ZEELAND'S ACHTTIENMAANDERS
Veehouders opgelet
ZATERDAG 4 JANUARI 1954
/N het Kerstnummer gaven wij reeds een ge
deeltelijk verslag van de in het najaar van
1957 in Zeeland gehouden paardenkeuringen. Wij
vervolgen hiermee ons verslag.
AAN de spits der merries, grote maat te Axel:
Gerda, d. Costaud de Marche, van M. L. M.
IJsebaert-v. d. Linden, Axel. Vrij goed type, hals
wat zwaar, goed gesloten, nagenoeg correct, gaaf
en goed in de benen, voeten goed, gangen gewoon.
2. Paula v. Looseshof, d. Nico v. d. Klef, van Corn,
de Putter, Axel. Robuust, maart met wat weinig
buik, in croupe wat rond, voeten beslaan wat wei
nig bodem, gangen goed, fel gebeende merrie met
mooie schouder. 3. Rozemarie van Kloosterzande,
d. Leonard van Brillant, van A. J. van Waterschoot-
Stallaert, Kloosterzande. Kolossaal veulen met ge
weldige afmetingen, zwaar van geraamte, met fijne
hals en een niet onberispelijk geplaatst achter-
teen, voldoende correct. 4. Erna v. d. Liniehof, d.
Alfred v. d. Roond, van Abr. den Exter-v. d.
Hooft, Axel. Diep, met bestsoortig koffer en wat
veinig voet. 5. Nora van Axel, d. Xeres d'Amice,
van A. L. Scheele, Axel. Redelijk type, lijnen wat
rond, voor vrij goed, achter best. 6. Quarina van
Hoek, d. Quarré, van J. Dieleman-Riemens, Hoek.
Rug wat laag maar bestsoortig, met felle benen
en goede voeten; merrie met veel uitdrukking, in
de rij nogal opvallend, maar niet in de gangen ge
zien. 7. Mirza van Molenbroek, d. Quarré, van J.
L. de Putter, Hulst. Soort goed, borstdiepte best,
weinig volume, rug moet sterker worden, voorbeen
toont voldoende uitdrukking, de best gespierde
- henkei trekt de aandacht. 8. Irma van Klooster
zande, d. Nico van de Klef, van A. J. Waterschoot-
Stallaert, Kloosterzande. Enorm formaat, diep en
grof, wat weinig afgewerkt. 9. Hersa van Veer-
wijk, d. Certain van Hera, van Alph. Mangnus,
Boschkapelle. Veulen met sterke bo nlijn, rede
lijk soortig en met voldoende diepte.
Merries, middenmaat. 1. Ninette v. d. Stendert,
d. Costaud de Marche, van Al. Serrarens, Osse-
nisse. Moeder en grootmoeder waren kampioene
in Horst; typisch, diep en breed, met ruimte en
lijnen, voorbenen en voeten vrij goed, achter iets
gespannen maar goed gespierd; behoorlijk vlot en
al met al een zeer aantrekkelijke toekomstige fok-
merrie. 2. Gretha v. a. Kerknoeve, d. Leonard van
Brillant, van Jv/S. van Wesemael, Kloosterzande.
In bovenlijn sterke, soortige en fel gebeende merrie
met wat weinig souplesse in de voorkoot en rede
lijke gangen. 3. Gerda, d. Quarré, van Gebr. P.
A. Kindt, Hoek. Extra beste merrie, kleine te
kortkomingen in rug en croupe, beenwerk best,
in gangen zo-zo. Had o.i. ook tweede kunnen staan.
4. Astrid,c d. Jaap van Berkenhof, van M. L. M.
IJsebaert-v. d. Linden, Axel. In „ras" niet uitblin
kend, maar met goede, correcte, forse benen. 5.
Wanda van Margriet d. Nico van Annie, van Wed.
G. C. de Deckere, St. Jansteen. Typisch, niet te
grof, met beste lijnen, voldoende voeten en in het
algemeen o.i. niet de mindere van de vorige. 6.
