FINANCIERINGSCOMMISSIE GEÏNSTALLEER D HET VERBIJZONDEREN VAN DE KOSTEN 683 Financiering ruilverkavelingen De Belgische producentenprijzen ZATERDAG 9 NOVEMBER 1951 De Centrale Cultuurtechnische Commissie, die het nodig acht, dat de financiële aspecten van uit te voeren ruilverkavelingen nader worden bestudeerd, heeft een commissie-ad hoe Financiering Ruilver kaveling ingesteld. Deze studiecommissie zal rap port en advies uitbrengen over de vraag of het iiuidige subsidiëringssysteem voor ruilverkave lingen, zoals dit door de Cultuurtechnische Dienst wordt toegepast, wijzigingen behoeft en zo ja, wel ke wijzigingen mogelijk zijn en welke aanbeveling verdienen. Verder zal rapport worden uitgebracht over de vraag of de vaststelling van de ruilverka velingsrente op een andere rentebasis en/of een andere afschrijvingstermijn dient te geschieden en zo ja, welke categorieën van voorzieningen in het kader van de uitvoering van ruilverkavelingen in beginsel onder de ruilverkavelingssubsidiëring c.q. -financieringsregelingen dienen te worden begrepen. De directeur-generaal van de landbouw, ir. A. W. van de Plassche, heeft als voorzitter van de Centra le Cultuurtechnische Commissie een dezer dagen de studie-commissie geïnstalleerd. In zijn installa tierede wees hij er o.m. op, dat bij de uitvoering van de ruilverkaveling bepaalde vragen op finan cieel gebied zijn gerezen die hun oorzaak vinden in de stijgende kosten van cultuurtechnische werken. In het algemeen zijn deze stijgende kosten een ge volg van gestegen lonen en prijzen. Andere vraag stukken hangen samen met het feit dat de ruil verkaveling nieuwe stijl zich meer en meer is gaan ontwikkelen tot een deel van het streekveroete- ringsplan. De hogere eisen, die de tijd waarin we leven stelt aan de uitoefening van het landbouwbedrijf heeft een uitbreiding van werkzaamheden en daardoor belangrijk hogere kosten met zich gebracht. Dit speelt o.a. bij het samenvoegen van percelen, ver mijden van perceelsscheidingen, egalisatie, aanleg en verbetering van drainage en grondverbeterings- werken. Zeer kostbaar is voorts de verplaatsing en herbouw van bedrijven en de aanleg van water leiding en elektriciteit. In samenwerking met ande re diensten wordt medegewerkt aan krotoprui ming, terwijl de overhe,d kosten op zich neemt om tot bedrijfsvergroting te komen. Het resultaat van ai deze verbeteringen is. dat niet alleen de overheid hogere bedragen moet investeren en subsidiëren, maar dat ook de boer met steeds hogere bedragen wordt belast. Kan hij die bedragen bij de tegen woordige regeling wel opbrengen? Wordt de boer niet zodanig zwaar belast, dat een redelijke explo- tatie van zijn bedrijf onmogelijk wordt? Van vele oudere landbouw-gebieden is de struc tuur landbouwkundig-planologisch lange tijd vrij wel onveranderd gebleven. Gevolg hiervan is, dat in een ruilverkaveling de gehele structuur in zeer korte tijd moet worden gewijzigd. Het is nu de vraag of de werken, die voor deze nicuwè structuur moe ten vvorcien uitgevoerd wei tot de ruilverkaveling#- werken behoren. Voor deze laatste moet nl. door ue belangneobende eigenaar woraen betaald. Iviet na me geicit dit weuicht voor ontsiuitings-, waierbe- heersings- en utiiiteitswerken. üok nu komt het reeds voor, dat sommige kosten in een verkaveling voor bepaalde werken uoor een belanghebbend pu- biieiaecnteiijk lichaam worden geuragon. Ook wor den de schadeloosstellingen aan grondgebruikers, die afstand willen üoen van hun giunugeoruik thans voor 100% door het Rijk gedragen. z,ouuen de kosten van bepaalde onderoeien van de werken in het geheel niet door de grondeigenaren worden gedragen, dan zou een situatie ontstaan, waarbij ae plaatselijke commissie, die verantwoordelijk is, geen direct ïinancieel beiang meer heelt bij de kos ten van uitvoering van bepaalde werken, ln dat geval zouden moeiiijkneden niet ondenkbaar zijn. De rinanciëie interesse van de plaatselijke commis sie, die bij de huidige werkwijze niet Kan woraen gemist, zou eveneens worden beïnvloed indien het subsidieperceentage in de ruilverkaveiingskosien (tiians meestal ongeveer 75 zou worden ver hoogd. In zijn antwoord