ACHT HOOFDBESTUURSLEDEN TRADEN AF
ZATERDAG 4
JANUARI 1958
19
rpiJDENS de laatste Hoofdbe-
stuursvergadering in 1957, op 18
november, wenste de heer P. L. Vis
uit Haamstede, kort voor het einde
van de vergadering, de voorzitter en
zijn staf veel sterkte bij het verder
werk. Daarmee sprak de heer Vis
namens zeven andere hoofdbe
stuursleden die eveneens in 1958
niet meer in dit hoogste college van
de Z.L.M. zullen terugkeren. Onder
hen zijn er die vele, zeer vele jaren
de gang van zaken in het Hoofdbe
stuur hebben meebepaald. Telefo
nisch hebben wij hen een dezer da
gen naar hun bevindingen gevraagd.
En hoewel dit interview wel erg
onverwachts was kwam toch bij al
len steeds weer naar voren dat
vooral de activiteit van de Z.L.M.
na de bevrijding opvalt. De heer
W. de Buck uit Meliskerke, die in
1922 de eerste Hoofdbestuursverga
dering meemaakte deed dat toen in
de kwaliteit van afgevaardigde van
de Bond van Oud-Leerlingen. Later
was hij afgevaardigde van de Kring
Walcheren. Het is hem vooral op
gevallen dat de landbouw, vooral in
de periode na de oorlog, vaste voet
aan de grond heeft gekregen in Den
Haag. Dit vereiste uiteraard ook
grotere zelfwerkzaamheid. Zelfwerk
zaamheid om de problemen ook
zelf te blijven beheersen en om
voorstellen te kunnen doen. De hui
dige ontwikkeling geeft grote zor
gen, zorgen waarmee wij eenvoudig
niet in slaap kunnen sukkelen. Het
overschottenprobleem vormt een
groot spook en de organisaties zul
len dan ook in de toekomst genoeg
te doen hebben Daarvoor is de
heer De Buck niet bevreesd, al zal
men ook in het oog moeten houden
dat men niet het onmogelijke kan
vergen.
De heer J. F. Brooymans uit St.
Annaland nam op 10 oktober 1945,
zitting in het Hoofdbestuur van de
Z.L.M., namens de Kring Tholen en
St. Philipsland. Maar niet alleen na
de oorlog heeft de heer Brooymans
actief aan het organisatieleven deel
genomen. Reeds in de jaren dertig
was hij zeer actief. Onder meer
toonde hij zijn grote belangstelling
voar de Veiling waarvan hij voor
zitter is, richtte hij de grasdrogerij
mee op en beweegt hij zich ook op
andere terreinen. Op onze vraag of
daar nu allemaal een einde aan
komt dit jaar, kregen wij te horen
dat het voorzitterschap van de
Coöperatieve Suikerfabriek in Roo
sendaal nogal wat werk vraagt
en dat ook op andere terreinen nog
genoeg te doen valt „Maar", zo
vertelde de heer Brooymans ons,
„het is goed, nu ook wat aan de
jongeren over te laten". Jongeren
die goed beslagen op het ijs komen.
Want dat is de ervaring van de heer
Brooymans wèl, men kan nooit te
veel leren en het nooit vroeg ge
noeg doen. Later zal men daar da
gelijks dankbaar voor zijn. De nieu
we Hoofdbestuursleden zullen het
niet gemakkelijk krijgen. Maar
evenmin was dat vroeger het geval.
De ramp van 1953 werpt een donkere
schaduw over de afgelopen twaalf
jaren. Toch was het dankbaar werk
om zwaar getroffenen te kunnen
helpen. Het toewijzen van vee dat
van buitenaf als onderdeel van de
hulpacties werd gezonden, vroeg
veel werk. Werk dat in Z.L.M. ver
band werd gedaan. En veel werk ligt
ook nu weer te wachten. Vooral
voor de jongeren geldt dat men
voorzichtig zal moeten zijn met het
nemen van een beslissing over zijn
toekomst. Aanraden of afraden om
in de landbouw te gaan is niet mo
gelijk. De moeilijkheden om een be
drijf te krijgen zijn genoegzaam be
kend, aldus de 70-jarige heer Brooy
mans en een ieder moet zelf be
slissen welke richting hij tenslotte
uit wil. Men zal zich echter altijd
moeten aanpassen.
