ANDERS EN EENDER Landbouwtentoonstelling 1953 i van de Kring Schouwen en Duiveland der Z. L. M. op sÏ5cUouwen-<^Duivelancl 391 Aldus luidde het briefhoofd op het papier, waar van het Kringbestuur zich bij de voorbereiding van de komende landbouwdagen bediende. Met dit verschil alleen, dat 1953 met de schrijfmachine was doorgeslagen en vervangen door 1957. Soberder, maar tegelijk treffender kon de si tuatie moeilijk worden gekenmerkt. In die sim pele vervanging van jaartallen ligt de jammer klacht besloten dat als gevolg van rampzalige gebeurtenissen de Z. L. M.-tentoonstelling in 1953 niet in Zierikzee kon worden gehouden. Maar evenzeer kan men daarin de triomfkreet verne men, dat het nu, in 1957, wèl kan. Ieder die de troosteloze woestenij gezien heeft, die te voorschijn kwam, toen het zoute water ein delijk van ons eiland was verjaagd, beseft welk een geweldige triomf er in de komende eerste da gen van juli in Zierikzee zal worden gevierd. Zo zal deze tentoonstelling niet alleen een beeld -geven van productie en producten van de moderne Zeeuwse landbouw, méér nog zal zij een getuige nis vormen van het wonderbaarlijke doorzettings vermogen der Schouwen-Duivelandse landbou wers, die niet gewanhoopt hebben aan hun uitein delijke overwinning op zand en zout. Veel ligt opgesloten in die vervanging van 1953 door 1957. Veel wat ons inspireert en moed geeft. In die zin roep ik a.lle bezoekers aan deze tentoon stelling der Zeeuwse Landbouw Maatschappij een hartelijk welkom toe in de goede stad Zierikzee. F. TH. DIJCKMEESTER, Burgemeester van Zierikzee. Het bestuur van de Kring Schouwen en Duiveland van de Z.L.M. Ie rij van links naar rechts: C. J. van Westen, F. C. Hanse, secretaris, A. M. Geluk, voorzitter, H. C. van de Zande, P. L. Vis; 2e rij: J. A. van Nieuwenhuijzen, P. L. Krepel, K. A. van Langeraad, P. C. Barendregt, J. Deïst, C. Steur, C. J. van Schelven, C. Dalebout; 3e rij: J. Lievense, J. v. d. Stolpe, H. J. v. d. Zande, Joh. v. d. Bijl. Door omstandigheden ontbreken de heren H. J. v. d. Zande en J. M. v. Gastel, res pectievelijk van de afdelingen Ocusterland en Noordgouwe. HE Spaanse veldheer Mondragon bereikte op de akelige 28ste van herfstmaand 1575 het eiland Duiveland, met in totaal vijftienhonderd man, door het Zijpe door te waden. Iedere musketier kreeg een zakje met twee pond buskruit om de hals en beschuit met kaas voor drie dagen. Volgens de historieschrijver „begonden die van Filipsland omtrent middernagt af te stappen, draagende het zijd- en schietgeweer omhoog". De Spanjolen hebben het met hun natte tocht naar het eiland niet gemakkelijk gehad, want „toen zij in de Kil daalden, begon het eerst te nijpen, want hier bereikten hun de Zeeuwen niet alleen met schietgeweermaar zelfs met lange stokken en knuppels en met lederen repen voorziene dorsvlegels." Op voorhand valt aan te nemen dat,onze be zoekers van de Z. L. M.-landbouwtentoonstelling te Zierikzee, die ook wel een kijkje op het eiland zullen nemen, geriefelijker aan land te komen. Het welkom zal evenzeer hartelijker zijn, want alles is natuurlijk anders sinds de Spanjolen weg zijn en het verandert nog altijd, ook al is er veel eender. Het „anders en eender" van Schouwen- Duiveland frappeert zelfs een beetje. Zo is nog altijd eender de wijde koepel van de Schouwse hemel, het ruisen van de Schelde, het knisteren van de wormen en „zagers" in de brede wad, de grijze schim van de Banjaard, de zandbank die iedere keer weer kil en kaal ligt te wachten op een nieuwe overstroming met het opgestuwde wa ter uit de Noordzee, die zich voorbij de Schouwse punt in de oneindigheid verliest. Eender, omdat de zee eender is gebleven en anders vooral door de diep ingrijpende wijzigingen, die zich het laat ste decennium voltrokken. DE OVERSTROMINGEN. In 1943 zagen de Duitsers net nog kans 17.000 ha goede Schouwen-Duivelandse grond onder wa ter te zetten. Het werd geen overstroming tot ver- drinkens toe, maar intussen kwam het eiland toch als een slikhoek uit de oorlog te voorschijn. Jaren lang was het zweten geblazen en gipsen en ruil- verkavelen en (voorzichtig) boompjes planten en toen kwam de februaristormramp van 1953. Alles werd toen heel verschrikkelijk anders en dat „dat van vroeger" toch niet meer terugkeren kon, wis ten die van Schouwen-Duiveland reeds, vóórdat de caissons in het grote gat bij Ouwerkerk knarsend en piepend op hun tevoren gespreid bed van ste nen terecht waren gekomen. Daarom