De Coöperatieve Melk- en Melkprodnkten Centrale C.M.M.C. op Schouwen-Dui vel and Door D. EVELEEJNS Voorzitter C. M. M. C. ZATERDAG 29 JUNI 1957 407 C. M. M. C. is voor de boeren op ons eiland geen onbekende meer, en tochhet is nog geen tien jaar geleden, dat deze vereniging werd opgericht. Naar ik meen is het initiatief uitgegaan van de landbouwvereniging te Bruinisse en onder aanvoering van wijlen de heer Zwagerman, en met hulp van de technische kennis van de heer Zee, kwam op 1 juli 1948 onze vereniging tot stand. Wat was het doel en welke oorzaak bevorderde haar oprichting? In de eerste plaats zij vermeld, dat de fabriek van de Verenigde Zuivelbereiders een min of meer monopolistische positie op ons eiland bezat. De boeren kenden geen enkele organisatie, die zich speciaal met hun eilandelijke zaken, in casu de afzet van hun melk, kon helpen bij de bepaling van de prijs van hun product. Daarnaast stond een aantal ongeorganiseerde vakslijters en een dito groep boer-slijters. Een algemene lijn in de melk- vcorziening op ons eiland bestond niet en vaak werkten verschillende groepen, die elkaar bij moes ten stfaan, elkaar tegen. De C. M. M. C. stelde zich ten doel om 1 Deze groepen bijeen te brengen in organisa torisch verband; 2°. Zorg te dragen voor een goede en econo mische distributie van de melk en melkpro ducten 3 Met de V. Z. (fabriek Verenigde Zuivelbe reiders) te komen tot een prijsovereenkomst; 4°. De kwaliteit der melk te verbeteren. Dit initiatief stuitte aanvankelijk op een vrij hevig verzet van de V. Z. Men meende daar ten onrechte, dat de bedoeling van de C. M. M. C. was haar een beentje te lichten. Het heeft heel wat tact gekost om wederzijds het gegroeide wantrouwen weg te werken, maar op 10 februari 1949 werd de overeenkomst voor de prijsbasis gesloten en sinds die datum werken beide partners zeer intensief samen om het gestel de doel te bereiken. Welke prijs werd nu tot de ramp aangehouden? Als basis golden de prijzen van 4 fabrieken, n.l. van 2 coöperatieve (Middelburg en Wemeldinge) en 2 speculatieve (Middelharnis en Vlissingen). Wij namen dus fabrieken, die, wat hun positie betrof, onder ongeveer gelijke omstandigheden werkten als „De Duif" te Nieuwerkerk (onderdeel van de V. Z. te Rotterdam). MELKCONTROLE. Nu voor de boer een meer vaststaande prijs uit de bus kwam, voor boer-slijter en vakslijter een verantwoorde marge kon worden vastgesteld, werd ook de eerste stap gezet tot verbetering van de kwaliteit van de melk. Een melkcontroleur-mon- sternemer trad in dienst en het was wijlen de heer D. Viergever, die vanaf 1 september '49 tot de ramp met nauwgezetheid deze taak vervulde. Practisch alle melkveehouders met een enigs zins van betekenis zijndq hoeveelheid melkvee, werden lid van de C. M. M. C. In het bestuur was pariteit: 2 boeren-veehouders, 2 boer-slijters, 2 vak slijters en een onpartijdige voorzitter. Aangezien de coöperatie 500 leden telde, werd een Ledenraad samengesteld. Plaatselijk had men een bestuur van 3 leden. Deze plaatselijke bestu ren vormen te samen de Ledenraad en brengen een aantal stemmen uit in verhouding van hun aantal leden. Daarnaast heeft de C. M. M. C., als elke coöpera tieve vereniging, een Raad van Toezicht. Naast de melkeontröle zocht de C. M. M. C. zich als tweede taak medewerking tot het t. b. c.-vrij maken van ons eiland. In 1952 werd daarover ver gaderd en door de ramp achterhaald, werd onze taak in deze afgebroken. Toch heeft het verlenen van praedicaten een flinke stoot gegeven in deze richting. UITBETALING NAAK KWALITEIT. Bij de kwaliteits-contröle van de melk kwam al gauw tot uiting, dat deze een gunstige invloed zou hebben als aan de controle financiële gevolgen werden vastgeknoopt voor de boer. Er werd dus een stelsel van premies en kortingen ingevoerd en het bedrag der kortingen was in het begin aan zienlijk hoger dan de uitgekeerde premies. Telkenjare werden nu deze bedragen aan de beste melkveehouders teruggegeven, waarbij twee punten in acht werden genomen: 1Of het bedrijf t.b.c.