VRAAG AAN DE MINISTER HONDERDJARIGE GEBOUWEN De leeftijd van de boerderijen Zitdagen Boekhoud- bureau Leden van de Kring Oost Zuid-Beveland Mr J.F. G. SCHLINGEMANN spreekt over: positie boerenstand in deze tijd No. 2400 Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 26 OKTOBER 1957 45e Jaargang1 ZEEUWS LANDBOUWBLAD 1 Officie»! n,„.„ H. waarin opgenomen DE BOERENJEUGD Officieel Orgaan van de ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND TVE natte herfst dreigt voor de ■*-' landbouw in onze provincie rampzalige gevolgen te hebben. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur der Z. L. M. werd reeds uit voerig over de aardappelsituatie ge sproken, zoals in het Kort Verslag van deze vergadering werd vermeld. AARDAPPELDRAMA. Thans, ruim een week later, is de toestand eerder verslechterd dan yer- beterd en de besprekingen in de ver gadering van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap liepen erop uit, dat men van een aardappeldrama kan spreken, zoals ook in het verslag van deze bijeenkomst, dat elders in dit blad is opgenomen, wordt opge merkt. Naast deze voor vele bedrijven hoogst ongunstige uitkomst van de aardappelen, komt daar nog een bie- tenoogst bij, die op verschillende plaatsen verre beneden normaal blijft, zowel wat de kg-opbrengst betreft als het gehalte. Ook hierover sprak reeds het Kort Verslag van de vergadering van het Dagelijks Bestuur der Z. L. M. Inmid dels komen van vele kanten de eerste cijfers binnen, die aantonen dat het pessimisme te dezen aanzien maar al te gegrond was. Wij weten allen, dat de aardappel- en de bietenteelt voor Zuid-West Nederland en zeker voor Zeeland tot de belangrijkste peilers behoren, waarop de bedrijven rusten. De kosten van deze gewassen zijn hoog, vooral in een jaar als dit en dus moet de prijs het hem doen. Welnu, het heeft er op het ogenblik alle schijn van, dat de prijs het niet zal goedmaken. De bieten prijs is gebaseerd op een gehalte van 16 Blijft men met zijn leveringen daaronder, dan kunnen al leen veel kilo's per ha enig soelaas bieden. Het gehalte nu ligt in verschillende streken van Zeeland angstwekkend ver beneden deze 16 terwijl de kilo grammen eveneens beneden normaal blijven. WAAR MOET DAT HEEN Men kan zich met recht afvragen waar dat heen moet. De regering zal spreken van het oogstrisico, dat voor de boer is. Maar waaruit moet deze de thans te lijden verliezen putten Enige jaren geleden schreven wij over het garantiebeleid van de Over heid, dat te krap was en het belas tingbeleid, dat de winsten zozeer af roomde. Toen moesten de winsten voor de akkerbouwboer voornamelijk komen van de produkten, waarvan de prijs vrij was. Een gevaarlijk beleid, schreven wij toenmaals. De vastge stelde prijzen hadden ook toen een te kleine winstmarge. Uit de bedragen, die de boer in die jaren overhield, na dat de fiscus zijne „tienden" had ge heven, moest hij trachten zijn bedrijf te mechaniseren en te moderniseren. Van reserve vorming om het slechte oogstrisico te dekken van komende jaren, kon toen praktisch geen sprake zijn. Thans zijn de prijzen van de vrije produkten nauwelijks of niet meer winstgevend op een enkele uitschieter na. De prijzen, die door de Overheid worden vastgesteld zijn hetzij mini mumprijzen, gelijk aan de kostprijs, hetzij prijzen met een kleine winst marge, maar dan bij normale opbreng sten. Onze vraag aan onze Minister van Landbouw is thans, waaruit moeten de verliezen van dit jaar geput wor den Wij hopen, dat dit punt bij de behandeling van de begroting van landbouw aan de orde zal komen. Het is prachtig mooi om miljoenen te be steden aan de verbetering van de structuur van de landbouw. De pro blemen van het heden zijn echter overheersend. Want belangrijker ach ten wij het, dat er boerenbedrijven straks zijn, die, in deze tijd van so ciale rechtvaardigheid, niet armlastig geworden zijn. Het dreigt in de land bouw anders te gaan, zoals bij die chirurg, die uit de operatiekamer komende, zeide: „Operatie geslaagd, patiënt