ZATERDAG 23 NOVEMBER 1957 713 De Voorzitter zegt dat de toepassing van de werk- classificatie voor onze Zeeuwse omstandigheden nogal wat moeilijkheden meebrengt, waarvoor een oplossing gezocht moet worden. Wanneer we ons afvragen wanneer deze regeling zal ingaan is het, volgens spreker, goed te bedenken dat we in een tijd van loon- en prijsstabilisatie leven. De vraag is of de Regering bezwaren zou kunnen hebben tegen het invoeren van de werkclassificatie in de land bouw. Toepassing van deze regeling houdt n.l. een loonsverhoging over de gehele lijn in. Hij merkt «p dat naar zijn mening een loonsver hoging van ongeveer 10 in deze tijd niet te ver wezenlijken zal zijn. RAAD VOOR DE LANDBOUWVOORLICHTING. De Voorzitter geeft vervolgens het woord aan de heer J. Kakebeeke, Voorzitter van de Raad voor de Landbouwvoorlichting in Zeeland. De heer Kakebeeke, die een overzicht geeft van de samenstelling van de Raad, behandelt achter eenvolgens de verschillende zaken, waarmede de 'Raad zich tot dusverre heeft beziggehouden. Een tweetal zaken, die ons hebben beziggehouden, aldus de heer Kakebeeke, waren de verhouding tussen de bedrijfsstudiegroepen en de Raad en het Provin ciaal Onderzoekcentrum. Het Provinciaal Onder zoek Centrum is anders samengesteld dan de Voor lichtingsraad en heeft 12 bestuursleden. Dit lichaam behartigt vele zaken, waarvan genoemd mag worden de Commissie Waterbeheersing en Ontzilting, waarvoor tevens een betere financiële basis is gevonden. Voorts mag worden vermeld het voortzetten van het werk van de Technische Commissie van de vroegere Stichting v. d. Land bouw, thans de Commissie voor rationalisatie en mechanisatie genaamd, welke zich o.a. bezig houdt met demonstraties e.d. Het Provinciaal Onderzoek Centrum beweegt zich eveneens op het terrein van het streekonder- zoek, waarvoor een kracht is gedetacheerd bij het Economisch Technologisch Instituut (E. T. I.). Via een coördinerende commissie is er een contact tus sen het P. 0._C. en deze functionaris. De heer Kakebeeke deelt verder mede, dat de Raad zich bezig houdt met de intensivering van de rundveevoeding en streeft naar een regionale be richtgeving over ziekten e.d. voor de landbouw. Naast deze taken is er bemoeiing met de streek- verbeteringsplannen te Eede en de Zak van Zuid- Beveland en wordt voorlichting gegeven over de arbeidsorganisatie, waarbij met name de produk- tiviteit per man/uur wordt bestudeerd. De heer Kakebeeke deelt tenslotte mede, dat de bedrijfs- analyse op basis van de fiscale gegevens, zij het dan voorlopig alleen tot de landbouw beperkt, ook de aandacht van de Raad heeft. Daar deze materie op tuinbouwgebied zeer ingewikkeld is, wil men hier voorlopig nog geen werk van maken. De Voorzitter dankt de heer Kakebeeke voor de duidelijke en beknopte samenvatting van een zo groot aantal taken op uiteenlopend terrein, welke zonder uitzondering van groot belang voor de agra rische bedrijfstak moeten worden genoemd. Met name de bedrijfsvergelijking acht de voor- zit ter, vooral op wat langere termijn bezien van groot gewicht. Met betrekking tot door de heer Haenen ver- strekte gegevens inzake de cijfers van de L. E. I.