-vrij was, z.gTwit bedrijf (praedicaat uitkering); 2 Of het groen of rood was (geen praedicaat, maar wèl uitkering). Groen was reactievrij en rood was met reactiedieren. Op deze praedicaten werd zeer veel prijs gesteld en men is er trots op, als het bedrijf bekend staat als een leverancier van prima melk met gezond vee. Als criterium voor goede melk gold: minstens 13 monsters per jaar onderzocht met maximaal Va afwijking per monster. Het aantel afwijkingen bedraagt heden maximaal 7, n.l. 3 voor geur en smaak, 2 voor de reductax- proef, 2 voor de vuilheidsproef. Op een min of meer feestelijke jaarvergadering had meestal de uitreiking der praedicaten met het uitgekeerde bedrag plaats. Gaf dus de minder zindelijke boer enerzijds een flink bedrag aan de pot <0,2 cent per kg melk), ontving hij verder geen uitkering, hij had nog een derde nadeel. De goede boer kreeg, zoals reeds is vermeld, ook nog een premie van 0,25 per 100 liter geleverde melk. Geen wonder, dat men dus aan het streven naar melkverbetering alle aandacht besteedde en dit systeem een snelle kwaliteitsverbetering in de hand werkte. Uit de aard der zaak werd ook aandacht geschon ken aan de melkproductie-controle (dit wil zeggen productie en vetgehalte per koe) teneinde niet alleen te komen tot een beter product, maar ook om op meer efficiënte manier vee te houden. Hieruit vloeide een meermalig contact met de beide controle-verenigingen op ons eiland voort. Ook werd later besloten het controleren van het vee door een subsidie te stimuleren. Ook hier werd resultaat geboekt. Van 15 in '52 steeg het aantal gecontroleerde koeien op Schouwen-Duive- land tot 33 in 1956. Ook in andefe richting werd de melkwinning be keken: in november '52 werd begonnen met stal- demonstraties (opbinden van staarten, scheren en borstelen van opgestald vee, staartpluimen wassen, enz.). Dit werk geschiedde in samenwerking met de Rijksveeteelt- en Zuivelconsulent voor Zeeland." Telkenjare wordt met cle plaatselijke afdelingen vergaderd. Ik acht het van groot belang, dat in kleine kring bestuursleden zoveel mogelijk contact houden met de leden. Vaak kunnen op deze plaatselijke bijeen komsten dingen worden besproken, die op de alge mene vergadering niet altijd naar voren kunnen worden gebracht. GEVOLGEN VAN DE RAMP. Zó was de toestand vóór 1 februari 1953. De ramp bracht zeer zware gevolgen mee voor ons eiland. Vele leden kwamen om in de golven. De heer Viergever verdronk met zijn vrouw. De directeur van „De Duif" ontsnapte ternauwernood aan de dood. De fabriek werd verwoest. De helft van de 10.000 stuks rundvee, waaronder 3000 stuks melk vee, verdronk. Het geredde vee werd, evenals bijna de gehele bevolking, geëvacueerd. Met man en macht werd geprobeerd de melk- voorziening van de achtergebleven bevolking te regelen. Verder werd met veel moeite de veestapel in de droog gebleven gebieden van voedsel voor zien. Deze veekern werd gebruikt om in de eerste plaats te zorgen voor verse consumptiemelk. De V. Z. voerde met veel moeite aanvullings- melk en andere producten aan te Zierikzee, waar op de Nieuwe Haven een pakhuis werd gehuurd. Van melkprodueerend eiland was ons gebied nu een tekort gebied geworden. De V. Z. besloot ech ter niet bij de pakken neer te zitten en te Zierikzee een nieuwe fabriek te stichten. Ook de C. M. M. C. leefde weer op en de voorzitter, die was geëvacu eerd naar Bloemendaal, maakte menig reisje naar Schouwen om het verband weer te herstelien. De eerste grote moeilijkheid, die moest worden opgelost, lag in de duinstreek. Daar was met de ramp een hoeveelheid melk verloren gegaan en gezocht werd naar een basis om dit te vergoeden. Het betrof hier geen rampschade en het geleden verlies zou dus niet voor uitkering in aanmerking komen. Tot aller tevredenheid is dit gelukt. Op 20 april 1953 werd voor het eerst na de ramp door het bestuur weer vergaderd. In deze vergade ring werden de gevallen leden en de heer Viergever herdacht. Bij de zakelijke besprekingen kwamen tal van moeilijkheden naar voren. Het duingebied produ ceerde meer melk dan het kon gebruiken en in midden Schouwen was het net andersom. Naar een vervoersregeling werd gezocht en men vroeg zich tevens af, wat dit alles extra ging kos ten. De prijsbepalingsbasis was door de ramp weg gevallen. In overeenstemming met het B. Z. werd bereikt, dat, niettegenstaande de distributiekosten zeer hoog waren, voor de consumenten op het. eiland de ge won® prijzen bleven gelden, Dit kon door een extra toeslag van 3 cent per liter vanaf 19 april '53. Dit bedrag is geleidelijk-aan verminderd en op 5 september '54 liep het geheel af. Nu bleek weer eens wat een hechte organisatie en een goede samenwerking waard is. DE CENTRALE BETALING. Van veel betekenis voor de verdere ontwikkeling van de melkprijzen is de toen vastgestelde, en nog steeds