RADIO
OVER ZIEKTEBESTRIJDING
EN EEN LEERZAAM JAARVERSLAG
Onder de
Tuinbouwlantaarn
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1957
719
"LJET feit dat we vorige week vrijdagavond voor
het C.J.M.V.-gebouw in Kapelle negentien
auto's van fruitkwekers telden, heeft op zichzelf
natuurlijk niets te maken met ziektebestrijding in
de fruitteelt. De bezitters van die auto's en zij
die meegekomen waren, hadden dat echter wel.
Dat waren de kwekers die hier bijeengekomen
waren op een regionale N.F.O.-vergadering om met
de heren J. Hertgers, van de P.D., en P. Huissen, van
de Tuinbouwvoorlichtingsdienst, te spreken over
deze zaken. Omdat er voor deze vergadering zulk een
grote belangstelling was en omdat de ziektebestrij
ding in de fruitteelt een zeer belangrijk punt is, wil
len wij er deze week- enkele opmerkingen over
maken.
Dat willen wij ook doen over het jaarverslag over
1956 van het proefstation voor de fruitteelt in de
volle grond te Wilhelminadorp, dat ons dezer dagen
werd toegezonden. Hierover straks meer.
Eerst iets over de ziektebestrijding.
EEN GROOT PROBLEEM
KLS ons in Kapelle iets duidelijk is geworden, dan
is het wel de enorme omvang van het probleem
van de ziektebestrijding in de fruitteelt.
Dat werd alleen al bewezen door de zeer grote
opkomst. Om in deze tijd op een regionale vergade
ring 150 mensen op een avond bijeen te brengen, is
toch beslist wel een prestatie. Dat werd nog duide
lijker toen de heren Hertgers en Huissen spraken
over enkele ervaringen in het afgelopen jaar en
verwachtingen voor het nieuwe jaar, alsmede ad
viezen hiervoor. Omdat alle nieuwe middelen nog
niet helemaal klaar zijn in de proeven, was het
nog niet mogelijk een volledig uitgewerkt pro
gramma voor de ziektebestrijding te geven. Zodra dit
is verschenen hopen wij er op terug te komen. Daar
om moeten wij ons nu beperken tot enkele alge
mene opmerkingen, daarbij de hoop uitsprekende,
dat ze aanleiding mogen zijn tot uitvoeriger gedach-
tenwisseling in groter of kleiner kringen waar fruit
kwekers bij elkaar komen.
MEELDAUW EN SPINT
VWEE onderwerpen werden in Kapelle uitvoerig
A besproken. Het waren de meeldauw en het
fruitspint. Twee ziekten in de fruitteelt, waarmee
men het afgelopen jaar wel zeer vee te maken heeft
gehad. Er was in 1957 zeer veel meeldauw. De heer
Hertgers besprak de bestrijding en we noteerden
hieruit dat de basis van de bestrijding blijft bestaan
uit het uitknippen van de aangetast scheuten.
Daarnaast zijn er de middelen spuitzwavel en Kara-
thane voor de bestrijding. Het laatstgenoemde mid
del is betrekkelijk duur, maar de sc adelijke neven
werking welke er soms is bij gebruik van spuit
zwavel, treedt bij Karathane niet op. Daarom kan
het gebruik van dit dure middel in sommige geval
len goedkoop blijken te zijn.
Heeft men echter percelen met meeldauw, welke
volgens de opgedane ervaringen bestand zijn tegen
spuitzwavel, dan kan men met dit middel zeer
goede resultaten bereiken. Speciaal de Cox' Orange
Pippin echter verdraagt geen spuitzwavel en hier is
Karathane een. uitkomst.
Hoe goed deze middelen echter ook zijn, voor de
kwekers zal de eerste en misschien ook wel beste
bestrijding toch liggen in het uitknippen van de
aangetaste scheuten; dat hebben wij uit de rede
voeringen wel begrepen.
