DE HEFFINGEN VAN HET LANDBOUWSCHAP verzicRt Zitdagen Boekhoud- bureau No. 2!©2. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 9 NOVEMBER 1957. 45e Jaargang» ZEEUWS LANDBOUWBLAD waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ tfl de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND Ogenblik ongelukkig gekozen T\E Zeeuwse boeren en tuinders U zijn in de achter ons liggende dagen opgeschrikt door de aan slagbiljetten van het Landbouwschap die bij hen zijn bezorgd. Teneinde een aantal misverstanden op te helderen, willen wij hier nog eens een toelich ting geven op de nu opgelegde hef fingen. Landbouwschap is eeij Publiek rechtelijk Orgaan. Beginnen wij dan met eraan te her inneren, dat het Landbouwschap een Publiekrechtelijk Orgaan is in de zin van de Wet op de P. B. O. Het is te vergelijken met een Gemeente en een Waterschap. Woont men in een be paalde gemeente of is men eigenaar van grond in een waterschap, dan is men gebonden aan de verordeningen, die deze gemeente of dat waterschap uitvaardigen. Men is verplicht de door deze opgelegde belastingen te betalen. Hetzelfde geldt voor de P. B. O. Is men ondernemer of werknemer in een bepaalde bedrijfs tak, b.v. de landbouw, dan is men gehouden aan de verordeningen van de voor die bedrijfs tak bestaande P. B. O., het Landbouwschap dus. Ook is men verplicht de door dit lichaam opgelegde heffin gen te betalen. Doet men dit niet bin nen de daarvoor gestelde termijn, dan volgt een aanmaning en vervol gens een deurwaardersexploit, even als bij de belastingen. Deze verplichting zit verankerd in de Wet op de P. B. O. en heeft niets te maken met het al of niet lid zijn van de een of andere landbouw-orga- nisatie. De verhouding Landbouwschap-or ganisaties zullen wij straks nader be zien. Hoogte van de Aanslag. Het valt velen op, dat de thans ont vangen aanslag zo hoog is. In ieder geval veel hoger, dan de nu twee jaar geleden ontvangen aanslag over het jaar 1955. Daar zijn twee redenen voor. In de eerste plaats legt het Landbouwschap voortaan naast de heffing van 3,50 per ha bouw- of weiland tevens een heffing op voor het werk van de Ge zondheidsdiensten voor dieren in de verschillende provincies. Dit werk werd voorheen betaald uit afzonder lijke heffingen op de melk. Ieder, die UT OP u SAEC*. OOSTBURG: woensdag 13 nov. in café „De Windt". ZIERIKZEE: Donderdag 14 nov. in hotel „Huis van Nassau". MIDDELBURG: Donderdag 14 nov. in café „De Eendracht". ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 14 nov. in hotel „Hof van Hol land". vee had betaalde dit dus toch, alleen langs een andere weg en aan een an dere instantie. Voorts int het Land bouwschap thans ook de areaalhef fing op pootaardappelen over het jaar 1956, welke voor dat jaar was vast gesteld op 90,per ha. Ook deze heffing betaalden de pootaardappel- telers voorheen aan een andere in stantie. Financieel verschil maakt de huidige wijze van heffing geenszins. Ook kan men een heffing van 0,30 per ha vinden, die geïnd wordt voor de kwekersvergoeding. In de tweede plaats is de thans ont vangen aanslag zo hoog, omdat deze slaat op de heffingen over twee jaar, namelijk 1956 en 1957. Dit nu is weer het gevolg van het feit, dat de hef fingsverordening 1956 van het Land bouwschap nog steeds niet definitief goedgekeurd is. Zoals de financiën van de gemeentebesturen onder con trole staan van het College van Gede puteerde Staten, zo moeten de ver ordeningen van alle Publiekrechte lijke Bedrijfsorganisaties worden goedgekeurd door de Sociaal Economische Raad (S. E. R.). Deze in stantie nu heeft de hef fingsverordening van het Landbouwschap niet goedgekeurd, omdat hij niet akkoord ging met het percentage van de aftrek voor leden van de landbouwstands- organisaties, zoals dit in de betref fende verordening vermeld stond. Het mag bekend verondersteld wor den, dat de leden van de landbouw organisaties een zekere aftrek mogen genieten op de heffing per ha, die het Landbouwschap oplegt, indien zij de contributie van hun organisatie be taald hebben, hetgeen in de praktijk blijkt uit de ingeleverde duplicaat lidmaatschapskaart. Zij die geen lid ziin van een land bouworganisatie krijgen deze aftrek niet en moeten dus steeds de volle heffing betalen. In de Wet op de P. B. O. staat niet precies omschreven welk oercentage mag worden afgetrokken. De S. E. R. meent dat 50 van de betaalde con: tributie- maximaal mag worden afge trokken. Het Bestuur van het Land bouwschap acht 70 juist. Van de