Wenken ZEEUWSE PRUIMENSORTIMENT W' Tn in bouwlantaarn 703. Korte ZATERDAG 16 NOVEMBER 1957 WANNEER wij deze week onze aandacht bepa len bij de pruimenteelt in ons gewest, moe ten wij voorop stellen dat deze teelt van steeds geringer betekenis wordt. Dit heeft begrijpelijk zijn oorzaken. Er zijn de laatste jaren veel bomen gerooid en hiervoor zijn geen nieuwe meer teruggeplant. Dit is toch wel jammer. De pruim is toch wel een pro- dukt dat niet gemist mag worden in het alge meen fruitsortiment. Toch is voor deze mindere belangstelling van de fruitteler wel een oorzaak te vinden. Men kent bij de pruimen immers de grote narigheid van dq loodglansziekte. Naast deze zeer gevreesde ziekte kent men ook de bacte rieziekte. Deze ziekten zijn bijzonder moeilijk te bestrijden. Als andere oorzaak wil ik U nog noe men het dunnen der vruchten, wat bij vele prui- menrassen noodzakelijk is. Dat eist van de teler veel arbeidskrachten en deze zijn schaars en duur. Toch meen ik te moeten vaststellen dat de pruimen als produkt zeer zeker niet in de verge ten hoek behoord te worden geduwd. De prijzen van dit jaar mogen wij niet als maatstaf nemen. Vele rassen lieten verstek gaan, zodat het aanbod zeer gering was en de prijzen zodoende abnor maal hoog. De laatste jaren echter zijn voor de pruimenteelt lang niet slecht geweest. De finan ciële uitkomsten waren goed te noemen. De vraag naar pruimen is de laatste tijd steeds goed ge weest en deze vraag zal naar mijn mening in de toekomst nog wel blijven. De vruchten rijpen im mers in de zomermaanden. De grootste kwantums worden verhandeld in die tijd, dat een groot deel van onze bevolking vakan tie heeft en wij weten dan ook uit de praktijk dat veel vakantiegangers deze heer- lijke en frisse vruchten zeker niet versmaden. Een ander voordeel voor de pruimenteelt is dat deze geen hoge eisen stelt aan de grond. Zelfs op vrij natte percelen kan de groei nog behoorlijk zijn. De pruim heeft een betrekkelijk vlakke be- worteling en dat werkt in deze gunstig. Welk sortiment heeft men thans. NOEM ik U het huidige sortiment in volgorde van rijpheid, dan wil ik U allereerst wijzen op enkele vroege rassen, n.l. de Oranjepruim, Tolle naars en Occulanen. Genoemde vroege krozen zijn van bijna geen betekenis meer. Aangezien ze zeer vroeg zijn worden ze meestal nog redelijk goed betaald, maar de kwaliteit is slecnt en de oogst zeer onzeker, zodat deze oude rassen niet meer aan te bevelen zijn voor de toekomst. Enkele jaren geleden meende men een vroeg- rijpende nieuwe ster gevonden te hebben. De Ruih Gerstetter deed zijn intrede. Ik zou hem echter liever willen betitelen met de naam be drieger, aangezien naast zijn mooie purperrode kleur de smaak van de vrucnten zo slecht is, dat te hopen valt, dat de telers zeker niet voort zullen bouwen op dit ras. Een veel beter en ook belangrijk vroeg ras van behoorlijke kwaliteit is de Early Laxton. Deze heeft als grootste verdienste zijn vroege rijpheid. De laatste jaren is deze op vrij grote schaal aangeplant en de resultaten zijn steeds goed geweest. De kilo-opbrengst is niet hoog, maar de prijzen die er voor betaald worden zijn meestal vrij hoog. De boom is tamelijk vroeg vruchtbaar. De groei is echter dikwijls zwak. Ook is de boom nogal gevoelig voor loodglansziekte en bacteriekanker. Zij verlangt ook een goed be schutte plaats. Vooral deze eis is zeer belangrijk. Zonder een goede beschutting in de bomen kunt U vast rekenen op teleurstelling bij de groei. De vruchten scheuren erg vlug. Men moet er dus op tijd bij zijn om de rijpe vruchten geregeld uit te plukken. Ondanks de genoemde bezwaren van dit ras, heeft menige teler toch wel goede resultaten bereikt. De Czarpruim. Ook deze goede dessertpruim blijkt in Zeeland over het algemeen goed te vol doen. Men betaalt er steeds hoge prijzen voor. De kleur der vruchten is mooi donker-blauw en wa zig. De smaak is matig tot goed. Voor de handel is het een ras om goed mee te werken. Zij kunnen in tegenstelling met vele andere rassen bijzonder goed tegen het vervoer. De groei van de boom is matig. De vorm is steil. De vruchtbaarheid is zeer groot en men dient dan ook meestal de vruchten te dunnen. Ook dit ras is erg gevoelig voor lood glans en tevens voor spint. Bij eventuele aanplanting dient men terdege te letten