SPUIT OP TIJD
ROOT was in 1957 ook het spintprobleem. Er was
zeer veel spint op de bomen en deze onder
vonden er de schadelijke invloed van. De weers
omstandigheden zijn mede de oorzaak van deze
zware aantasting. Vooral in een warme periode
treedt vlug schade op.
Een zeer belangrijke oorzaak was echter het niet
kiezen van het juiste tijdstip van bestrijding. Dat
blijft nog altijd een der belangrijkste voorwaarden
voor een goede bestrijding van het spint. Niet altijd
werd hier in 1957 voldoende aandacht aan besteed.
Het was een vroeg jaar. De spintbestrijding moest
dus ook plaats vinden op andere data dan in een
ander jaar. Niet elke kweker heeft zich hieraan
gehouden. Het niet juist kiezen van het spuittijd-
stip kan wel een der belangrijkste oorzaken zijn
geweest van het zo veelvuldig voorkomen van spint.
Verder is het op verschillende bedrijven ook wel
voorgekomen dat de bestrijding niet intensief ge
noeg is gebeurd. Vooral als er onderteelt is kan het
uitvoeren van een goede bestrijding moeilijkheden
geven. Als vierde en zeker ook niet de minst be
langrijke oorzaak moet worden genoemd het falen
van de emphytische systematische middelen op som
mige bedrijven. Men weet nog niet precies hoe het
zit, maar het woord „resistent" viel toch reeds in
deze vergadering. Men krijgt de indruk dat het
spint in sommige gevallen een zekere resistentie
heeft gekregen tegen bepaalde emphytische midde
len. We hebben echter wel begrepen dat men op dit
terrein nog niet klaar is met de conclusies en daar
om gaan we er ook niet dieper op in. Misschien dat
dit wel mogelijk is als alle proeven zijn utgewerkt.
We mogen genoeg vertrouwen hebben in de onder
zoeker van Plantenziektekundige dienst en Rijks-
tuinbouwvoorlichtingsdienst. Deze zullen ongetwij
feld de wegen voor de beste bestrijding wel weten te
vinden. Dat wil echter niet zeggen dat de kweker
zich geheel op deze adviezen en ervaringen kan los
laten. Integendeel.
ZELF VERANTWOORDELIJK
■fSTIJ willen op deze plaats toch nog een keer
sterk de nadruk leggen op de eigen verant
woordelijkheid die de fruitkweker heeft voor de
ziektebestrijding. Hij moet de ervaringen van de
wetenschapsmensen toepassen in zijn bedrijf. Zon
der wétenschap gaat het niet. Wij mogen dankbaar
zijn voor alles wat deze heeft gedaan, doet, en hope
lijk nog zal doen voor onze fruitteelt. Als kwekers
zullen we echter in staat moeten zijn dat werk van
de onderzoekers op hun juiste waarde te beoordelen.
Daarom is zeker nodig dat aan de ontwikkeling alle
aandacht wordt geschonken. Daarom zijn de lagere
tuinbouwscholen en vakscholen voor onze jonge
fruitkwekers van zo enorm groot belang. Dat is
echter een ander chapiter, waarover we later onze
•gedachten wel een keer kunnen laten gaan. Ons
doel is nu enkel, om te wijzen op het belang van de
zgn. „praatavonden" zoals we vorige vrijdag in
Kapelle mochten meemaken. De kring behoeft heus
niet altijd zo groot te zijn als in dat speciale geval.
Het is wellicht zelfs beter in kleinere kring bij elkaar
te komen. Wij willen echter wel aandringen op het
beslist niet verzuimen van dergelijke bijeenkomsten.
We hebben nog niets gezegd over de_ bestrijdings
middelen voor de spintbestrijding. Hiermede wilden
v/e liever wachten tot de volledige uitslagen van
de proeven van deze zomer bekend zijn. We hopen
dat u er uit hebt vastgehouden dat het kiezen van
het juiste tijdstip van bestrijding zeer belangrijk is.
