GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN Aflopende paehtcontracten Maand september somber, nat en fris Mededeling van het bestuur MAXIMUM-SNELHEID VOOR SOMMIGE MOTORRIJTUIGEN LAGER DAN 50 KM VRIJHANDELSZONE EN LANDBOUW VOORLICHTINGSAVONDEN GROND- EN GEWASONDERZOEK ZATERDAG 19 OKTOBER 1957 TT OEWEL volgens de nieuwe pachtwet iedere pachtovereenkomst met een duur van tenminste H 12 jaren voor een boerderij en tenminste zes jaren voor los land, na afloop van die over eenkomst van rechtswege wordt verlengd zonder dat de.pachter verlenging aanvraagt, is het nu nog niet zo ver. En zelfs wanneer de nieuwe wet in werking is getreden duurt het nog twee jaar voordat de verlenging automatisch geschiedt. Een overgangsbepaling zegt n.l. dat gedurende deze twee jaar het pachtbesluit 1941 van kracht blijft. Dit betekent dat de pachter, als hij van de verpachter niet voldoende medewerking krijgt, tenminste één jaar vóór de afloop van het pachtcontract, pachtverlenging aan moet vragen. Paehtcontracten die op 1 november 1958 zullen aflopen moeten dus vóór 1 november a.s. gedekt zijn door een aanvrage. De aanvragen dienen uiterlijk op 31 oktober 1957 bij de Pachtkamer van het kantongerecht, van het gebied waarin de landerijen liggen, te zijn binnengekomen. Uiteraard dient de pachter eerst overleg te plegen met de verpachter om een schriftelijke verklaring van geen bezwaar tegen verlenging, of om een nieuw contract te krijgen. Voelt de verpachter hier echter niet voor dan zit er niets anders op dan om tenminste één jaar vóór af loop van het contract, verlenging aan te vragen. Bij te late indiening van een verzoek om verlenging kan de Pachtkamer echter in het alge meen niets anders meer doen dan afwijzend beslissen en men kan dus het bedrijf op de gepach te grond niet voortzetten. Het is al meermalen voorgekomen dat men of door onwetendheid of door vergeetachtigheid de fatale datum van 1 november liet passeren. September 1957 was uitzonderlijk nat, somber en wat te koud. Sedert het begm van de waarnemingen in 1848 is het de natste septembermaand geweest in de gehele reeks van 110 herfstmaanden. Dit geldt zowel voor de gemiddelde hoeveelheid regen over het gehele land als voor De Bilt. In De Bilt viel 209 mm regen, dat is ongeveer driemaal de normale hoeveelheid. Den Helder had 138 mm, Leeuwarden 156 mm, Groningen 144 mm, Vlissingen 164 mm en Maastricht lpl mm. Nu zegt alleen een hoeveelheid nog niet veel over het karakter ©oor van een maand, want als er in VU. Scharringa enkele dagen ergens 100 mm valt uit een paar zware onweersbuien, dan kan de rest van de maand nog heel normaal zijn, terwijl toch de totale hoe veelheid ver boven normaal ligt. In dit verband is het aantal regenuren een betere maatstaf. Welnu, in De Bilt regende het gedurende 120 uren tegen 30 uren normaal Voorheen waren er ook wel te natte september maanden, o.a. in 1896, 1899, 1918, 1925, 1935 en 1950. In dit rijtje was die van 1896 het natst en bijna even nat als de maand die juist achter ons ligt. Nu valt de oogst van veel gewassen in augustus en sep tember en het is daarom gewenst ook augustus in de beschouwing te betrekken. Zoals vanzelf spreekt zou de ramp veel minder groot zijn geweest als augustus droog, althans niet te nat, was geweest. Helaas waren dit jaar beide maanden te nat en wij hebben eens nagegaan hoe dikwijls dit in de laatste 100 jaren is voorgekomen. Dit is het geval geweest in 1881, 1889, 1912, 1924, 1927, 1930, 1950, 1954 en 1957. Uit deze opsomming blijkt wel dat dergelijke ongunstige omstandigheden vroeger ook voor kwamen. Dit jaar was-ook juli reeds te nat en aangezien in die maand een teveel aan regen reeds schadelijk is voor de oogst van somimge gewassen, hebben wij eens nagegaanvhoe dikwijls het in de afgelopen 100 jaren is voorgekomen dat juli, augustus en sep tember alle drie te nat waren. Dit was het geval in 1889, 1930, 1950, 1954 en 1957. Het record van de grootste hoeveelheid neerslag over de drie maanden staat ook hierbij op