overleden". HET L.E. I. Tenslotte vragen wij ons af, hoe de cijfers van het L. E. I. er over dit jaar uit zullen vzien. Deze vraag zal zeker voorlopig onbeantwoord blijven. Maar wij weten, dat er in het Zuid-Weste lijke kleigebied een aantal bedrijven meedoen aan de kostprijsberekenin gen. De cijfers interesseren ons daar om zo, omdat wij zouden willen zien, of de opbrengstcijfers, juist voor aardappelen en bieten, evenzo uiteen lopen als dit op de niet L. E. I. bedrij ven het geval is. Voorts vragen wij ons af of de lonen, die bijvoorbeeld voor het rooien van aardappelen in werkelijkheid betaald moeten wor den, in de kostprijzen doorberekend worden. In ieder geval vragen wij dringend de aandacht van het L. E. I. voor deze twee punten en wachten de cijfers- tevens af, die pas het volgend jaar bekend kunnen zijn. Misschien is er extra spoed te betrachten. S. In de jaren 1946 tot 1956 blijkt ruim 14 van het totaal aantal Zeeuwse boerderijen te zijn gebouwd. Toch is nog bijna 53 van het totaal aantal boerderijen in Zeeland vijftig of meer jaren oud. Meer dan de helft, namelijk 51,1 van de Neder landse boerderijen heeft echter deze leeftijd. IN het algemeen neemt men aan dat een boerderij gemiddeld 100 jaar meegaat. Aan de hand van het in 1956 door het Centraal Bureau voor de Statistiek verzamelde mate riaal bij de algemene woningtelling geeft ir. S. H. de Jong in 't tijdschrift „De Pacht" een beschouwing over o.m. de ouderdom van onze boerde rijen*). De gegevens die in dit artikel, waaraan wij het volgende ontlenen, zijn gebruikt, zijn verkregen door systematisch enkele cijfers uit het door het C. B. S. verzamelde materiaal te lichten. In totaal werden er in ons land 194010 boerderijen en tuinderswonin gen geteld. Aangenomen mag worden dat deze boerderijen en tuinderswo ningen overwegend aparte gebouwen zijn in tegenstelling tot bijv. de flats .in een stad. Omdat het beschikbare cijfermate riaal geen antwoord geeft op de vraag hoeveel van het totaal aantal boerderijen en tuinderswoningen on „De Pacht", september 1957. OOSTBURG: Woensdag 31 okt. in Café „De Windt". ZIERIKZEE: Donderdag 31 okt. in Hotel „Huis van Nassau". MIDDELBURG: Donderdag 31 okt. in Café „De Eendracht". ST. PHILIPSLAND: Zaterdag 2 nov. in Hotel „De Druiventros". THOLEN: Zaterdag 2 nov. in Hotel „Hof van Holland", Komt vanmiddag zaterdag 26 oktober naar de najaarsvergadering Kring, Korenbeurs te Kruiningen der het hoofd boerderijen valt, heeft men de statistiek van het aantal grondgebruikers in 1955 geraad pleegd. Voorts heeft men aangenomen dat alle landbouwers met 3 ha en meer land over een woning beschik ken, zodat bij iedere getelde woning een bedrijf van minstens 3 ha hoort. Voor de tuinbouwers heeft men deze grens bij 1 ha en meer land gesteld, terwijl geschat wordt dat de helft van het aantal bedrijven kleiner dan 1 ha eveneens een woning bezit. Het aantal landbouwers met 3 ha en meer grond bedraagt ruim 163.000. Het aantal „tuinders met woning" 31.000. D't be tekent dat ongeveer 85 van het aantal boerderijen en tuinderswonin gen onder de boerderijen gerekend moet worden. Beschouwt men nu de ouderdom van de verschillende boerderijen en tuinderswoningen in ons land, dan blijkt dat in de periode 1946—1956 10,6 van het totaal aantal gebou wen is geplaatst. In de periode 1936— 1945 bedraagt dit aantal mede door de oorlogshandelingen 6,5 In Zeeland blijkt het percentage in de periode 1946—1956 ruim 14 te be dragen. Hier is ongetwijfeld het aan tal gevallen van herbouw wegens oorlogsschade van invloed geweest. Ondanks de crisisjaren (19291935) blijken veel boerderijen te zijn ge bouwd in de jaren 19261935. Ver moedelijk is dit een gevolg van het feit dat bouwen toen goedkoop was en vrij veel kapitaal in landbouwgron den werd belegd. In de periode 1915 1925 werd er weer minder gebouwd terwijl ook in de periode 19061914 een vrij lage bouwactiviteit heerste. Het percentage boerderijen van 50 Zie verder volgende pagina

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 1