Bea v. Donkerzicht, d. Guido uit de Kluis, van J.
F. v. Haelst, Westdorpe. Kort, bijzonder diep, ge
blokt, best in draf, gaaf maar niet te grof; uit
goede moeder. 7. Lea van Reba, d. Vainqueur van
Eversdam, van R. E. Beghyn, St. Jansteen. Feite
lijk niet grof genoeg en met te weinig basis, maar
best van soort en beweging. 8. Astrid v. d. Melo,
d. Luc v. Alstein, van R. Steyaert, Graauw. Smal-
lig, matig gebeend, d.w.z. niet te grof, maar wel
goed van benen en met veel snit. 9. Mariska v. Wil
genhof, d. Vainqueur van Eeversdam, van W. P. J.
Kuypers, Kloosterzande. Goed van soort met goed
beenwerk, iets hol en met wat hoge staartinplan-
ting. 10. Irena v. 't Hoogland, d. Dirk v. Alden-
goor, van Al. Serrarens, Ossenisse. Goedsoortig,
aardig beenwerk, bovenlijn stoort.
Merries, kleine maat. Deze rubriek stelde vrij
aanzienlijk teleur. 1. Margaret v. d. Parel, d. Nico
v. d. Heibloem, uit goede moeder, van J. F. v.
Haelst, Westdorpe. Soort extra, rug mag even
sterker, benen zuiver en goed geplaatst. 2. Astrid,
d. Moustic van Urbain, van J. C. den Hamer, Koe
wacht. Deze konden we in vrijwel geen enkel op
zicht waarderen en de plaatsing leek ons dan ook
veel te hoog. 3. Wies, d. Luc v. Alstein, van Arth.
Vereecken, Stoppeldijk. Typisch, wat weinig voet,
grof en goed veulen. 4. Hermine, d. Herseur v.
Eversdam, van P. Suy, St. Jansteen. Rug wat laag,
koot iets kort, goede uitdrukking en type, kort,
diep en breed. 5. Clara v. d. Hogeweg. d. Nico van
Annie, van L. J. M. Borm, St. Jansteen. Goed van
soort en lijnen, niet te diep, behoorlijk gebeend,
veel haar. 6. Gerda v. d. Kerkhoeve, d. Leonard
van Brillant, va.i A. H. Suy, Koewacht. Diep, in
rug matig sterk, bevredigend beenwerk, soort goed.
Hengsten, grote maat. 1. Costaud v. 't Schoor,
d. Costaud de Marche, van Jac. de Putter, Axel en
A. Serrarens, Ossenisse. Uit de grootmoeder van
Ninette v. d. Stendert, eerste der middenmaats-
merries. Kon nog even feller gebeend, overigens
gaaf en voldoende vlot; ideaal type, prachtig in
hoofd, hals en lichaam. 2. Bento v. Absdale, d. Nico
van Annie, van comb. Haak-IJsebaert-Koster te
Zaamslag, Axel en Boschkapelle. Minder uitge
sproken typisch met wat weinig natuur, maar met
goede, zware benen. 3. Dirk van Groot-Kieldrecht-
polder,. d. Luc. v. Alstein, van F. van Hoeve, Axel.
Veulen met hengstenschouder, wat weinig volume,
voorbeen vrij goed, verde. verdienstelijk. 4. Nico,
d. Nico van Bouwlust, van A. Haak, Zaamslag. Vrij
goed type, iets gespannen. 5. Rainier, d. Quarré,
van R. O. Buysse, Graauw. Extra koffer, goede
uitdrukking, wat x-benig.
Hengsten, kleine maat. 1. Costaud v. d. Kolk,
d. Costaud de Marche, van Jac. de Putter en Al.