naam van 1957. Beziet men het rijtje jaartallen, dan kan niet worden ontkend dat wij in de loop van de afgelopen tien jaren drie van deze bijzondere zomers hadden en in de óverige 90 jaren slechts twee. Men mag dit constateren, maar het is niet verantwoord, hieraan de conclusie te verbinden dat ons klimaat dus is veranderd. Voor een dergelijke gevolgtrekking is het aantal be schouwde jaren veel te gering. De gemiddelde temperatuur in De Bilt be rekend uit uurlijkse waarnemingen bedroeg 12,9° C tegen 14,2° C normaal. Het was dus ruim een graad te koud. In hoofdzaak kwam dit omdat het overdag niet warm wilde worden, want de gemiddelde minimum temperatuur was 9,9° C tegen 9,8° C normaal. De nachten waren gemiddeld dus nog iets warmer dan normaal. De gemiddelde maximumtemperatuur daarentegen was slechts 16,5° C tegen 19,4° C nor maal. Dit verschijnsel behoort typisch bij regen achtige perioden. De nachten zijn dan niet koud, maar de dagen niet warm. Het aantal uren zonneschijn was in De Bilt maar 89 tegen 148 normaal. Het bestuur, van de Provinciale Gezondheids dienst voor Dieren te Goes heeft kennis genomen van artikelen in de dagbladen betreffende in de Dienst gerezen moeilijkheden. Hoewel het bestuur zich in zijn commentaar op deze berichtgeving moet beperken omdat deze aangelegenheid ter beoordeling is voorgelegd aan de bevoegde instantie, mag het, terwille van een objectieve beoordeling en ter voorkoming van ver spreiding van geruchten, die geen enkel, belang kunnen dienen, niet nalaten een korte reactie zijnerzijds te laten horen. Alvorens het bestuur enigerlei besluit ten deze heeft genomen is de adjunct-direkteur, dr. G. Grootenhuis, zowel in de vergadering van het dagelijks bestuur, als later in die van het bestuur toegelaten en ten volle in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen omtrent de punten, waarop in een week later gehouden ver gadering het bestuur na ernstig beraad tot een besluit is gekomen. Op een verzoek ten tweede male te worden ge hoord of een commissie te laten beslissen, is het bestuur niet ingegaan, wat het eerste betreft om dat in de vorige vergadering een uitvoerige en duidelijke gedachtenwisseling met de betrokkene had plaats gehad, die het nemen van een besluit verantwoord maakte en, wat het niet aanvaarden van een commissie aangaat, omdat uiteindelijk het bestuur en niet zulk een commissie verdere verantwoording voor de gang van zaken in de dienst zou hebben te dragen, zodat het bestuur de beslissing aan zich moest houden. Het wekt ongerechtvaardigde sensatie de twee de samenkomst van het bestuur, waarin een her haalde verschijning van dr. Grootenhuis onnodig werd geoordeeld, als een „geheime" vergadering te betitelen. Het feit dat omtrent het besprokene in de vergadering geheimhouding werd opgelegd, was het gevolg van het door dr. Grootenhuis zelf geuite en redelijke verlangen aan de gerezen ver- Op 1 november a.s. wordt de maximum-snelheid in de bebouwde kom ingevoerd. Volgens deze maatregel zullen motorrijtuigen binnen de be bouwde kom niet sneller dan 50 km per uur mogen rijden, tenzij door borden een toegelaten snelheid van 70 km per uur is aangegeven. De Algemene Verladers- en Eigen vervoerders Organisatie (E. V. O.) wijst er echter op, dat voor bepaalde categorieën motorvoertuigen de toege stane snelheid binnen de bebouwde kom zowel als daarbuiten lager dan 50 of tussen 70 en 50 km per uur kan liggen. Een vrachtauto, waarvan de wieldruk hoger is dan 2400 km mag nooit-sneller rijden dan 60 km per uur. De maximale snelheid voor een vracht wagen met aanhangwagen mag, als de wieldruk meer dan 375 kg bedraagt, niet sneller rijden dan 50 km per uur. Van voertuigen met een lange naar achter uitstekende lading (2/3 wielbasis, met een maximum van 5 meter) mag de snelheid in geen geval de 50 km per uur te boven gaan. Bestuurders van de hierboven genoemde catego rieën voertuigen doen er dus goed aan niet alleen rekening te houden met de algemene snelheids beperkingen binnen de bebouwde