de Stichting „Provinciale Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland", de Minister van Landbouw voor Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland, Wal cheren en West Zeeuws-Vlaanderen toe te staan dat de daar aanwezige rundveestapel om de twee jaar wordt getuberculineerd. Voorlopig tot 15 fe bruari 1959 met uitzondering van die bedrijven waar gedurende de laatste vijf jaar een infectie met t.b.c. werd vastgesteld, of waar verdenking van besmetting met t.b.c. bestaat. Met de 2-jaar- lijkse tuberculinatie zal een aanvang worden ge maakt in het bestrijdingsjaar 19571958. Het jaarlijkse stalonderzoek werd in 19561957 uitgevoerd op 6156 bedrijven, waarbij 80181 runde ren werden getuberculineerd. Voor runderen die na de jaarlijkse tuberculinatie een reactie vertoonden en niet direct verplicht werden geslacht onder toezicht van de Dienst, werd een dubbeltest voorgeschreven. Behalve deze twee de test kent men echter ook de z.g.n. spoed-dubbel- test. Deze vindt plaats op de 3e of 4e dag na de enkelvoudige jaarlijkse inspuiting. Deze spoed- test is van groot belang voor reagerend mestvee bij de jaarlijkse tuberculinatie. De gewone dubbeltest vindt namelijk zeker niet eerder plaats dan 6 we ken na het jaarlijks onderzoek. In deze wachttijd kan het reagerend mestrund slachtrijp worden en verkocht zijn. Maar daardoor wordt het rund aan de herinspuiting onttrokken. De slachtgegevens worden soms niet bekend en de Dienst moet dan volgens de landelijk geldende afspraak dit rund als positief aanmerken. Deelt nu de veehouder bij de controle van het jaarlijks stalonderzoek mede dat een reactie ver tonend rund binnenkort verkocht wordt, dan kan de dierenarts de spoed-test uitvoeren. Is de uitslag a-specifiek of negatief dan kan voor dat rund een slachtgeleidebiljet en een sectieformu lier worden meegegeven. Is de sectie positief dan volgt 50,subsidie. Is de uitslag positief dan wordt het rund als tegenvaller beschouwd en in Goes geslacht met een volledige vergoeding. Uit het onderzoek blijkt dat een besmetting van het vee met vogel-t.b.c. niet denkbeeldig is. Bekend is dat, althans in onze provincie, vrij veel kippen lijden aan vogel-t.b.c. Een rund dat besmet is met vogel-t.b.c. vertoont een reactie. Om nu na te gaan of een reagerend dier besmet is met vogel-t.b.c. werd in januari 1957 met financiële steun van de afdeling diergenees kunde T. N. O. begonnen met een uitgebreid onder zoek naar het voorkomen van vogel-t.b.c. onder het pluimvee, de rund- en varkensstapel, kleine her kauwers en zeevogels. Zeemeeuwen blijken name lijk nog al eens met vogel-t.b.c. besmet te zijn. De resultaten van dit onderzoek, waarvan wij zeer veel verwachten, zullen te zijner tijd uitvoerig worden gepubliceerd, aldus dr. Tesink op de jaar vergadering. BRUCELLA ABORTUS BANG. T~\E bestrijding van Brucella Abortus Bang is vol- ledig op gang gekomen en neemt momenteel de eerste plaats in en dit zal de eerstkomende jaren wel zo blijven. Bij de abortus Bang-bestrijding kent men 3 soor ten van bedrijven en wel: het abortus-vrije, A.B.R.-vrije en besmette bedrijf. Een A. B. R.-vrij bedrijf is een bedrijf waarvan het busmonsteronderzoek drie kwartalen achtereen geen positieve uitslag opleverde. Vond in één van de kwartalen geen onderzoek plaats hv. omdat de koeien droog stonden dan moet het busmon steronderzoek in vier van vijf opvolgende kwar talen negatief zijn uitgevallen. Voorwaarde is verder dat aan het veebeslag géén runderen mogen zijn toegevoegd zonder een der abortus- of A. B. R.-vrij verklaringen of een z.g.n. mededeling. Een abortus-vrij bedrijf is een A. B. R.-vrij be drijf ook wel genoemd melk vrij bedrijf waar van alle runderen ouder dan één jaar of, zo deze voorbehoedend werden geënt, ouder dan-1^ jaar aan een bloedmonsteronderzoek met gunstig resultaat werden onderworpen. Ook hier geldt weer de zojuist genoemde voorwaarde van juiste aankoop. Een bedrijf dat niet aan de genoemde omschrij vingen voldoet, wordt besmet geacht. Een oplossing werd gevonden voor de vraag hoe een bedrijf dat geen melkgevend vee houdt vrij kan worden. Dit kan n.l. door een 2-malig gunstig uit gevallen bloedonderzoek van de op het bedrijf aan wezige runderen met een tussenruimte van 57 maanden. DE veelheid van bepalingen maakt dat de vee houder soms niet de juiste weg