Van Boerderij en Organisatie 716 THOLEN EN ST. PHILIPSLAND. 18 november. De gunstige weersomstandigheden van de laatste weken hebben er toe bijgedra gen, dat de werkzaamheden op het land behoorlijk vlot verlopen. De achterstand die we tijdens de aardappeloogst hebben opgelopen is een heel eind ingehaald, en we mogen eigenlijk wel constateren dat praktisch niemand meer in het achtergat zit De bieten zijn vlug geruimd; het machi naal rooien neemt steeds toe. en de laatste weken hebben de bietenoogstmachines heel wat en bovendien goed werk kunnen verrichten. De arbeidstop die we vroeger ook in de bietencampagne nog wel' eens mee konden maken, behoort nu wel tot het verleden. Een logische conclusie in dit verband zou zijn dat de zwarte lonen nu ook een beetje minder zwart zouden worden, maar hoe paradoxaal het ook moge klinken, eerder het tegendeel lijkt ons waar. Wat dat betreft boeren we hier maar in een raar eiland. Ieder, die over Tholen praat, denkt aan arbeidsoverschot- ten en wat dies meer zij, maar wanneer men een werkkracht nodig heeft, kan men die in het geheel niet zo gemakkelijk krijgen. En wanneer men geen loon geeft dat een heel eind boven het contractloon uitgaat, welnu, dan krijgt men niemand. Een rare situatie En wie is de schuld nu van dit alles Het antwoord is heel gemakkelijk, doch tegelijkertijd heel pijnlijk om het te moeten erkennen, want dat zijn WIJ, schrijver dezes, en al zijn Thoolse collega's. Zèif zijn we de schuld daarvan en tochtoch veranderen wij dat niet, omdat we niet zien, dat we met al die hoge lonen toch geen slag meer werk gedaan krijgen, en omdat we steeds maar zo onverstandig blijven om niet MET elkaar, maar TEGEN elkaar op te trekken. Hoe lang nog Wij gunnen onze arbeiders een goede boterham, ja zelfs een goede belegde boter ham ook, maar al dat zwarte-lonen-gedoe stuit ons in hoge mate tegen de borst. Bovendien werkt dit in sterke mate de seizoenwerkeloosheid in de hand. Zodra men zo'n dure arbeidskracht maar even missen kan, gaat hij eruit en wanneer men een machine kan kopen die ondanks een grote investering, arbeidsbesparend werkt, dan is men spoedig bereid deze te nemen, omdat handkracht zo verschrikkelijk duur is geworden. Gemiddeld liggen de lonen hier toch zeker V3 hoger dan het normale contractloon, en misschien nog wel hoger gedurende verschillende perioden. Dit betekent dat iedere boer op de drie vaste arbeiders er met voordeel een vierde arbeider vast bij ko houden. Dit zou onze bedrijven zeker ten goede komen. Dit zou tevens een prikkel zijn om meer arbeidsintensieve gewassen te telen, wat nogmaals gunstig zou zijn vooT het z.g. arbeidsoverschot. En ook voor de arbei ders zou dit een meer bevredigingschep- pend werk zijn. Want het lijkt ons toch ook geen pretje toe om dagelijks enkele uren bij nacht en ontij in een bus te moeten hobbelen, prakr tisch geheel verstoken van de huiselijke band, om in Rotterdam of ergens anders, ver van huis, te gaan werken. Of is ons leven nu alleen maar afgestemd om zoveel mogelijk geld op te strijken SCHOUWEN EN DUIVEL AND. De optimisten, die in november beter weer verwacht hadden, hebben nog gelijk gekregen ook. Van het droge weer is de afgelopen 14 dagen een dankbaar gebruik gemaakt. De aardappelen en de uien zijn eindelijk bijeen gebracht en van een achter stand in de bietencampagne is geen sprake. Tevens kon op bijna alle bedrijven een begin worden gemaakt met het op winter land ploegen. We hebben nog een week in november en wanneer de vorst nog even buiten de deur blijft, kunnen we misschien nog op tijd van een welver diende winterrust gaan genieten. Deze rust zal voor velen een rekbaar begrip zijn. De bewaring, en laten we hopen een eventuele aflevering, der aard appelen zal veel tijd vergen. Verder eist de verzorging