HET DELTA-FORUM IN KORTGENE
STARING C.B.
wintertarwe
HET VERBIJZONDEREN VAN DE KOSTEN
1
731
Paard en paardensport
A
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1957
Vrijdag 15 november was een talrijk publiek op
Noord-Beveland in de gelegenheid vragen te stel
len aan het Delta-forum, dat in Kortgene zitting
hield. De avond was georganiseerd door de Provin
ciale Jeugdraad Zeeland en uiterst deskundig ge
leid door Ds. H. M. Strating. Het grote probleem
was wel om de verschillende sprekers te houden
aan de voor hen beschikbare tijd van 5 minuten.
Dominee Strating slaagde hierin echter wonderwel.
Het voert te ver, een geheel verslag te geven
van deze avond. Wèl willen wij echter even aan
dacht vragen voor een enkele opmerking.
Noord-Beveland 'heeft een tot Ale bevolking van
een kleine 7000 personen, terwijl van de manne
lijke beroepsbevolking een zeer groot aantal in de
landbouw, nl. ongeveer 60 °/o, werkt.
Het is uiteraard onmogelijk een schatting te
maken van het aantal uit de agrarische sfeer af
komstige bezoekers van de vergadering. Het komt
ons echter onwaarschijnlijk voor dat hier een per
centage van 60 9/o werd gehaald.
Gezien de functies van de leden van het forum,
was dit niet ingesteld op de landbouw. En dat, ter
wijl de landbouw toch zeer direct en ingrijpend bij
hei Delta-plan betrokken is. Het is wellicht ook niet
de bedoeling geweest, het forum op de landbouw
sector af te stemmen. Te meer niet omdat het
Deltaplan nog niet in een zover gevorderd stadium
is. Men bedenke dan echter, dat dit met het Drie-
eilandenplan wèl het geval is.
De drie eilanden, die namelijk binnen afzien
bare tijd een geheel zullen vormen, worden dan
naar alle waarschijnlijkheid geconfronteerd met
problemen, die later in groter verband, namelijk
bij het Deltaplan, zullen rijzen.
We doelen hier niet zo zeer op de aanpassing
van de Noordbevelandse boer aan technische pro
blemen. Met het forum geloven ook wij dat dit
wel zal lukken. Maar hoe denkt men zich de op
lossing van de problemen die veel meer in het
WANNEER U dit artikelje onder ogen krijgt, zijn
de jaarlijkse premiekeuringen van 18-maan-
ders in Zeeland weer nabij. Op 3, 4 en 5 december
worden deze keuringen resp. te IJzendijke, Axel
en Goes georganiseerd door de verschillende bonden
van paardenfokkers in de provinc-e. Zoals dit de
laatste jaren gebruikelijk is, word. ook gedemon
streerd met stalgroepen van 3 stuks, alsmede heng
sten met minstens 5 afstammeli gen. In IJzendijke
worden verder nog merries met afstammelingen ge
keurd. Voor deze laatste categori? is een goede be
langstelling. Zes merries met nakomelingen zijn
hiervoor ingeschreven. De aangifte voor deze
keuringen is als volgt: In IJzendijke 46, in Axel 61
en in Goes eveneens 61 paarden van iVz jaar. Hier
bij komen dan nog de groepskeuringen.
Er is dus een bevredigend aantal aangiften en
wanneer het weer wat meewerkt, mag er voor deze
keuringen een goede belangstelling verwacht
worden.
Toch verkeer ik in de veronderdstelling, dat men
dit bezoek nog wel wat zou kunnen animeren. Er
zuilen nl. niet zoveel bezoekers van buiten de pro
vincie gelegenheid vinden om drie dagen ..chtereen
naar Zeeland te komen. Het gevolg hiervan is, dat
men een bepaalde keus maakt en merendeels slechts
één of mogelijk twee keuringen bezoekt.
Zou men er in Zeeuwsch-Vlaanderen toe over
gaan om de keuring in het oostelijk en het westelijk
deel op dezelfde dag te houden, dan zal dit het
aantal bezoekers (eventueel kopers) ongetwijfeld
sterk doen toenemen. Immers, men heeft dan de
mogelijkheid om in 2 dagen een totaal overzicht te
krijgen van de kwaliteiten van de Zeeuwse 18-
maanders. Eigenlijk is het dan maar anderhalve
dag, omdat de keuring te Goes rond het middaguur
is afgelopen en men dus volop gelegenheid heeft om
nog betrekkelijk tijdig thuis te komen.