werden de kronkelende weggetjes volgend de lijn van de oorspronkelijke kreken voor de bedijking recht getrokken en verdwenen kilometers sloot, omdat het hele waterlopenstelsel moest gewijzigd met een brede tocht dwars door Schouwen en een dito door Duiveland, aan de uiteinden waarvan gloed nieuwe direct op zee suerende gemalen. NIEUWE ARBEIDSMETHODEN. De dorsvlegels waarmede de Zeeuwen- op de Spaanse soldeniers insloegen zijn natuurlijk al drastisch vergeten door een snelle en verdoorge- voerde landbouwmechanisatie. Wat wil men ook, als alles van de door zout geplaagde grond op nieuw moet worden opgebouwd. De tractor past wel in het beeld van een vernieuwd agrarisch eiland, maar soms is het nog niet helemaal zeker of onder bepaalde omstandigheden die tractor wei het voordeligst is. Op het voorbeeldbedrijf .)Frieslanöhoeve" in de polder Schouwen, stapt nog een 1 p.k.-havermachine rustig door het ge deelte dat vroeger als het slechtste stond aange merkt. Het waren „karrevelden" beroofd van vroe ger misschien veel betere grond, toen de eigen Schouwse aarde nodig was voor het opwerpen van dijken, waarvan door „geheimzinnige grondbraek- selen" soms hele stukken wegzakten. Die karre velden bleven eeuwen onvruchtbaar, maar men denkt ze er nu bovenop te hebben herverkaveld, toegedekt als ze verder zijn door een snufje klei van de Welplaat onder Rotterdam, die het (geze gende) Rampenfonds zo mildelijk met schuiten naar het eiland liet overbrengen. Overigens zegt de boer van de „Frieslandhoeve" geschonken door de Friese collega's„als ik hier wat succes heb met mijn werk, behoeft geen landbouwer op het eiland te zeggen, dat het bij hem niet lukken wil". LITTEKENS DOOR DE RAMP. „Anders en eender" zijn verder nog de kreken, zo maar midden in het land. Anders alleen om dat het nieuwe kreken zijn, want toen bij Ouwer kerk en Schelphoek per getij miljoenen kubieke meters water in- en uitstroomden, werden diepe geulen uitgeslepen, die heel wat narigheid gaven bij de sluiting van de dijkgaten, maar bovendien zo groot en diep bleken dat er geen dichtgooien aan begonnen was. Straks komen er wat bomen rond die kreken en dan kan misschien de rand stad Holland er zich in de zwembroek hijsen en een frisse neus halen. Eender zijn die kreken, om dat Schouwen-Duiveland ze al kende van vroeger, zoals het Steenzwaan onder Nieuwerkerk en on der de rook van Zierikzee Het Kaaskenswater, waarin zich nu de contouren weerspiegelen van het Zweedse Rode Kruis-ziekenhuis, het meest spektakulaire kadoo, dat het eiland na de ramp ontving. NIEUWE BEROUWING. Beslist echt helemaal anders zijn de huizen en de vele boerderijen, ter vervanging van de tien tallen die te gronde gingen, toen het watertem- peest uit de krochten van de diepzee omhoog kwam en over en door de dijken heen het land besprong. Oude dorpen werden nieuw, omdat vaak niet meer restte dan een iets hoger gelegen kern, waarvan de bebouwing nog wat viel op te lappen. De rest is gloednieuw, zogoed als de riole ring, het plaveisel en de elektrische verlichting en de scholen, de wijkgebouwen en de dorpshuizen. Voor de boerderijen heeft men gezocht naar een efficiënt type en het succes ontbreekt niet geheel, al zal er altijd een herinnering blijven aan de Schouwse stolp (boerderij en huis onder één kap), die ais één der laatste prototypen van de eilande lij ke boerderij, onder Kerkwerve lange tijd het watergeweld doorstond, maar tenslotte toch door de knieën ging. Anders is het ook als in de tijd toen de Zierik- zeese schuithaven nog echt een haven was. Dan kwamen de boeren uit Schouwen met platboom de vaartuigen met hun boter, kaas en eieren naar de „koekestad" gevaren en nu knorren er op don derdagen keutjes in de glanzende veewagens op diezelfde Schuithaven. En helaas de tijd van het „gereitje" is ook al lang voorbij. Een paar zijn er nog te voorschijn gekomen, gans en al onder de mosselen en zeepokken, toen het water was weg gevloeid. Het waren de laatsten. De kanten muts wordt ook een schaars artikel, maar verleden week zagen we er nog een. De draagster, met een lief gerimpeld gezicht, zat kalm de handen in de schoot gevouwen, in een open jeep. Een jeep hoort bij een vernieuwd agrarisch eiland, maar er zijn ook mooiere auto's, die op de beursdag hun weg naar Zierikzee zoeken. Anders en eender zei den we, ja maar toch wel meer anders dan eender. M. J. BIJ DE VAATE. BSB7 i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 3