Het INKUILEN van stoppelklaver. HET MAAIEN VAN LUZERNE 544 IN DE HERFSTMAANDEN Aardappelzakkenrooiers. Begunstigd door de vroege oogst van het vlas en door voldoende regenval zijn er thans veel mooie percelen stoppelklaver. Deze stoppelklaver kan als veevoeder worden benut en wel door ze af te wei den en/of door in te kuilen. Meestal zal slechts een gedeelte voor afweiden nodig zijn, omdat in het weiland nog genoeg gras voorradig is, zodat er op de meeste bedrijven stoppelklaver kan worden in gekuild. Door het hoge gehalte aan verteerbaar ruw eiwit is ingekuilde stoppelklaver een goed voeder, dat in de winter prima past in de meestal zetmeelrijke, doch eiwitarme rantsoenen. Om een goed produkt ingekuilde stoppelklaver te verkrijgen dient een goede methode van inkuilen toegepast te worden. Twee goede methoden van inkuilen zijn: de Har- delandmethode en het inkuilen met A. I. V.-zuur. De Hardelandmethode stuit op arbeidsorganisa- torische moeilijkheden en wordt praktisch niet meer toegepast in Zeeuws-Vlaanderen. Voor Zeeuws-Vlaanderen is het inkuilen met A. I. V.- zuur het meest aan te bevelen. HET INKUILEN MET A. I. V.-ZUUR. Sinds de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst in Friesland de zogenaamde zuurmixer ontworpen heeft, is het inkuilen met A. I. V.-zuur veel vereen voudigd en voor de praktijk meer toepasselijk ge maakt. De zuurmixer moet verbonden worden met een waterbron en een fles A. I. V.-zuur, zodat water en zuur gemengd kunnen worden. Met behulp van een sproeislang kan het mengsel in de silo ge sproeid worden. De Waterleidingmaatschappij kan de. waterleve rancier zijn. De zuurmixer wox^dt met een rubber of plastic slang aan de kraan van de waterleiding verbonden, terwijl een plastic slang van de mixer in de fles A. I. V.-zuur wordt gehangen. Door de kraan van de waterleiding open te zetten stroomt het water met kracht door de slang in de zuurmixer en trekt het zuur uit de A. I. V.-fles mee. Dit mengsel stroomt dan door de slang, welke op het einde een plastic sproeier heeft en waarmede het verdunde zuur op de in te kuilen klaver wordt gebracht. Een nadeel van de aansluiting van de zuurmixer op de waterleiding is de soms sterk wisselende waterdruk van de waterleiding, waardoor geen goed water-zuurmengsel verkregen wordt. Een voortdurende controle op de hoeveelheid zuur is daarom wel gewenst. ZONDER WATERLEIDING IS GEBRUIK VAN DE ZUURMIXER OOK MOGELIJK. De waterleiding wordt dan vervangen door een tank met water. Vanuit de tank wordt het water door middel van een tandradpompje, aangedreven door een motor van 1 pk, in de zuurmixer gedre ven. Verder gaat alles in zijn werk als bij het ge bruik van de waterleiding. Een voordeel bij deze werkwijze is, dat de druk meer constant is, waar door de menging van water en zuur meestal gelijk matiger is dan bij aansluiting op de waterleiding. VOORAF ZUURMIXER GOED AFSTELLEN. Om een goed geslaagde klaverkuil te krijgen is het gewenst, dat het zuur zo goed mogelijk over het produkt wordt verdeeld. Het 'is daarom wel ge wenst om vooraf te controleren of de verhouding water-zuur goed is. Er dient een verdunning te zijn van 1 liter A. I. V.-zuur op 6 liter water. Per 1000 kg klaver is 10 liter onverdund zuur en 60 liter water nodig. Het is nodig, dat men weet hoe zwaar een lading klaver weegt. Enkele wagens klaver wegen is zeker geen overbodige luxe en sterk aan te bevelen. Omdat het zuur zakt moet men voor de onderste lagen minder zuur gebruiken, terwijl de bovenste lagen iets meer zuur moeten hebben. Het inkuilen onder natte weersomstandigheden geeft dikwijls teleurstellende resultaten. Inkuilen van droog, vers materiaal bij droge weersomstan digheden geeft de meeste kans op een goed ge slaagde kuil. MOGELIJKHEDEN VAN DE ZUURMIXER. Landbouwers, die over waterleiding beschikken, kunnen reeds volstaan met het aanschaffen van een zuurmixer en de benodigde lengte rubber of plastic slang. Degenen, die niet over waterleiding beschikken, dienen naast zuurmixer en benodigde slang ook een tandradpompje