gehandhaafde, centrale betaling. Hierdoor wordt voor alle op het eiland geproduceerde con sumptiemelk eenzelfde prijs betaald, onverschillig of nu aan de V. Z. of slijter wordt geleverd en hoe groot de afstand is, welke de boer van de fabriek of slijter scheidt. Voor de C. M. M. C. bracht het wegvallen van de melkproductie grote financiële consequenties mee. Voorheen was er een heffing van 0,05 per 100 liter geleverde melk te betalen door fabriek, slijter en boer. Dit bedrag viel bijna geheel weg. Boven dien moest worden getracht weer een controleur aan te trekken. Met bijzondere hulp van het Depar tement van Landbouw, op advies van de Rijks- zuivelconsulent, werd een en ander bereikt en zo doende kon de heer VV. van Sluijs per 1 december 1954 worden benoemd. De extra hoge productiekosten, in verband met de abnormale loonbedragen, die moesten worden uitgekeerd, vormden meerdere malen een punt van bespreking op de vergadering. In een rapport werd een en ander vastgelegd en op de juiste plaats be sproken. Daarmee hadden we succes, want ons eiland werd beschouwd als een duurder produ cerend gebied en er kwam een toeslag uit de bus van 1,85 cent per liter. Het verband met de Zeeuwse Melkfederatie was tot nu toe vrij los geweest. Dankbaar was gebruik gemaakt van de apparatuur van de Federatie, tegen een kleine vergoeding. Echter kwam nog steeds een z.g. dubbel lid maatschap voor. Bij de reorganisatie van de fede ratie, waarbij een soort „dominion" status ontstond, was voor de aansluiting der C. M. M. C. bij deze federatie geen enkel bezwaar. Op 7 december '54 werd dit nogmaals op een bestuursvergadering onderstreept. Een tweede verandering ontstond ongeveer in dezelfde periode. Er werd een vereniging van vak slijters opgericht, die aansluiting zocht bij de C. M. M.C. DE NIEUWE FABRIEK IN GEBRUIK GENOMEN. Op 2 februari '55, dus 2 jaar na de ramp, werd de fabriek „De Duif" te Zierikzee geopend. Het was een zeer feestelijke bijeenkomst, waarop de C. M. M. C. bij monde van de voorzitter woorden van dank uitbracht voor het bewijs van moed en door zettingsvermogen door de V. Z. betoond om op ons geschonden eiland, met een nog slechts gedeeltelijk herstelde veestapel, zulk een moderne fabriek neer te zetten. Hoewel er nu dus een verandering kwam in de waarderingswijze van de melk (gewicht en vet gehalte gingen nu weer een rol spelen), werd be sloten de centrale betaling te handhaven. Naast de belangen van boer en fabriek werden ook die der vakslijters niet vergeten. De moeilijk heid was echter om een juist inzicht te krijgen van hun onkosten. Daarover verscheen een voor lopig rapport. Aangezien dit geen voldoende ge gevens bevatte, wordt er momenteel bij enkele vak slijters een gespecificeerde boekhouding gebruikt teneinde een duidelijker voorstelling te krijgen van deze cijfers. VOORLICHTING AAN HUISVROUWEN. Voor de slijters was ook van belang de huisvrou wen-voorlichting: „Wat men alzo met melk kan doen." In 1955 werd daarmee met veel succes in Haamstede en Zierikzee begonnen. In voorjaar 1957 werd dit voortgezet in andere plaatsen van ons eiland, waarbij in een week tijd ongeveer 1200 huisvrouwen werden voorgelicht. De medewerking van het Nederlands Zuivelbureau en de Zeeuwse Melkfederatie werd op hoge prijs gesteld. Teneinde het contact met de leden te verstevigen werd op onregelmatige tijden een „Mededelingen blad" verzonden. Het eerste nummer daarvan ver scheen op 1 november '55. Met de vaststelling van de melkprijs kwam men tot een verdere regeling. Door de toename van het aantal melkkoeien werd de melkproductie steeds hoger. Wel trachtte de V. Z. deze vloed te dammen door zelf tot sterelisatie over te gaan (het gebruik van gesteriliseerde melk op het eiland is zeer groot), maar er kwam toch overmelk. Besloten werd deze overmelk te honoreren met als grond slag de Apeldoornse melknotering, met inacht neming van enkele daarop toegepaste correcties. Deze basis is tot op het huidige ogenblik gehand haafd. Met de opgerichte Fokvereniging en de Com missie voor rationale veevoeding had de C. M. M. C. een nauw contact. Wanneer we de werkzaamheden in de afgelopen 9 jaar nagaan, dan blijkt hieruit wel, dat de C. M. M. C. een centrale positie inneemt t.a.v. de melkpro- ducerende en melkverwekkende bedrijven. Moge zij nog vele jaren in gunstige zin h»®** werkfcaamhedeb kuhnen voortzetten

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1957 | | pagina 19