memoreerde de voorzitter van de financieringscomrnissie, de heer mr. Ph. C. M. van Campen, directeur van de Coöperatieve Cen trale Boerenleenbank, dat net overleg over het te voeren landbouwbeleid ertoe heeft geleid, dat de instelling aer commissie werd vertraagd. De stu diecommissie zal zich aldus spreker eerst op de hoogte moeien stellen over de aangekondigde wij ziging van de normen voor pacht- en koopprijzen voor grond, bedrijfsgebouwen en woningen. De studiecommissie is gevraagd bij naar werk zaamheden rekening te willen houden met het meerjarenplan voor ruilverkavelingen, dat door de Centraie Cultuurtechnische Commissie wordt voorbereid, waarvoor prof. Hellinga als lid van de studiecommissie werd opgenomen. Wij leven aldus de voorzitter in een tijd van snelle veranderingen, zeker ook in de Neder landse land- en tuinbouw. Wordt een steeds meer kapitaalintensief gevoerde land- en tuinbouw al leen uit dien hoofde reeds meer en meer gevoelig voor kapitaaisiasten, zulks zal in nag sterkere mate het geval zijn, al naar gelang de rentabiliteitsmar- ge in het landbouwbedrijf vermindert. Er dreigt een cirkelgang, dia waarschijnlijk al leen door een goed gericht ruilverkavelingsbeleid gebaseerd op wetenschappelijke methodes, door broken kan worden. Het gaat er hierbij om, een bijdrage te leveren tot verbetering van de levens omstandigheden zowel voor de gehele gemeen schap als voor de individuele mens. XJ ET Belgische ministerie van landbouw heeft onderstaande producentenprijzen, omgere kend in guldens, gepubliceerd. Alle prijzen, uitge zonderd die van slachtvee en suikerbieten, zijn ge middelden van de prijzen zoals die op de verschil lende markten werden opgenomen, eventuele om zetbelasting niet inbegrepen. Voor de tartte, oogst 1957, geldt standaardkwaliteit met een hl-gewicht van 73 kg en een vochtgehalte van 16.5 o. De richtprijs of staifelprijs van aug./sept. bedroeg J 34,20 per 100 kg. Het verplichte bijmengingsper centage bij broodbloem werd per 16 september jl. tot "io verhoogd. Medio augustus was dit per centage op 65 ®/o gesteld. De nieuwe bijmengings campagne begon op 9 september. Op 29 september was aan de industriële maalderijen in totaal 142.000 ton inlandse tarwe van de oogst 1957 geleverd. Belgische producentenprijzen omgerekend in guldens Produkt Tarwe Haver Zomergerst Erwten Aardappelen Tarwestro Gerstestro Klaverhooi Lucernehooi Eenheid per 100 kg tt ff ff ff ff ff ff ft ft ff ft ft it ft sept. 1957 3*4,15 19,53 21,30 38,38 7,10 3,38 2,93 11,43 12,92 sept. 1956 34,23 22,80 24,21 46.60 7,51 3,81 3.29 11,54 13,70 Voor de suikerbieten van de oogst 1957 zal dezelf de prijsregeling gelden als voor de suikerbieten- oogst 1956. De definitieve bictenprijs zal wederom niet eerder dan in september van het volgende jaar bekend zijn. Bij de onderstaande producentenprijzen voor vee en vlees per kg levend gewicht, verwijst men naar de markt van Cureghem-Anderlecht (Brussel) met 'n renuement van ossen 55 stieren -- i 50 °/o en vaarzen 55 Bij de varkens verwijst men eveneens naar deze markt met de aatekemng van halfvette varkens van ongeveer 95 tot 105 kg. Belgische producentenprijzen voor vee en vlees, omgerekend in guldens: Product Eenheid sept. 1957 sept. 1956 Biggen per kg lev. gew. 1,83 1,38 Ossen ff ff 1,83 1,91 Stieren ff ft tt 1,85 1.09 Koeien 1,20 i ,28 Vaarzen V ff 1,85 I.crti Varkens 1,85 1,60 Kalveren ff ft ff 3,05 3,33 Schapen f» ft tt tf 1,14 1,16 Paaiden 9» 9» 99 99 1,52 1,54 BEDRIJFSECONOMIE (L II) 1. Samengevoegde kosten. Van samengevoegde kosten is sprake indien twee of meer produktieprocessen in één bedrijf worden samengebracht. B.v. de produktie van tarwe en suikerbieten, auto's en radiotoestellen. Deze samengevoegde kosten kunnen worden verbijzonderd. Wij herhalen hier, wat wij in vorige artikelen reeds meer hebben besproken, dat onder verbijzonderen van kosten moet worden verstaan het samenvatten der eerst verdeelde kosten. Dat het verbijzonderen bij de samengevoegde kosten nog meerdere problemen opwerpt, zullen we in volgende artikelen nog nader bespreken. 