- proefbedrijven zegt de Voorzitter, dat hieruit wel duidelijk is gebleken, dat men in liet Zuid-Westen van ons land de laatste jaren wel snel is achter uitgegaan. De heer F. de Groene acht het gewenst in over weging te nemen of het instellen van regionale werkgroepen voor bepaalde gewassen, bijvoorbeeld voor suikerbieten en aardappelen, een nuttig effect zou kunnen epleveren. De Voorzitter zegt, dat de door de Z. L. M. inge stelde brouwgerstcommissie in feite aan het door de heer De Groene beoogde doel beantwoordt. Spreker acht het gewenst, dat het Dagelijks Bestuur de suggestie van de heer De Groene nader bestudeert AKKERBOUW. De Voorzitter verzoekt de heer J. B. Becu die inmiddels na een bespreking met de Plantenziek- tenkundige Dienst te Wageningen ter vergadering is gekomen, nadere mededelingen te doen. AARDAPPELEN. De heer J. B. Becu geeft een kort overzicht van -de besprekingen over de aardappelsituatie, welke de laatste weken hebben geresulteerd in het onder houd met de P. D. in Wageningen. In deze bespre kingen is aangevoerd, dat men in het afgelopen jaar veel tegenslag met de aardappelen heeft gehad en dat vooral met het ras Bintje de resul taten zeer zijn tegengevallen. De heer Becu zegt, dat het onderhoud nog geen resultaten heeft opge leverd. De P. D. is op dit moment niet bereid een hoger percentage „glas" bij exportpartijen toe te staan clan tot nog toe. Wel werd overeengekomen de kwestie nog deze week te bespreken bij de Directeur-Generaal v. d. Landbouw. Dezelfde com missie, die de besprekingen te Wageningen voerde zal opnieuw trachten verbetering te verkrijgen. De Voorzitter deelt mede, dat in de hedenmorgen gehouden vergadering van het Dagelijks Bestuur naar voren is gebracht, dat de Plantenziekten- kundige Dienst in eerste aanleg een controleappa raat is voor aekten in de produkten en niet voor de kwaliteit van het betreffende produkt. De gla zigheid in de aardappelen is geen ziekte, waarbij bovendien komt, dat men in het buitenland geheel andere eisen aan de hoedanigheden van de aardap pelen stelt dan in Nederland. De Voorzitter wijst er op, dat de P. D. tot 17 oktober mildere eisen ten aanzien van de kwaliteit schijnt te hebben gesteld dan na die datum. De heer Becu kan dit bevestigen en wijst erop, dat de uitvoering aanvankelijk ter beoordeling van lagere ambtenaren is gelaten. De heer F. P. de Kubber meent op grond van verschillende inlichtingen, dat de Minister geheel onwillig is export toe te laten. De heer F. de Groene is het eens met de voor zitter dat er een surplus is, doch zegt dat men zich ook moet realiseren, dat de rest van de aardappe len in het binnenland ook tegen lage prijzen van de hand zal moeten worden gedaan, wanneer de export verder belemmerd wordt. Spreker wijst op het feit, dat exporteurs aard appelen uit Frankrijk aankopen en naar Zweden exporteren, die even glazig zijn als ons produkt. Voorts weet men bij de P. D. zeer goed, aldus de heer De Groene, dat er in Zeeland nog een behoor lijk kwantum aanwezig is, dat voor export in aan merking komt. Het vraagstuk van een juiste voor- raadbepaling doet zich ook hier weer gevoelen. De Voorzitter zegt het met de heer De Groene eens te zijn, dat op zeer korte termijn een beslis sing zal moeten vallen. Het bestuur zal dan ook alle ten dienste staande middelen aanwenden om een voor de landbouw zo goed mogelijk resultaat in deze aardappelaffaire te bereiken. De heer G. M. F. Bom, terugkerende op de aard appelkwestie, geeft de vergadering in over weging bij een negatief resultaat van de besprekin gen met de Directeur-Generaal, een demonstratieve of, zo men wil een instructieve vergadering te beleggen. De Voorzitter zou liever de voorkeur geven aan een audiëntie bij de Minister, waarbij een niet te klein aantal deskundigen en praktici aanwezig moet zijn. TARWE. De kwaliteit van de tarwe is dit seizoen niet te best; er komt nogal wat schot voor. Door de drang de tarwe maar zo vlug mogelijk af te leveren, werd de markt overvoerd, waardoor de telers niet aan hun trek konden komen. Om deze redenen kwam het A. V. A. aan de