op de onderstam. Sterkgroeiende onder stammen zijn er oorzaak van dat de vruchten te laat rijpen. Ontario. Ook dit ras uit ons Zeeuws Standaard sortiment wil ik onder uw aandacht brengen. De vruchtbaarheid is over het algemeen goed. De Onder de smaak is eveneens. De boomvorm is tamelijk groot. De rijpheid valt vroeg en de topaanvoeren vallen juist voor de Reine Claude d' Quillins. Een nadeel is dat vooral bij jonge bomen de vruchten erg vlug gaan scheuren. Vooral bij nat weer valt het niet mee om de vruchten rijp van de bomen te plukken. Ook is de boom zéér vat baar voor bacterieziekte. Reine Claude d' Ouillins. Ik geloof niet dat dit ras nog aanbevolen moet worden voor de toe komst. In het verleden heeft menige teler al zo veel misère gehad met dit ras, dat men niet meer verder gaat. De nadelen van de zéér tere schil der vruchten, die absoluut niet tegen een stootje kan, zijn wel zo groot dat de voordelen hier niet tegen opwegen. Monsieur Hatif. Deze komt in Zeeland niet veel voor, maar mag toch wel genoemd worden als één der beste middentijds rijpende rassen. Wordt door de handel ook zeer gewaardeerd. De groei der bomen is gezond. De vruchten zijn mooi paars gekleurd en goed van smaak. De vruchtbaarheid treedt laat in en is wat onregel matig. Belle de Louvain. Een grote blauwe pruim, die in Zeeland nog op vrij grote schaal wordt ge teeld, maar toch zeker niet aanbevolen mag wor den voor aanplanting. De smaak is zeer matig, terwijl ook de kwalitiet niet denderend is. De bomen zijn laat vruchtbaar en de vrucht baarheid is erg onregelma tig. Desondanks wel ge wild door de handel om zijn bedriegelijk mooie I uiterlijk, maar ik geloof niet dat men de consu ment op den duur zo iets kan blijven aanbieden. Wat later in augustus rijpt de Reine Claude 'd Althan. Hiervan hebben wij in Zeeland ook een behoorlijk ruim aanbod. Ook deze goedsmakende dessertpruim heeft zijn bezwaren. Vanwege de kale gesteltakken blijft de kilo-opbrengst aan de lage kant. De vruchten zijn zeer fraai van uiter lijk. Wazig blauw. Bij nat weer is het spoedig scheuren echter een onoverkomelijk bezwaar. Tot op heden kon dit ras zich door zijn genoemde goede eigenschappen handhaven, maar voor de toekomst valt dit te betwijfelen. Een oude getrouwe in ons sortiment is en zal dit voorlopig nog wel blijven de Reine Victoria. Deze heeft, ondanks zijn grote gevoeligheid voor loodglansziekte, op vele bedrijven nog altijd goed voldaan en is zijn plaats nog steeds tenvolle waard. Dit is wel één van de meest geteelde rassen van.ons pruimensortiment. Inderdaad heeft ook dit ras zijn nadelen. Ik noemde U al de gevoelig heid voor loodglans. De vruchtbaarheid is echter zeer groot. De smaak is best en voor bewaring in koelhuis is ze bijzonder geschikt, waardoor de pe riode, van gebruik kan worden verlengd. Met dit ras zijn door menige teler beste resulta ten behaald. Ik zou U ook nog kunnen noemen de Reine Claude Verte. Deze is een klein, onaan zienlijk, doch bijzonder smakend pruimpje, dat door de handel wordt gewaardeerd om de onover troffen kwaliteit. Een groot nadeel is dat de op brengst dikwijls erg te wensen over laat. Bij even tuele aanplant verdienen de selecties Reine Clau de Hoefer, Reine Claude v. Beers en Reine Clau de Sweikhuizen de voorkeur wegens grotere vruchtbaarheid. Wij zouden nog wel even door kunnen gaan met namen te noemen van rassen, die nog in min of meerdere mate voorkomen in ons gewest, doch deze hebben toch bewezen geen aanwinst te zijn in ons pruimensortiment. Een betrekkelijk nieuw, laatrijpend ras is de Warwick Droper. Deze is zeer vruchtbaar, de smaak der vruchten is maar matig. Wordt door de handel gewaardeerd omdat er dan geen ande re rassen meer aangevoerd worden. YVTANNEER wij alles in het kort nog eens sa- w menvatten komen wij tot de conclusie, dat het telen van pruimen zeker nog wel goede resul taten kan opleveren en dat daarom de pruimen nog wel een plaats waardig is in het huidige fruitteeltbedrijf. De laatste jaren zijn de pruimen steeds verkocht kunnen worden voor zeer behoor lijke prijzen. Van groot belang is het, of de pruim in het be drijf past, in verband met de vele arbeid die het dunnen en plukken vraagt. Dit werk moet op tijd gebeuren en waar dit niet kan, is het beter iets anders te planten. Gewoonlijk zal