En dit aanpassen geldt evenzeer
voor Schouwen en Duiveland, aldus
de heer P. L. Vis uit Haamstede, die
sedert 27 augustus 1945 lid was van
het Hoofdbestuur van de Z.L.M. De
mechanisatie heeft in de afgelo
pen jaren al een hele omwenteling
gegeven en men zal zich nog meer
moeten aanpassen, wil de landbouw
zich handhaven. Weliswaar zag de
heer Vis liever wat meer paarden
en ander vee op de bedrijven, maar
dat is tegenwoordig niet meer mo
gelijk. Toch zal men op moeten pas
sen met de mechanisatie. Men kan
er ook te ver mee gaan. De heer Vis,
die als afgevaardigde van de Kring
Schouwen zitting had in het Hoofd
bestuur, heeft vooral op dit eiland
een bewogen tijd meegemaakt. Als
voorzitter van de Afdeling Burgh-
Haamstede en ook als voorzitter van
de Boerenleenbank werd hij wel zeer
nauw bij het wel en wee van zijn
streek betrokken. En ook nu nog
heeft hij er veel mee te doen. Een
groot voordeel van het Deltaplan
ziet de heer Vis in het feit dat de
ontzilting van de grond dan pas
goed en volledig tot haar recht kan
komen. En natuurlijk is het een
voordeel wanneer men over een
vaste oeververbinding beschikken
kan
TAE abnormale weersomstandighe-
-L/ den in het laatste jaar vorm
den het onderwerp van ons telefo
nisch gesprek met de heer J. van 't
Weisteinde uit Nieuwdorp, die se
dert 27 augustus 1945 zitting had in
het Hoofdbestuur. Eerst nam hij
zitting in dit college als afgevaar
digde van de Afdeling Verspreide
leden, later als vertegenwoordiger
van de Kring West Zuid-Beveland.
Toen kreeg men n.l. op Nieuwdorp
een eigen Z.L.M.-afdeling. De land
bouw in de verdrukking, zo zouden
wij dit telefonisch gesprek kunnen
noemen. Het toont duidelijk met
welke produktieomstandigheden de
landbouw te kampen heeft. Droge
zomers, natte zomers, droge herfst,
natte herfst, bijna geen winter of
een laat voorjaar. En grond moet
nu eenmaal zijn tijd hebben om tot
rust te komen
Een geheel ander aspect uit de
afgelopen jaren belichtte de heer
M. J. Verbrugge, burgemeester van
Waterlandkerkje. Ook hij nam op
27 augustus 1945 zitting in het
Hoofdbestuur en treedt thans af
volgens de bepalingen in de nieuwe
statuten. Voor de leden van
het Hoofdbestuur is er altijd veel te
doen geweest, aldus de heer Ver-
brugge. Veel heeft men, als afge
vaardigde van de Kring West
Zeeuws-Vlaanderen moeten vechten
W. DE BUCK
J. T. BROOYMANS
toen het land na de oorlog met de
moeilijkheden bleef zitten. Het was
een misschien schertsenderwijs ge
plaatste opmerking dat de overige
leden van het Hoofdbestuur pas na
de ramp van 1953 begrepen met
welke moeilijkheden men in West
Zeeuws-Vlaanderen te kampen had
in die dagen. Maar het is evenzeer
een menselijke verschijnsel dat men
menselijk leed pas goed begrijpt,
wanneer men het aan den lijve
heeft moeten ondervinden. Met dat
al wil echter niet gezegd zijn dat
men klaagde over een tekort aan
begrip
Over een heel ander tekort aan
begrip vertelde ons de heer S. de
Visser uit Aagtekerke die namens
de Kring Walcheren zitting had
in het Hoofdbestuur sedert 26 juni
1952. En dat tekort aan kennis is
dan wel, dat men buiten Hoofdbe
stuur en colleges van de Z.L.M. niet
voldoende weet wat er allemaal ge-
daan wordt en gedaan moet worden
in het organisatieleven. Het is de
heer De Visser vooral opgevallen,
dat er in de afgelopen zes jaren
veel werk is verzet.
Namens de in 1947 opgerichte
Tuinbouwcommissie nam de heer
J. L. J. v. d. Berge uit Tholen, op 24
november van dat jaar zitting in het
Hoofdbestuur van de Z.L.M. De
heer Van de Berge, die over een
uitstekend bedrijf beschikt waar
vele excursies worden ontvangen
hij is dan ook een op en top vak
man vertelde ons dat er in de
afgelopen jaren nu niet zo erg veel
schokkends gebeurd is in de tuin
bouw. Na de oorlog is het de fruit
teelt, die de heer Van de Berge in
het Hoofdbestuur vertegenwoordig
de, niet slecht gegaan. En wanneer
het vrij aardig gaat, hoeft er ook
niet op die wijze gestreden te wor
den als wanneer de moeilijkheden
zich opstapelen. Behalve dat de
heer Van de Berge lid was van het
Hoofdbestuur, had hij ook zitting in
het bestuur van de Veiling Vereni-
(Zie verder pag. 21.)
P. KREPEL
M. J. VERBRUGGE
J. L. J. v. d. BERGE
J. VAN 't WESTEINDE
"Tl
S. DE VISSER,