Serrarens vnd. In hoofd en hals wat vrouwelijk,
koffer massief en soortig, voorbeen en voeten best,
gaat uitstekend. Uit de moeder van Churchill-
en Certain v. d. Kolk. 2. René v. Tonenhof, d. Cos
taud de Marche, uit een uitstekende Nico-dochter,
van Al. Serrarens, Ossenisse. Die^, met zuivere,
voldoend zware benen en beste gangen. 3. Herseur
van Roza, d. Herseur van Alstein, van Haak-IJse
baert-Koster vnd. Uit beste moeder; grootmoeder
elite-merrie. In benen bezwaarlijk tj beoordelen
maar wellicht grof; in elk geval best gespierd en
met een zeldzaam soortig, diep en massief corpus;
had o.i. ook tweede mogen staan. 4. Kees, d. Jaap
v. Berkenhof, n comb. Haak-IJsebaert-Koster vnd.
Beenwerk goed, maar te dun. 5. Herseur van de
Melo, d. Luc van Alstein, van R. Steyaert, Graauw.
Gestopt, soortig, wat beknopt, met voldoende
beenwerk. 6. Nico, d. Moustic van Urbain, van Al.
Serrarens vnd. Erg groen, weinig ontwikkeld,
hoofd detoneert, beenwerk goed, gangen best.
Kampioenschappen. In de mannelijke afdeling
ging de strijd uiteraard tussen de twee Costaud-
zonen van de Putter-Serrarens. Costaud v. 't
Schoor won door zyn onverbeterlijke type, maar
Costaud v. d. Kolk met zijn betere voorbenen en
gangen had het, naar veler mening óók mogen zijn.
Inmiddels: geen al te makkelijke beslissing.
Ook bij de merries waren het twee Costaud-
produkten waar het uiteindelijk om ging: Ninette
v. d. Stendert, van Serrarens, behaalde tenslotte
de overwinning.
TN Goes waren wat minder aangiften dan het voor-
gaande jaar.
Hengsten, grote maat. 1. Adri van Dorpzicht, d.
Guido uit de Kluis, van Gebr. Leendertse, Hoede-
kenskerke. Enorni veulen, l.v. niet helemaal se
cuur, gebeend, kort, iets aan de dunne kant, met
hengstenschouder en ruime gangen; in meer dan
één opzicht een kind van zijn vader. 2. Luc. d. Suc-
cesseur, van P. Wisse te Biggekerke en P. Dinge-
manse te Zoutelande. Zeer zwaar en grof maar
met nogal afwijkingen. 3. Nico v. Spraeland, d.
Nico van het Zwartewater, van J. Maljaars en L.
J. Boone te Oostkapelle-Ritthem. Aardig, regel
matig en soortig veulen met voldoende benen en
wat kort kruis. 4. Eglon v. Zeeduin, d. Huib v.
Zeeduin, uit Henny v. Zeeduin, van Maljaars vnd.
Voldoende expressief in de benen, soort en gan
gen extra, wij zien hem liever dan z!n voorganger.
5. Karei van Dorpzicht, d. Guido uit de Kluis, van
Gebr. Leendertse, Hoedekenskerke. Veulen met
benen, maar wat weinig type.
Hengsten, kleine maat. 1. IJssel van Monniken
hof, d. Guido uit de Kluis, van Fa. Timmerman,
Kattendijke. Soortig, met goede hengstuitdrukking,
iets gespannen, diep, grof, nog wat smal in de
achterhand en met zeer gemakkelijke gangen. 2.
Walter van onder de Lindeboom, 8. Guido uit de
Kluis, van Fa. Timmerman vnd. Mager, klein, diep
en kort, met expressieve benen, wat gesloten
croupe en vlotte bewegingen. 3. Elegant van Zee
duin, d. Huib v. Zeeduin, uit de kampioene Zora,
van Maljaars, vnd. Wel sterk in bovenlijn maar
minder soortig en expressief. 4. Burus, d. Guido
uit de Kluis, van P. Wagenaar, Kloetinge. Mals,
zwaar en grof, rug minder sterk; niet in de baan
gezien. 5. Ivo uit de Kluis, d. Guido uit de Kluis,
van Fa. Timmerman vnd. Diep en kort, redelijk
beenwerk. 6. Anton v. Essenhof, d. Nico v. Hoos-
terhof, van W. de Buck, Meliskerke. Best soort,
massief en diep, behoorlijk beenwerk, eenvoudige
gangen. 7. Dragon, d. Jaap v. 't Paviljoen, van J.
op 't Hof, 's-Heer Arendskerke. Gaaf, maar met
wat weinig harmonische verhoudingen.