beslissing van de S. E. R. is het Be stuur van het Landbouwschap in be roep gegaan bij de Kroon. Deze heeft nog steeds geen uitsnraak gedaan. Een uiterst betreurenswaardige ver traging. De thans opcelegde heffing voor 1956 en 1957 is dan ook een voor lopige, omdat het Landbouwschap en de instanties die geheel of gedeelte lijk uit deze heffingen betaald wor den zoals de Gezondheidsdiensten, het L. E. I. enz. niet steeds maar geld kunnen opnemen om aan hun ver plichtingen te voldoen in afwachting van de beslissing van de Kroon. Reeds zijn grote bedragen aan rente verlo ren gegaan. Om deze reden is ook voor de hef fing over 1957 nog geen aftrek voor aan de landbouworganisatie betaalde contributie toegepast. Deze aftrek zal alsnog worden verrekend nadat de Kroon een beslissing heeft genomen. Tenslotte kan men op zijn aanslag In de Tweede Kamer is dinsdagavond 5 november 1957 het Deltaplan aanvaard. I)e Minister van Verkeer en Waterstaat, mr J. Algera, die na het goedkeuren van de wet vele felicitaties in ontvangst mocht nemen, wordt gelukgewenst door de Kamervoorzitter mr J. L. G. Kortenhorst. Wij hopen op de thans aangenomen Deltawet, de volgende week terug te komen. een eenmalige hectareheffing van 0,50 vinden voor de gebieden in het oosten van het land, die reeds enige malen zwaar van wateroverlast heb ben te lijden. De situatie op vele be drijven aldaar is na de natte herfsten van 1954, 1956 en 1957 zó slecht, dat hulp dringend nodig is. Geen lid van Landbouwschap. Een veel voorkomend misverstand is, dat men denkt lid te zijn van het Landbouwschap. Een Publiekrechte lijk lichaam kent geen leden. Men is ook niet lid van een Waterschap, van een Provincie of van het Rijk. M<rn is gebonden aan de verordeningen van een P. B. O. omdat men in de betref fende bedrijfstak werkzaam is. Men kan slechts lid zijn van een landbouworganisatie aan welke men vrijwillig contributie betaalt. Dit lid maatschap geeft naast alle bekende voordelen, zoals een landbouwblad, een boekhoudbureau, een verzeke ringsinstelling enz., het recht, dat de door het Landbouwschap opgelegde heffing met een deel van de betaalde contributie wordt verminderd. Tevens heeft een lid van een organisatie in direct medezeggenschap, omdat hij het Bestuur van zijn organisatie kiest en dit weer het Bestuur van het Land bouwschap samenstelt. Hebben wij dit gewild Het is begrijpelijk, dat nu de aan slagen van het Landbouwschap bij de boeren zijn bezorgd, velen zich af vragen of men een dergelijke P. B. O. heeft gewild. De eerste, natuurlijke reactie bij het zien van het te betalen bedrag, zal wel dezelfde zijn als bij het openmaken van de bekende blauwe enveloppen van de belasting dienst. De bovengestelde vraag valt in tweeën uiteen, namelijk: le. Heb ben wij een P. B. O. in de landbouw gewild? 2e. Hebben wij dit Landbouw schap gewild De eerste vraag dienen wij bevesti gend te beantwoorden. Wij leven in een democratisch geregeerd land. De volkswil wordt door de Volksverte genwoordiging naar voren gebracht. Bij de behandeling van de Wet op de P. B. O. in Tweede en Eerste Kamer hebben alle grotere politieke partijen vóór aanvaarding gestemd. Er is wei nig verzet gerezen ook uit de kringen van de boeren. Indien men deze ont wikkeling in het bedrijfsleven niet had gewild, had men dit tijdig ken baar moeten maken bij hen, die nu eenmaal over wetsvoorstellen hebben te beslissen. Daar komt nog bij, dat de land, bouw, als zeer kwetsbare l>edrijfstak denk maar aan de dertiger jaren een goede en sterke organisatie, vooral aan de top niet missen kan. De vóór het Landbouwschap bestaan de Stichting voor de Landbouw was hier al een bewijs van. En uiteindelijk betaalde men het werk van deze stichting ook toén, door middel van heffingen, o.a. op de suikerbieten en op melk. Deze zijn inmiddels verval len en ervoor in de plaats kwam de ha-heffing van het Landbouwschap, die billijker is, omdat thans alle grondgebruikers meebetalen. De tweede vraag is veel moeilijker te beantwoorden. De beantwoording hangt trouwens nauw verband met de kijk, die een ieder heeft op de Nederlandse maatschappelijke ver houdingen. Het is nu eenmaal een feit, dat wij in Nederland door de ver zuiling alles buitengewoon ingewik- keld maken. Dat zes organisaties drie boeren- en drie landbouwarlaei- dersorganisaties het bestuur van het Landbouwschap vormen en niet bijvoorbeeld twee, brengt grote bestu- ijue,yftrd^jr volgrfnde 'pagïn a

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 1