2. Gemeenschappelijke kosten. Deze kostengroep wordt meermalen vereenzel vigd of verward met de samengevoegde kosten. Dit is fout. Gemeenschappelijke kosten zijn die kos ten, die gemaakt worden voor één produktieproces, waaruit noodzakelijkerwijze twee of meer produk- ten worden verkregen. Als voorbeelden kunnen we noemen de produktie van gas en cokes bij de gasfabrieken, die van sui ker en pulp bij de suikerfabrieken, die van melk, wol en vlees bij de schapenhouderij e.d. Hier stelt de verbijzondering ons voor een onop losbaar probleem. Men kan niet afzonderlijk bepa len de kosten van gas en cokes of van wol en vlees. Om het verschil tussen samengevoegde kosten en gemeenschappelijke kosten nog wat nader toe te lichten, geven wij een voorbeeld. Boer bebouwt 110 ha bouwland, waarvan 5 ha met suikerbieten en 5 ha met tarwe. Hij maakt de volgende opstelling: Zaaizaad Bemesting Arbeidskosten (direct) Pacht Tarwe 300,— 200,— 1.500,— 1.000,— Suiker bieten 30,— 600,— 2.500,— 1.000,— Indirecte en algemene kosten in totaal ƒ1.000,—. Deze wor den verdeeld evenredig aan de oppervlakte, dus 500,— 500,— Kostprijs 3.500,4.630,— Is per ha 700,— 926,- Deze berekening is met volkomen willekeurige cijfers opgesteld en hééft in dit opzicht geen enke le praktische betekenis. Wij willen er slechts mee aan-tonen, dat de ver bijzondering hier geen principiëel onoplosbare moei lijkheden biedt. Immers bij deze samengevoegde kosten was de oorzakelijke samenhang met de pro- dukten tarwe en suikerbieten op eenvoudige wijze vast te stellen. Bij de gemeenschappelijke kosten is het probleem veel moeilijker en zoals reeds opgemerkt, princi piëel onoplosbaar. Ook hiervan een eenvoudig voorbeeld. Boer B. exploiteert 5 ha weiland waarop uitslui tend de schapenhouderij wordt uitgeoefend. Hij maakt de volgende opstelling: Bemesting 200,— Arbeidskosten 3.000, Pacht 800,— 4.000, Indirecte en algemene kosten 1.000, Totale kosten 5.000,— Wolproduktie 1.000 kg opbrengst 12.000 Vleesproduktie 2.500 kg opbrengst 4.500, Bij deze gemeenschappelijke kosten is nu de vraag, hoeveel kost 1 kg wol en hoeveel kost 1 kg vlees, onoplosbaar. Voorzover men in de praktijk deze vraag toch wil beantwoorden is men op een compromis aangewezen. Stel voor, boer B wil weten hoe hoog zijn kost prijs is van 1 kg vlees. Hij kan nu als volgt een be rekening opstellen: 3.000,— f 4.130,— Totale kosten Opbrengst wol Kostprijs vlees 5.000,— 2.000,— 3.000,— Is per kg 3000 2500 - 1,20. Stel nu voor dat B wil weten de kostprijs van 1 kg wol. Op dezelfde wijze te werk gaande als voor vlees is de volgende berekening op te stellen: Totale kosten 5.000,— Opbrengst vlees 4.500, Kostprijs wol 500, Is per kg 500 1000 0,50. Hoewel bovenstaande cijfers niet aan de praktijk zijn ontleend, maar volkomen willekeurig zijn ge kozen, tonen zij wel aan dat wij hier bij de verbij zondering voor een onoplosbaar probleem, staan, wat met bovenstaand compromis wel doorgehakt is, maar theoretisch en praktisch vrijwel waarde loos iS. Om bovenstaande oplossingen te vinden hebben wij in het eerste geval de wol als bijprodukt be schouwd; in het tweede geval het vlees. Natuurlijk zijn in de praktijk de vraagstukken door allerlei complicaties nog moeilijker. Dat in de praktijk toch tamelijk veelvuldig van dit compromis georuik wordt gemaakt is te dan ken aan het feit dat in vele gevallen gemakkelijk is aan te geven welk produkt als hoofdprodukt en welk als bijprodukt is te beschouwen. Stel voor dat in bovenstaand voorbeeld de op brengst zou zijnWol 500,en vlees 5.000, De kostprijs per kg vlees is dan als volgt te bere kenen Totalekosten 5.000, Totale kosten ƒ5.000, Kostprijs vlees 4.500, Is per kg 4500 2500 1,80 per kg. Met dit laatste voorbeeld willen wij alleen aan tonen, dat het compromis in de praktijk wel bruik baar is, mits duidelijk blijke welk produkt, hoofd produkt en welk bijprodukt is. B. MEIJERS. Directeur Boekhoudbureau Z. L. M. Door een misverstand is als titel boven schets L I geschreven: „Het uitsplitsen van de kosten", i.p.v. „Het verbijzonderen van de kosten". Daar de begrippen uitsplitsenen verbijzonderen elkaar niet dekken willen wij hier even de aan- dacht onzer lezers op vestigen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 7