Merries, grote maat. Deze categorie was be
slist niet de beste. 1. Sarina v. Baanhof, d. Alfred
v. d. Roond, van Mar. de Jonge Pzn., Ovezande.
Diep en massaal, soortig goed, grof beenwerk, wat
kaal in de schenkel en met wat weinig adel en
snit; door kreupelheid gehandicapt. 2. Honda van
Kapelle, d. Guido uit de Kluis, van J. van Over-
beeke, Kapelle. Beter gelijnde merrie met soort en
een forse voorhand, mfst wat flankendiepte, been
werk rondom goed; had o.i. eerste kunnen staan.
S. Margriet van Schore, d. Edelman van Veldzicht,
van M. in :t Anker, Schore. Voldoende diep, aardig
beenwerk, goed afgewerkt maar minder typisch
gelijnd. 4. Paula van Kapelle, d. Guido uit de
Kluis, van J. van Overbeeke, Kapelle. Goedsoortig
en diep, vrouwelijk in hoofd en hals, zondigt wat
in rug en lendenen. 5. Diana van Plantenburg, d.
Brillant van Nico, van Wed. J. J. Brakman, N. en
St. Joosland. Dikke merrie met soort, aardig been
werk, minder mooi in overgangen achter.
Merries, middenmaat. 1. Annie van Hermine, d.
Clairon v. d. Klef, van J. F. Brooymans, Oud-Vos
meer. Door type en afwerking a*ntr<s1-^e'Hik. regel
matig veulen, voldoende gebeend, vlot en correct.
2. IJltje v. Monnikenhof, d. Unicum v. Monniken
hof, uit Ursula, van Fa. Timmerman vnd. Best
soort, fel gebeend, met goede flankdiepte, iets ge
spannen, achterhand wat schraal, gangen vlot en
vrijwel correct. 3. Ruda v. Wilgenhorst, d. Wallon
d'Amice, van Iz. de Buck, Grijpskerke. Veulen met
fraaie schouder en een vrouwelijk silhouet, benen
zwaar en goed, wel vlot maar iets minder correct
in beweging vóór. De arbiter besliste tussen twee
en drie. 4. Jeanne v. Janshof, d. Costaud de
Marche, van J. Maljaars, vnd. Diep, zwaar en gaaf
maar minder typisch. 5. Nellie v. Buitenzorg, d.
Guido uit de Kluis, van J. P. van Gorssel, Tholen.
Soort best, gebeend, voldoende correct, minder ge
spierde broek. 6. Elza van Abtskerke, d. Guido
uic de Kluis, van Wed. L. Goesse, Driewegen. Zeer
mager, wat dor, goed gebeend, rug sterk, zou wel
eens mee kunnen vallen in de toekomst.
Merries, kleine maat. Heel mooie rubriek met
uniform kopeind. 1. Rita v. d. Belt, d. Theo v.
Dierkensteen, van Iz. de Buck, Grijpskerke. Veulen
met type, hoeken, rug en een felle schenkel; gan
gen goed. Goed kopnummer. 2. Gonda van Dool-
man. d. Guido uit de Kluis, van C. J. de Waal,
Heinkenszand. Zeer diep en geblokt, kort en breed
goed in de benen, iets toontreder, te veel conditie.
3. Nelly v. Marquis, d. Marquis v. Aardenburg, van
J. F. Brooymans, Oud-Vosmeer. Goed type, hals wat
zwaar, redelijk achterbeen, vóór fors en goed. 4.
Uria v. d. Oost-Hoeve, d. Burus Aardenburg, van
J. der Weduwen, Kerkwerve. Vrij laat veulen,
bestsoortig, goed in de benen en uit een goede
moeder; we prefereren deze. Zo ook 5. Hilda v.