van het rundvee een groot deel van de korte dagen op. Wat de voedering betreft valt het op, dat op veel bedrijven de ruwvoerpositie deze winter aan de krappe kant zal zijn. Een tekort aan het zonodige eiwit is hier van een gevolg. Duur krachtvoer bijvoe ren zal in vele gevallen noodzakelijk zijn. Melkgevende koeien, drachtige en vooral jopge dieren moeten zoveel mogelijk vol doende goed hooi krijgen. Een tekort hieraan is voor deze dieren zeer zeker funest. Wat het krachtvoer betreft, is meel het goedkoopst. Brokjes, biks of korrels zijn slechts weinig of niet duurder. Koek eist een extra bewerking en een duurder verpakking. Het gemak van koek bij voeren kost vlug lj-^—2 cent per kg krachtvoer. Welk krachtvoer is er nodig Onze vraag is alleen te beantwoorden aan de hand van het opstellen van een voeder plan. Prensvergelijking van het kracht voer is moeilijk. Hoewel koek van 34 vre b.v. duurder in prijs is, zal het door gaans goedkoper komen omdat er betrek kelijk weinig van nodig is. Toch zijn er ook gevallen waar krachtvoer van 20 a 25 vre beter op zijn plaats is. Nieuw- mclkse koeien behoeven meer krachtvoer, het verstrekken van eiwitrijke koek tot ongeveer de helft a tweederde van de krachtvoerbehoefte en de rest aanvullen in de vorm van graanmeel (gerst, haver) al of niet gemengd met soyakoek, lijnkoek enz., is dan goed mogelijk. Hoewel we de kosten aan krachtvoer zo laag mogelijk moeten houden, dient men voorzichtig te zijn met bijzonder goed koop krachtvoer, wanneer dit voeder niet onder een controlemerk verkocht wordt. Zeer terecht kunnen we zeggen'dat de bo nafide veevoederhandej zich beijvert, een goed produkt tegen redelijke prijs op uw bedrijf te brengen, maar u dient terdege na te gaan, wat het beste op uw bedrijf past! ZUID-BEVELAND. 19 november. tarwe te zaafen. Bij proeven over meer dere jaren genomen, kwam vast te staan, dac wintertarwe, na half november gezaaid, in opbrengst achter blijft bij die van op tijd gezaaide zomertarwe. Wil men echter nu nog winterwarwe zaaien, dan is het raadzaam, wat meer zaaizaad te gebruiken, omdat de uitstoeling minder wordt naar mate later wordt gezaaid. Van zomertarwe werd de laatste jr.rcn vrijwel uitsluitend het ras Peko uitgezaaid. Er kwam deze zomer vrij veel gele roest in voor hetgeen ongetwijfeld de opbrengst gedrukt heeft. Intussen heeft een nieuw ras opgang gemaakt, nl. de Carpo. Dit ras heeft tot nu toe niet van gele roest te lijden gehad, terwijl de opbrengst boven die van Peko uitkomt. Wil men dit ras uitzaaien, dan is vlug bestellen van zaai zaad aan te raden omdat de beschikbare hoeveelheid zaaizaad beperkt schijnt te zijn. Ondertussen vindt het op wintervoor- ploegen regelmatig voortgang. Vooral op de zwaardere grond worden er dit jaar hoge eisen aan ploeg, trekkrachtbron en bestuurder gesteld. De structuur van de grond is door de zachte winter en de vele regen soms zodanig, dat het moeite kost de ploeg in de grond te houden. Dat wij in ons gebied niet over goede ploegen beschikken, kan men moeilijk zeg gen. Zowel A. van Dijke als C. de Jager, hebben op de nationale ploegwedstrijd te Strijen niet teleurgesteld. Ook van deze plaats willen wij hen gaarne feliciteren met he*- behaalde resultaat. NOORD BEVELAND. 