kom, maar ook met de voor hun voertuigen geldende maxima. Nu de Ministerraad van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (O.E.E.S.) zeer binnenkort bijeen zal kómen om de problemen rondom het vraagstuk van een vrijhandelszone nader onder ogen te zien, heeft het dagelijks be stuur van het Landbouwschap op advies van de commissie Buitenland opnieuw over deze zaak een brief tot de Ministers van Landbouw, van Econo mische Zaken en van Buitenlandse Zaken gericht. In deze brief verdedigt het Landbouwschap, zo als het dit ook reeds gedaan heeft bij schrijven van 24 april 1957, het standpunt, dat de agrarische sec tor in beginsel deel moet uitmaken van een even- tueel in te stellen vrijhandelszone. Hierbij legt het Landbouwschap er de nadruk op dat daarbij uiter aard maatregelen getroffen dienen te worden tegen het ontstaan van unfaire concurrentie-verhoudin- gen ten opzichte van landen, die wel in de vrijhan delszone zullen deelnemen, maar niet bij de Euro pese Economische Gemeenschap zijn aangesloten. Tevens heeft het Landbouwschap doen weten dat het er zich uiteraard van, bewust is dat wel licht niet voor alle produkten, of produktengroe- pen, van de agrarische sector hetzelfde regime van de hierbij bedoelde compenserende maatregelen ge hanteerd behoeft te worden. wikkelingen nog geen ruchtbaarheid te geven en uit de pers te houden. Dit vloeide uitsluitend voort uit de overweging, dat ontijdige publicatie van een voorgenomen ontslagverlening slechts de belangen van de betrokkene kon schaden, in een stadium, waarin zodanig besluit langs andere weg wellicht alsnog kon worden voorkomen. Tenslotte zij er op gewezen, dat nu het perso neel dezer privaatrechtelijke Stichting niet in ambtelijk verband werkzaam is, de gewone rege len en waarborgen van het civiele recht van toe passing zijn en er dus niet de minste grond is voor de in een enkel dagblad gesuggereerde ge dachte, dat in deze naar willekeur zou kunnen worden gehandeld. De wijze waarop het bêstuur tenslotte zijn besluit heeft genomen en de aan geboden voorwaarden, geven blijk, dat het be stuur met deze belangen niet lichtvaardig om springt. Namens het bestuur, JAC. P. LINDENBERGH, Voorzitter. Deze officiële verklaring van het Bestuur van de Gezondheidsdienst werd op de vergadering van het Dagelijks Bestuur der Z.L.M. nader uit voerig toegelicht door de vertegenwoordiger der Z.L.M. in dat Bestuur. Het heeft onzes inziens geen enkel nut een zaak als de onderhavige, die hoe men er ook tegenover staat een droeve zaak is, door allerlei geruchten te laten vertroebelen. Het Bestuur van de Gezondheidsdienst is mans genoeg om de verantwoordelijkheid voor zijn, na zorgvuldig beraad genomen besluiten, te dragen. Het bestaat uit vertrouwensmannen van de boe renstand. Men geve het juist dit vertrouwen in tijden, waarin zich moeilijkheden voordoen. Dit is de enige juiste houding. RED. Evenals vórig jaar is het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek, gevestigd te Oosterbeek, Groningen, Geldrop en Goes gaarne bereid om in het komende seizoen voorlichtings avonden te verzorgen. Door de steeds verdergaande eisen, die aan de moderne landbouw en tuinbouw worden gesteld, wordt ook steeds meer aandacht gevraagd voor grond- en gewasonderzoek. Ook de betekenis van het aaltjesonderzoek kan uiteen worden gezet. Aan een dergelijke avond zijn voor de vereniging geen kosten verbonden. Een te verwachten opkomst van tenminste 25 personen wordt op prijs gesteld. Ook een tijdige aanvraag, tenminste drie weken voor de bijeenkomst is van belang. De inleiding wordt toegelicht met gekleurde lantaarnplaatjes. Bij grote vergaderingen (tenminste 50 personen), kunnen speciale onderwerpen worden aangevraagd. Voor dergelijke grote vergaderingen kunnen ook films vertoond worden. Aanvragen te richten aan het Bedrijfslaborato rium voor Grond- en Gewasonderzoek, Mariëndaal, Oosterbeek (tel. K 8307-2981 en 2982) of aan de andere laboratoria.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 3