markt, waardoor de garantieprijs meer benaderd kon wor den,hoewel niet elke handelaar bereid schijnt te zijn partijen, die voor het A. V. A. be stemd zijn, te verhandelen. Het ligt nu in de be doeling het mengpercentage op te voeren-tot 35 De les die we uit deze afzetmoeilijkheden kunnen trekken, is volgens de heer Becu, dat het zaak is de afzet zoveel mogelijk te spreiden. Bij besprekin gen over de garantieprijs voor 1958 is de indruk naar voren gekomen, dat deze iets hoger zal zijn dan in 1957. VOEDERGRANEN. Direkt na de oogst werd ook de voedergraan- markt overvoerd, met alle gevolgen van dien. Ook hieruit blijkt dat een goede spreiding van de afzet een eerste vereiste is. Door de Minister werd toegezegd het A. V. A. aan de markt te laten komen. Later bleek dit ech ter niet meer nodig te zijn, daar de prijzen intussen waren aangetrokken. De vraag is gesteld of het met het oog op een goede afzetspreiding niet noodzakelijk zou zijn ook voor de voedergranen een staffel toe te passen, waarin dan de bewaarvergoeding tot uitdrukking komt. Bij nadere beschouwing bleek deze regeling echter onuitvoerbaar, daar de middenprijs in de cember zou moeten vallen. In augustus zou dus de prijs beneden deze middenprijs moeten liggen met de nodige moeilijkheden voor de telers, terwijl de aprilprijs boven de middenprijs zou moeten liggen, wat weer moeilijkheden zou opleveren voor de vee houderij. Spreker heeft de indruk, dat de weerstand tegen de monopolieheffingen wel iets is afgenomen, daar nu meer consequent de restitutieregeling bij export voor de veehouderijsector wordt toegepast. SUIKERBIETEN. Zoals algemeen bekend heeft de Hoofdafdeling Akkërbouw van het Landbouwschap indertijd be sloten om een twee-prijzenstelsel voor de suiker bieten in te voeren. Uitdrukkelijk zij er op gewezen dat de Z. L. M. bij monde van de neer E. Becu zich steeds tegen dit systeem verzet heeft. De natuur heeft nu be wezen en nog eens onderstreept hoe verkeerd een dergelijk systeem is. Het is de bedoeling voor het Oldambt, de Veen koloniën en het zand een toeslag op de bieten te geven. Onder de regeling, vrij van aftrek maar ook geen toeslag zullen de gebieden vallen in de noor delijke bouwstreek, een gedeelte van Schouwen en Duiveland, de verdrogende gebieden rond de Braak man en de lössgebieden in Limburg. Alle andere gebieden zullen onder de aftrek vallen. Spreker wijst er op, dat het van groot belang is dat de garantieprijs voor 1958 zo vlug mogelijk be kend wordt gemaakt. De gemiddelde kostprijs wordt opgebouwd op de gegevens uit 4 streken nl. de Noordelijke bouwstreek, het Oldambt, de Veen koloniën en het Zuid-westelijk zeekleigebied. Men gaat uit van opbrengsten van 41.000 kg in de Noordelijke bouwstreek, 38.500 kg in de Veen- kooiniën en 49.000 kg in het Zuid-westelijk zeeklei gebied. Dit zijn 5 jaarlijkse gemiddelden. Bij de weging van de kostprijs worden de ge gevens van het zuidwesten met 20 vermenigvul digd, die van het Oldambt met 1 en die van de an dere gebieden met 3. De gemiddelde suikerbieten opbrengst bedraagt dan voor Nederland 46.000 kg per ha. Al de bovenstaande gegevens zijn ontleend aan L. E. I.-cijfers. Uit gegevens van het Instituut voor Rationele Suikerproduktie blijkt echter dat voor het Zuid- westelijk zeekleigebied de gemiddelde suikerbieten opbrengst over; de laatste 10 jaar 42.700 kg de laatste 5 jaar 43.400 kg bedraagt. De nodige aandacht voor deze kostprijsbereke ningen is t.an ook zeer gewenst. De heer J. A. Stols kan zich niet verenigen met de opbrengstcijfers van de suikerbieten en vraagt of het hier slechts ramingen betreft. De Voorzitter antwoordt, dat het hier de gemid delde gegevens betreft van een groep L. E. I.