Daarbij moet u zich niet voor 100 laten leiden
door de adviezen welke u krijgt van uw vaktech
nische organisatie, hoe waardevol op zichzelf ook,
maar door regelmatig zelf waarnemingen te doen,
trachten de beste weg te vinden, daarbij dankbaar
gebruik makend van de ervaringen van de weten
schappelijke onderzoekers.
o
GOED WERK IN „DE POLDER"
MA dit alles is het een dankbare taak, ook nog
enige aandacht te kunnen schenken aan het
wP'k van het Proefstation voor de fruitteelt in de
volle grond, te Wilhelminadorp. Dezer dagen is het
jaarverslag over 1956 verschenen. Het verslag telt
87 nagina's en we kunnen niet anders zeggen dan dat
we het met b^zonder véél genoegen hebben gelezen.
Warneer de Zeeuwse, en zeker de Zuid-Bevelandse
fruitkweker spreekt over dit nroefstation. dan heeft
hij het over „De Polder".' Dat is een begrip ge
worden en na lezing van dit jaarverslag moeten
we zeggen: „Er gebeurt zeer goed werk in „De Pol
der". In het voorwoord wordt gezegd, dat overeen
komstig de doelstellingen van het Proefstation, het
onderzoek zoveel mogelijk is gericht op het vinden
van een oplossing voor belangrijke actuele pro
blemen bij de teelt van fruit. Verder wordt, er
naar gestreefd nieuwe toepassingen of ontwikkelin
gen voor de praktijk geschikt te maken.
Het is ons onmogelijk ook maar enigszins vol
ledig te zijn bij het bespreken van dit jaarverslag.
Fr waren in 1956 zeven onderzoe' ers werkzaam.
Elk hadden zij hun speciale terreinen en in het jaar
verslag maken zii melding van hun ervaringen.
Er werden onderstammenproeyen genomen, niet
alleen bij anpel en peer, maar ook bij de pruim, die
bij de fruitkwekers weer meer in de belangstelling
komt te staan. Er is een onderzoek begonnen naar
nieuwe plantsystemen en boomvormen. Op de
proeftuin voor kleinfruit in Kapelle werden vele
proeven opgezet. Zeer .grote aandacht is besteed
aan het bodemkundig onderzoek en aan de schurft-
bestrijding bij appel en peer.
Vele ziekten en plagen worden besproken en
speciaal de ervaringen bij de bestrijding. Ook is een
hoofdstuk gewijd aan het belangrijke probleem van
de beschutting. Misschien, hebben wij bij een vol
gende gelegenheid nog wel eens de kans hierop
terug te komen.
We zijn niet chauvinistisch, maar we zijn als
Zeeuwse fruitkwekers er toch een beetje trots op,
dat Zeelands Proeftuin is uitgegroeid tot een derge
lijk belangrijk onderzoekstation voor de fruitteelt,
dat niet alleen landelijk, maar zelfs internationaal
een zeer goede naam heeft, getuige ook het feit dat
er in 1956 256 buitenlanders uit dertien verschil
lende landen een bezoek brachten aan „De Polder",
om dan nog maar niet te spreken van de vele Neder
landers.
We hopen dat u gelegenheid zult hebben dit inte
ressante wetenschappelijk, maar niettemin zeer
lezenswaardige jaarverslag nader te bestuderen in
de komende wintermaanden.
Het schoonhouden van het vee op de stal ia
steeds vereist. Vooral bij melkvee is dit van be
lang in verband met het winnen van zuivere
melk. Door de dieren te scheren kan de huidver
zorging doeltreffender zijn. Dierlijke parasieten,
zoals luizen en schurftmijten kunnen gemakke
lijk bestreden worden, stro en stofdeeltjes zijn
beter te verwijderen. De geringe kosten kunnen
geen bezwaar zijn.
