<*Uoor de <^Orouw GOEDE VERLICHTING f VAN HET PLATTELAND Gezellig en niet duur 730 De uitstraling van het licht naar het plafond en de wanden is zó minimaal, dat over het algemeen slechts een verlichtingssterkte wordt bereikt van rond de 8 lux. Als wij dan de verlichtingssterkte op de tafel beschouwen, waar het licht ook weer eerst door een blende moet komen is het niet te verwonde ren, dat er op de tafel, die onder de lamp staat, maar 30 tot 40 lux is. Deze lampekappen zijn na een jaar ook nog altijd verkleurd en stoffig, want zelfs bij de meest propere huisvrouw wordt over het algemeen de lampekap stiefmoederlijk behan deld. Deze verwaarlozing van onze verlichtings bronnen is voor een groot deel te wijten aan de dikwijls minder goede keuze bij de aanschaf. Armaturen met veel krullen, snijwerk, richels, strikken, goudband en fluweel leveren veel moei lijkheden op. Daarentegen zal de eenvoudige strakke lampekap, zoals op bovenstaande afbeel ding, gemakkelijker zijn in het onderhoud.. PEN oud spreekwoord zegt dat over smaak niet valt te twisten. Maar wanneer U een lampe kap aanschaft laat U dan niet alleen leiden door uw smaak, maar ook door praktische overwegin gen. Dit geldt natuurlijk ook voor schemerlam pen, leeslampen, wandlampen enz. Een punt waarop U bij aanschaf ook moet let ten komt tot uitdrukking bij onderstaand teke ningetje. Daar zj^t men een goed model huiska merlamp afgebeeld. Zittend aan de smalle kant van de tafel, kunt U niet door de gloeilamp ver blind worden. Door de vorm van de kap wordt het meeste licht op de tafel gericht, terwijl door de lichte kleding en de open bovenkant voldoen de licht op muren en plafond valt. Is de lampe kap echter van stof gemaakt en van boven dicht en lopen de plooien wijd uiteen dan wordt U# gezeten aan de smalle kant van de tafel, door de gloeilamp verblind. Door de vorm van de kap valt er veel i JL licht op tafel, maar het overige deel J H"4. van de kamer is in het donker gehuld. VT'"' v? Op de vele plooien en randjes blijft stof hangen, dat moei- M lijk te Verwijderen is. Kies de lampe- vmi kap ook zo groot, *3 T dat hier zeker een v IgÉraL gloeilamp van 150 W in kan zonder dat ,-V. de kleding gaat schroeien, want voor het middenlicht moeten wij toch minstens een van 150 W gebruiken. In een slaap- of kinderkamer moet de kap aan de onderkant altijd afgeschermd worden. Anders kijkt U liggend in bed in de lichtbron. Voor het afsluiten van een dergelijke kap, kan men het beste een rooster of matglas gebruiken. W/"IJ mebben het nu gehad over de verlichting in de huiskamer, maar wij willen hier toch ook wijzen op het grote belang van een goede ver lichting voor het vlug en gemakkelijk werken in de keuken. Bij het fornuis, voor de gootsteen en het aanrecht en soms bij de keukentafel is de aandacht sterk op het werk gevestigd. Het is logisch, dat daar het meeste licht wordt gebracht. Men kan hiertoe boven deze plaatsen een extra lichtbron laten aanbrengen. Dit is ech ter niet de eenvoudigste oplossing. Aangezien de steld in verband met de sfeer minder hoog zijn, steld in verabnd met de sfeer minder hoog zijn, kan men hier eenvoudiger een „TL"-fluorescen- tielamp aanbrengen. Wanneer de wanden licht van kleur zijn voldoet een TL-buislamp van 40 W, kleur 32, bijzonder goed. In ons klimaat wordt ongeveer een derde van de dag doorgebracht bij kunstlicht. Hiermede kunnen wij het daglicht niet gelijkwaardig ver vangen. Tracht het echter zo goed mogelijk te vervangen want goed licht brengt gezelligheid in huis, de inrichting komt beter tot haar recht en het is economisch. Bij de afdeling Voorlichting van de P.Z.E.M. te Middelburg zijn op aanvraag verkrijgbaarhet boekje Goede huisverlichting" gratis en het vouwblad „Goed licht in huis" a 15 cent. Te be stellen per briefkaart waarop naast de benodigde port het verschuldigde bedrag aan postzegels is bijgeplakt. TJET streven van de mens om zijn donkere om- geving te verlichten is reeds zeer oud. Men neemt aan dat ongeveer 8000 jaar geleden, de men sen voor 't eerst gebruik maakten van open vuur om hun holen te verlichten. Via brandende spaanders van harsrijke houtsoorten, olielampjes, gaslampen en elektriche gloeilampen is men ge komen tot de tegenwoordige verlichtingsmetho den. De kennis over de invloed van het kunstlicht op de mens en zijn werk is pas ontstaan door de studie die men in de laatste jaren hiervan ge maakt heeft. Uit de hierdoor „aan het licht ge komen" gegevens blijkt, dat een goede verlich ting niet kon bestaan uit één of een aantal wille keurig aangebrachte lichtbronnen. Dit is zeker te begrijpen, wanneer wij ons in denken dat het kunstlicht moet dienen ter ver vanging van onze natuurlijke lichtbronde zon. Om een indruk te geven van het verschil tussen deze lichtbronnen kunnen wij zonder in techni sche details te treden toch wel een