in verband met genoemde ar- beidstoppen slechts een klein deel van het bedrijf voor pruimen bestemd mogen worden. De groot ste en ergste plaag is de loodglansziekte, waarvan de bestrijding nog steeds zeer moeilijk is. Besmet ting is enigszins te voorkomen door direct na het snoeien de wonden op het meerderjarig hout on- Rundvee, en dan speciaal de jongere dieren, moe ten tijdig opgestald worden. Meestal laat men het rundvee te lang buiten lopen. Dat is op het moment wel gemakkelijk omdat men er dan niet veel werk van heeft. Maar beseft U wel dat dit gemak duur. betaald wordt? Dikwijls gaan de dieren sterk ad> teruit in kwaliteit, vooral in een nat najaar. Als men onder natte omstandigheden met een wieltrekker ploegt, treedt meestal veel wielslip op. Daardoor ontstaat ernstig structuurbederf in de ondergrond. Door inplaats van met twee met één schaar te ploegen heeft U minder last van slippen, en kan dikwijls in een hogere versnelling gereden worden, zodat het werk toch flink opschiet. In wintertarwe komt hier en daar vrij ernstige beschadiging door slakken voor. Slakken zijn goed te bestrijden. Als U het tijdig constateert moet on verwijld tot bestrijding worden overgegaan. Doet men dit niet, dan kan de de schade in korte tijd zo ernstig worden dat overgezaaid moet worden. Een goede verzorging van het vee tijdens de stalperiode, zoals knippen, staarten opbinden en geregeld borstelen is van groot belang. Door de dieren tijdig te knippen wordt veel tjjd aan onderhoud gewonnen. Een handseheerappa- raat is goedkoop, electrisch scheren gaat snellfer, doch het apparaat is duurder van aankoop. Electrisch apparaat 190,handapparaat 12,50. Dure werktuigen, zoals aardappel rooimachines dienen, nu het werk dan achter de rug is, afge spoeld en ingevet te worden. Veel stagnaties bij het werken hadden hierdoor ook deze zomer voorkomen kunnen worden. Het gezegde „tijd is geld" past op vele landbouw-, bedrijven. Dikwijls is hiervan het gevolg, dat bij vele machines te weinig mensen aanwezig zijn. Bij machinaal bieten rooien zijn meestal minstens twee mensen nodig. Een derde man, die leiding geeft en meehelpt om stagnatie te voorkomen geeft dikwijls een grote tijdsbesparing. Bloembollen bestemd voor uitvoer mogen alleen geteeld worden op land, dat vrij is van aardappel- cystenaaltje. Wendt U zich vooraf tot de ambtenaar van de Plantenziektenkundige Dienst in Uw dis- trikt. Hij kan U alle inlichtingen verstrekken. Dit zal U straks veel narigheid besparen. Verschillende percelen graszaad voeren een zwa re strijd tegen de onkruiden muur en kamille. Deze onkruiden kunnen in de maanden november en december goed bestreden worden met kalkstikstof. Afhankelijk van onkruidbezetting en grondsoort kan 300 tot 400 kg per ha worden aangewend. Het uitstrooien moet gebeuren op een rustige herfst dag, wanneer geen regen of matige tot strenge nachtvorst te verwachten is. V Laat U door de lakschurft in aardappelen niet verlakken. Deze ziekte neemt de laatste jaren toe. Ontsmetting van de pootaardappelen is zeker ren dabel. Houd U bij de uitvoering strikt aan de voor schriften. Raadpleeg in twijfelgevallen even de rayonassistent. Dit jaar bleek op verschillende lucerne-percelen, waar voorheen nog nooit lucerne verbouwd was, het lucerne-stengelaaltje voor te komen. Zeer waar schijnlijk is de besmetting over gebracht met het zaaizaad. Wanneer U voor volgend jaar lucerne- zaad aankoopt, stel dan als eis, dat het zaad een gasbehandeling tegen deze parasiet heeft onder gaan. Bent U al aangesloten bij een fok- of kontrole- vereniging? Misschien bent U niet van de voor delen, die een doelbewuste selektie biedt overtuigd. In dit geval kunt U eens bij een buurman-fokker informeren. Door jarenlang een doelbewuste selek tie toe te passen kan de produktie van de veesta pel behoorlijk worden opgevoerd. middellijk af te dekken. Dode takken moeten uit gezaagd worden, zeker als ze zijn bezet met vruchtlichamen en dienen direct te worden ver brand. De vooruitzichten voor een lonende teelt zijn in vergelijking met enkele jaren geleden opmer kelijk verbeterd. De voorkeur van de laatste jaren gaat vooral uit naar de vroege rassenEarly Laxton, Czar en Ontario. Als later ras is de Victoria nog steeds favouriet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 11