Geef uw vee steeds voer met een zo veelzijdig
mogelijke samenstelling. Het is veel beter om van
verschillende voedermiddelen een matige portie
te verstrekken, dan van één of twee voedermid
delen volop te geven. Bedenk hierbij ook, dat het
vre,-gehalte van het weidehooi dit jaar over het
algemeen lager en de z.w. iets hoger is dan nor
maal. De z.w. van de voederbieten, het kuilvoer
en het verse bietenloof is echter wat lager, in ver
gelijking met andere jaren, n.l. ongeveer 10—20
Het gronddek van een silo of kuil dient goed
afgewerkt te worden. Een rond talud voor een
goede afwatering is gewenst. Het gronddek moet
boven de rand van de silo blijven. Scheuren moe
ten geregeld dichtgemaakt worden. Inwateren of
luchttoetreding is uit den boze, daar de kwaliteit
van het kuilvoer dan snel achteruitgaat.
Met het aanwenden van schuimaarde over de
wintervoor zijn in de praktijk goede resultaten
opgedaan. Mocht U nog over een partij schuim
aarde beschikken, die zeer goed uitstrooibaar is,
dan kan die alsnog worden aangewend op de
daarvoor in aanmerking komende percelen of
plekken met een slechte structuur.
Dunne mest komt bij het voederen van bieten-
loof dikwijls voor. Niet alleen veel water verlaat
daarmede het lichaam, maar ook mineralen,
eiwitten en vitamines. Dit verslapt de dieren aan
merkelijk. Een matige hoeveelheid schoon loof
met daarnaast minstens 5 kg hooi kunnen de
vastheid van de mest verbeteren. Een extra eet
lepel mineralen is daarnaast op zijn plaats.
Uit de genomen ruwvoedermonsters blijkt dat
het vroeg gewonnen hooi veelal een laag verteer
baar ruw eiwitgehalte heeft en een hoge zetmeel-
waarde. Het gevolg is dus een ruime verhouding.
Het krachtvoer moet dus meer eiwit bevatten.
Behalve eiwit en zetmeel dient het rantsoen
voor rundvee ook een hoeveelheid vet te bevat
ten. De meeste mengvoeders zoals koekjes bevat
ten 4 vet. Dit is in het algemeen voldoende. Nu
wordt er ook krachtvoer in de handel gebracht
met slechts 2 vet. Dit krachtvoer is alleen ge
schikt wanneer in het rantsoen voldoende vet
rijke voedermiddelen voorkomen. Een flinke hoe
veelheid hooi of wat haver voeren is dan beslist
noodzakelijk.
Nu de prijs van de enkelvoudige krachtvoer-
middelen vrij laag ligt zullen er veehouders zijn
die deze enkelvoudige krachtvoeders zullen aar*-
kopen en deze mengen met eigen producten zoals
groene erwten e.d. Dit is mogelijk doch laat men
dan de mineralen niet vergeten. 25 gram mine
ralen per kg enkelvoudig krachtvoer is voldoende.
Diarrhee bij rundvee heeft een sterk uitmerge
lend effect en moet tegengegaan worden. Vooral
nu vrij veel aardappelen gevoerd worden is de
kans op diarrhee groot. Een verbetering van de
vastheid van de mest kan verkregen worden door
eerst een weinig droog ruwvoer (hooi, stro) te
voeren en daarna pas aardappelen.
Maandag 25 november. In de serie „Voor ons
Platteland" van 12.3312.43 uur spreekt de heer
J. C. Lindeboom te Wehe over: „Noord-Groningen
in beweging". Zender: Hilversum II (298 m).
In de radiorubriek van het Ministerie van Land
bouw zal van 19.4520 uur over de zender Hilver
sum II een reportage worden uitgezonden over het
onderzoek naar de gebruikswaarde van paarden.
Hieraan wordt medegewerkt door de heer W. van
Helden van het Rijksconsulentschap voor de Paar
denfokkerij.
Na een praatje van ir. P. J. v. d. Bremer, Rijks-
pluimveeteeltconsulent voor Noord-Brabant, over
pluimveevaria, zal ir. F. de Boer van het Rijksvee-
teeltconsulentschap voor de veevoeding spreken
over: „Goed voeren noodzaak".
De uitzending wordt besloten met het landbouw
kundig weeroverzicht door de heer M. Scharringa
van het K.N.M.I.