bewandelt bij aan- en verkoop, inscharingen e.d. Het komt n.l. bij herhaling voor dat runderen op bedrijven worden aangevoerd zonder één der ver klaringen, terwijl naderhand blijkt dat het rund een verklaring had kunnen krijgen. Het gevolg daarvan is o.a. dat het vrije bedrijf tenminste ge durende 6 maanden besmet moet worden verklaard. Particuliere briefjes, afgegeven door dieren artsen, dat het rund een negatief bloedonderzoek had, is voor de vrije bedrijven waardeloos. Aan een melkvrij of een abortus-vrij rundvee- beslag mogen alleen runderen ouder dan 6 maan den worden toegevoegd, met een der officieel inge voerde verklaringen. Ossen vallen uiteraard buiten de hele abortusbestrijding Dit zijn dus de bekende t.b.c.-vrij verklaringen, waarop een driehoekige of een rechthoekige stem pelafdruk is geplaatst. Een driehoekige stempel afdruk voor runderen uit een melkvrij bedrijf, een rechthoekige stempelafdruk voor runderen uit een abortus-vrij bedrijf. Tot 1 mei 1959 blijven tevens in omloop de z.g.n. mededelingen. Dit is een apart bewijs, gehecht aan de t.b.c.-vrij verklaringen, voor runderen ouder dan 3 jaar uit een A. B. R.-vrij of abortus-vrij bedrijf waarvan voor de verkoop géén bloedonderzoek plaats vond. De spaarheffing ten behoeve van de abortusbe strijding kan met 1 mei 1958 worden tegemoet- gezien. Het ligt in de bedoeling dat van 1 mei 1958 tot 1 mei 1959 alleen de od 1 mei 1958 besmette bedrijven onder de spaarheffing komen, na 1 mei 1959 ook de melkvrije bedrijven. De heffing wordt gebaseerd op het aantal run deren aanwezig per 1 mei. De veehouder zal voor de keus worden gesteld om óf in 3 jaar óf in 5 jaar zijn beslag abortus-vrij te maken. Kiest hij de 3-jaren weg. dan betaalt hij 10. per rund per jaar of wel 2,50 per kwartaal. Is het beslag abortus-vrij in deze 3 jaren, dan ontvangt hij zijn geld terug. Kiest hij de 5-jaren weg dan betaalt hij 5, per rund per jaar ofwel 1,25 per rund per kwar taal; tevens moet dan 1 x per jaar een individueel melkmonster onderzocht worden en van al het vee ouder dan 18 maanden, een bloedmonsteronderzoek. Is het beslag in bedoelde 5 jaar abortus-vrij ge worden dan ontvangt de eigenaar het geld terug. Werd een bedrijf vrij en zijn de heffingsgelden terugbetaald, dan kan het gebeuren dat het bedrijf weer besrs.~t raakt buiten de schuld van de vee houder. Het bedrijf komt dan weer onder de hef fing, en het geld wordt terugbetaald. Heeft men echter bijvoorbeeld vee aangekocht zonder een geldige verklaring na vrij te zijn ge weest, dan komt het beslag onder de heffing zon der aanspraak op terugbetaling. De heffingen zullen per kwartaal worden ge heven, waarbij de toestand op de laatste dag van elk kwartaal bepalend is. Op 1 maart 1957 werd voor Walcheren en Tholen DE ABORTUS BESTRIJDING IN CIJFERS In het bestrijdingsjaar 1956/1957 werden in het laboratorium onderzocht 25242 melk- monsters, het jaar daarvoor 21733. 7780 bloedmonsters, het jaar daarvoor 5450. In de provincie Zeeland waren per 1 mei 1957 in onderzoek 3649 bedrijven of wel 59 vorig jaar 2920 47 hiervan be smet 300 of wel 8 °/o vorig jaar 330 11 A. B. R.-vrij 2838 of wel 78 vorig jaar 2090 72 abortus-vrij 39 of wel 1 vorig jaar géén enkel); nog geen 3 kwar talen negatief 472 of wel 13 Niet in onderzoek per 1 mei 1957 waren 2507 bedrijven of wel 41 °/o, vorig jaar 3285 of wel 53 °/o. Zoals werd gezegd moeten we de bedrij ven waarvan geen onderzoek bekend is als besmet aanmerken. Het percentage melkvrije bedrijven van het totaal aantal bedrijven in Zeeland daalt daardoor tot 48. Hoe ligt dit percentage in de overige pro vincies Groningen 68,7Friesland 70; Drenthe 82,8; Overijssel 79,5; Gelderland 64,45; Utrecht 52,85; Noord-Holland 66,6; Zuid- Holland 43,3; Noord-Brabant 60,6; Limburg 78j. Nu in 1958 het melkstandaardisatiebesluit van kracht wordt, is een belangrijke toe name te verwachten van het aantal bus monster onder zoeking en. Het aantal te on derzoeken bloedmonsters zal eveneens be langrijk toenemen, het laboratorium van de Stichting „Provinciale Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland" is hierop voorbe reid. de abortusverordening Zeeland van kracht; deze verordening wordt in interne kring aangeduid als „beschermingsplan". Deze verordening van het Landbouwschap be paalt onder meer dat van een rund dat aangevoerd wordt zonder verklaring en niet voor de mesterij is bestemd, binnen 20 dagen na aanvoer een bloed monsteronderzoek moet plaats vinden. Valt dit onderzoek niet negatief uit, dan moet het rund binnen 10 dagen van het bedrijf worden afgevoerd. Deze verordening is in feite alleen van belang voor de besmette bedrijven op Tholen en Walche ren, immers de A. B. R.