en motortje aan te schaffen. Meestal zal dit materiaal met 3 of 4 land bouwers gezamenlijk kunnen worden aangeschaft. De prijs van de zuurmixer met 8 m zuurbestendige slang bedraagt 44,95 en is verkrijgbaar bij Gebr. De Moor te Clinge. Verder dient vermeld te worden dat de heer A. Dellaert te Oostburg (in loondienst) met de zuurmixer bij verschillende landbouwers de laatste jaren klaver heeft ingekuild en zich ook dit jaar weer aanbeveelt voor het inkuilen van klaver en andere produkten. HET INKUILEN VAN STOPPELKLAVER MET SUIKERBIETENKOPPEN EN -BLAD. De vraag wordt dikwijls gesteld of klaver niet •amen met suikerbietenkoppen en -blad ingekuild kan worden. Dit kan zeker, maar de resultaten val len dikwijls tegen. Meestal is de zuurgraad te hoog en worden kuilen verkregen met veel boterzuur en eiwitafbraak. Een ander bezwaar is, dat in som mige jaren de klaver reeds te oud geworden is. Indien men klaver samen met bietenkoppen en -blad wenst in te kuilen, dan dient er extra zorg aan het inkuilen besteed te worden. De bietenkop pen en de klaver dienen afwisselend in dunne la gen gelegd te worden, terwijl het stuksteken van de grootste koppen aanbeveling verdient. Verder dienen de lagen steeds goed aangetrapt te worden. De bietenkoppen dienen vers en met zo weinig mogelijk grond besmeurd te zijn. De bieten koppen van de vroegste leveringen komen hiervoor vanzelfsprekend het meest in aanmerking. Als er veel zorg aan besteed wordt, kunr.en deze kuilen soms toch nog meevallen, alhoewel ze min der houdbaar zijn dan de A. I. V.-kuilen. Vanzelfsprekend is het verteerbaar ruw eiwit gehalte van deze kuilen geringer dan van degene, die uitsluitend met klaver en A. I. V.-zuur zijn inge kuild. Voor alle kuilen is het van belang, dat ze direct afgedekt worden met een zware laag grond en dat inregenen voorkomen wordt. DE WAARDE VAN INGEKUILDE STOPPELKLAVER ALS VEEVOER. De samenstelling van de onderzochte monsters ingekuilde stoppelklaver uit Zeeuws-Vlaanderen bedroeg in 1956 2,83 verteerbaar ruw eiwit en 10,2 zetmeelwaarde. De voederwaarde van andere saprijke produkten was: Verteerbaar Zetmeel- ruw eiwit waarde Voederbieten laag gehalte 0,6 7,5 Voederbieten hoog gehalte 0,7 9,5 Ingekuilde suikerbietenkoppen en -blad 1,3 9,4 Uit deze cijfers blijkt duidelijk de waarde van stoppelklaver als eiwitleverancier. Landbouwers Benut de stoppelklaver zo goed mogelijk door ze goed in te kuilen en zo rationeel mogelijk op te voeren. Indien U nader advies wilt hebben over het in kuilen met de zuurmixer kunt U bij de rayonas sistent alle inlichtingen bekomen. De Hoofdassistent R. L. V. D. R. C. C. DE BRUYCKERE. Axel, augustus 1957. Het tijdstip, waarop een goed perceel jonge- of overjarige luzerne in 't najaar wordt gemaaid, kan van grote invloed zijn op de ontwikkeling en de op brengst van het gewas in het daarop volgende jaar De tijd van het maaien. Het wil nogal eens voorkomen, dat luzerne on der dekvrucht gezaaid, na het verdwijnen van de dekvrucht zo snel gaat groeien, dat ze nog in 't zelfde jaar reeds een keer kan worden gemaaid. Soms kan er hooi worden gewonnen. Lukt dit niet, dan kan er gekuild worden of gedroogd. Meestal wordt er niet zo nauw op gelet, wanneer het ge was wordt gemaaid, maar hierin schuilt nu juist het gevaar, dat dit nadelig kan zijn voor de groei in 't volgende jaar. Men vraagt zich dan wel af, hoe het toch komt, dat de luzerne er zo slecht voor staat, wat de stand en de groei betreft, terwijl ze er juist vóór de winter zo goed voorstond. Dikwijls krijgt dan het weer de schuld, het heeft teveel ge regend of te hard gevroren of iets dergelijks. Een belangrijke factor echter, de laatste maaidatum, wordt dan over 't hoofd gezien. Proefnemingen met maaidata. Vooral de laatste jaren zijn er verschillende proe ven genomen om de meest geschikte maaidata in 't najaar vast te stellen. Het resultaat van één dezer proeven was als volgt: Een bepaalde strook werd in 't najaar niet meer gemaaid. Een ander gedeelte werd gemaaid op 24 september, en verder op 1 oktober, op 