Hoewel ik persoonlijk geen sterke voorstander
ben om alle bestaande tradities over boord te zetten,
is de huidige situatie m.i. toch wel dusdanig ver
anderd. dat een andere opzet van deze keuringen
zeker verantwoord is. En hoewel het bij deze keu
ringen niet uitsluitend om de klandizie gaat, dient
men zich toch wel te realiseren, dat de klant koning
is. Dus, _Zeeuwsch-Vlamingen, steek de koppen
eens bij elkaar en tracht tot vei'eenstemming te
komen. Ik twijfel er niet aan, of dit zal U ge
lukken.
Het Centrum Paardenbelangen zal worden op
geheven. In de plaats daarvan is een Commissie
paardenhouderij van het Landbouwschap gesticht.
Deze Commissie wordt mettertijd een zelfstandige
afdeling van het Landbouwschap. Ze is samenge
steld uit vertegenwoordigers va.i alle Nederlandse
paardenstamboeken, zodat alle problemen die zich
in onze vaderlandse paardenfokkerij voordoen, ge
zamenlijk worden besproken en zo mogelijk opge
lost. Het kan ongetwijfeld als eer vooruitgang wor
den gezien, dat de afgezanten van de verschillende
stamboeken om dezelfde tafel gaan zitten en met
elkaar zullen trachten de paardenfokkerij en
-houderij op een zo goed mogelijk peil te houden
of te verbeteren.
ROSSINANT.
menselijke vlak liggen? Concreter gesteld, hoe ziet
men bijvoorbeeld de oplossing van het arbeids
probleem. Zal het onderwijs in Goes, dat dan
immers veel gemakkelijker is te volgen, niet een
ombuiging van de beroepskeuze veroorzaken, naar
het meer technische onderwijs Het aantal pro
blemen in deze richting is gemakkelijk met een
aantal uit te breiden.
In totaal werden ongeveer 60 vragen a n het
forum voorgelegd. Slechts een gering aantal hier
van had op problemen in de agrarische sfeer be
trekking. Het is dan ook de vraag in hoeverre de
landbouw wezenlijke belangstelling heeft voor de
problemen die er zijn. Denkt men niet aan de ge
volgen en wil men er dus niets tegen doen Laat
men uitsluitend zijn gedachten erover gaan en doet
men evenmin niets, of tracht men zich toch in te
stellen op wat komen gaat
Zo lang er nog zo weinig is te voorzien, is het
natuurlijk het moeilijkste zich etegen te wapenen.
Toch is het niet geheel en al onmogelijk, alvast
enige maatregelen te nemen. Ook de houding, den
ken aan wat komen gaat en nog geen maatregelen
nemen, valt te verkiezen boven het idee dat het onze
tijd nog wel zal duren. Zowel gezien de opkomst
op de vergadering, als gezien het soor' vragen dat
g.steld werd, geloven wij echter dat de eerste ge-
dachtengang, namelijk niet denken en nie' doen,
nog teveel aanwezig is.
Niettegenstaande de voorgaande opmerkingen
werden echter toch een aantal vragen gesteld met
betrekking tot de eventuele wegzuiging va: de
Noordbevelandse landarbeiders naar de industrie.
Eén dezer vragen ging uit van de mening dat er
teveel landarbeiders zijn op het ogenblik. De vraag
nu was of er in de toekomst werk te vinden is in de
industrie.
De andere vragen voorzagen juist door de indus
trie een tekort aan landarbeiders.
De beantwoording" van deze vragen door Drs.
Verburg luidde ongeveer ik ben het met de
vragensteller eens dat opname van het teveel aan
landarbeiders door de industrie mogelijk en nodig
is". Drs. Verburg blijkt dus van mening te zijn dat
er in de toekomst een teveel aan arbeidskrachten
voor de landbouw in Noord-Beveland aanwezig zal
zijn.
Is men het met deze redenering van de heer Ver
burg eens, dan heeft men dus teveel arbeiders en
zal men zich moeten aanpassen aan een verminde
ring. Is men het er niet mee eens, dan loopt men
straks de kans een gevoelig tekort te hebben.
Hiermee wordt alleen maar gezegd dat, hoe dan
ook, aanpassing nodig is. Dat het overwegen van
deze problemen verder gaat dan mechanisatie
en wat dies meer zij, is duidelijk. Eigen arbeid
van de boer, opleiding van de kinderen, ja zelfs
bedrijfsopvolging komen hier in het geding.