19 november. Met de bietenoogst is het de laatste weken vlot verlopen. Zowel het gunstige weer van de laatste tijd, als de mogelijk heid van machinaal rooien, zullen er toe bijdragen dat er over het algemeen geen moeilijkheden zullen voorkomen om op tijd de laatste bieten op de losplaats te hebben. Er zijn dit jaar plm. 300 ha minder bieten verbouwd dan in 1956, terwijl bovendien de opbrengst normaal blijft. Ook dit zijn redenen dat de bietenoogst minder inspanning kost dan dat wij ge wend zijn. Zowel wat de kg-opbrengst als het suikergehalte betreft is het treurig gesteld. Vooral in West-Zuid-Beveland komt de opbrengst dikwijls niet boven de 35 ton per ha, met een suikergehalte dat tussen de 14 en 15 ligt. In het oostelijk gedeelte van ons gebied ligt het wat gunstiger, maar ook hier is de opbrengst beneden normaal. Wij behoeven geen ingewikkelde be rekening te maken om te kunnen nagaan dat ook de bietenteelt dit jaar ons geen winst zal brengen. Het zijn de extensieve gewassen als granen, vlas en erwten, die over. het algemeen de beste rentabiliteit zullen geven. Op de bedrijven met een ruime personeelsbezetting en ook op de kleinere akkerbouwbedrijven nemen de hak- vruchten een belangrijke plaats in. Het laat zich aanzien dat op deze bedrijven van winst geen sprake zal zijn. Is de opbrengst en kwaliteit van aard appelen en bieten in ons gewest minder dan in andere streken van ons land, anders is dit voor de fruitteelt in ons gebied. Zowel de opbrengst als de kwaliteit \an het fruit zijn bij ons redelijk; de prij zen zijn zeer goed. 'Andere fruitteeltgebie den in ons land kunnen hiervan niet profi teren omdat er geen offbrengst is. Bij al de pessimistische geluiden die wij in onze overzichten moesten laten horen, is er althans nog één groep van bedrijven, voor wie 1957 een goed jaar is. Er zijn de laatste weken nog verschil lende percelen met wintertarwe ingezaaid. Wie thans nog tarwe wil zaaien, moet zich echter gaan afvragen of het niet verstandiger is volgend voorjaar zomer- Een lichtpuntje in dit regenrijke oogst jaar is de maand november tot nog toe. Voor dc tijd van het jaar is het prettig werken, al was het zo nu en dan wel snijdend koud. Het ploegwerk kan nu opschieten en met de afvoer van suiker bieten gaat het vlot, niet enkel door de behoorlijk droge grond, maar ook en dit is minder mooi door de lage op brengsten, waardoor er op de afleverings plaatsen bovendien minder wachttijd ver loren gaat; in sommige jaren met weinig schepen een verschrikking, omdat dan vele goede organisatieschema's radicaal in de war gestuurd worden. Een tiental volautomatische bietenrooi- machines hebben op vele bedrijven een welkome verlichting gebracht. En verder natuurlijk de bietenlichter. Als men zo over het eiland rijdt, dan merkt men al gauw, dat de één het in dit opzicht minder nauwgezet neemt dan de ander. Er zijn er, die het onderste uit de kan willen halen en als ideaal stellen een toestand, waarbij het weloude bieten- spaatje op nonactief staat. Zulks vraagt evenwel veel van een juiste stand van de lichtpennen, voorzover het pennenlich- ters betreft. Een universele stand van deze pennen, waarbij men op elke grondsoort, bij elk ras en onder alle verd-.e omstan digheden, zó zou kunnen lichten, dat inder daad het spaadje schoon kan blijven, is er niet, want steeds weer moet er ge zocht worden naar de juiste stand, elk jaar en bij elk ras. Is men dan eenmaal, waar men wilde wezen, nl. om voor alle bieten het hechte contact met de grond te hebben verbroken, dan wordt men ook be loond voor alle goede bemoeienissen, want het handwerk wordt er veel door versneld en vergemakkelijkt onder het motto „de ene biet slaat de andere schoon". Hoewel niet kan worden ontkend, dat bij werken met de bietenlichter, waarbij in elk geval het grootste gedeelte van de bieten gemakkelijk uit de grond kan wor den genomen, er inderdaad een stijging van arbeidsprestatie per man-uur valt waar te nemen vergeleken bij volledig hand werk, kan evenmin worden ontkend, dat in zulk een situatie het optimale nut van een bietenlichter niet wordt getrokken. Met de realiteit voor ogen, dat dit ideaal op de ene grond veel eerder is te be reiken dan op een andere, vooral bij moeilijk rooibare rassen, zoals b.v. Zwaanesse en Polybeta, is er hier en daar in dit opzicht