8 oktober en 'op 15 oktober. In het daarop volgende jaar werden alle perceel tjes op de normale tijd 3 x gemaaid en de opbrengst bepaald. Opbrengst in kg per 90 m2 (vers produkt) le 2e 3e Totaal snede snede snede in kg In 't najaar niet gemaaid gemaaid op 24/9 gemaaid op 1/10 gemaaid op 8/10 gemaaid op 15/10 Idem in (100 gemiddelde opbrengst per snede) 256% 137 84 99% 117% 117% 117 154%" 188% 154% 75 41 52 64 79 468% 225% 287 395% 421% le 2e 3e Totaal snede snede snede 156 103 120 130 51 75 66 63 71 89 84 80 108 116% 103 110 114 116% 127 117 In 't najaar niet gemaaid gemaaid op 24/9 gemaaid op 1/10 gemaaid op 8/10 gemaaid op 15/10 Aan de hand van deze cijfers blijkt dus duidelijk, dat er een groot verschil in opbrengst bestaat tus sen deze perceeltjes onderling. Ook wanneer men de opbrengsten van de in 't najaar gemaaide per ceeltjes bij de resp. totale opbrengsten optelt, blij ven de verschillen groot. Behalve de maaidatum in 't voorafgaande najaar, waren alle andere omstandigheden voor de veldjes gelijk. Deze proef werd genomen in een periode, waarbij het 's winters hard heeft gevroren, maar andere proefnemingen, genomen tijdens zachtere winters, geven eenzelfde resultaat, zij het dan, dat de verschillen onderling minder groot zijn. Bij overjarige luzerne werden eveneens dezelfde verschijnselen waargenomen. Oorzaak van de opforengstverschillen. De aanleiding tot vorengenoemde verschillen in opbrengst moet worden gezocht in het feit, dat de luzerne de gelegenheid moet krijgen om in een goede conditie de winter in te gaan. Ze zal dan in 't voorjaar weer krachtig uitlopen. Ondertussen wordt het vergrassen tegengegaan. Het is gebleken, dat luzerne, waarbij aan de stengelvoet tal van nieuwe knoppen verschenen, gemaaid in de eerste week van september, zich nog goed kan ontwikkelen om voldoende sterk te zijn vóór de winter. De opbrengst in 't volgende jaar wordt er meestal niet ongunstig door beïnvloed. Ziet men kans om na 15 oktober nog luzerne te maaien, b.v. om in te kuilen, dan kan dit ook ge beuren zonder sterk nadelige gevolgen. Het gewas heeft in dit geval reeds voldoende reservevoedsel verkregen. De periode echter, tussen 15 september en 15 oktober is zeer kritiek. Zoals ook uit voren genoemde cijfers blijkt, wordt dan de luzerne ge maaid op een tijdstip, waarbij ze nog niet voldoende sterk is om goed de winter door te komen. Na het maaien is daarna de tijd te kort om zich nog vol doende te herstellen, met het eerdergenoemde resultaat. Samenvatting. Het maaien van zowel jonge- als overjarige lu zerne, tussen half september en half oktober, moet worden afgeraden, daar dit zeer nadelig kan zijn voor de stand, de ontwikkeling en de opbrengst van het gewas in het volgende jaar. Een goed ontwikkeld perceel kan meestal zonder nadelige gevolgen vóór half september of na half oktober worden gemaaid. In 't algemeen kan de luzerne worden gemaaid als er aan de stengelvoet nieuwe knoppen te voor schijn komen of als de eerste bloemen verschijnen. De Assistent bij de R. L. V. D., P. LAMPERT. Kloetinge, 28 augustus 1957. Landelijke demonstratie met Op dinsdag 1 oktober a.s. zal op het bedrijf van de heer Th. Lamers, Grote Molenstraat 123, Eist (O.B.) een landelijke demonstratie worden ge houden met een tiental aardappelzakkenrooiers. Gedemonstreerd zal worden van 1012.00 uur en van 1416.00 uur. Omstreeks 12 uur en 16 uur zal een nabeschou wing worden gegeven door het rijkslandbouwcon- sulentschap voor Landbouwwerktuigen te Wage- ningen. De weg naar het demonstratieterrein zal vanaf de oude rijksweg Arnhem-Nijmegen en vanaf de Dorpsstraat in Eist met pijlen worden aange geven. Mocht door slechte weersomstandigheden de demonstratie geen doorgang kunnen vinden, dan wordt dit op 1 oktober in het agrarisch radiobul letin bekend gemaakt. Deze demonstratie wordt georganiseerd door het Landbouwschap, de Rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst en het Instituut voor Landbouwtech niek en Rationalisatie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 8