vergelijking maken, door de uitdrukking ,,lux" te gebruiken. Met deze eenheid drukken wij een verschil tussen twee of meer verlichtingssterkten uit, zoals met graden een verschil tussen temperaturen. In het volle zonlicht op een zomermiddag is de verlichtingssterkte 100.000 lux. In de schaduw van een boom hebben wij dan ongeveer nog 10.000 lux. Onder deze boom is de meest ideale verlichting, want bij een hoge verlichtingssterkte is de hel derheid toch niet hinderlijk voor onze ogen. Op diezelfde middag is het in een woonkamer of keu ken met een normaal glasoppervlak op de tafel ongeveer 500 lux. Als wij dan weten, dat over het algemeen in de huiskamers de verlichtingssterkte 's avonds op de tafel onder de lamp,meestal nog de best verlichte plaats, ongeveer 40 lux bedraagt, zult u wel met ons eens zijn, dat dit wel een slechte vervanging is van het daglicht. Brachten wij de avonden door zonder enige be zigheid, dan zou dit nog redelijk zijn. Maar bij deze verlichting moet U werken of wilt U borduren, Uw man moet hierbij het Zeeuws Landbouwblad of andere vakbladen lezen en Uw zoon of dochter studeren. Bij al deze bezigheden die de volle aan- dacht vragen komt dan nog de extra inspanning die wij van onze ogen vergen, omdat zij hun func tie moeten verrichten bij een verlichtingssterkte die ongeveer een 330ste deel bedraagt van die waar op zij van nature zijn ingesteld. Deze extra inspan ning komt de prestatie beslist niet ten goede. Na uitgebrachte proefnemingen heeft men voor een groot aantal werkzaamheden een tabel kun nen opstellen van de minimaal vereiste verlich tingssterkte, waarbij een aanvaardbare inspan ning van onze ogen wordt vereist. Voor de meest voorkomende bezigheden, welke in de huiskamer worden gedaan, zijn deze eisen als volgt: Lezen van normale druk 100200 lux; wit naaiwerk, lezen van kranten 200300 lux; tekenen en studeren 350450 lux. Wanneer wij nu echter zonder meer de hele kamer zouden gaan brengen op een verlichtings sterkte van b.v. 300 lux, is dit lichttechnisch natuurlijk ideaal. Maar er zijn ook andere eisen, die aan een goede huiskamerverlichting gesteld moeten worden, want het doel is tweeledig. De verlichting moet ook sfeer in de kamer kunnen brengen. Het luisteren naar muziek, converseren e.d. is prettiger bij een zachte verlichting dan bij een te heldere. Deze twee eisen van veel licht en weinig licht lijken volkomen met elkaar in strijd te zijn. Dit is echter niet zo, want met elektriciteit is het zeer eenvoudig om op iedere plaats waar dat nodig is, de gewenste hoeveelheid licht te brengen. De bekende schrijver Jules Verne maakte in zijn fantasie (10 jaar vóór de uitvinding van de elektrische gloeilampChiervan reeds een zo goed doordacht gebruik, dat het bijna onbegrijpe lijk is, dat men nu nog vele kamers tegenkomt waar alleen de tafel goed verlicht is. Daardoor ziet de kamer er somber en eentonig uit, met schaduwen en glimlichten naar een kant. Het hele gezin is daarbij „slaaf" van één lichtpunt. Op onderstaande afbeeling zien wij een kamer met een meer doelmatige verlichting, waardoor er meer nuttige en gezellige hoeken zijn. Behalve dat men dan in de kamer veel beter kan zien is ook de sfeer verbeterd door de andere lichtbronnen. De afwisseling van licht en donker op wanden en meubels geeft een prettige variatie, die de kamer levendig en aantrekkelijk maakt. Met deze verlichting wordt voldaan aan de eis van voldoende licht voor alle gezinsleden, terwijl de sfeer in de kamer toch behouden is. Nu zult U na het bekijken van deze afbeelding wel zeggen„maar dat is toch veel te duur". Om het tegendeel te bewijzen gaan wij uit van een kWh-prijsx van 9 cent. Dit wil zeggen, dat een gloeilamp van 100 W 10 uur kan branden voor 9 cent, want een kWh is gelijk aan 10000 Wh en is het produkt van vermogen (hier 100 watt) maal de brandtijd (hier 10 uur). Wanneer wij nu een berekening opzetten voor de kamer van afbeel ding 2 krijgen wij het volgende 600 Wh 300 Wh 240 Wh 200 Wh 360 Wh Middenlicht 1 lamp 150 watt 4 uur Schemerlamp 1 lamp 75 watt 4 uur Schemerlamp 1 lamp 60 watt 4 uur Bureaulamp 1 lamp 100 watt 2 uur Wandlamp 2 lamp 40 watt 4 uur Totaal 1700 Wh Deze doelmatige verlichting met een verbruik van 17Q0 Wh of 1,7 kWh kost dus op één avond: 1,7 x 9 cent 15,3 cent. Als wij dit bedrag vergelijken met de kosten van kopjes thee of koffie, koekjes, rookgerei e.d. (voor een gezin van 5 personen ongeveer ƒ1,— per avond) die wij heel normaal vinden, kunnen wij toch moeilijk van duur spreken. En nu is er voor 15 cent genoeg licht en ruimte voor allen om te doen waar zij zin in hebben. Weet U wat wel duur is? Het gebruiken van ornamenten Armaturen, die dikwijls fraai ver sierd zijn en veelal van donker perkament zijn gemaakt, zijn lichttechnisch zeer oneconomisch.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 6