toch sprake van een minder goed te begrijpen inconsequentie. Hoewel moet worden toegegeven, dat sommigen te doen hebben met door en door verstarde tradities van de kant van het personeel, waardoor bietenrooien en bietenspade nu eenmaal onafscheidelijk zijn, zijn de meest al aangehaalde motieven weinig steek houdend. Men kan zeggen, dat laden en transport van bieten grofweg 25 a 30 van de to- taxc rooitijd in beslag neemt, afhankelijk van factoren als opbrengst, weersomstan digheden en wachttijden bij de havens. Gemiddeld verreweg het grootste gedeelte hiervan komt op rekening van het laden. Het mechaniseren van het laden hier van, zou dus een niet onaanzienlijke tijds besparing kunnen betekenen, zoals wij inderdaad onlangs hebben kunnen zien, waarbij er hier op het eiland met zulk een bietenlichter werd gedeïnontreerd. Het lijkt ons toe dat hier evenzovele mogelijkheden als moeilijkheden liggen. Mogelijkheden vanwege de reël? tijds besparing, die onder gunstige omstandig heden kan worden verkregen, en moeilijk heden, omdat deze gunstige omstandigheden (zoals" b.v. voldoende droog grondopper vlak, zodat de opvoerketting niet vol- smeert), in de herfst zomaar niet te grijp liggen (zeker niet op commando), terwijl er veel aan organisatietalent wordt ge vraagd. Bovendien moeten er voldoende wagens en trekkers beschikbaar zijn, om zo efficiënt mogelijk en continu te kunnen werken. Dit laatste zou kunnen worden opge vangen door zulk een lader in combinatie te nemen en dan zoveel mogelijk met het gezamenlijke materiaal te werken. Maar dan ook het liefst een combinatie, waarbij men niet aan één leveringsplaats is ge bonden, terwijl verschillende zwaarten van grond het meest ideaal zou zijn. En tenslotte kan de meest kloppende organi satie uiteindelijk nog totaal omver worden geworpen door ongewisse wachttijden op de leveringsplaatsen. WALCHEREN. 19 november. Dc dagen zijn kort en de nachten lang en koud. Het vee dat nu nog buiten loopt zal er nu dan ook" beslist niet beter van worden. Bovendien gaat dc zode er niet op vooruit en het bijvoeren van suiker bietenkoppen en -blad gaat op stal heel wat voordeliger dan in de wei. Voor het vee is deze overgang ook altijd nogal groot, en daarom is het wel aan te bevelen om de dieren hun warme jasje maar af te doen en de stal vooral in het begin maar goed te luchten. Wat de voeding betreft zorgen de bietenkoppen er wel voor dat de over gang van groenvoer naar wintervoer heel soepel verloopt. Het voeren van grote hoeveelheden bietenkoppen en -blad is echter sterk af te raden, niet alleen vanwege de stinkende melk, maar ook omdat bij melkrijke koeien de melkgift soms zeer plotseling kan dalen. Overmaat werkt beslist schadelijk. Het weer, dat ons dit najaar al zoveel nadeel heeft bezorgd, is ons de laatste weken gunstig gestemd. De bietenoogst liep op rolletjes, alleen is de leverings mogelijkheid wel wat beperkt. Omdat de opbrengsten zo laag zijn, houdt het werk minder lang op. Algemeen is men thans bezig met het op wintervoor ploegen, wat nu uitnemend gaat en snel vordert. Voor na voor wordt er getrokken en het polderlandschap krijgt zijn winterse aanblik. Het ploegen onder deze wel zeer gunstige omstandigheden is erg aantrekkelijk en bevordert een goede structuur. In tegenstelling met een natte november, heeft de grond en vooral het bietenland, weinig te lijden. Met de afzet van de aardappelen loopt het maar slecht. Van het ras Bintje, ook van de verkochte partijen, verloopt de af levering zeer langzaam. Het is echter wel gewenst om de kuilen voor het aanbren gen van het winterdek eerst nog te sor teren en al bet ziek te verwijderen. Moge lijk kan dan nog een gedeelte van dit ziekeprodukt als veevoer worden benut»

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 8