- bedrijven in Zuid-west Nederland. Daar deze ge gevens wat opbrengst per ha en suikergehalte aan gaat, veel van de praktijkgegevens afweken, heeft de heer Becu zich in verbinding gesteld met het Instituut te Bergen op Zoom, dat heel wat lagere cijfers heelt verstrekt De vergadering is unaniem van oordeel, dat deze gemiddelde opbrengstcijfers van het L. E. I. aan- zienlijk te hoog liggen. Veel meer waarde wordt toegekend aan de cijfers van het Instituut. Deze benaderen de praktijk. De heer J. B. Becu zegt, dat de keuze van de z.g. L. E. I.-bedrijven een heel moeilijk punt is, doen dat de landoouw dit werk toch niet meer zal kun nen missen. Men dient niet te vergeten, dat alles, dus ook de z.g. zwarte lonen, worden doorberekend. Het is wel noodzakelijk, dat ook weer bedrijven uit de inundaliegebieden worden opgenomen. De heer C. S. Knottnerus, die de vergadering gaat verlaten, dankt ae voorzitter en het bestuur voor de gelegenheid de vergaderingen van het dagelijks- en hoofdbestuur bij te kunnen wonen. Spreker acht het van groot belang nader met de problemen van de verschillende maatschappijen kennis te kunnen maken. De landbouw maakt een moeilijk jaar door, aldus de heer Knottnerus en wij dienen ie beseffen, dat onze onderhandelingspositie niet gemakkelijk is. Enerzijds is reeds enkele malen een beroep op de Overheid gedaan, o.a. ten aanzien van de nacht- vorstschade en anderzijds streeft deze Overheid er naar het indexcijfer niet te laten stijgen. Dat de produkten uit de agrarische sector niet zulk een grote invloed op dit indexcijfer uitoefenen mag niet worden ontkend, doch dit neemt niet weg, dat voordelen dit jaar moeilijk te realiseren zijn. De heer Knottnerus is niet bij voorbaat van het nut van een demonstratieve vergadering overtuigd, omdat deze reeds in 1956 heeft plaatsgehad. Men moet er voor waken in dit opzicht in herhalingen te vervallen, daar het effect dan vrij miniem zal zijn. Met een beroep op het bestuur het nut van een goede organisatie zoveel mogelijk naar onderen uit te dragen en een opwekking de algemene vergade ring van het K. N. L. C. te bezoeken, besluit rie heer Knottnerus zijn korte toespraak. GELDLENINGEN. Het Hoofdbestuur verleent voorts goedkeuring aan een door de voorzitter en secretaris op 14-2-57 gesloten kasgeldlening ten bedrage van 125.000,— met de gemeente Zierikzee (rente 5 ter finan ciering van de meerkosten der nieuwbouw land- bouwhuishoudschool te Zierikzee. Deze lening zal, zodra mogelijk, worden omgezet in een vaste lening. Vervolgens verleent het hoofdbestuur zijn goed keuring aan een op 15-8-57 gesloten overeenkomst van geldlening ad 45.000,met de Algemene Zeeuwse Verzekering Mij te Middelburg, rente 4 bereidstellingsprovisie aflossing in 15 jaar lijkse termijnen, ter financiering van de kosten voor aankoop grond te Oostkapelle en inventaris aankopen ten behoeve van de landbouwhuishoud- scholen te Oostkapelle en Haamstede! Deze lenin gen zijn aangegaan onder Rijksgarantie. BENOEMINGEN EN ONTSLAGVERLENINGEN. Het Hoofdbestuur hecht zijn goedkeuring aan de vermelde benoemingen en ontslagverleningen bij het Land- en Tuinbouwonderwijs en het Land- bouwhuishoudonderwijs. OVERZICHT CURSUSSEN. Het overzicht der land- en tuinbouwcursussen geeft de vergadering geen aanleiding tot op- of aanmerkingen. OVERZICHT LANDBOUWHUISIIOUD- O N DE R WIJS Een overzicht van de stand van zaken bij het landbouwhuishoudonderwijs geeft het bestuur eveneens geen reden tot commentaar. Zie verder volgende pégina V i; l

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 5