-vrij en abortus-vrije be drijven mogen alleen aankopen met de landelijk geldende officiële verklaringen. Voor Schouwen-Duiveland is voor de abortus Bang bestrijding o.a. een provinciale verordening van kracht. Deze verordening bevat een subsidie regeling voor tegenvallers bij de abortus-Bang bestrijding. Het Bestuur van de Gezondheidsdienst acht het niet langer wenselijk dat de veehouders op Schou wen-Duiveland een subsidie ontvangen bij het op ruimen van besmette runderen, omdat de overige veehouders in Zeeland bij het opruimen geen sub sidie ontvangen. Daarom zal waarschijnlijk per 1 maart a.s. ook voor Schouwen-Duiveland een „be schermingsplan" van kracht worden. De veehouders od Schouwen-Du eland werd daarom geadviseerd hun vee door middel van bloed onderzoek op abortus Bang te laten onderzoeken. De kosten van het bloedtappen worden door het Fonds Veeverbetering Schouwen-Duiveland ge dragen, waarvoor Gezondheidsdienst en veehouders op Schouwen-Duiveland, het Fonds uiterst dank baar zijn. Eventueel te vinden besmette runderen kunnen daardoor nog met subsidie worden afgevoerd en vrijwel de gehele rundveestapel kan, zonder extra kosten voor de veehouders, abortus-vrij worden. IN het verslagjaar was in Zeeland het melkstan daardisatiebesluit nog niet van kracht, zodat on geveer 40 van de veehouders hun melk zelf sle ten, regelrecht aan de slijters afleverden of er een andere bestemming aan gaven. Van deze bedrijven was dus geen busmonster onderzoek mogelijk en daarom moesten deze be drijven als besmet worden aangemerkt. Toen dan ook vrijwel zeker vaststond dat per 1 mei 1958 de heffingsverordening van kracht zou worden, werden deze bedrijven aangeschreven mee te doen met het koemonsteronderzoek". Eens per drie maanden krijgt men nu flesjes toegestuurd waarin van de melkgevende runderen een monster melk moet worden gedaan voor onderzoek op abor tus Bang. Ruim 600 veehouders hebben zich opgegeven en kunnen zodoende vóór 1 mei 1958 A. B. R.-vrij wor den. Dit is te meer van belang omdat het vrijwel zeker is dat na 1 mei 1958 alleen runderen geëx porteerd kunnen worden afkomstig uit A. B. R.- vrije of abortus-vrije bedrijven. Het spreekt vanzelf dat aan de eis dat vrij en besmet vee niet tezamen mogen worden geweid, streng de hand wordt gehouden. Bij overtreding worden de „vrije" runderen en daardoor het beslag waaruit zij afkomstig zijn als besmet aangemerkt. Houders van vrije bedrijven laten nog wel eens hun runderen dekken door stieren van besmette bedrijven. Dit nu is ten enenmale onjuist, omdat een besmetting via de stier niet denkbeeldig is- Dergelijke veehouders moet daarom met k'em v or den aangeraden hun runderen te laten dekken door stieren die op vrije bedrijven staan en aP^en maat vrije runderen dekken. Ook kunnen zij zich bij de K. I. opgeven. De voorbehoedende enting dient uitsluitend te worden toegepast op die bedrijven waar verwerpen voorkomt. Alleen het jongvee tussen 150 en 270 dagen oud dient dan te worden geënt. Enting op te late leeftijd geeft soms in latere jaren een posi tief melk- en bloedonderzoek, terwijl het rund toch onbesmet is. Voor de export van aangekocht geënt jongvee is dit van grote betekenis. Koopt men jongvee aan met de bedoeling dat later te exporteren dan doet men er goed aan er op té letten dat dit jongvee niet voorbehoedend werd geënt. DIJ het op tijd of te vroeg afkalven van besmette runderen bevatten vruchtwater en vivhtvlie- zen veel abortus-bacteriën. Men doet er daarom goed aan, deze dieren apart te laten afkalven, zo dat er geen kans bestaat dat nog onbesmette run deren besmet worden. Men kan slechts dan de paardestal als afkalf- stal gebruiken, wanneer er geen paarden in ge bracht worden. Het paard is gevoelig voor de Bang- se bacil. Besmet met abortus Bang kan het paard schoft- en nekbuilen en verspringende kreupel heid krijgen. Heeft het besmette rund gekalfd, ont-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1958 | | pagina 9