DEZE WEEK ZATERDAG 30 NOVEMBER 1957. varzicRt Zitdagen Boekhoud- bureau De ALGEMENE VERGADERING No. 2405. Frankering bij abonnement: Terneuzen 45e Jaargang: ZEFUWS LANDBOUWBLAD waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPI) de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND TN de grote vergaderzaal van het Hoofdproduktschap voor Akker- bouwprodukten maakten wij een ge deelte mee van de openbare vergade ring van het Bestuur van het Land bouwschap. Begroting Landbouwschap 1958. TN dit gedeelte werd de begroting A voor het jaar 1958 behandeld en de besprekingen hierover leken ons belangwekkend genoeg, om deze voor ons blad te verslaan. Er is immers in den lande enige deining over de door deze Publiekrechtelijk Bedrijfs organisatie rondgezonden aanslagen, die, zoals wij enige weken geleden uitvoerig hebben uiteengezet, door allerlei omstandigheden hoog uitvie len. Het spreekt vanzelve, dat ons, juist gedurende de laatste weken, heel wat vragen van leden der Z. L. M. bereik ten, die allen neerkomen op deze grondgedachte: worden de heffingen zuinig en doelmatig gebruikt. Zoals men weet. is het bestuur van het Landbouwschap samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie land bouw- en van de drie landarbeiders organisaties. Het is voor al hun taak om toe le zien, dat de vraag over de doeltreffendheid in beves tigende zin kan worden beantwoord. Vandaar, dat wij met bijzondere belangstelling naar hun opmer kingen bii de behandeling van de be groting 1958 luisterden, omdat, even als dit in de Tweede en Eerste Kamer het geval is, de beste gelegenheid om wensen naar voren te brengen de begrotingsbehandeling is. Het uitblijven van een beslissing. TJ ET waren voornamelijk vertegen- AJ- woordigers van de landbouw organisaties. die hun stem lieten horen. In de eerste plaats werd het ten zeerste betreurd, dat de beslis sing over het percentage van de aan de standsorganisatie betaalde contri butie, dat op de heffing in mindering mag worden gebracht, nog steeds niet genomen is door de Kroon, al hoewel het advies van de Raad van State er reeds is. Er moet derhalve nog een terugbetaling op het voor 1957 geheven bedrag plaats vinden, hetgeen extra werk, en dus extra kosten, met zich brengen zal. Een en ander, waaraan het Landbouwschap geen schuld heeft, heeft bij de boeren een slechte indruk gemaakt en het werkt er niet toe mee het vertrouwen in de P. B. O. te versterken. Wij zijn verheugd, dat dit krachtig is gezegd, want wij weten uit de praktijk maar al te goed, dat dit een waarheid als een koe is. Versterking van het vertrouwen in de P. B. O.-ge- dachte is dringend nodig, wil de gehele ontwikkeling van dit soort publiekrechtelijke lichamen verder voortgang vinden. In de industriële sectpr is al reeds een behoorlijke achterstand ontstaan. De bereidheid om P. B. O.'s op te richten is hier van de kant van de werkgevers practisch nihil. Bij de behandeling van de be groting van Binnenlandse Zaken, P. B. O. en Bezitsvorming. Is dit duidelijk aan den dag getreden. In de Land bouw, waar men wèl is overgegaan tot de omzetting van het vrijwillige orgaan van samenwerking, dat men in de vorm van de Stichting voor de Landbouw had opgebouwd, in een P. B. O., geeft de ontwikkeling tot heden toe, weinig aanleiding tot opti misme. De zaak leeft weinig of niet onder de boeren, ondanks het feit, dat er van de kant van de Landbouw organisaties ruim voldoende voorlich ting op vergaderingen en in de landbouwbladen is gepleegd. Wij stellen dit met nadruk vast, omdat van de kant van het Landbouwschap wel be weerd wordt, dat de voorlichting on voldoende zou geweest zijn. Wie ech ter kennis neemt van de vele artike len en van de vele spreekbeurten, aan dit onderwerp in het verleden ge wijd, weet wel beter, tiet uitblijven van de beslissing over -het aftrek percentage is van de Minister van Binnenlandse Zaken bepaaldelijk een slechte beurt, want juist hij wil de ontwikkeling van de P. B. O.'s bevor deren. Een beoordeling moeilijk. E tweede opmerking, die in het be- bestuur van het Landbouwschap gehoord werd, was, dat de beoordeling van dé begroting, die uiteraard een lijvig stuk is, moeilijk is. Gepleit werd voor de instelling van een beoorde lingscommissie ot een financiële com missie, die advies aan het bestuur Ttfdens de Algemene Vergadering; van het