Aangezien naar onze mening op deze avond de
•noodzakelijke aanpassing van de landbouw onvol
doende ter sprake kwam, menen wij er goed aan
te doen dit onvermijdelijke probleem aan onze
lezers voor te leggen.
Bedrijfs-economische Afdeling
Boekhoudbureau Z.L.M.,
Ir. I. B. WARMENHOVEN.
(Advertentie.)
voor late zaai
(na bietenoogstj
het aangewezen ras.
CENTRAAL BUREAU,
«tiwctfnjrtïrt;:, ,'norrJuJ fis, «omnfe*
BEDRIJFSECONOMIE (LIII).
N afwijking van de in schets L. gegeven volgorde
willen we ditmaal aandacht schenken aan de
proportionele kosten,
progressieve kosten en
degressieve kosten.
Bij de behandeling der constante en variabele
kosten in No. LI gaven wij in een grafische voor
stelling het verloop dezer kosten weer. Eenvoudig-
heidshalve zagen wij daarbij af van enkele moge
lijke complicaties die zich hier kunnen voordoen en
ook zeer vaak voorkomen.
Zowel de rechte lijn der variabele kosten als de
trapsgewijze gevormde curve der constante kosten
vormen een vooi-beeld van proportionele kosten.
Immers bij elke vergroting van de produktie stij
gen de kosten met een gelijk bedrag. Bij de rechte
lijn doorlopend (continu), bij de curve sprongsge
wijze (discontinu).
We zullen nu een voorbeeld geven van progres
sieve kosten.
Stel dat beschikbaar zijn de volgende gegevens:
Produktie Materiaalkosten Loonkosten
1.000 kg 2.000.— ƒ1.000,—
6000
5000
4000
3000
2000
1000
2.000
3.000
4.000
5.000
4.000,—
6.000.—
8.000,—
10.000,—
2.100,—
3.300,—
4.600,—
6.500,—
V,
C
D
0
1000 2000 3000 4000 5000
De materiaalkosten zijn proportioneel n.l. steeds
2,per kg. De loonkosten zijn progressief n.l.
achtereenvolgens 1,1,05; 1,10; 1,15 en
1,20 per kg.
U een voorbeeld van degressieve kosten:
Produktie
1.000 kg
2.000
3.000
4.000
5.000
3Iateriaalkosten
2.000,—
3.900,—
5.700,—
7.200,—
8.500,—
Loonkosten
1.000
1.900,-
2.700,—
3 500,—
4.250,—
Zowel de materiaalkosten als de loonkosten zijn
degressief n.l. materiaalkosten resp. ƒ2,ƒ1,95;
1,90; ƒ1,80 en 1,70 per kg. De oorzaak hiervan
kan gelegen zijn in de inkoop van groter hoeveel
heden met als gevolg korting op de inkoopprijs en
vrachtreductie bij vervoer in groter hoeveelheden.
De loonkosten bedragen per kg resp. 1,
ƒ0,95; ƒ0,90; 0.87'A en ƒ0,85.
In dit voorbeeld valt op dat de mate der degressie
toeneemt voor de materiaalkosten en toeneemt
voor de loonkosten.
Voor materiaalkosten bedraagt de daling bij de
eerste twee produktieverhogingen 5 ct per kg en
voor de laatste twee verhogingen 10 cent per kg,
voor de loonkosten zijn deze cijfers tweemaal 5 ct
per kg en tweemaal 2Yz ct per kg.
Progressieve kosten zijn dus die kosten, welke bij
toenemende produktieomvang een verhoudingsge
wijze steeds sterker stijgend verloop vertonen.
Degressieve kosten zijn die kosten welke bij toe
nemende produktieomvang een verhoudingsgewijze
steeds minder sterk stijgend verloop vertonen.
In beeld gebracht met betrekking tot de variabele
kosten kunnen we dus de proportionele, de progres
sieve en de degressieve kosten als in de grafiek
voorstellen. De lijn A-C geeft daarin het verloop
weer der proportionele kosten n.l. 1,— per kg,
de lijn A-B die der progressieve loonkosten uit de
eerste tabel hierboven en de lijn A-D die der degres
sieve loonkosten uit de tweede tabel hierboven.
Een grondige kennis van de wijze waarop de ver
schillende kosten op produktie-omvang en bedrijfs-
drukte reageren is voor iedere onderneming van
zeer groot belang.
B. MEIJERS
Directeur Boekhoudbureau Z. L. M.