Molenzicht, d. Guido uit de Kluis, van P. G. A. de
Lange, Wissekerke. Extra soortig, regelmatig, mooi,
met goede benen en manieren. Eveneens een goed
veulen is 6. Gizy, d. Herseur v. Eversdam, van A.
L. Schrier, Kapelle; soortig en met goede uitdruk
king. 7. Sonja van Oranjezon, d. Herseur v. Dijk-
zicht, van Wed. J. Bliek, Vrouwepolder. Iets Frans,
bestsoortig, mager en diep, met wat weinig hak
en expressief beenwerk. 8. Agda van Plantlust, d.
Herseur v. Dijkzicht, van oh. Maljaars, Oost-
kapelle. Gerekt en vrij typisch, benen gaaf en
goed. 9. Olga, d. Huib van Zeeduin, van Adr. Gi-
deonse, Serooskerke. Iets week voor en wat ge
sloten in de achterhand, soort best. 10. Amanda
van Elsdiek, d. Nico van Hoosterhof, van Gebr.
J. J. Smallegange, Ellewoutsdijk. Best type, diep,
massief en met goede voeten; leek niet te best be
deeld.
De kampioenschapskandidaten gaven elkaar in
beide afd. al byzonder weinig toe. De titels werden
tenslotte toegewezen aan Adri van Dorpzicht, van
Gebr. Leendertse, en Rita van de Belt, van Iz. de
Buck. Het had ook anders ekur.J zoals vaak in
gevallen als deze, maar kritiek van betekenis was
e- ook nu zeker niet. Al met al een drietal goed
geslaagde Zeeuwse najaarsk^uringen.
COLENBRANDER.
Het Bedrijf slaboratorium voor Grond- en Ge-
wasonderzoek te Oosterbeek, ontving dit jaar ruim
5000 gewasmonsters meer dan vorig jaar. Hieruit
blijkt wel, dat de Nederlandse boer steeds meer het
belang van ruwvoederonderzoek inziet. Voor een
goed opgezet voederplan is dit dan ook on
ontbeerlijk.
Door dc massale inzending in de afgelopen maan
den werd de onderzoekduur verlengd tot ongeveer
vier weken. Deze stoot werd echter prachtig opge
vangen door het vergroten van de capaciteit van het
laboratorium. Thans is de onderzoekduur by het
ruwvoederonderzoek (hooi, kuil, gedroogd gras)
weer teruggebracht op drie weken. Dit betekent
dus, dat men in normale gevallen (standaardonder-
zoek zonder herhalingen) drie weken na het steken
van het monster de uitsalg thuis heeft.
Alhoewel het vee reeds geruime tijd op stal
staat, wil dit toch niet zeggen, dat de tijd voor het
ruwvoederonderzoek voorbij is. Juist nu komen
vele boeren tot de overtuiging dat dit onderzoek
grote waarde heeft. Want over enige maanden zal
het grootste deel van de melkveestapel weer af
kalven.
Willen deze dieren tot de maximale produktie
komen, dan zullen ze een goed uitgebalanceerd
rantsoen moeten ontvangen. En bij de opstelling
van dit rantsoen is kennis van de voederwaarde
doorslag gevend.
De praktische boer zal zijn beste hooi en kuil
bewaren tot de voorjaarsmaanden. Maar de voe
dingswaarde van dit materiaal kan men niet op
het oog of met de neus bepalen. Laat daarom zo
spoedig mogelijk een monster steken. Geeft U
daartoe op bij de monsternemer van het Bedrijf s-
laboratorium of bij de assistent van de voorlich
tingsdienst.
Pas wanneer men de juiste samenstelling kent,
is het mogelijk om een juist rantsoen samen te
stellen. Een rantsoen dat economisch goed ver
antwoord is.
Bovendien krijgt men een inzicht of de juiste
hooi- of kuilmethode toegepast is.