K. N. L. C. op 22 nov. jl. te Scheveningen deed de voorzitter, Ir C. S. Knottnerus in zijn ope ningsrede, een dringend beroep op de regering, snel maatregelen te ne men. De onzekerheid waarin de landbouw thans verkeert is haast nog funester voor de stemming onder de boe ren dan een eventuele ongimstige beslissing. Op pagina 727 besteden wij aandacht aan de ope ningsrede van de voor zitter van het K. N. L. C. zou moeten uitbrengen. Hoewel dit voorstel door sommigen bestreden werd onder het motief, dat het finan ciële beleid van het Landbouwschap door het gehelè bestuur gevoerd moet worden en niet door een commissie, zijn wij van mening, dat een advies commissie over een zo belangrijk onderwerp als besteding van de hef- fingsgelden, wel degelijk ernstige overweging verdient. Ook de Tweede en Eerste Kamer hebben voor de belangrijkste onder werpen vaste commissies uit hun midden. Deze bestuderen deze onder werpen extra en brengen als het ware ook advies uit. Zo kan het hier ook. De beslissing, en dus het beleid, blijft vanzelfsprekend aan het be stuur. Maar voor een werkelijke be oordeling van de verschillende pos ten is een aparte studie nodig en dit nu kan over het algemeen niet be hoorlijk tot zijn recht komen in een bestuur van 24 mensen. Het spreekt vanzelve, dat in de vergadering weid HULST: Maandag 2 dec. in hotel ,,De Graanbeurs". WISSENKERKE: Woensdag 4 dec. in hotel ,,De Kroon". TERNEUZEN: Woensdag 4 dec. in hotel „Des Pays Bas". KOUDEKERKE: Woensdag 4 dec. in hotel „Nieuw Walcheren" van 9.00 uur tot 1.30 uur. OOSTBURG: Woensdag 4 dec. in café „De Windt". ZIERIKZEE: Donderdag 5 dec. in hotel „Huis van Nassau". MIDDELBURG: Donderdag 5 dec. in café „De Eendracht", van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij zal gehouden worden op maandag 16 december 1957 's nam., om 1.45 uur in de „PRINS VAN ORANJE" te GOES. Agenda: 1. Opening en openingsrede door de Voorzitter. 2. Notulen van de Algemene Vergadering van 4 juli 1957. 3. Mededelingen en ingekomen stukken. 4. Begroting 1958 en contributievaststelling 1958. De begroting werd aan de Afdelingen toegezonden. 5. Rondvraag. 6. Inleiding door de Hoogedelgestrenge Heer dr. J. LINTHORST HOMAN, raadsadviseur in algemene dienst, over het onder werp: Euromarkt, Vrijhandelszone en de Landbouw. 7. Gedachtenwisseling. 8. Sluiting. Namens het Hoofdbestuur der Z. L. M.: M. A. GEUZE, Voorzitter. J. F. G. SCHLINGEMANN, Secretaris. opgemerkt, dat het Dagelijks Bestuur van het Landbouwschap, bestaande uit de zes voorzitters der landelijke organisaties en iedere week bijeen komende. mans genoeg is om de be groting te beoordelen. Maar het zijn juist deze „grote zes", die uit hooide van hun functie zó druk bezet zijn, dat ook zij met een gedegen advies zeker gediend zouden zijn. Drie belangrijke posten. T)E heer Knottnerus (K.N.L.C.) ves- tigde er de aandacht op, dat de begroting van het Landbouwschap voornamelijk uit drie grote posten bestaat. Daar zijn in de eerste plaats de subsidies aan organisaties en in stellingen, die in het belang van de Landbouw werkzaam zijn. Wij noe men als voorbeelden het Landbouw- Economisch Instituut (L. E. I.), Ned. Vereniging voor Landaanwinning, Me- chanisatie-centrum, Peulvruchten Stu die Combinatie, Commissie Kweken van aardappelrassen, Plantenziekten- kundig Onderzoek, Bodemkartering, Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie, Onderzoek in Akker bouwsector, Veehouderij-sector, Sec tor Tuinbouw, Pluimveeteelt-sector, enz. Veel van het werk van deze orga nisaties, instituten en verenigingen is onmisbaar voor de Landbouw, wil deze tenminste zijn plaats nationaal en internationaal blijven behouden. En dit is in het directe belang van de boerenstand. Toch menen wij met Ir Knottnerus, dat zeker advies aan het bestuur van het Landbouwschap nodig is over de vraag wie voor subsidie in aanmerking komt en hoe hoog de subsidiebedragen moeten zijn. Een zeer groot deel van het bedrag, dat door de subsidies wordt opge slokt, is nodig om de helft van de uitgaven van het L. E. I. te betalen. Zoals men weet betaalt de Overheid de andere helft. De tweede grote post betreft de kosten van het Centrale landelijke apparaat. Dit apparaat verricht on getwijfeld voortreffelijk werk. Daar- Zie verder Volgende pagina - - --««KV,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 1